Liefde, wat is dat?
'Maar dat zijn twee soorten,' zei gezagvoerder Garm toen hij nauwkeurig de wezens bekeek die afkomstig waren van de planeet beneden hen. Zijn gezichtsorganen stelden zich in op maximale scherpte, waarbij ze naar buiten uitstulpten. De kleurenvlek die erboven zat, blonk op met korte, snelle flitsen.
Botax voelde zich heerlijk op zijn gemak, nu hij weer kleurveranderingen kon volgen, na een maandenlang verblijf in een spionagecel op de planeet, waar hij trachtte wijs te worden uit de gemoduleerde geluidsgolven die de inboorlingen uitzonden. Met elkaar van gedachten wisselen door flitsen was bijna thuis-zijn in de ver verwijderde Perseus-arm van de Melkweg. 'Geen twee soorten,' zei hij, 'maar twee vormen van één en dezelfde soort.'
'Onzin, ze zien er heel verschillend uit. Een beetje Perseus-achtig, de Eenheid zij gedankt, en niet zo walgelijk van uiterlijk als zo vele buitenvormen. Redelijk goed gevormd, herkenbare ledematen. Maar zonder kleurenvlek. Kunnen ze spreken?'
'Ja, gezagvoerder Garm,' Botax permitteerde zich het genot van een bescheiden afkeurende bontgekleurde pauze. 'De bijzonderheden staan in mijn rapport. Deze wezens produceren geluidsgolven met behulp van hun keel en hun mond, zoiets als een ingewikkelde manier van kuchen. Ik heb het mezelf aangeleerd.' In stilte was hij trots. 'Het is erg moeilijk.'
'Het moet iets zijn om misselijk van te worden. Goed, dat verklaart hun vlakke, niet uitstulpbare ogen. Het niet met kleuren spreken maakt ogen grotendeels nutteloos. Intussen, hoe kunt u volhouden dat dit één enkele soort is? Die ene links is kleiner en heeft langere strengen haar, of wat het ook is, en het schijnt me verschillend gevormd toe. Het heeft uitstulpingen waar de andere die niet heeft. Leven ze nog?'
'Ja, maar momenteel zijn ze bewusteloos, kapitein. Ze hebben een psychologische behandeling ondergaan om vrees te onderdrukken, zodat het eenvoudiger is ze te bestuderen.'
'Maar zijn ze de moeite van het bestuderen waard? We lopen achter op ons schema, en we moeten nog minstens vijf werelden nagaan en onderzoeken die belangrijker zijn dan deze. Het onderhouden van een Tijdstagnatie is kostbaar, en ik zou ze terug willen sturen en verder gaan...'
Maar Botax's vochtige en spichtige lichaam trilde nogal heftig door een vurig verlangen. Zijn buisvormige tong flapte naar buiten en krulde omhoog op en over zijn platte neus, terwijl zijn ogen zich naar binnen zogen. Zijn uitgespreide, van drie vingers voorziene hand maakte een ontkennend gebaar, terwijl zijn spraak bijna helemaal tot in het dieprode liep.
'De Eenheid sta ons bij, gezagvoerder, want er is geen wereld die belangrijker voor ons is dan deze. Het is mogelijk dat we tegenover een uiterst grote crisis staan. Deze wezens zouden de gevaarlijkste vorm van leven in de Melkweg kunnen zijn, kapitein, juist omdat er twee vormen van zijn.'
'Ik begrijp u niet.'
'Gezagvoerder, het is mijn taak geweest deze planeet te bestuderen, en dat was een uiterst moeilijke, omdat ze uniek is. Ze is zo uniek dat ik nauwelijks de verschillende kanten die ze toont kan begrijpen. Om een voorbeeld te noemen: bijna al het leven op de planeet bestaat uit soorten die twee vormen hebben. Er bestaan geen woorden om het te beschrijven, zelfs geen begrippen. Ik kan alleen over ze spreken als eerste vorm en tweede vorm. Als ik hun geluiden mag gebruiken, de kleine wordt "vrouwelijk" genoemd, en de grote, deze hier, "mannelijk"; de wezens zijn zich dus zelf bewust van het verschil.'
Garm huiverde. 'Wat een afschuwelijke manier van spreken.'
'En, gezagvoerder, om jongen voort te brengen moeten de twee vormen samenwerken.'
De gezagvoerder, die zich voorover gebogen had om de exemplaren nauwkeurig te onderzoeken met een uitdrukking van zowel belangstelling als afschuw, ging direct rechtop staan. 'Samenwerken? Wat is dat voor waanzin? Er bestaat geen kenmerk van leven dat meer fundamenteel is dan dat ieder levend wezen alleen in de allerdiepste gemeenschap met zichzelf zijn jongen voortbrengt. Wat anders maakt het leven waard om geleefd te worden?'
