HOOFDSTUK 5

 

 

 

Vreemd genoeg leek de hele geschiedenis, die bijna een familieruzie had veroorzaakt, tegen alle verwachtingen in de komende dagen geen enkele rol meer te spelen.

Het was, zoals men noemt, in de doofpot gestopt!

Brianna had verwacht dat ze er nog wel iets over te horen zou krijgen, na de beschuldigingen van Philippe aan haar adres. Doch zowel tante Agathe als Marie-Claude zwegen in alle talen. Zelfs Philippe liet zich er niet meer over uit, al had ze de laatste dagen wel gezorgd niet meer met hem alleen te zijn.

Op een dag, toen ze Olympe meenam voor een wandeling, had ze zich naar Richard Hazelwood begeven om hem de tien francs terug te geven. Hij bood zijn excuses aan voor het feit dat hij zijn belofte nog niet was nagekomen. Dat kwam voornamelijk omdat hij met een ernstige verkoudheid had getobd, maar hij beloofde dat het nu niet zolang meer zou duren eer het er eindelijk van kwam.

Brianna hoopte dat hij het deze keer serieus meende. Sinds een paar dagen vroeg ze zichzelf af wanneer ze weer naar Engeland zou terugkeren. Want misschien was dat voor allemaal beter en als ze haar moeder wilde zien, kon ze toch altijd later nog eens een bezoek aan Frankrijk brengen?

Terwijl haar gedachten op volle toeren draaiden om tot een beslissing te kunnen komen, ontving ze een brief van Peter Arden.

 

‘Je weet wat mijn moeder vindt dat je moet doen, Bri!

En ik moet zeggen dat ik het volkomen met haar eens ben!

Uiteindelijk ben je alleen naar Frankrijk gegaan om je moeder te zien en nu die naar Zwitserland is vertrokken, kun je net zo goed naar huis komen.

Natuurlijk spijt het me dat de gezondheid van je moeder veel te wensen over laat, maar jouw welzijn is ook belangrijk!

Maar dat ze zelfs niet een paar dagen heeft kunnen vrijmaken ...

In ieder geval heb jij aan je verplichtingen voldaan en hoef je je dus nergens schuldig om te voelen ... en bovendien kun je later alsnog teruggaan.

Kom vlug naar huis, Bri! Ik mis je ontzettend!’

 

Peter.

 

In feite had deze brief bijgedragen aan haar beslissing. Niet dat Peter ongelijk had, maar het idee dat mevrouw Arden, zodra ze weer in Engeland zou zijn, hen het huwelijk in zou drijven deed haar al bij voorbaat huiveren.

Verder... och! In ieder geval kon ze hier nog nuttig zijn voor de kinderen. Marie-Claude stak veel van het Engels op en ze begon Isabelle een beetje te kennen.

Ze drong het hele gebeuren rond Emile op de achtergrond en ze begon met frisse moed aan de volgende fase van haar verblijf in Huchet.

Philippe moest het trouwens maar bekijken, dacht ze overmoedig!

Ze probeerde hem ook uit haar gedachten te bannen, maar zonder al te veel succes, naar ze al spoedig merkte. Albertine en de andere vrouw, waarover Isabelle loslippig was geweest, wekten nog steeds haar nieuwsgierigheid op en zeg nu zelf: zo bijzonder is dat nu ook weer niet als je een jonge vrouw bent en nog niet zoveel van de wereld hebt gezien!

Zo gebeurde het dat ze tijdens een wandeling in de late namiddag het niet kon verhelpen opnieuw door haar gedachten aan hem in beslag te worden genomen. Een wandeling waar Tante Agathe trouwens op aangedrongen had! De hele dag werd ze al geteisterd door een afschuwelijke hoofdpijn en Olympe drong er voortdurend op aan dat ze een verhaaltje zou vertellen - waar haar hoofd uiteraard niet naar stond en Jean-Baptiste kon niet ophouden met huilen omdat hij bezig was zijn eerste tandjes te krijgen.

