•34•
De fraaie, met bomen omzoomde en met baksteen geplaveide straten en de met klimop begroeide gebouwen van het piepkleine Atticus College leken niet op een plek die een politieke moordenaar zou kunnen voortbrengen.
‘Voor de moord op Ritter had ik nog nooit van deze universiteit gehoord,’ zei Michelle terwijl ze met haar Land Cruiser langzaam over de hoofdweg van het universiteitsterrein reed.
King knikte traag. ‘Ik had me niet gerealiseerd dat het zo dicht bij Bowlington was.’ Hij keek op zijn horloge. ‘Het was maar een halfuur rijden.’
‘Waar was Ramsey hoogleraar in?’
‘Politieke wetenschappen, met de federale kieswetten als speciale leeropdracht, al ging zijn persoonlijke belangstelling meer uit naar de politieke theorie van het radicalisme.’ Michelle keek hem verbaasd aan.
‘Na de moord op Ritter,’ legde hij uit, ‘heb ik me echt gespecialiseerd in Arnold Ramsey.’ En nadat hij haar even had aangekeken, voegde hij daaraan toe: ‘Als je iemand neerschiet, moet je toch wel even de tijd nemen om het een en ander over hem te weten te komen.’
‘Wat klinkt dat harteloos, Sean.’
‘Zo bedoelde ik het niet. Ik wilde alleen maar weten waarom een op het eerste gezicht uiterst respectabele hoogleraar zijn leven zou willen geven om een volstrekt kansloze presidentskandidaat te vermoorden.’
‘Ik zou denken dat dit allemaal heel grondig uitgezocht was.’
‘Niet zo grondig als het geval zou zijn geweest als Ritter echt een kanshebber was geweest. En bovendien denk ik dat iedereen die hele ellendige affaire zo snel mogelijk wilde afronden.’
‘En het officiële onderzoek werd afgesloten met de constatering dat Ramsey in zijn eentje had gehandeld.’
‘Maar uit wat wij hebben gevonden, blijkt dat die conclusie kennelijk niet juist is geweest.’ Hij staarde uit het raam. ‘Maar het is lang geleden, en het is maar de vraag of we hier nog iets nuttigs zullen vinden.’
‘Nou, we zijn hier nu toch, dus laten we er maar ons best op doen. Misschien vinden we wel iets wat verder door iedereen over het hoofd is gezien. Net zoals jij net die revolver hebt gevonden.’
‘Maar we zouden ook wel eens iets kunnen ontdekken wat beter nooit ontdekt zou kunnen worden.’
‘Volgens mij is het altijd verkeerd als iets niet wordt ontdekt.’
‘Dus jij vindt dat de waarheid altijd aan het licht gebracht dient te worden?’
‘Jij niet dan?’
King haalde zijn schouders op. ‘Ik ben maar een advocaat. Vraag het maar eens aan een mens van vlees en bloed.’
Ze werden een tijdlang van het kastje naar de muur gestuurd, tot ze in het kantoor van Thornton Jorst terechtkwamen. Jorst was van gemiddelde lengte, had een goedverzorgd uiterlijk en was zo te zien begin vijftig. Een bleke huid en een bril met dikke glazen zorgden ervoor dat hij eruitzag als een typische professor. Hij was een vriend en collega geweest van wijlen Arnold Ramsey.
Jorst zat aan een bureau dat geheel in beslag werd genomen door opengeslagen boeken, hoge stapels papier en een laptop die symbolisch genoeg vrijwel geheel schuilging onder uiterst laagtechnologische schrijfblokken en gekleurde pennen. De planken langs de wanden van zijn kantoor leken bijna te bezwijken onder het gewicht van lange rijen indrukwekkend dikke boeken. King zat naar de diploma’s aan de muur te kijken toen Jorst een sigaret omhooghield. ‘Hebt u er bezwaar tegen als ik rook? Het kantoor van een professor is tegenwoordig een van de weinige plekken waar je hier nog een sigaret kunt opsteken.’
King en Michelle knikten allebei dat ze daar geen bezwaar tegen hadden.
‘Ik was verbaasd toen ik hoorde dat u hier navraag naar Arnold aan het doen was.’
‘Onder normale omstandigheden bellen we eerst en maken we een officiële afspraak,’ zei King.
‘Maar we waren toevallig in de buurt en besloten dat dit zo’n buitenkansje was dat we ons niet konden veroorloven om niet even langs te komen,’ voegde Michelle daaraan toe.
‘Pardon, maar ik heb uw namen daarnet niet goed gehoord.’
