17
‘Nou,’ zei Michelle toen ze het huis uit waren, ‘een psychiater zou een compleet studieboek vol kunnen schrijven over de relatie tussen Savannah en Remmy.’
‘Het zit me helemaal niet lekker dat ze niet weet wat Bobby in die bergruimte bewaarde,’ zei King terwijl hij snel even achteromkeek.
‘En háár kledingkast was helemaal aan stukken gebroken, die van Bobby niet.’
‘Misschien wist de inbreker waar Bobby’s geheime bergruimte zat, maar had hij de sleutel niet.’
Voor hun vertrek hadden ze Mason en het andere huispersoneel nog gesproken, maar hun verhalen stemden zo met elkaar overeen dat het ongeloofwaardig was. Ze waren allen in het huis helemaal aan de achterkant van het terrein geweest en geen van hen had ook maar iets van de inbraak gezien of gehoord.
King en Michelle gingen in de auto zitten, maar in plaats van weg te rijden stuurde King zijn Lexus het asfaltweggetje naar de achterkant van het landgoed op.
‘Waar gaan we heen?’ vroeg Michelle.
‘Ik heb Sally Wainwright, het stalmeisje, vorig jaar ontmoet bij een dressuurwedstrijd. Laten we maar eens kijken of zij die nacht ook ‘‘niets gezien en niets gehoord’’ heeft.’
Sally was midden twintig, klein en tenger maar ook pezig, en had lang bruin haar, dat ze in een paardenstaart had gebonden. Toen King en Michelle eraan kwamen, was ze net een stal aan het uitmesten. Ze veegde het zweet met een doek van haar gezicht en kwam naar de auto toe gelopen.
‘Je herinnert het je waarschijnlijk niet meer,’ begon King, ‘maar we hebben vorig jaar een dag samen opgetrokken bij een dressuurwedstrijd in Charlottesville.’
Sally grijnsde breed. ‘Natuurlijk ben ik je niet vergeten, Sean.’ En met een snelle blik op Michelle voegde ze daaraan toe: ‘Mevrouw Maxwell en jij zijn hier inmiddels beroemd.’
‘Of berucht,’ zei King. Hij keek eens om zich heen naar de stallen en de paarden. ‘Zijn er nog veel Battles die uit rijden gaan?’ wilde hij weten.
‘Dorothea heeft nooit gereden. Eddie rijdt vaak. Hij voert beroemde scènes uit de Burgeroorlog op, en daarvoor moet hij vaak paardrijden.’
‘Doe jij daar ook aan?’ vroeg Michelle.
Sally lachte. ‘Ik kom uit Arizona. Die hele Burgeroorlog kan me geen bal schelen.’
‘Ik zag dat Savannah thuis is. Die heeft toch competitie gereden, dacht ik?’
Er verscheen een wat geërgerde uitdrukking op Sally’s gezicht. ‘Vroeger wel.’ King wachtte vol verwachting af of Sally daar nog iets aan toe te voegen had.
‘Ze is een uitstekende amazone, maar ze is een stuk minder handig in stallen uitmesten, paarden verzorgen en omgaan met mensen die geen rijke ouders hebben.’ Sally keek plotseling heel bang, alsof ze te veel had gezegd.
‘Maak je maar niet druk, Sally,’ zei King vriendelijk. ‘Ik weet precies wat je bedoelt.’ Hij liet een korte stilte vallen en voegde er toen aan toe: ‘En mevrouw Battle, rijdt die weleens?’
‘Ik ben hier nu vijf jaar en in al die tijd heb ik het haar nog nooit zien doen.’ Sally leunde op haar mestvork. ‘Ik zag jullie een tijdje geleden al aan komen rijden. Komen jullie alleen maar op bezoek of...’
Toen King vertelde waarom ze hier waren, betrok Sally’s gezicht en ze keek angstig in de richting van het grote huis.
‘Daar weet ik niks van,’ zei ze.
‘Jij was zeker al die tijd thuis, samen met Mason en de anderen?’
‘Precies,’ zei ze snel. ‘Ik ga altijd vroeg naar bed. Ik moet voor dag en dauw op.’
‘Dat snap ik. Nou, als je iets te binnen schiet, laat het me dan weten.’ Hij gaf haar een van zijn visitekaartjes. Ze keek ernaar.
‘Ik weet niks, Sean. Echt niks.’
‘Goed. Heb je Junior Deaver hier weleens gezien?’
Sally aarzelde en zei toen: ‘Een paar keer. Hij werkte hier toen.’
‘Dat weet ik. Heb je hem weleens gesproken?’
‘Een enkele keer misschien,’ zei ze vaag.
‘Nou, prettige dag verder, Sally.’
Ze reden weg. King keek nog even in zijn achteruitkijkspiegel naar de hypernerveuze Sally.
‘Die weet iets wat ze ons niet wil vertellen,’ zei Michelle.
‘Inderdaad,’ zei King.
‘Waar gaan we nu naartoe?’
King wees naar een groot huis aan de andere kant van het houten hek.
‘Nog twee Battles te gaan en dan zit het er weer op voor vandaag.’