Tante Agathe had opgemerkt hoe bleek ze zag en haar geadviseerd een poosje in de frisse lucht te gaan wandelen.

Daarop had ze besloten dat het verstandig zou zijn deze raad op te volgen en tijdens haar wandeling gelijk wat bloemen te plukken.

Het aanbod van Isabelle om mee te gaan had ze afgeslagen, want ze kon zich niet voorstellen dat het gekakel van haar enig goed aan haar hoofdpijn zou doen.

Zo liep ze alleen langs het water - een plaats waar ze nog nooit eerder was geweest - en kon niet loskomen van de gedachten aan Philippe. Ongeduldig sloeg ze de terugweg naar het huis in en dacht: Het wordt tijd dat ik eens met andere mensen praat, want zo langzamerhand begin ik aardig geïsoleerd te raken en het lijkt wel alsof ik aan niets anders meer kan denken dan aan Philippe!

Teruggaan naar Engeland was ook al geen oplossing voor dat probleem gebleken. De problemen die haar daar te wachten stonden, zouden haar zeker niet helpen haar gedachten te ordenen!

Misschien zou het helpen als ze Richard wat vaker zou kunnen zien?

Half onbewust had ze zich al in de richting van het herenhuis begeven. Halverwege hield ze aarzelend in. Wat zouden Marie-Claude en Philippe er wel niet van denken als ze zich onaangekondigd aanmeldde?

Philippe zou vermoedelijk als commentaar geven dat hij het altijd al geweten had dat de Engelsen geen manieren hadden!

Les Charmes overvallen ... of niet? Dat was de grote vraag!

‘Bonjour, ma belle-soeur!' klonk de stem van Philippe d’Hellier. ‘Wachtje op iemand speciaal of mag ik je vergezellen?’

‘Als je dat plezierig vindt, ga je gang!’ zei ze koel, hoewel haar hart minstens twee slagen oversloeg.

‘Hoe wist je waar je me zou kunnen vinden?’ vroeg ze verbaasd.

Hij loodste haar onder zachte dwang naar een terras en bestelde iets verfrissends.

‘Dat wist ik niet!’ gaf hij ruiterlijk toe. ‘Je kunt het als puur toeval beschouwen!’

Brianna keek hem oplettend aan!

‘Om kort te gaan, ik was onderweg naar huis om eens rustig met je te kunnen praten. Ik wist dat Marie-Claude en Isabelle er vanavond niet zouden zijn!’

‘Je meent het? En waar heb ik deze eer aan te danken?’ mompelde ze.

‘Kom nu! Laten we geen ruzie maken deze keer. Ik wil niet zeggen dat we het altijd zo goed samen kunnen vinden, maar... Je hebt me opzettelijk ontlopen sinds de avond dat we een meningsverschil over Isabelle hadden, is het niet?’ vroeg hij.

Brianna haalde haar schouders op en zei: ‘Dat is mogelijk! Ik ben echter niet van plan daarover te praten. Alles wat ik daar over te zeggen had, heb ik die avond al gedaan!’

‘Datzelfde geldt voor mij!’ stemde hij in.

Hij keek haar oplettend over zijn glas aan en begon: ‘Ik heb een brief uit Zwitserland gekregen. De gezondheid van mijn belle-mère gaat langzaam vooruit en ze is erg benieuwd hoe het op Huchet gaat! Ik denk dat ze het erg op prijs zou stellen als je haar eens een brief schreef. Ik hoop tenminste dat alles naar wens verloopt en... wel dat je geen klachten hebt?’

‘Wat ongewoon om zo iets te suggereren!’ zei Brianna verontwaardigd. ‘Ik ben niet naar Huchet gekomen om op alle slakjes zout te gaan leggen of expres op zoek te gaan naar wat iemand verkeerd zou kunnen doen.’

‘Het spijt me! Ik heb mezelf slecht uitgedrukt! Laat ik het anders stellen. Ben je hier gelukkig?’ vroeg hij.