‘Ik ben Michelle en dit is Tom.’
Jorst keek King aandachtig aan. ‘Neem me niet kwalijk dat ik het zeg, maar u komt me heel bekend voor.’
King glimlachte. ‘Dat hoor ik nou van iedereen. Ik heb kennelijk een heel gewoon gezicht.’
En Michelle zei: ‘Wat vreemd. Ik wilde net zeggen dat ik u ook ergens van ken, doctor Jorst, maar ik weet niet meer waarvan.’
‘Ik ben tamelijk vaak op tv,’ zei Jorst snel. ‘Zeker nu de verkiezingen op komst zijn. Ik ben nogal op mijn anonimiteit gesteld, maar het is ook wel goed voor je ego om zo nu en dan een kwartiertje beroemd te zijn.’ Hij schraapte zijn keel en zei: ‘Ik heb gehoord dat u bezig bent met een documentaire over Arnold?’
Michelle leunde achterover en nam zelf ook de manier van doen van een geleerde aan. ‘Niet alleen over Arnold, maar over politiek gemotiveerde moordaanslagen in het algemeen. De insteek is dat er heel opvallende verschillen zijn tussen mensen die het op politici hebben voorzien. Sommigen van hen leiden aan een geestelijke stoornis of koesteren om de een of andere reden een persoonlijke wrok tegen de kandidaat. Anderen slaan toe vanuit diepe filosofische overtuigingen of zelfs omdat ze geloven daarmee iets goeds te doen. Er zijn er zelfs die het vermoorden van een kandidaat of een gekozen ambtsdrager als een vaderlandslievende daad beschouwen.’
‘En u wilt van mij weten in welke categorie Arnold viel?’
‘Als vriend en collega hebt u daar ongetwijfeld veel over nagedacht,’ zei King.
Door de rookwolken heen keek Jorst hen vol aandacht aan. ‘Nou, ik moet zeggen dat ik me de afgelopen jaren inderdaad wel heb afgevraagd wat Arnold ertoe heeft gebracht om een politieke moord te plegen. Maar ik kan niet beweren dat hij nou zo keurig in het een of andere hokje past, niet wat zijn ideologie betreft en al evenmin als het om zijn persoonlijke drijfveren gaat.’
‘Als we zijn achtergrond en de periode die voorafgaat aan zijn daad eens onder de loep nemen, komen we misschien wat verder,’ zei Michelle voorzichtig.
Jorst keek op zijn horloge.
‘Neem me niet kwalijk,’ zei Michelle. ‘Moet u straks college geven?’
‘Nee. Ik heb een jaar verlof. Ik probeer een boek af te krijgen. Dus vraagt u maar.’
Michelle haalde een pen en een notitieboekje tevoorschijn. ‘Waarom beginnen we niet met wat achtergrondinformatie over Ramsey?’ zei ze.
Jorst leunde naar achteren in zijn stoel en tuurde naar het plafond. ‘Op Berkeley heeft Arnold perfect gescoord. Zijn kandidaats, zijn doctoraal en zijn bul. Op de een of andere manier heeft hij ook nog de tijd weten te vinden om deel te nemen aan demonstraties tegen de oorlog in Vietnam, om zijn oproep voor militaire dienst in het openbaar te verbranden, aan de protestmarsen voor burgerrechten voor zwarten deel te nemen, mee te doen aan allerlei andere demonstraties en bezettingen, gearresteerd te worden, zijn leven te wagen enzovoort, enzovoort. Hij beschikte over veruit de beste getuigschriften van alle hoogleraren die deze faculteit ooit heeft gehad en hij wist dan ook al snel een vaste aanstelling te krijgen.’
‘Was hij geliefd bij de studenten?’ vroeg King.
‘Bij de meesten wel, denk ik. Geliefder dan ik in elk geval,’ zei Jorst en hij grinnikte. ‘Ik geef veel lagere cijfers dan mijn geliefde collega zaliger.’
‘Ik neem aan dat hij in politiek opzicht heel sterk van Ritter verschilde?’ vroeg Michelle.
‘Dat geldt, godzijdank, voor 99 procent van alle Amerikanen. Ritter was een tv-dominee die geld wist los te peuteren van mensen die niet beter wisten. Hoe zou zo iemand nou in het Witte Huis kunnen komen? Ik schaamde me voor mijn eigen land.’
‘Zo te horen hebt u een deel van Ramseys meningen overgenomen,’ zei King.
