10
Voor Chris – na Chris
Papa is door het dolle heen en trekt de hele tijd zachtjes aan mijn mouw. Wat een kameraadschap met zo’n dier zeg! Ik ben ook zo blij jou weer te zien!
Maria en Sandu hebben keurig op de Zeester gepast: er is zelfs schoongemaakt. Uiteindelijk is het toch een mannenboot en misschien door de ogen van sommige dames wel een zwijnen-stal. Er zijn dingen die tijdens mijn afwezigheid een andere plaats hebben gekregen en daar word ik even helemaal niet goed van. Maar ik laat niets merken; ik verander het later wel weer. Maria bedoelt het goed.
Ze hebben zich kennelijk gestoord aan mijn goddeloosheid, want er zijn allerlei Orthodox kerkelijke dingen bijgekomen. Er staat een foto in een lijst van een heilige met een kind op zijn arm. Aan de bogen met sterretjes om hun hoofden, zou je kunnen afleiden dat het hier om echte eerbiedwaardige figuren moet gaan. Er hangt een handdoek om de lijst, zoals een wandelaar bij hitte om zijn nek kan dragen tegen het zweten. Verder zijn er nog een korte kralenketting en een koordje, waarop een zelfde soort heilige figuur is afgebeeld. Maria is natuurlijk benieuwd wat ik er van vind en ik lieg dat het mooi is. Ik ben zelfs zo’n grote schijter dat ik het niet aandurf om deze lelijke afbeeldingen van heiligen straks direct na het vertrek overboord te gooien, uit angst gelijk verdoemd te worden. Maar eigenlijk moet je mij met het geloof niet lastigvallen. Ik ben meer van het type apostel Thomas: alles wat ik met mijn eigen ogen heb gezien geloof ik.
Sandu heeft een goede vangst vandaag; de houtoven is al lekker opgestookt en de visjes liggen heerlijk geurend gaar te worden. We eten gezellig samen en ik zorg voor wat alcoholische versnaperingen, om de vis voor de laatste keer te laten zwemmen.
‘s-Nachts diesel bunkeren
Aan de buitenkant van de jachthaven in Odessa
Dit is direct ook een mooi moment om de meegenomen souvenirtjes te overhandigen. Hier is het de gewoonte dat er een pan met eten midden op tafel komt te staan, met een pot zelfgemaakte knoflookcrème en een paar broden erbij. Eten doe je hier met de ‘tien geboden’, iets wat ik helemaal niet gewend ben. Alles wordt ook opgegeten. Kijk: lekker een oog…En zo slurp je de hersenen uit de vissenkop…Getver! Het valt trouwens nog niet eens mee om netjes met je handen te eten. Aan het einde zit ik tot aan mijn oksels onder de restanten vis, terwijl Sandu en Maria alleen de vingertoppen vet hebben.
Dan komt het afscheid. Sandu en Maria, grootvader en dochter Alina…Zij zijn méér geworden dan vage kennissen: ze hebben een plekje in mijn hart gekregen. Nogmaals duizend maal dank en hoppa de trossen los. Nog lang zie ik Maria op het ponton staan te zwaaien; ik weet dat ze droomt van een ander leven. Dan de scherpe bocht van de rivier door. Ik hoor het vertrouwde geluid van de Industrieën besef voor de zoveelste maal waarvoor ik dit allemaal doe! Ik neem een alternatieve route door de delta, die Sandu me heeft uitgetekend en waar geen vaarkaarten van zijn. De naam van het brede slootje is’ kanaal 35’en met de huidige waterstand wat de diepgang betreft ook precies de grens om te bevaren met de Zeester. Mooi door het midden van het kanaaltje raken we zelfs niet één keer de bodem. Na een paar uur varen bereik ik Chilia Veche. Twee maanden geleden ben ik hier omgedraaid, nadat de grenspolitie mij adviseerde eerst een visum voor de Oekraïne te bemachtigen. En hier was het ook, dat iemand heerlijke vissoep voor me maakte.
