•36•
King ontwaakte uit een diepe slaap toen er een hand op zijn mond werd gelegd. Het eerste wat hij zag was een pistool, het tweede was een gezicht.
Michelle hield haar vinger voor haar lippen. ‘Ik heb iets gehoord,’ fluisterde ze hem in het oor. ‘Volgens mij is er iemand in huis.’
King trok snel wat aan en wees met een vragend gezicht naar de deur.
‘Aan de achterkant, op de begane grond. Enig idee wie het zou kunnen zijn?’
‘Ja, misschien is het iemand die een vers lijk komt brengen.’
‘Heb je iets van waarde in huis?’
Hij begon het hoofd te schudden en hield daar toen mee op. ‘Shit! Het pistool uit Loretta’s achtertuin. Dat heb ik in de wapenkist in mijn studeerkamer gelegd.’
‘Denk je echt dat…’
‘Ja, dat denk ik echt.’ Hij nam de telefoon op om de politie te bellen, maar legde die toen weer neer.
‘Geen verbinding zeker?’
‘Waar is je mobieltje?’
Ze schudde het hoofd. ‘Volgens mij ligt dat nog in de auto.’
Ze slopen de trap af en luisterden intussen aandachtig of ze nog meer geluid hoorden waaruit ze zouden kunnen opmaken waar het ongewenste bezoek zich bevond. Het was donker en stil. De insluiper kon overal zijn. Misschien lag hij wel op de loer, op het punt om op hen af te springen.
King keek naar Michelle. ‘Zenuwachtig?’ fluisterde hij.
‘Het is wel een beetje eng. Wat doe jij als het gevaarlijk wordt?’
‘Zorgen dat ik een groter pistool heb dan de tegenstander.’
Het dreunende geluid kwam uit de richting van de trap naar de begane grond.
Michelle keek hem aan en fluisterde: ‘Oké. Geen confrontatie, lijkt me. We weten niet met hoeveel man ze zijn en ook niet over welke wapens ze beschikken.’
‘Mee eens. Maar we moeten wél die revolver zien terug te krijgen. Heb jij de autosleutels?’
Ze stak haar hand op en liet ze zien. ‘Had ik al aan gedacht.’
‘Ik rij wel. Zodra we hier weg zijn bellen we de politie.’
Terwijl zij hem dekking bood met het pistool sloop King zijn studeerkamer binnen, hij pakte de wapenkist, maakte die open en zag dat het wapen er nog in zat. Daarna liepen ze stilletjes door de voordeur naar buiten.
Ze gingen in de Land Cruiser zitten en King stak het sleuteltje in het contactslot.
De klap trof hem op zijn achterhoofd. Hij zakte tegen het stuur en de claxon begon te blèren.
‘Sea…’ riep Michelle, maar haar stem viel plotseling weg toen het leren wurgkoord strak om haar nek werd getrokken.
Wanhopig klauwde ze aan het leer, maar het koord was al te diep in haar huid getrokken om haar vingers eronder te krijgen. Haar longen leken uit elkaar te klappen en haar ogen begonnen uit te puilen. Het leek wel of haar hoofd in brand stond. Vanuit haar ooghoek zag ze King over het stuurwiel hangen. Er droop bloed over zijn wang. Toen voelde ze hoe het koord nog een kwartslag strakker werd gedraaid. Er werd een arm over de rugleuning van haar stoel gestoken. Een hand griste de wapenkist weg, de achterklep ging open en dicht en terwijl zij aan haar lot werd overgelaten, hoorde ze iemand haastig weglopen.
Het wurgkoord kwam telkens strakker te zitten. Michelle zette haar voeten tegen het dashboard en probeerde haar rug te buigen, zodat ze wat houvast kreeg en zich een eindje weg kon duwen van degene die nu zijn best deed om haar te vermoorden. Ze had nu bijna geen lucht meer en liet zich weer zakken. Het loeien van de claxon dreunde haar in de oren; door de aanblik van King, bewusteloos en met zijn gezicht onder het bloed, werd haar gevoel van hopeloosheid alleen maar groter. Ze boog opnieuw haar rug en ramde haar achterhoofd in het gezicht van degene die haar aan het wurgen was. Ze hoorde hem schreeuwen en het touw kwam iets losser te zitten, maar niet meer dan een klein beetje. Daarna stak ze haar handen naar achteren en zocht op de tast naar haar om aan te trekken, huid om open te krabben of ogen om haar vingers in te steken. Het duurde even maar toen wist ze het haar van de aanvaller beet te krijgen en rukte eraan, zo hard als ze maar kon, maar de druk op haar keel bleef onverminderd. Ze krabde en klauwde naar het gezicht tot haar hoofd met zo’n ruk achterover werd getrokken dat ze bijna over de rugleuning werd gehesen. Ze dacht dat haar wervelkolom het had begeven en liet zich met slappe spieren naar voren zakken.
Ze voelde de adem van haar moordenaar in haar nek. Hij trok nu echt met alle kracht die hij maar in zich had aan het wurgkoord. Tranen van wanhoop en pijn dropen over haar wangen.
‘Dood!’ hijgde hij in haar oor. ‘Ga nou gewoon dood, mens!’
De hoon in zijn stem bracht haar weer bij haar positieven. Met haar laatste beetje kracht klemde Michelle haar vingers om de kolf van het pistool. Ze zette de loop tegen de rugleuning en kromde haar wijsvinger om de trekker. Ze kon het nauwelijks meer opbrengen, maar toch wist ze nog een laatste restje wilskracht bij elkaar te schrapen. Ze hoopte van ganser harte dat ze goed gemikt had. Een tweede kans zou ze niet krijgen.
Er klonk een harde knal en de kogel schoot door de rugleuning heen. Ze hoorde de pets waarmee hij in levend vlees sloeg, en vrijwel onmiddellijk daarna een grommend geluid. Het wurgkoord schoot los en viel van haar hals. Michelle hapte naar adem en zoog haar longen vol lucht. Misselijk en duizelig duwde ze het portier open en zakte op haar knieën.
Ze hoorde het achterportier opengaan. De man stapte uit, met een hand tegen zijn bloederige zij gedrukt. Ze bracht het pistool in de aanslag, maar hij trapte het portier helemaal open, zodat het tegen haar aan sloeg en ze op de grond viel. Buiten zichzelf van woede krabbelde Michelle overeind en terwijl de man wegholde, bracht ze opnieuw haar pistool in de aanslag.
Voordat ze de trekker kon overhalen, zakte ze echter op haar knieën en begon hevig te braken. Toen ze opkeek, zag ze zo wazig en had ze zo’n bonkend gevoel in haar hoofd, dat het net leek of ze drie mannen tegelijk zag wegrennen. Ze loste zes schoten op wat ze voor de echte man van vlees en bloed aanzag, de man die zijn best had gedaan om haar te vermoorden.
Alle zes schoten waren mis. Ze had de verkeerde gedaante gekozen.
Haastige voetstappen klonken steeds verder weg. Even later hoorde ze een auto starten en grind en aarde hoog opspatten.
Michelle hapte nog eens naar adem en zakte in elkaar.