Jorst hoestte en probeerde te grinniken. ‘Ik was het zonder meer eens met Arnolds inschatting van Clyde Ritter als presidentskandidaat, maar ik was het totaal oneens met hem over de juiste wijze om op zijn kandidaatsstelling te reageren.’
‘Dus Ramsey maakte geen geheim van zijn denkbeelden?’
‘Helemaal niet.’ Jorst drukte zijn sigaret uit en stak onmiddellijk een nieuwe op. ‘Ik herinner me nog dat hij in mijn kantoor ijsbeerde en met zijn vuist in zijn handpalm liep te slaan terwijl hij zijn gal spuwde over een land waarvan de burgerij toelaat dat iemand als Arnold Ritter greep kreeg op de nationale politiek.’
‘Hij moet toch geweten hebben dat Ritter kansloos was?’
‘Daar ging het niet om. Er konden in de achterkamertjes nog de gekste deals gesloten worden. Bij de voorverkiezingen had Ritter zoveel stemmen gekregen dat zowel de Republikeinen als de Democraten heel zenuwachtig begonnen te worden. Hij had zelfs zoveel stemmen weten binnen te halen dat hij in aanmerking kwam voor subsidie uit de federale verkiezingsfondsen en zendtijd kreeg op de nationale tv-zenders. En wat je verder ook nog over Ritter kon zeggen, hij kon praten als Brugman. Hij was zo glibberig als een paling in een emmer snot en hij wist perfect in te spelen op de gevoelens van een bepaald segment van de kiezers. En u dient te begrijpen dat Ritter niet alleen zijn eigen presidentscampagne had opgezet, maar ook onafhankelijk van de twee grote partijen een coalitie had weten te smeden die in veel van de grotere staten mensen kandidaat had gesteld voor allerlei belangrijke functies. Dat had rampzalige gevolgen kunnen hebben voor de kandidaten van de grotere partijen.’
‘Hoezo?’ vroeg King.
‘Bij vele verkiezingen in het hele land had Ritter stemmen weten weg te kapen bij de traditionele achterban van de grote partijen, zodat zijn steun inmiddels bij zo’n 30 procent van de verkiezingen de doorslag kon geven. Als je in de politieke arena zoveel invloed hebt, nou…’
‘Dan kun je tot op zekere hoogte alles vragen wat je maar wilt?’ suggereerde King.
Jorst knikte. ‘Wat Ritters eisen zouden zijn geweest, zullen we nooit weten. Na zijn dood zakte zijn partij als een pudding in elkaar. De gevestigde partijen zijn op het nippertje aan een doodklap ontsnapt, al is dat wat ongelukkig uitgedrukt. Maar ik ben ervan overtuigd dat Arnold dacht dat Ritter als hij niet gestopt werd, alles zou vernietigen waar Amerika voor stond.’
‘En dat was duidelijk iets wat hij niet wilde laten gebeuren,’ zei King.
‘Dat lijkt me wel duidelijk, want hij heeft de man doodgeschoten,’ zei Jorst droogjes.
‘Heeft hij het ooit over iets dergelijks gehad?’
‘Zoals ik destijds al tegen de politie heb gezegd: nee. Hij kwam hier wel eens boos binnenlopen om te tieren over Ritter, maar hij heeft nooit bedreigingen geuit. Maar dat houdt vrijheid van meningsuiting ook in. Hij had recht op zijn eigen mening.’
‘Maar hij had niet het recht om anderen te vermoorden.’
‘Ik wist niet eens dat hij een vuurwapen had.’
‘Had hij nauwe banden met de andere hoogleraren hier?’ vroeg Michelle.
‘Niet echt. Arnold schrikte hen wat af, denk ik. Academici van zo’n zwaar kaliber kom je op universiteiten als Atticus niet vaak tegen.’
‘Vrienden buiten de universiteit?’
‘Niet dat ik weet.’
‘En onder de studenten?’
Jorst keek King eens aan. ‘Neem me niet kwalijk, maar dit lijkt me meer een onderzoek naar Arnold zelf dan een documentaire over de redenen waarom hij Clyde Ritter heeft vermoord.’
‘Misschien is het wel allebei een beetje,’ zei Michelle snel. ‘Het is natuurlijk moeilijk om zijn motivatie te begrijpen als we ook niet iets begrijpen van de man zelf en hoe hij zijn plan om Ritter te vermoorden heeft uitgevoerd.’
Jorst liet dat even tot zich doordringen en haalde toen zijn schouders op. ‘Nou, als hij heeft geprobeerd studenten te rekruteren als medeplichtigen dan heb ik daar toch nooit iets over gehoord.’