Een priester, Benjamin genaamd en geboren in Duitsland, huurt de Zeester voor een paar uur. Er is een zwaar gedeprimeerde jongedame met zelfmoordneigingen in zijn gemeente, die hij de mooie kant van het leven wil laten zien. Met heerlijke hapjes gaan we onderweg, onderwijl meezingend met de harde muziek. Benjamins vrouw, zijn jonge zoon en de man van het zielige meisje zijn ook aan boord. Het wordt nog gezellig; nu maar hopen dat dit enige positieve invloed op het treurige meisje zal hebben. Zo te zien is zij echter niet erg onder de indruk van wat er voor haar wordt gedaan. De straten zijn hier modderpaden. Tijdens een van de wandelingen met Papa komt ons een begrafenisstoet tegemoet. De overledene is een oudere man met een stoppelbaardje van minstens een week. Het lijk ligt onafgedekt met zijn zondagse kleren aan op een boerenkar met twee paarden ervoor. Bij iedere hobbel in het pad schudt zijn hoofd een beetje alsof hij nog wil zeggen: nee nee nee! Eromheen lopen mensen die allemaal wel wat bij zich hebben. Een man zwaaiend met een groot houten kruis loopt voorop, dan iemand met een mand met brood. Ook zie ik iemand met een mand gestreken overhemden en een klein jochie loopt met een afbeelding van dezelfde heilige die ik van Maria heb gekregen. Een in het zwart geklede heer met een groot gouden kruis om zijn nek – kennelijk de opper priester (hoe heet zo iemand hier eigenlijk?) – zwaait met een vat waar rook uit komt in de richting van de dode. Ik neem een eerbiedige houding aan als de stoet mij passeert en houd ondertussen Papa vast aan zijn oranje Hollandse halsdoek.
Een duiker haalt het servies boven water, dat door Zina overboord
is gegooid
Pont in de Dnjepr-delta
Kherson
De grenspolitie komt weer aan boord met zijn vele goedbedoelde adviezen; zij zijn er nog steeds van overtuigd dat ik een visa voor de Oekraïne nodig heb en zo niet verder kan varen. Door schade en schande wijs geworden, ben ik nu echter beter voorbereid dan een paar maanden geleden. De door de EU zwaar gesubsidieerde grensofficieren hier proberen van alles om mij weer terug te laten gaan, maar tevergeefs. Ze beginnen met de visa. Dan zeggen ze dat er niet voldoende waterdiepte is om met de Zeester te passeren, kennelijk vergetend dat er af en toe coasters passeren. ‘Als u dan toch zo nodig dit stuk Donau wilt bevaren, ga dan terug naar Izmail om in te klaren’ proberen ze vervolgens. Maar Izmail is een kleine tien uur varen en hoezo inklaren, ik ben toch in ‘transit’? Dan spelen ze hun laatste troef uit: er is een tijdje terug een buitenlands jachtje opgepakt dat hetzelfde wilde doen en met dat jachtje is het heel slecht afgelopen…Ik begrijp hun motief niet en probeer het ook maar niet te begrijpen. Ik kan al die voor waarheid verkochte onzin gewoon even niet meer aanhoren. Ik heb een aantal maanden terug de ene arm van de Donaudelta bevaren, de Chilia-arm genaamd, en wil nu ook de andere arm op. Dan is de hele Donau bevaren. Maar de grenspolitie lijkt me daar hoe dan ook van te willen weerhouden. Er staat uiteindelijk wel zes man, aangekomen in twee nieuwe Nissan-jeeps. Superbelangrijk allemaal! Hun uniformen zijn zeer indrukwekkend met goud behangen. De grote baas van het geheel is er ook bij.