'De ene vorm brengt leven voort, maar de andere vorm moet meewerken.'
'Op wat voor manier?'
'Dat was erg moeilijk te bepalen. Het is iets dat strikt persoonlijk is, en tijdens mijn onderzoek van de verkrijgbare vormen van literatuur kon ik nergens een nauwkeurige en openhartige beschrijving vinden. Maar het is me gelukt zelf redelijk goede gevolgtrekkingen te maken.'
Garm schudde zijn hoofd. 'Belachelijk. Knopvorming is de heiligste, meest persoonlijke plechtigheid ter wereld. Op tienduizenden werelden is het hetzelfde. Zoals de grote kleurenzanger, Levuline, het uitdrukte: "Als de tijd van knopvorming komt, de tijd van knopvorming, de heerlijke, verrukkelijke tijd van knopvorming, als" ...'
'Gezagvoerder, u begrijpt niet waar het om gaat. Deze samenwerking tussen de vormen veroorzaakt (ik weet niet precies hoe) het vermengen en weer hergroeperen van de genen. Het is een methode waardoor in iedere generatie nieuwe combinaties van kenmerken en eigenschappen ontstaan. Zo worden variaties aangekweekt, veranderde genen komen, zo verhaast, bijna onmiddellijk tot uiting, terwijl dat bij het gewone systeem van knopvorming eerst misschien na millennia zou gebeuren.'
'Wilt u me daarmee zeggen dat de genen van een individu gecombineerd kunnen worden met die van een ander? Beseft u wel hoe volkomen belachelijk dat is, bezien in het licht van alle principes van de celfysiologie?'
'Het moet wel zo zijn,' zei Botax, zenuwachtig door de woeste blik van de uitpuilende ogen van de ander. 'De evolutie is versneld. Deze planeet is een opeenhoping van soorten. Het schijnt dat er één en een kwart miljoen verschillende soorten wezens zijn.'
'Eén en een kwart dozijn lijkt me aannemelijker. Je moet niet alles geloven dat je in die inheemse literatuur leest.'
'Ik heb zelf tientallen totaal verschillende soorten gezien binnen een klein gebied. Ik zeg u, kapitein, geef deze wezens nog even de tijd, en ze zullen evolueren tot intellecten die machtig genoeg zijn om ons te overmeesteren en over de Melkweg te heersen.'
'Lever het bewijs dat die samenwerking waar u het over hebt, bestaat, onderzoeker, en dan zal ik uw beweringen nader overwegen. Als u dat niet kunt, zal ik al uw hersenschimmen als belachelijk afdoen, en zullen we vertrekken.'
'Ik kan het bewijzen.' De kleurflitsen van Botax waren fel geelgroen. 'De wezens van deze wereld zijn nog in een ander opzicht uniek. Ze voorzien vooruitgangen die ze nog niet verwezenlijkt hebben, waarschijnlijk vloeit dat voort uit hun geloof in snelle veranderingen, die ze natuurlijk voortdurend zien. Daarom leven ze zich uit in een bepaald soort literatuur die over de ruimtevaart handelt die ze nog niet ontwikkeld hebben. Ik heb hun uitdrukking voor die literatuur vertaald als "science-fiction". Nu heb ik me bij het lezen bijna uitsluitend beperkt tot science-fiction, omdat ik dacht ze, in hun dromen en fantasieën, zichzelf en hun gevaar voor ons zouden blootgeven. En het was uit die science-fiction dat ik gevolgtrekkingen heb gemaakt over de methode van hun intervorm samenwerking.'
'Hoe deden ze dat?'
'Er is een tijdschrift op deze wereld dat af en toe science-fiction publiceert, maar overigens bijna geheel is gewijd aan de verschillende aspecten van de samenwerking. Het spreekt niet helemaal vrijuit, wat hinderlijk is, maar bestaat bijna uitsluitend uit zinspelingen. De naam van het blad luidt, voorzover ik het zo goed als mogelijk is in flitsen kan uitdrukken, Recreatiejongen. Het wezen dat er de leiding over heeft is, dat kon ik nagaan, in niets anders geïnteresseerd dan intervorm samenwerking, en zoekt er overal naar met een systematische en wetenschappelijke intensiteit die mijn ontzag opwekte. Het heeft voorbeelden gevonden van samenwerking die in science-fiction worden omschreven, en ik liet me door het materiaal in zijn tijdschrift leiden. Uit de verhalen die het als voorbeeld aanhaalt ben ik te weten gekomen hoe het tot stand gebracht wordt.