Voor het eerst sedert het gesprek keken ze elkaar aan en Brianna ving een glimp op van tederheid. Zo had hij ook gekeken, die avond dat ze ruzie hadden gemaakt over Isabelle. Aan het eind had hij haar gekust en dat ze daar nu pas aan dacht, was omdat ze zichzelf gelijk had voorgehouden dat het nooit gebeurd was. Bovendien veronderstelde ze dat Philippe het als een incident had beschouwd dat zeker niet voor herhaling vatbaar was.

‘Ja, ik ben gelukkig!’ antwoordde ze nerveus. ‘Tante Agathe is altijd heel vriéndelijk voor me, wat ik erg aardig van haar vind nadat je me bij haar in een kwaad daglicht hebt gesteld na het gebeuren op de boerderij!’

Ze las verbazing in zijn grijsblauwe ogen na deze opmerking.

‘Ik denk dat je de zaken een beetje overtrekt! Je hebt jezelf eerder in een kwaad daglicht gesteld door weinig steekhoudende argumenten aan te voeren!’ merkte hij ongeduldig op.

‘Hartelijk dank! Alweer een compliment van jou. Het is overrompelend!’ zei ze woedend.

‘Wel, laat ik het verduidelijken. Je bent op zijn minst twistziek!’ ging hij verder.

Brianna perste haar lippen op elkaar. Zelfs al zou ze het zijn ... Het maakte wel verschil of je met redelijke mensen te maken had en Philippe ... Arrogant en dogmatisch was hij! Hoe kon je daar in de vrede een redelijk gesprek mee voeren?

‘Niet minder twistziek dan jij!’ kaatste ze terug.

Hij lachte zuurzoet en zei: ‘Goed, goed! Laten we er niet verder op door gaan, maar even terug naar het begin. Ik heb begrepen dat je het met Marie-Claude en Isabelle het ook uitstekend kan vinden! Blijft over mijn geachte persoon, als enige waarmee het niet klikt!’

‘Zo zou je het wel kunnen zeggen!’ viel ze hem bij.

Na dit gehakketak kwamen ze toch nog tot een behoorlijk gesprek. Ze probeerden elkaar over en weer te verklaren hoe het naar hun gevoel was gekomen dat het in het verleden zo uit de hand gelopen was en op de één of andere manier gingen ze elkaar toch wat beter begrijpen.

Zo eindigde het gesprek niet al te onplezierig!

Brianna wees het aanbod van Philippe om met hem in de auto mee naar huis te rijden van de hand. Ze wilde liever nog een eindje lopen om het besprokene te laten bezinken.

 

De volgende morgen ontmoette ze Richard bij de bakker.

‘Ha!’ zei hij vrolijk. ‘Jou moet ik net hebben! Grootmoeder heeft eindelijk besloten dat het tijd wordt dat je op Les Charmes komt kennismaken. Als je je een poosje kunt bevrijden van de kinderen die je onder je hoede hebt, zou vanmiddag uitstekend uitkomen. Eigenlijk had ik naar Armette gemoeten om Albertine op te halen, maar jouw stiefbroer heeft dat van me overgenomen. Wat Albertine zeker zal vergenoegen ... Mijn hemel! Sinds ik in Huchet ben, begin ik al net zo te kletsen als... Laat ook maar zitten! Komt vanmiddag uit?’

‘Vanmiddag is prima!’ antwoordde ze verheugd.

Eindelijk was het dan zover. Ze was al begonnen te wanhopen en dacht dat madame Hubert-Benoise haar niet waardig achtte om te ontvangen. Dat Philippe Albertine ging ophalen, wees toch wel op meer dan gewone belangstelling, wat zou betekenen dat Isabelle ongelijk had.

Nadat ze afscheid van Richard genomen had, haastte ze zich naar huis om de noodzakelijke voorbereidingen te treffen.

Thuisgekomen trof ze Marie-Claude in uitgaans tenue. Ze had een afspraak met de kapper in Dijon.

‘Heb je zin om mee te gaan?’ vroeg ze Brianna.