Kofferbak-verkoop in Kherson
Ik raak geïrriteerd, omdat (in mijn ogen) werkelijk niets klopt van wat ze zeggen. En terwijl de mannen nog steeds naar zichzelf aan het luisteren zijn, maak ik de trossen los. Ik vertrek. Dit soort ongehoorzaamheid zijn deze geüniformeerde griezels duidelijk niet gewend. Ze roepen me na dat het allemaal voor mijn eigen verantwoording is. ‘Luister, hobbelende kussenslopen, voor alles wat ik doe in dit korte bestaan op deze wereldbol ben ik sowieso zelf verantwoor-delijk!,’ denk ik bij mezelf. Door de deur van het stuurhuis laat ik de heren nog even de afbeelding van de heilige-met-baby zien, met als boodschap dat het me met steun van boven wel zal gaan lukken. Verbijsterd staan ze nog met elkaar na te praten. Wat kunnen mensen toch ziekelijk vervelend worden, vooral als ze weinig anders te doen hebben. Twee kilometer verderop roep ik de Oekraïense grenspolitie op via de marifoon. Ik doe het wel een beetje in mijn broek natuurlijk, omdat het een regelrechte afgang zou zijn als ik echt terug zou moeten. Maar gelukkig: vijf minuten later is er officieel permissie om het laatste deel van de Donau-arm plus een paar kilometer kanaal in de Oekraïne te passeren. Als ik Vulkovka bereik, vind ik het jammer dat ik niet aan wal kan, want dit plaatsje wordt wel vergeleken met Venetië. In de vele kleine zijwatertjes zie ik de gondels voor de wal liggen. Buiten de vaargeul leg ik de Zeester ten anker voor de nacht. De volgende dag staat het laatste stukje Donau op het programma.
Meertjes, zijkanaaltjes en mooie villa’s langs de waterkant…De omgeving hier doet me een beetje denken aan de Vinkeveense plassen. De bladeren van de waterlelies zijn al bruin aan het worden en ook die aan de bomen zijn aan het verkleuren. Wat zal het hier prachtig zijn in de zomer, als de lelies in volle bloei staan! Het gebied is bekend om zijn pelikanen en in een ondiep plekje naast de rivier zie ik zowaar een paartje staan.
Zina
Wat over is wordt in de Oekraïne verkocht op een kleedje
Na de baai van Ust Dunaysk ligt de Zwarte Zee weer voor me. Het is drie uur ‘s middags en met een lekker windje in de kont hoeft de Industrie slechts op een heel laag pitje om de volgende morgen bij daglicht Odessa binnen te kunnen lopen.Odessa heette eerder ‘Bes Arabic’. Het is een plaats die op het verlanglijstje stond. De stad heeft geen natuurlijke haven, maar een die is aangelegd. De beroemde koningin (in het Russisch Tzarin) Catharina de Tweede heeft eind 1700 de eerste aanzet gegeven hier een stad te bouwen.
Op de buitenzijde van de jachthaven maak ik de Zeester vast en vervolgens regel ik de administratie. De beroemde trappen van Odessa zie ik recht voor me. Het is vrijdag 6 oktober: een nationale trouwdag in Odessa. Een rij opgetooide stellen staat met de hele aanhang te wachten voor de grote houten deuren van de kerk aan de haven. Het markante Hollandse bootje is een aantal malen het decor voor de bruidsfoto’s en een net getrouwd stel wil het schip een paar uur huren voor een rondvaart. De autoriteiten zien dat als officieel vertrek: vijf crewlijsten verder en na goedkeuring van de quarantaine-dokter, die een paar honderd roebel ‘snelhelpgeld’ wenst, kunnen de trossen los. En als we weer terugkeren in de haven, moet het hele ritueel met de autoriteiten in omgekeerde richting overnieuw gebeuren, voordat de gasten van boord kunnen.