'En gezagvoerder, ik smeek u, als de samenwerking volbracht is en voor uw eigen ogen de jongen voortgebracht worden, geef dan opdracht geen enkel atoom van deze wereld intact te laten.'
'Goed,' zei kapitein Garm lusteloos, 'breng ze tot volledig bewustzijn en doe wat u doen moet snel.'
Marge Skidmore was zich plotseling volledig bewust van haar omgeving. Ze herinnerde zich het station zeer duidelijk, toen de avondschemering inviel. Het was bijna leeg geweest, één man stond bij haar in de buurt, een andere aan de andere kant van het perron. De naderende trein had zich kenbaar gemaakt door een zwak gerommel in de verte.
En daar was toen die flits gekomen, een gevoel alsof ze binnenste buiten gekeerd werd, de halfgeziene aanblik van een spichtig wezen, druipend van slijm, een snelle opwaartse beweging, en nu...
'O, God,' zei ze, huiverend. 'Het is er nog steeds. En er is nog een tweede ook.'
Ze voelde een misselijk makende afkeer, maar geen vrees. Ze was bijna trots op zichzelf omdat ze geen vrees voelde. De man die heel rustig, net als zij, naast haar stond, maar nog steeds een oude gleufhoed op had, was degene die vlak bij haar op het perron had gestaan.
'Hebben ze u ook te pakken?' vroeg ze. 'Wie nog meer?'
Charlie Grimwold voelde zich pafferig en dik, hij probeerde zijn hand op te heffen om zijn hoed af te nemen, en zijn uitgedunde haar glad te strijken, dat de kaalheid van zijn hoofd verbrak, maar niet helemaal bedekte, en kwam tot de ontdekking dat hij het met veel moeite, tegen een rubberachtige en harder wordende weerstand in, kon doen. Hij liet zijn hand weer zakken, en keek gemelijk naar de vrouw met het magere gezicht die tegenover hem stond. Ze was ongeveer vijfendertig, dacht hij, en haar haar was mooi, en haar jurk stond haar goed, maar op dit ogenblik wenste hij alleen ergens anders te zijn, en hij had er niets aan dat hij gezelschap had, zelfs niet aan vrouwelijk gezelschap.
Hij zei: 'Ik weet het niet, mevrouw. Ik stond daarnet op het perron van het station.'
'Ik ook.'
'En toen zag ik een flits. Hoorde niks. Nou ben ik hier. Moeten mannetjes van Mars zijn, of van Venus, of zoiets.'
Marge knikte energiek. 'Dat dacht ik ook. Een vliegende schotel? Bent u bang?'
'Nee. Dat is juist zo merkwaardig. Ik denk dat ik gek aan het worden ben, anders zóu ik bang zijn.'
'Eigenaardig. Ik ben ook niet bang. O, God, daar komt er een aan. Als hij me aanraakt, ga ik gillen. Kijk eens naar die kronkelige handen. En die gerimpelde huid, een en al slijm; het maakt me misselijk.'
Botax naderde behoedzaam, en zei, met een stem die zowel raspend als gierend klonk, wat nog de beste benadering was van zijn imitatie van de inheemse tongval: 'Wezens! We hebben niets kwaads met u voor. Maar we moeten u vragen ons de dienst te bewijzen om samen te werken.'
'Hé, het kan praten!' zei Charlie. 'Wat bedoelt u, samen te werken?'
'U te zamen. Met elkaar,' zei Botax.
'O?' Hij keek naar Marge. 'Weet u wat hij bedoelt, mevrouw?'
'Ik heb er niet het minste idee van,' zei ze luchtig.
Botax zei: 'Wat ik bedoel is...' en hij gebruikte de korte term die hij eens had gehoord als een synoniem voor die handeling.
Marge bloosde diep, en zei: 'Wat!' met de luidste gil die ze kon opbrengen. Zowel Botax als gezagvoerder Garm hielden hun handen op hun middel, om de gehoorvlekken te bedekken die pijnlijk trilden door het aantal decibels.
Marge ging verder, snel, bijna onsamenhangend: 'Van alles wat me kan overkomen. Ik ben een getrouwde vrouw, jij daar. Als mijn Ed hier was zou je van hem wat te horen krijgen. En jij, slampamper,' ze draaide zich, tegen een rubberachtige weerstand in, naar Charlie, 'wie je ook bent, als je denkt dat...'