‘Ik zou het geweldig gevonden hebben, maar ik heb net een uitnodiging gekregen om naar Les Charmes te komen!’ antwoordde Bri.

‘Oh! Wel dan moet je natuurlijk gaan. Waarschijnlijk vind je dat ook leuker dan een dagje Dijon. Richard en jij hebben, neem ik aan, veel gemeen omdat jullie allebei Engels zijn,’ merkte ze op met een gespannen lachje.

‘We zijn allebei half Frans, half Engels!’ merkte Brianna luchtig op.

Omdat ze niet meeging naar Dijon scheen ze haar gevoelens gekwetst te hebben. Iets wat Brianna lichtelijk overdreven vond.

Isabelle maakte zoals gewoonlijk weer onnodige drukte toen ze het nieuws hoorde.

‘Tante Agathe zal wel verwachten dat ik me de hele middag met de kinderen bezig houd. Ik ben niet eens hun echte tante en begin me zo langzamerhand af te vragen waarom ik hier op vakantie ben!’ sputterde ze.

‘Je had ook naar Honorine in Nice kunnen gaan!’ hielp tante Agathe haar herinneren.

‘Dat is niet waar! Brianna zou komen en Philippe wilde dat ik dan hier zou zijn. En nu heeft ze aangepapt met die Engelse vriend en zal ze al haar tijd wel gaan besteden door met hem uit te gaan!’ mokte ze verder.

‘Stel je toch niet zo aan, Isabelle!’ zei Brianna ongeduldig. ‘Het is precies één middag!’

‘Je hebt een vriend in Engeland, dus zou je eigenlijk helemaal niet met hem uit moeten gaan! Reken er trouwens maar niet op dat ik hier vanmiddag blijf. Ik ga op de fiets naar Les Fleurons en ga daar een lekker potje roddelen over Philippe bijvoorbeeld!’ kondigde ze aan.

‘Daar zou ik me maar niet teveel bij voorstellen, Isabelle! Philippe gaat vanmiddag naar Armette voor een bespreking en daarna gaat hij Albertine van de trein ophalen; die komt een poosje bij haar grootmoeder logeren. De kans dat je hem tegen het lijf loopt, is dus niet gering!’ zei tante Agathe kalm.

‘Wat denkt die madame Hubert-Benoise eigenlijk wel?’ riep Isabelle woedend uit. ‘Dat ze iedereen maar kan commanderen? Goed, dan ga ik naar Dijon! Wacht even op me, Marie-Claude, dan trek ik even wat anders aan.’

Marie-Claude verzuchtte toen Isabelle het huis insnelde: ‘Wat een kind! Ik vrees dat ze afschuwelijk verwend is!’

Brianna stelde voor alsnog thuis te blijven, doch tante Agathe wees dat pertinent af.

 

Die middag om drie uur vertrok Brianna naar Les Charmes. Door de diverse reacties was haar enthousiasme duidelijk getaand.

Philippe kwam haar in de tuin al tegemoet. Een tuin die je achter die ijzeren hekken niet zou vermoeden. Het was een grote zee van bloemen, van rozen tot geraniums en dat alles geraffineerd gerangschikt in kleuren van het lichtste roze tot het diepste rood.

Het deed Brianna zelfs een beetje aan Engeland denken.

Richard leidde haar het huis binnen en vertelde ondertussen iets van de geschiedenis, maar zei erbij: ‘Straks zal ik het je helemaal laten zien! Nu moeten we eerst de oude dame maar gaan bezoeken.’

Hij bracht haar naar een enorme kamer met een hoog plafond, ingericht met het prachtigste antiek. Madame Hubert-Benoise zat op een met brocaat beklede divan en Brianna herkende haar direkt als de vrouw die haar gisteren was opgevallen na het gesprek met Philippe. Ze had er echter geen moment bij stilgestaan dat het Madame Hubert-Benoise had kunnen zijn en was het daarom ook onmiddellijk weer vergeten.

‘Zo, dus u bent de Engelse familie van de d’Helliers!’ merkte Madame Hubert-Benoise op, nadat Richard haar had voorgesteld.