∗
‘s-Avonds word ik uitgenodigd voor het bruiloftsfeest. Ik begrijp natuurlijk niets van al die orthodoxe tradities, maar het is wel leuk om mee te maken. Aan het einde van de avond moeten alle vrijgezelle dames op een rij, om het bruidsboeket te vangen. Daarna volgen de ongetrouwde mannen: een nylonkousophouder, die de kersverse bruidegom eerst met de tanden bij zijn frisse bruid verwijderd heeft, wordt blind richting de rij geworpen. Het sexy voorwerp komt precies op mijn kale bats terecht; grote hilariteit natuurlijk! De legende wil dat degene die hem vangt binnen een jaar ook getrouwd zal zijn…Ha ha, ik heb hem dus niet gevangen hè! Maar volgens de anderen is mijn lot evenzogoed beslist. Ach, dronken bruiloftsgasten…daar komt nu eenmaal geen zinnig woord meer uit!
Zaterdagochtend arriveren, na een treinreis van 17 uur, de twee alleraardigste dames uit Do-nezk. Eén ervan is Zina, die twee maanden geleden in de baai van Georkyvskyi als vermoede zeemeermin aanzwemmen, maar bij nadere controle tóch over een menselijk onderlijf bleek te beschikken. Via SMS hebben we contact gehouden. Het is direct weer een dolle boel: ik gooi Zina in het water, wat haar boos maakt. Als vervolgens een deel van mijn keukengerei in de plomp verdwijnt, ben ik boos…
Op zondagmiddag vertrekt een van de dames alweer. Maandagochtend zal ze direct uit de trein weer naar haar baas gaan! Zina gaat pas dinsdagmiddag terug. Van de vele voorgenomen culturele wandelingen in Odessa is dan niet veel gekomen maar het alternatief had ik voor geen goud willen missen. Uren hebben we zitten praten…Zina’s grootvader (nu 86) is een oorlogsveteraan en Frits heeft in de Oekraïne ongeveer dezelfde betekenis als bij ons ‘mof’ voor een Duitser. En omdat Zina thuis natuurlijk onmogelijk kan aankomen met een verhaal dat ze bij een ‘Frits’aan boord van een schip is geweest, ga ik ermee akkoord dat ze mij voortaan Christiaan zal noemen.
Vanuit Odessa vertrek ik in oostelijke richting. Eerst weer een stukje Zwarte Zee, dan een meer en twee dagen later kan ik vastmaken in Kherson. Direct achter de kade bevinden zich een groot park en een monument ter herinnering aan een paar eeuwen scheepsbouw. Met mijn oude geërfde kaarten – nog uit het Sovjet Unie-tijdperk – was het overigens wel even puzzelen om de juiste weg te vinden, hier in de Dnjepr-delta.
En de welvaart ligt hier duidelijk op een ander peil. Het valt me op dat bijna iedereen een peuk in zijn mondhoek heeft. Kennelijk is dat een uiting van te kunnen doen wat je wilt. De diesel-tanks laat ik tot de rand toe vullen, er kan 3180 liter bij.
Bruid in Odessa
Park in Kherson
Om de nog immer lastige bureaucratie te omzeilen, vraagt dedieselolieboerof hij in de nacht mag leveren en ook zonder bon. Betalen kan in euro’s. Mij maakt het niet uit, zolang prijs en kwaliteit maar goed zijn.
Zondagnacht komt eerst een pontonnetje met losse tanks erop langszij, wat later een tank-wagentje via de wal. De levering van de dieselolie en twee 60 liter-vaatjes met smeerolie voor de hoofdmotor gaat vlekkeloos. Speciaal voor dit soort gelegenheden heb ik een noodfilter-systeem gemaakt, zodat de gasolie schoon de tanks in gaat. En met de tanks weer vol, kan ik er voorlopig weer even tegen. Ik betaal een kleine 1500 euro.
Om de Dnjepr te mogen bevaren, is toestemming nodig van de minister van transport en voor het verkrijgen van de juiste documenten moet de hulp worden ingeschakeld van een specialist. Zodoende kom ik terecht bij Andrew. Hoewel hij met een te grote Mercedes aan komt rijden, regelt hij de zaken goed.