'Mevrouwtje, mevrouwtje,' zei Charlie in hulpeloze wanhoop, 'het is geen idee van mij. Ik bedoel, het zij verre van me, weet u, een dame af te wijzen; maar ik, ik ben ook getrouwd. Ik heb drie kinderen. Hoor eens...'
Kapitein Garm zei: 'Wat is er aan de hand, onderzoeker Botax? Dit onwelluidende lawaai is afschuwelijk.'
'Nou,' Botax flitste kort, violet, uit verlegenheid. 'Dit is een ingewikkeld ritueel. De veronderstelling is dat ze eerst aarzelend doen. Het verhoogt het daarop volgende resultaat. Na het eerste stadium moeten de huiden verwijderd worden.'
'Moeten ze gevild worden?'
'Niet echt gevild. Dat daar zijn kunstmatige huiden die zonder pijn verwijderd kunnen worden, en dat moet ook gebeuren. Die van de kleinere vorm zeer zeker.'
'Nou, vooruit dan maar. Zeg het dat ze de huiden moeten verwijderen. Echt, Botax, ik vind dit onaangenaam.'
'Ik geloof dat ik de kleinere vorm maar beter niet moest zeggen de huid te verwijderen. Ik geloof dat het beter is het ritueel nauwkeurig te volgen. Ik heb hier een paar gedeelten uit die ruimtevaartverhalen waar die man van Recreatiejongen zo hoog over opgaf. In die verhalen worden de huiden gewelddadig verwijderd. Hier is een beschrijving van een voorval, als voorbeeld: "die ruw omsprong met haar kleding, die hij bijna van haar slanke lichaam afscheurde. Gedurende een ogenblik voelde hij de warme stevigheid van haar half ontblote boezem tegen zijn wang..." En op een dergelijke manier gaat het verder. Het afscheuren, weet u, het gewelddadig verwijderen werkt stimulerend.'
'Boezem?' zei de gezagvoerder. 'Die flits begrijp ik niet.'
'Die uitdrukking heb ik verzonnen om de betekenis ervan duidelijk te maken. Het slaat op de uitstulpingen op de bovenste lichaamshelft van de kleinere vorm.'
'Juist. Goed, zeg de grotere vorm dat die de huiden van de kleinere moet afscheuren.'
Botax keerde zich naar Charlie. 'Meneer,' zei hij, 'scheur de kleding bijna geheel van haar slanke lichaam, alstublieft? Ik zal u voor dat doel bewegingsvrijheid geven.'
Marge sperde haar ogen wijd open en draaide zich in plotselinge woede naar Charlie. 'Als je dat durft, jij. Waag het niet me aan te raken, jij seksmaniak.'
'Ik?' zei Charlie klagelijk. 'Het is toch niet mijn idee. Of denkt u misschien dat het mijn gewoonte is kleren af te scheuren? Luister eens,' hij keerde zich naar Botax, 'ik heb een vrouw en drie kinderen. Als ze erachter komt dat het mijn gewoonte zou zijn kleren af te scheuren, krijg ik een aframmeling. Weet u wat mijn vrouw doet als ik alleen maar naar de een of andere vrouw kijk? Luister eens...'
'Is hij nog steeds onwillig?' zei de kapitein ongeduldig.
'Het schijnt van wel,' zei Botax. 'Misschien maakt de voor hun vreemde omgeving, snapt u, dat dit stadium van de samenwerking zo lang duurt. Omdat ik weet dat dit voor u onaangenaam is, zal ik dit stadium van het ritueel zelf uitvoeren. In de ruimtevaartverhalen wordt regelmatig geschreven dat een onaardse soort die taak op zich neemt. Hier, bijvoorbeeld,' en hij bladerde in zijn notities om op te zoeken waar hij naar zocht, 'beschrijven ze zo'n soort als erg afschuwelijk. De wezens op de planeet houden er dwaze denkbeelden op na, begrijpt u? Het komt nooit bij hen op zich mooie personen voor te stellen, zo als wij zijn, met een prachtige slijmlaag.'
'Schiet op! Schiet op! Neem er niet de hele dag voor,' zei de kapitein.
'Ja, kapitein. Hier staat dat de onaardeling "naar voren kwam, naar waar het meisje stond. Ze werd, hysterisch gillend, in de omarming van het monster gekoesterd. Klauwen rukten blindelings aan haar lichaam, scheurden de jurk aan flarden". Ziet u, het inheemse wezen gilt als ze gestimuleerd wordt doordat haar huiden worden verwijderd.'
'Ga uw gang, Botax, verwijder ze. Maar laat haar alstublieft niet gillen. Ik sta te trillen door de geluidsgolven.'
Botax zei beleefd tegen Marge: 'Als u me toestaat...'