‘Spreekt u Frans, mademoiselle?’ vroeg ze vervolgens.

'Oui, madame! Un peu!’ antwoordde Brianna nerveus.

‘Mooi! Dat komt goed uit want ik wil eens uitgebreid met je praten!’ viel ze met de deur in huis. ‘Ga zitten, kind. Richard, laat ons alleen en probeer je zolang ergens anders te vermaken!’

Richard keek haar verbaasd aan en zei toen: ‘Ik blijf liever hier om te luisteren. Ik neem aan dat u niet van plan bent Brianna tegen me op te zetten? Ik heb haar al lang verteld dat ik een arme artiest ben!’

‘Alsof dat voor mij iets uitmaakt. Jullie zijn allebei Engelsen en dat is goed genoeg om een vriendschap te beginnen!’ verklaarde Madame Hubert-Benoise zich nader.

Lieve help, dacht Brianna, ze houdt blijkbaar in het geheel niet van Engelsen.

Dat bleek al spoedig te kloppen, want nadat ze Brianna uitvoerig had uitgehoord over de familierelatie met de d’Helliers begon ze uitvoerig over haar dochter te praten, die met een Engelsman getrouwd was. Ze stak niet onder stoelen of banken dat ze dat ten stelligste afkeurde.

Brianna begon zich steeds onbehaaglijker te voelen door de loop van het gesprek en de ijskoude blikken waaraan ze steeds onderworpen werd. Op het laatst kreeg ze er zo genoeg van dat ze zelfs een tegenopmerking durfde te maken.

‘Uw dochter schijnt anders wel gelukkig te zijn!’ zei ze uitdagend.

Madame Hubert-Benoise keek haar vernietigend aan en zei: ‘Ik ben niet bepaald gesteld op mensen die brutaal zijn!’

Brianna kleurde tot achter haar oren en hoopte dat Richard snel zou verschijnen om haar uit deze vervelende situatie te redden.

Als klap op de vuurpijl begon Madame Hubert-Benoise uitgebreid uit te wijden over haar kleindochter Albertine. Hoe knap en gevoelig zij toch wel was.

Ineens vuurde ze een vraag op Brianna af: ‘Je bent toch niet naar Frankrijk gekomen om je bij de familie d’Hellier in te dringen, hoop ik?’

‘Neemt u mij niet kwalijk, maar ik geloof niet dat ik u begrijp!’ zei Brianna ontsteld.

‘Ik bedoel, is het je intentie om met Philippe d’Hellier aan te pappen? Ik zag jullie namelijk gisteren en blijkbaar hadden jullie het goed naar de zin! En zo ja, dan kan ik je wel vertellen dat het vergeefse moeite zal zijn! Philippe en Albertine gaan spoedig trouwen, dat is allemaal al geregeld! Ik zou je dus aanraden uit de buurt van Philippe te blijven!’ voegde ze er ten overvloede aan toe.

Brianna barstte haast van woede en het was maar goed dat Richard op dat moment de kamer binnenkwam, anders had ze werkelijk niet voor de gevolgén kunnen instaan.

Madame Hubert-Benoise veranderde als een blad aan een boom en zei zoetsappig tegen Richard: ‘We hebben een goed gesprek gehad en jullie vriendschap draagt mijn goedkeuring weg!’

Hierna gaf ze te kennen dat het gesprek beëindigd was en na afscheid genomen te hebben, kon Brianna eindelijk opgelucht ademhalen.

Richard vertelde ze niets over het onaangename gebeuren. Hij toonde haar zijn schilderijen, waar ze overigens verrukt van was en hij beloofde er één voor haar te zullen maken.

Nauwelijks hadden ze zich met een verfrissing in de tuin geïnstalleerd of een auto stopte op de oprijlaan.

Brianna herkende de auto van Philippe en haar hart begon te bonken. Nu zou ze eindelijk de geheimzinnige Albertine zien.

Maar was dat de ware reden van het bonzen van haar hart?