Non mangiare, tifa male

 

Het was de sinaasappel die het hem deed. Een paar dagen geleden at ik bij mijn oudste vriendin hier in Venetië. We hadden pasta en salade gegeten, en ik stak mijn hand uit naar een sinaasappel.

Met grote ogen van ontzetting zei Roberta: 'Die ga je toch niet opeten?'

Waarop ik, met mijn subtiele beheersing van alle nuances van het Italiaans, zei: 'Huh?'

'Die sinaasappel,' zei ze. Ze wees met een bevende vinger naar de weerzinwekkende vrucht. 'Die ga je toch niet opeten?' Ik vroeg me af of hij soms verrot was, of dat het misschien de laatste was. Geen van beide leek echter het geval te zijn, dus vroeg ik: 'Waarom niet?'

'Omdat hij lood is,' zei ze, waarop ze me begon uit te leggen dat sinaasappels 's morgens goud zijn, en zilver bij de lunch, maar dat ze, als je ze 's avonds eet, na de maaltijd, door gastronomische alchemie in lood worden omgezet. Daar had je het nou, het specifieke voorbeeld dat het fundamentele mysterie van het Italiaanse leven en de Italiaanse cultuur ontsluierde, de glasheldere verklaring van een systeem dat zich meer dan drie decennia aan mijn begrip had onttrokken.

Voor Italianen is voedsel veel meer dan iets wat je opeet. Of, duidelijker geformuleerd, alle eten heeft voor Italianen, naast smaak en voedingswaarde, nog een ander facet: het is ofwel pesante of legger o, dat wil zeggen: licht of zwaar. Ik ben Amerikaanse, staatsburger van het land dat popcorn en de Big Mac aan de wereldkeuken heeft bijgedragen, dus dat is nogal een lastig concept voor mij, en dat is het al sinds ik, meer dan dertig jaar geleden, voor het eerst in Italië kwam. Omdat het dagelijks eten in Amerika niets plechtigs of ritueels heeft, heeft voedsel geen cultstatus, zoals in Italië. Ook nemen we het onderscheid tussen lichte en zware kost niet in acht. Vandaar onze verwarring als we ons geconfronteerd zien met het feit dat alle Italianen alle voedsel in lichte en zware kost lijken te verdelen.

Met de bezieling van de ware antropoloog trachtte ik mijn kennis van dit geloofsstelsel te verdiepen, en ik vroeg Roberta een en ander nader uit te leggen. Na een uitvoerige uiteenzetting van haar kant kwamen een paar basisprincipes bovendrijven.

Lichtheid of zwaarheid lijkt meer verband te houden met je moeder dan met het al of niet verteerbaar zijn van het voedingsmiddel in kwestie. Als je moeder het heeft gekookt, is het licht, ongeacht of het nou gekookte zucchini is of pasta met boter, room en Parmezaanse kaas. Dat laatste kan ook licht worden bevonden, geloof ik, omdat alle ingrediënten wit zijn, wat toch de kleur is van lichtheid -net als het geval is met kip en kalfsvlees.

Wat je niet lekker vindt, is zwaar. En wat je gegeten hebt vlak voor je kou vatte, is ook zwaar. Verkoudheden, moet hierbij worden gezegd, worden alleen opgelopen als gevolg van 'un colpo d'aria - de theorie van de ziektekiemen wordt in het Italiaanse geloofssysteem weinig gewicht toegekend. Een van de effecten van een verkoudheid is dat alles wat je binnen zes uur na de eerste symptomen eet, zwaar is.

Pasta kan licht of zwaar zijn, dat hangt van de begeleidende saus af. Nu zou je misschien denken dat bloemkoolsaus licht is (hij is immers wit), maar bloemkool behoort tot de kolenfamilie, wat hem juist zwaar maakt. Tomaat is zuur en dus zwaar, tenzij hij lang wordt gekookt, dan wordt hij juist licht. Behalve als je moeder niet van tomaat hield, want dan is de tomaat gedoemd tot het einde der tijden zwaar te blijven.

Net als sinaasappels zijn uien aan verandering onderhevig; alles hangt af van het tijdstip waarop ze genuttigd worden: naarmate de dag vordert, worden uien zwaarder. Gebakken en gebraden voedsel is altijd zwaar, tenzij het is gebakken in een lichte olie, waarbij lichtheid verband houdt met de veronderstelde zuiverheid van de olie.

Maar nu ik dit overlees, besef ik dat ik er nog steeds geen touw aan kan vastknopen. Het blijft wazig. Misschien word ik wel verkouden. Misschien heb ik wel iets zwaars gegeten.