15

Nieuwe uitdaging

De Zeester, het oude scheepje waar ik inmiddels nog meer aan gehecht ben geraakt en dat ik als mijn drijvende paleisje zie, ligt nu meestal aan een steiger. Voorlopig geen spannende bootreizen meer…Vanuit het land met de duizend eilandjes, waar wijlen Tito ooit met ijzeren hand regeerde en waar ‘bok’ goedendag en ‘kroeg’ brood betekent, schrijf ik met weemoed het laatste hoofdstuk van mijn reisverslag. In de afgelopen twee jaren zijn er iets meer dan 1500 draaiuren gemaakt met de Industrie, die al die tijd niet één klap verkeerd heeft gegeven. HULDE! In totaal, met het 220 Volt aggregaat en de centrale verwarming samen, is er in deze periode bijna 11.000 liter dieselolie verbruikt. Nooit heb ik meer dan 50 euro cent voor een liter diesel hoeven te betalen; soms kostte dat wat moeite, maar met cash geld via de achterdeur bleek er altijd wel ‘iets’ te regelen.

Het oude beestje (de Industrie hoofdmotor) lust wel graag een slokje smeerolie; ik heb het niet precies bijgehouden, maar 400 liter is er zeker door gegaan. Waar al die olie blijft? Geen idee! Er is geen spoortje rook in de schoorsteen te zien en in de bilge (de ruimte onder de motor) ligt het ook niet. Ik heb besloten om meer maar geen zorgen over te maken, zolang er nog smeerolie te koop is. De deuren van de Zeester hebben nog nooit op slot gezeten en tot nu toe is er nog niet het kleinste dingetje verdwenen, ook niet van het dek. Misschien heb ik geluk gehad, ik kan het u niet zeggen. Wel valt mij op, dat hoe minder de vrijwillige raadgevers zelf in de voormalige Oostbloklanden zijn geweest, hoe dramatischer hun verhalen zijn en des te stelliger hun mening is dat er gestolen wordt als de raven.Om nog maarte zwijgen over hoe onveilig het zou zijn om in dezestreken in je eentje te reizen…

Nooit heb ik zelfs ook maar iets gevoeld van dreigend geweld of iets van dien aard. Ja: één keer liep er ‘s-nachts iemand in het gangboord, maar dat was toen ik – nog voor het grote vertrek – ten anker lag op de Loosdrechtse Plassen. De betrokken jongen bleek bovendien dermate onder invloed van drugs en/of alcohol, dat hij geen benul meer had van waar hij was. Ik heb in deze twee jaar geleerd dat vooraf plannen zinloos is, omdat alles toch altijd anders loopt en ook dat de beste remedie tegen liefdesverdriet een andere vrouw is. Het duurde lang voordat alle stress uit mijn lijf was; pas na een paar maanden kon ik eindelijk eens rustig ergens gaan zitten, zonder dat ik me schuldig ging voelen of de ernstige drang voelde opkomen ‘iets’ te moeten gaan doen.

Een hoogtepunt van deze reis was wel de ontmoeting van een speciale vrouw uit de Oekraïne. Zinayida kwam zwemmend naar de Zeester, toen ik voor anker lag in de baai van Georkyvs-kiy, vlakbij Balaclava op het schiereiland de Krim. Een jaar later zijn we getrouwd en op dit moment brengen we onze wittebroodsweken door in de Balkan. Tja, vanaf nu gaan we samen de nieuwe uitdagingen aan! Een van de grappigste dingen die ik heb meegemaakt, was wel de Babylonische spraakverwarring in Bulgarije waar ja-knikken ‘nee’ betekent en omgekeerd. Wéér een douanebeambte die enorm boos op me werd, toen hij ‘passport’ brulde en ik me ja-knikkend omdraaide om in de kluis het gewenste document op te halen. Vooral ook omdat ik ondertussen de deur even dicht deed om de hond binnen te houden, werd mijn ja-knikken door hem opgevat als ‘bekijk het’.

Alles is altijd toch weer goed gekomen.


Adriatische Zee, tussen de eilanden van Kroatië

Omdat ik niet zo’n talenwonder ben moest onderweg veel met handen en voeten worden uitgelegd, aangevuld met een beetje ‘Winnetoe-Engels’ of ‘Tatort-duits’, maar in de praktijk bleek dat nou precies goed te werkenrzonder de internationale armen- en benentaai, zou in het oostelijke achterland niemand er iets van hebben begrepen. Onderweg heb ik veel interessante mensen ontmoet en ik ben er van overtuigd dat de gebeurtenissen mijn leven blijvend zullen beïnvloeden. Terugkeren naar het leven dat ik vóór deze reis had, lijkt onmogelijk geworden; de stress, daar heb ik gewoon geen zin meer en een leven leiden (lijden) waar bijna alles perfect is geregeld zal niet meer kunnen. Punat is aan zijn winterslaap begonnen. De toeristen zijn verdwenen, veel restaurants en winkeltjes zijn al dicht. Het is eind september maar het weer is nog heerlijk. De laatste dag dat de camping dit jaar open is, kom ik tijdens het wandelen met Papa een Nederlands gezin uit Dokkum tegen. Magere serieuze man met snor, leuke opgewekte vrouw en twee zoontjes van zo’n vijf en vier jaar oud. Ze vertellen me dat ze voor het 18de achtereenvolgende jaar op deze camping staan; eerst met de tent en sinds de geboorte van hun oudste met de caravan. ‘Helemaal ideaal’, vertellen ze. ‘We kunnen gemakkelijk voor twee weken eten meenemen.’ Tja, de Hollandse piepers hè?! Waarom zouden ze de Kroatische aardappel niet eens willen proberen, vraag ik me af. Ze zijn in ieder geval blij: morgen gaan ze weer op huis aan en voor volgend jaar hebben ze alvast plaats 380 kunnen reserveren, vertelt de man! Zouden er ook mensen zijn, die plek 380 het liefst direct voor de volgende tien jaar zouden willen vastleggen, vraag ik me af. En ineens besef ik het grote verschil tussen mensen. Eigenlijk is het maar goed dat er mensen zijn die van plek 380 op de camping dromen; anders zou het toch ook een chaos worden. Vooral als iedereen zou dromen van de wonderschone vrije wateren!

Ter afsluiting enige wijze woorden van Friedrich Nietzsche: was er lehrte, ist abgetan was er lebte, wird bleiben stahn!


Net getrouwd


Eiland in de ochtendmist


Vanaf nu met z’n drieën verder

EOF