Een spatelvormige vinger maakte het gebaar zich vast te haken aan de hals van haar japon.
Marge kronkelde zich wanhopig. 'Raak me niet aan! Raak me niet aan! Je maakt dat er slijm op komt. Hoor eens, deze japon heeft me $24,95 gekost bij Ohrbach. Blijf uit mijn buurt, jij monster. Kijk eens naar de ogen die hij heeft.' Ze hijgde door haar wanhopige inspanning om de tastende, buitenaardse hand te ontwijken. 'Het is een slijmerig monster met de ogen van ongedierte. Luister, ik zal hem zelf wel uittrekken. Maar besmeur het in godsnaam niet met slijm.'
Ze frommelde aan de ritssluiting, en zei terzijde, maar driftig tegen Charlie: 'Waag het niet te kijken.'
Charlie sloot zijn ogen, en haalde berustend zijn schouders op.
Ze stapte uit haar japon. 'Zo goed? Tevreden gesteld?'
De vingers van gezagvoerder Garm bewogen zenuwachtig, omdat hij zich ongelukkig voelde. 'Is dat de boezem? Waarom staat het andere wezen met zijn hoofd afgewend?'
'Weerbarstig. Weerbarstig,' zei Botax. 'Trouwens, de boezem is nog steeds bedekt. Er moeten nog meer huiden verwijderd worden. De boezem is, ontbloot, een zeer sterke stimulans. Het wordt altijd beschreven als ivoren ballonnen, of witte bollen, of nog iets anders in dezelfde trant. Hier heb ik tekeningen, visuele afbeeldingen, die van de buitenbanden van dat ruimtevaarttijdschrift afkomstig zijn. Als u ze wilt bekijken, zult u zien dat er op elk exemplaar een wezen is afgebeeld met een min of meer ontblote boezem.'
De gezagvoerder keek peinzend van de illustraties naar Marge, en weer terug. 'Wat betekent ivoren?'
'Dat is nog een door mijzelf gemaakte flits. Het komt overeen met het materiaal waaruit de slagtanden van een van de grote, niet-intelligente wezens op de planeet bestaat.'
'Aha,' en gezagvoerder Garm kreeg een pastelgroene kleur van voldoening. 'Dat is de verklaring. Het kleine wezen hoort bij een oorlogvoerende sekte, en dat zijn slagtanden waarmee de vijand verpletterd moet worden.'
'Nee, nee. Ze zijn erg zacht, naar wat ik ervan begrepen heb.' De kleine, bruine hand van Botax flitste naar voren in de richting van het voorwerp van de discussie, en Marge gilde en kromp ineen.
'Wat voor ander nut hebben ze dan?'
'Ik geloof,' zei Botax met een aanzienlijke aarzeling, 'dat ze gebruikt worden om er de jongen mee te voeden.'
'Eten de jongen ze op?' vroeg de gezagvoerder met alle tekenen van een diepe smart.
'Dat niet. De voorwerpen produceren een vloeistof die door de jongen geconsumeerd wordt.'
'Een vloeistof consumeren van een levend lichaam? Bah-h-h.' De gezagvoerder bedekte zijn hoofd met alle drie zijn armen, waarbij hij om dat te kunnen doen zijn extra arm zo snel uit zijn schede trok dat hij bijna Botax neersloeg.
'Een slijmerig monster met drie armen en de ogen van ongedierte,' zei Marge.
'Juist,' zei Charlie.
'Vooruit dan, jij, kijk alleen naar die ogen, en kijk voor je!'
'Hoor eens, mevrouw, ik doe mijn best om niet te kijken.'
Botax kwam weer dichter bij. 'Mevrouw, zou u de rest ook willen verwijderen?'
Marge zette zich zo goed als ze kon schrap tegen het krachtveld in dat haar omklemde. 'Nooit!'
'Als u wilt, zal ik het verwijderen.'
'Raak me niet aan! In godsnaam, raak me niet aan. Kijk eens naar dat slijm waarmee hij bedekt is, wil je? Goed, ik zal het uittrekken.' Ze mopperde binnensmonds, en keek tegelijkertijd driftig in de richting waar Charlie stond.
'Er gebeurt niets,' zei de gezagvoerder, diep teleurgesteld, 'en dit lijkt me een onvolmaakt exemplaar toe.'
Botax voelde de smet op zijn volmaaktheid. 'Ik heb twee volmaakte exemplaren voor u meegenomen. Wat is er verkeerd aan dat wezen?'