‘Was hij getrouwd?’ vroeg Michelle.
‘Ja, maar niet lang voor zijn overlijden zijn ze ook weer uit elkaar gegaan. Zijn vrouw heette Regina en ze hadden één dochter: Kate.’ Hij stond op, liep naar een plank met een aantal foto’s erop en gaf hun er een aan.
‘De familie Ramsey in gelukkiger tijden,’ zei hij.
King en Michelle keken naar de drie mensen op de foto.
‘Regina Ramsey is mooi,’ merkte Michelle op.
‘Ja, dat was ze inderdaad.’
King keek snel op. ‘Wás?’
‘Ze is dood. Zelfmoord. Nog niet zo lang geleden, trouwens.’
‘Daar wist ik niets van,’ zei King. ‘U zei dat ze uit elkaar waren?’
‘Ja. Ten tijde van Arnolds dood woonde Regina in een klein huisje niet ver van hem vandaan.’
‘Deelden ze de ouderlijke macht over Kate?’ vroeg Michelle.
‘Inderdaad. Ik weet niet precies hoe ze dat geregeld zouden hebben als de scheiding definitief was doorgezet. Na Arnolds overlijden is de ouderlijke macht natuurlijk op Regina zelf overgegaan.’
‘Waarom zijn ze uit elkaar gegaan?’ vroeg Michelle.
‘Dat weet ik niet. Regina was een mooie vrouw en in haar studietijd was ze een heel talentvol actrice geweest. Ze was afgestudeerd aan de toneelschool en ik denk dat ze van plan was om van het acteren haar beroep te maken, maar toen ze Arnold tegen het lijf liep, is dat allemaal anders geworden. Ik weet zeker dat ze een heleboel mannen achter zich aan had, maar Arnold was degene van wie ze hield. Ik heb zo’n beetje het idee dat ze uiteindelijk zelfmoord heeft gepleegd omdat ze niet langer zonder hem kon.’ Hij liet een korte stilte vallen en voegde er toen heel zachtjes aan toe: ‘Ik dacht dat ze gelukkig was, maar kennelijk was dat niet zo.’
‘Ze kon dan misschien niet zonder Ramsey, maar mét hem ging het kennelijk toch ook niet,’ zei King.
‘Arnold was veranderd. Zijn academische loopbaan was over zijn hoogtepunt heen. Hij vond het lesgeven niet leuk meer. Eigenlijk was hij heel gedeprimeerd. Misschien heeft die somberheid van hem een ongunstige uitwerking gehad op zijn huwelijk. Maar toen Regina bij hem wegging, werd zijn depressie er alleen maar erger op.’
‘Dus misschien heeft hij door Ritter neer te schieten zijn eigen jeugd weer willen terughalen? De wereld veranderen en als een martelaar de geschiedenis in gaan.’
‘Zou kunnen. Helaas heeft dat hem dan wel het leven gekost.’
‘Hoe heeft zijn dochter gereageerd op wat haar vader heeft gedaan?’
‘Kate was volkomen van de kaart. Ik heb haar gezien op de dag van de moord. Dat kan ik me nog goed herinneren. De uitdrukking op het gezicht van dat kind zal ik nooit vergeten. En een paar dagen later heeft ze het toen ook nog eens op tv te zien gekregen. Die verdomde videoband uit het hotel! Alles was daarop te zien: hoe haar vader Ritter doodschoot en hoe die agent van de Secret Service vervolgens haar vader neerschoot.’ Jorst hield op met praten en terwijl hij King aandachtig aankeek, werd zijn gelaatsuitdrukking langzaam harder. Toen stond hij op: ‘U bent helemaal niet zoveel veranderd, agent King. Ik begrijp niet goed wat hier aan de hand is, maar ik word liever niet voorgelogen. En ik wil nú weten wat u in uw schild voert. Waarom bent u hier en waarom stelt u me al die vragen?’
King en Michelle keken elkaar eens aan. ‘Hoor eens, doctor Jorst,’ zei King. ‘Zonder er nou uitgebreid op in te willen gaan, kan ik wel zeggen dat er niet lang geleden bewijs is gevonden dat er sterk op wijst dat Arnold Ramsey die dag niet alleen heeft gehandeld en dat er nog een andere aanslagpleger of potentiële aanslagpleger in het hotel is geweest.’
‘Dat kan niet. Als dat waar zou zijn dan was het inmiddels heus wel aan het licht gekomen.’