'De boezem is niet gevormd als ballonnen of bollen. Ik weet wat ballonnen en bollen zijn, en op die tekeningen die u me hebt laten zien, zijn ze ook zo afgebeeld. Dat zijn grote ballonnen. Maar op dit wezen dat we hier hebben zien we, integendeel, niets meer dan kleine flappen uitgedroogd weefsel. En ze zijn gedeeltelijk verkleurd, ook nog.'
'Onzin,' zei Botax. 'U moet rekening houden met natuurlijke variaties. Ik zal het het wezen zelf voorleggen.'
Hij keerde zich naar Marge. 'Mevrouw, is uw boezem onvolmaakt?'
Marge sperde haar ogen wijd open, en worstelde tevergeefs om een moment te vinden waarop ze niets anders kon doen dan luid naar adem snakken. Tenslotte slaagde ze erin 'Wel allemachtig!' te uiten. 'Misschien ben ik geen Gina Lollobrigida of Anita Ekberg, maar ik ben volmaakt genoeg geschapen; bedankt. Mijn hemel, als mijn Ed maar hier zou zijn.'
Ze keerde zich naar Charlie. 'Hoor eens, jij, vertel dit slijmerige ding met die vieze ogen hier eens dat er niets mankeert aan mijn lichamelijke ontwikkeling.'
'Mevrouw,' zei Charlie zachtjes, 'ik kijk toch immers niet.'
'O, zeker, je kijkt niet. Maar je hebt genoeg gegluurd, dus je zou evengoed je miserabele ogen kunnen openen, en het opnemen voor een dame, als je tenminste iets van een echte heer in je hebt; waarschijnlijk heb je dat niet.'
'Goed,' zei Charlie, en keek zijdelings naar Marge, die van de gelegenheid gebruik maakte om diep in te ademen en haar schouders naar achteren te trekken. 'Ik vind het niet prettig verwikkeld te raken in zo'n delicate zaak als deze, maar u bent oké - geloof ik.'
'Geloof ik? Ben je blind of zo iets? Ik ben eens als tweede geplaatst bij de Miss Brooklyn-verkiezingen, voor het geval dat je dat niet wist, en waar ik toen op struikelde was mijn taille, niet op ...'
Charlie zei: 'Goed, goed, oké. Ze zien er prima uit. Eerlijk.' Hij knikte heftig naar de richting waar Botax stond. 'Zij zijn oké. Niet dat ik zo'n expert ben, snapt u, maar voor mij zijn ze oké.'
Marge ontspande zich.
Botax voelde zich opgelucht. Hij keerde zich naar Garm. 'De grotere vorm toont belangstelling, kapitein. De stimulans werkt. En nu nog het laatste stadium.'
'En wat is dat?'
'Daar bestaat geen flits voor, kapitein. In wezen bestaat het uit het plaatsen van het spreek- en eetorgaan van de ene tegen hetzelfde orgaan van de andere. Ik heb een flits verzonnen voor de gang van zaken, zo: kussen.'
'Houdt dat misselijk makende gedoe dan nooit op?' kreunde de gezagvoerder.
'Het vormt de climax. In al die verhalen omhelzen ze elkaar, nadat de huiden verwijderd zijn, met hun ledematen, en leven zich uit met kussen, om maar zo goed als mogelijk de termen te vertalen die geregeld gebruikt worden. Hier is een voorbeeld, gewoon één van de vele, willekeurig gekozen: "Hij omarmde het meisje, met zijn mond begerig op haar lippen gedrukt".'
'Misschien was het ene wezen bezig het andere te verslinden,' zei de kapitein.
'Helemaal niet,' zei Botax ongeduldig. 'Dat waren vurige kussen.'
'Wat bedoelt u met vurig? Vindt er een verbranding plaats?'
'Ik geloof van niet, letterlijk. Ik veronderstel dat het een manier is om te zeggen dat de temperatuur stijgt. Hoe hoger de temperatuur, geloof ik, des te groter de kans op succes bij het voortbrengen van jongen. Nu de grotere vorm goed gestimuleerd is, hoeft hij alleen maar zijn mond tegen die van haar te drukken om jongen voort te brengen. De jongen komen niet zonder deze gang van zaken. Dat is de samenwerking waar ik het over had.'
'Is dat alles? Alleen maar dit...' De kapitein liet zijn handen de beweging maken van naar elkaar toe gaan, maar hij kon zich er niet toe brengen de gedachte in een flitsvorm te uiten.
'Dat is alles,' zei Botax. 'In geen van die verhalen, zelfs niet in Recreatiejongen, heb ik een beschrijving gevonden van verdere lichamelijke activiteiten in verband met het voortbrengen van jongen. Soms schrijven ze, na het kussen, een regeltje symbolen die er als kleine sterretjes uitzien, maar ik veronderstel dat dat alleen maar nog meer kussen voorstelt, één kus voor elk sterretje, als ze een groot aantal jongen willen voortbrengen.'
'Eéntje maar, alstublieft, nu direct.'
'Jawel, kapitein.'
Botax zei ernstig en duidelijk: 'Meneer, zou u de dame willen kussen?'
Charlie zei: 'Hoor eens, ik kan me niet bewegen.'
'Ik zal u natuurlijk bewegingsvrijheid geven.'
'De dame zou het onaangenaam kunnen vinden.'
Marge keek dreigend. 'Daar kun je verdomme alles om verwedden, dat ik het onaangenaam zou vinden. Blijf maar uit mijn buurt.'
'Ik zou het wel willen, mevrouw, maar wat gaan zij doen als ik het niet doe? Kijk, ik wil ze niet woedend maken. We zouden best - begrijp me goed - een vluchtig kusje kunnen wisselen.'
Ze aarzelde, en zag de juistheid van de waarschuwing in. 'Goed. Maar geen grapjes. Het is niet mijn gewoonte op deze manier voor Jan en Alleman klaar te staan, weet je?'
'Dat weet ik, mevrouw. Het was niet mijn idee. Dat zult u moeten toegeven.'
Marge mopperde kwaad: 'Ronduit slijmerige monsters. Ze moeten wel denken dat ze een soort goden zijn, of zoiets, de manier waarop ze mensen bevelen geven. Slijmgoden, dat zijn ze.'
Charlie ging naar haar toe. 'Als het nu oké is, mevrouw.' Hij maakte een vaag gebaar alsof hij aan zijn hoed tikte. Toen plaatste hij zijn handen lomp op haar blote schouders en leunde voorover met behoedzaam samengetrokken lippen.
Marge's hoofd verstijfde zo dat er rimpels in haar nek kwamen. Hun lippen ontmoetten elkaar.
Gezagvoerder Garm flitste geïrriteerd: 'Ik voel geen verhoging van de temperatuur.' Zijn warmtevoelspriet boven op zijn hoofd was tot het uiterste uitgestrekt, en bleef daar trillen.
'Ik ook niet,' zei Botax, nogal in verlegenheid. 'Maar we doen het precies zoals de ruimtevaartverhalen vertellen hoe het moet. Ik denk dat hij zijn ledematen meer moet uitstrekken ... Ha, op die manier. Kijk, het lukt.'
Charlie had, bijna zonder er bij na te denken, zijn arm rond Marge's zachte, naakte romp geslagen. Gedurende een ogenblik scheen Marge zich aan hem over te geven, en kromp toen plotseling heftig ineen, tegen het verlammende krachtveld in dat haar nog steeds nogal stevig in zijn macht hield.
'Laat me los!' De woorden klonken gedempt tegen de druk van Charlie's lippen. Plotseling beet ze, en Charlie sprong opzij met een wilde kreet, hield zijn vinger tegen zijn onderlip, en keek toen of er bloed aan zat.
'Wat heeft dat te betekenen, mevrouw?' vroeg hij klagelijk.
Ze zei: 'We waren het eens over een vluchtig kusje, meer niet. Wat wilde je daarnet beginnen? Ben je de een of andere playboy, of iets dergelijks? In wat voor gezelschap ben ik hier terecht gekomen? Een playboy en de slijmgoden.'
Gezagvoerder Garm flitste snel afwisselend blauw en geel. 'Is het gebeurd? Hoe lang moeten we nu nog wachten?'
'Ik geloof dat het direct moet gebeuren. In de hele Melkweg is het zo dat wanneer je knoppen moet vormen, je dat doet, weet u. Wachten is er niet bij.'
'Ja? Als ik denk aan die smerige gewoonten die u omschreven hebt, geloof ik niet dat ik ooit nog eens knoppen kan vormen. Maak er alstublieft een eind aan.'
'Een ogenblikje, gezagvoerder.'
Maar de ogenblikjes verstreken, en de flitsen van de gezagvoerder veranderden langzamerhand naar een somber oranje, terwijl die van Botax bijna geheel uitdoofden.
Ten slotte vroeg Botax aarzelend: 'Neem me niet kwalijk, mevrouw, maar wanneer begint uw knopvorming?'
'Wanneer begint mijn wat?'
'Jongen voortbrengen.'
'Ik heb al een kind.'
'Ik bedoel, nu jongen voortbrengen.'
'Ik zou zeggen van niet. Ik ben nog niet voorbereid op een tweede kind.'