‘Misschien niet,’ zei Michelle. ‘Niet als een heleboel belangrijke mensen dit allemaal zo snel mogelijk in de doofpot wilden stoppen. Ze hadden per slot van rekening al een moordenaar.’
‘En de agent van de Secret Service die zijn werk niet goed had gedaan,’ zei King.
Jorst liet zich weer in zijn stoel zakken. ‘Ik… ik kan dit niet geloven. Wat voor nieuw bewijsmateriaal?’ vroeg hij argwanend.
‘Dat kunnen we nu niet zeggen,’ zei King. ‘Maar ik zou hier niet naartoe zijn gegaan als ik het niet de moeite waard vond.’
Jorst pakte zijn zakdoek en veegde het zweet van zijn gezicht. ‘Nou, ik neem aan dat er wel gekkere dingen zijn gebeurd. Denk maar eens aan Kate Ramsey.’
‘Wat is er dan met haar?’ vroeg Michelle snel.
‘Ze heeft hier aan het Atticus gestudeerd. Ik was een van haar professoren. Je zou denken dat dit wel de laatste plek ter wereld zou zijn waar ze wilde gaan studeren. Ze was al net zo briljant als haar vader. Ze had overal kunnen gaan studeren, maar ze koos voor het Atticus.’
‘Waar is ze nu?’ vroeg King.
‘Ze volgt een postdoctorale opleiding aan de faculteit openbaar bestuur van de Virginia Commonwealth University in Richmond. Ze hebben daar een heel goede vakgroep politieke wetenschappen. Ik heb een aanbevelingsbrief voor haar geschreven.’
‘Had u het gevoel dat ze boos was op haar vader om wat hij had gedaan?’
Jorst dacht lang na voordat hij daar antwoord op gaf. ‘Ze hield van haar vader, maar toch heeft ze hem misschien gehaat omdat hij haar in de steek had gelaten en zijn politieke overtuigingen kennelijk belangrijker had gevonden dan zijn dochter. Ik ben geen psychiater, maar dat is mijn inschatting als leek. Al lijkt de appel niet ver van de boom te zijn gevallen.’
‘Hoezo?’ vroeg Michelle.
‘Ze doet mee aan demonstraties, stuurt allerlei protestbrieven en schrijft artikelen voor alternatieve blaadjes. Allemaal net zoals haar vader.’
‘Ze heeft hem dus misschien wel gehaat omdat hij haar in de steek heeft gelaten, maar nu probeert ze hem na te volgen?’
‘Daar lijkt het wel op.’
‘En haar relatie met haar moeder?’ vroeg King.
‘Tamelijk goed, al heeft ze haar moeder tot op zekere hoogte wel de schuld gegeven voor wat er is gebeurd.’
‘Omdat ze er niet was toen haar man haar nodig had?’ vroeg King. ‘Omdat als zij er wél voor hem was geweest, hij misschien niet gedaan zou hebben wat hij had gedaan?’
‘Ja.’
‘Dus u hebt Regina Ramsey na de dood van haar man niet meer gezien?’ vroeg Michelle.
‘Nee,’ zei hij snel, en toen aarzelde hij. ‘Tijdens de begrafenis natuurlijk wel, en toen Kate hier studeerde ook wel, en ik heb haar nog wel een paar keer gezien.’
‘Wat was de doodsoorzaak?’
‘Een overdosis drugs.’
‘Is ze nooit hertrouwd?’ vroeg King.
Jorst werd een beetje bleek. ‘Nee, ze is nooit hertrouwd.’ Hij herstelde zich weer en merkte dat ze hem onderzoekend aankeken. ‘Sorry, maar dit is allemaal nogal moeilijk voor me. Het waren vrienden van me.’
King keek nog eens aandachtig naar de mensen op de foto. Kate Ramsey leek een jaar of tien. Ze had een intelligent en lief gezicht. Ze stond tussen haar ouders in en hield ze allebei bij de hand. Een aardig, liefdevol gezin. In elk geval aan de buitenkant.
Hij gaf de foto weer terug. ‘Verder nog iets wat van belang zou kunnen zijn?’
‘Eigenlijk niet, nee.’
Michelle overhandigde hem een kaartje met haar telefoonnummers erop. ‘Voor het geval u toch nog iets te binnen schiet.’
Jorst keek naar het kaartje. ‘Als wat u zegt waar is en er is inderdaad nog een aanslagpleger geweest, wat had die dan moeten doen? Als back-up fungeren voor als Arnold doel miste?’
‘Of,’ zei King, ‘had er die dag misschien nog iemand dood moeten gaan?’