'Wat? Wat?' vroeg de gezagvoerder bevelend. 'Wat zegt ze?'
'Het schijnt,' zei Botax slapjes, 'dat ze niet van plan is op dit ogenblik jongen te krijgen.'
De kleurenvlek van de gezagvoerder vlamde fel op. 'Weet u wat ik denk, onderzoeker? Ik denk dat u een zieke, perverse geest hebt. Er gebeurt niets met die wezens. Er is geen samenwerking tussen hen, en ook geen jong dat voortgebracht moet worden. Ik denk dat het twee verschillende soorten zijn, en dat u een of ander stom spelletje met me speelt.'
'Maar, gezagvoerder...' zei Botax.
'Hou op met dat maar, gezagvoerder,' zei Garm. 'Ik ben het beu. U hebt me overstuur gemaakt, misselijk gemaakt, en mijn tijd verspild. U bent er alleen op uit met grote letters in de krant te komen en persoonlijke glorie te verwerven, en ik zal er op toezien dat dat allebei niet gebeurt. Ruim direct die wezens uit de weg. Geef die ene de huiden terug, en zet ze weer neer waar u ze gevonden hebt. Eigenlijk zou ik de kosten van het onderhouden van de Tijdstagnatie gedurende al die tijd van uw salaris moeten inhouden.'
'Maar, gezagvoerder...'
'Terug, zeg ik. Breng ze terug naar dezelfde plek en hetzelfde ogenblik van de tijd. Ik wil deze planeet intact laten, en ik zal er op toezien dat ze dat blijft.' Hij wierp Botax nog een woedende blik toe. 'Eén soort, twee vormen, boezems, kussen, samenwerking, BAH... U bent een idioot, onderzoeker, en een stommeling ook nog, en, dat nog het meest, een ziekelijk, ziekelijk, ziekelijk individu.'
Er viel niets tegen te spreken. Botax begon, met bevende ledematen, aan het terugbrengen van de wezens.
En daar stonden ze op het station, en keken verwilderd om zich heen. De avondschemering begon te vallen, en de naderende trein had zich juist kenbaar gemaakt door een zwak gerommel in de verte.
Marge zei, aarzelend: 'Is het echt gebeurd, meneer?'
Charlie knikte. 'Ik herinner het me.'
Marge zei: 'We kunnen het aan niemand vertellen.'
'Zeker niet. Ze zouden ons gek verklaren. U snapt wat ik bedoel?'
'Uh-huh. Goed.' Ze stapte omzichtig opzij.
Charlie zei: 'Hoor eens, het spijt me dat u in verlegenheid gebracht werd. Ik kon er niets aan doen.'
'Dat zit wel goed. Ik weet het.' Marge bekeek het houten perron onder haar voeten. Het geluid van de trein werd luider.
'Ik bedoel, weet u, mevrouw, u was echt niet zo lelijk. In werkelijkheid, u zag er erg goed uit, maar ik was eigenlijk te verlegen om dat te zeggen.'
Plotseling glimlachte ze. 'Dat zit wel goed.'
'Misschien wilt u samen met mij een kopje koffie drinken, gewoon om wat bij te komen? Wat mijn vrouw betreft, die verwacht me echt nog niet voor een poosje.'
'O? Goed. Ed is het weekend de stad uit, zodat ik alleen maar een lege flat heb om in thuis te komen. Mijn kleine jongen logeert bij mijn moeder,' verklaarde ze.
'Kom op, dan. Op een bepaalde manier zijn we al aan elkaar voorgesteld.'
'Zeg dat wel.' Ze lachte.
De trein stopte, maar ze keerden zich om, en liepen de smalle trap af naar de straat.
In werkelijkheid namen ze een stuk of wat cocktails, en toen kon Charlie haar niet alleen in het donker naar huis laten gaan, zodat hij haar tot bij haar voordeur bracht. En natuurlijk was Marge wel verplicht hem uit te nodigen om een ogenblikje mee naar binnen te gaan.
Intussen deed de verpletterde Botax, terug in het ruimteschip, een laatste poging zijn gelijk te bewijzen. Terwijl Garm het schip klaar maakte om te vertrekken, stelde Botax haastig het nauwe-straal visiescherm op om een laatste blik op zijn exemplaren te werpen. Hij stelde scherp op Charlie en Marge in haar flat. Zijn haar rees hem te berge, en hij begon hevig flikkerend te flitsen met alle kleuren van de regenboog.
'Gezagvoerder Garm! Gezagvoerder! Kijk eens wat ze nu doen!'
Maar op datzelfde moment glipte het schip weg uit de Tijdstagnatie.