1
Over ADHD en ADD
ADHD IS EEN AFKORTING van Attention Deficit Hyperactivity Disorder en ADD staat voor Attention Deficit Disorder. ADD is dus kort gezegd ADHD zonder de hyperactivity. AD(H)D werd vooral bij kinderen geconstateerd en de inzichten van de laatste jaren zijn dat AD(H)D lang niet altijd als vanzelf overgaat. Het aantal mensen dat gediagnosticeerd is met een van deze twee ‘stoornissen’ neemt toe en pas recent is bekend geworden dat AD(H)D iets is dat niet na de kindertijd overgaat maar juist vaak bij volwassenen ook aanwezig blijft. Zo zijn er op dit moment veel volwassenen die door het gedrag van hun kind bij zichzelf te rade gaan en zich realiseren dat ze misschien (ook) wel AD(H)D hebben. Met als gevolg dat er vaak veel puzzelstukjes uit het verleden op hun plaats vallen.
ADHD en ADD zijn verzamelnamen voor een bepaald type afwijking in gedrag. De op dit moment meest gehanteerde visie is dat AD(H)D in je hersenen veroorzaakt wordt en maakt dat je je minder goed kunt concentreren, dat je vaak dingen niet afmaakt en nogal im pulsief kunt zijn. De afwijkingen worden veroorzaakt door een tekort aan bepaalde neurotransmitters, de transportstoffen tussen zenuwcellen. Dit tekort maakt dat iemand erg druk en ongeconcentreerd kan zijn. De oplossing wordt meestal gezocht in medicatie aangevuld met bijvoorbeeld gedragstherapie. Deze laatste richt zich dan op het leren van een aantal vaardigheden die voor mensen met AD(H)D lastig zijn zoals plannen, dingen afmaken en je hoofd ergens bijhouden.
AD(H)D is vanuit de psychiatrie geredeneerd een stoornis en dus een afwijking van normaal. Veel mensen focussen vooral op de stoorniskant wanneer er een diagnose gesteld is door een arts, psychiater of psycholoog. De afwijking van normaal, de problemen, en wat er níet kan, wegen vaak het zwaarste. Een diagnose die vaak eerst vooral opluchting en duidelijkheid geeft, kan daarmee ook een levenslange handicap betekenen.
Gek genoeg wordt er nog weinig tegengas gegeven op de visie dat AD(H)D chronisch is, met alleen maar medicatie als werkelijke oplossing. Er wordt weliswaar aan alle kanten geëxperimenteerd vanuit andere invalshoeken, waarbij te denken valt aan voeding, visolie, neurofeedback enzovoort. Deze vooral door de praktijk gestuurde benaderingen lijken echter geen wetenschappelijke voet aan de grond te krijgen. Immers, vaak stoelt een dergelijke aanpak op maatwerk en individualisme en kan het de criteria van wetenschappelijk onderzoek daarmee niet doorstaan. Overigens kiest dit boek niet de kant van de alternatieve benadering noch die van de reguliere visie. We kiezen de kant van de mogelijkheden! We zullen de lezer meenemen in de wereld van onze praktijkervaring waarbij we hem uitnodigen ons te vergezellen buiten de gebaande paden. Het gebaande pad is dat AD(H)D niet overgaat en alleen met medicatie werkelijk in banen te leiden valt. Het gebaande pad is ook dat mensen met AD(H)D gebaat zullen zijn bij structuur, regelmaat en rust. In dit boek kijken we vanuit een paradigma met andere oplossingen en resultaten. AD(H)D is in onze ogen niet alleen een aangeboren, erfelijke en blijvende neurobiologische afwijking.
In dit boek zien we AD(H)D-gedrag als een symptoom. Als een resultaat van alle processen die in je hoofd plaatsvinden en die uiteindelijk leiden tot bepaald (onrustig) gedrag. Wij gaan ervan uit dat je de aansturing van dat gedrag wel degelijk zelf kunt beïnvloeden en daarmee je resultaten. Dit boek gaat over de manier waarop je mentale processen kunt beïnvloeden óók als je AD(H)D hebt. Je kunt je denken meer richting geven. Dat is functioneler dan je bij je tekortkomingen neer te leggen. Anders gezegd: wanneer je met de auto op stap gaat en verdwaalt, dan kun je de auto de schuld geven en hem te koop aanbieden op Marktplaats. Handiger is het wellicht om een navigatiesysteem aan te schaffen.
We durven in dit boek en in de begeleiding die we bieden een nieuwe kant op te kijken. We gaan niet uit van de stelling ‘eens AD(H)D altijd AD(H)D’ en dat is voor sommige mensen wellicht vergaand. Maar mij is nog geen onderzoek bekend waaruit blijkt dat mensen die AD(H)D hebben, dit als baby ook al hadden. Ook is het niet een gegeven dat iedereen die een bepaalde genetische typering heeft die met AD(H)D samenhangt, ook daadwerkelijk AD(H)D ontwikkelt. Pas als een kind of volwassene kenmerken van AD(H)D vertoont, wordt er een hersendeficiëntie met terugwerkende kracht aangenomen. En dus wordt aangenomen dat al voor, bij en na de geboorte stoffen in de hersenen het AD(H)D-patroon vertonen. We zullen aan deze stellingname ruimschoots aandacht besteden. Daarbij zullen we ook ingaan op de effecten op biochemisch niveau: je hersenen beïnvloeden je ge drag en ge drag beïnvloedt de ontwikkeling van je hersenen ook! Dit gaat ook op voor de stoffen die nauw bij AD(H)D betrokken zijn.
Voor veel mensen geldt dat de gouden tips van rust en structuur op lange termijn niet baten. Voor de omgeving is het misschien wel fijn, maar in de praktijk blijkt de AD(H)D’er2 zelf vaak na enige tijd uit het hokje van structuur en rust te knallen. Het hokje past niet! We zeggen wel eens een tikje ironisch: als rust en regelmaat zouden werken, dan zou elke juf in groep 3 het toepassen en zou geen enkele juf in groep 4 nog last van AD(H)D-gedrag bij kinderen hebben. Zo werkt het dus niet. Rust, structuur en regelmaat lijken daarmee trucs met vaak slechts een kortetermijneffect.
2 In de dagelijkse coachingspraktijk spreken we niet van AD(H)D’er. Immers, in die term is AD(H)D een deel van je identiteit terwijl wij juist aannemen dat de persoon en de ‘ziekte’ niet hetzelfde zijn. We spreken van iemand die gediagnosticeerd is met AD(H)D, een veel neutralere omschrijving. Omwille van de leesbaarheid wordt in dit boek wel de term AD(H)D’er gebruikt.
Dit boek is gebaseerd op jarenlange praktijkervaring in de begeleiding van mensen met AD(H)D. Het is bedoeld om dingen anders te bekijken. En dan hebben we het niet alleen over AD(H)D maar ook over psychiatrische diagnoses in het algemeen. Als iemand met AD(H)D óók depressie, borderline en gegeneraliseerde angststoornis gediagnosticeerd kan krijgen, dan kan dat niet aan volstrekt los en onafhankelijk van elkaar opererende biochemische processen worden toegeschreven. Als bij elke stoornis eigen afwijkende biochemische processen onafhankelijk van elkaar verantwoordelijk zouden zijn, dan is het een wonder dat de betreffende persoon überhaupt nog in leven is! Het is onmogelijk deze diagnoses los van elkaar te zien. Het zijn allemaal symptomen van één proces dat vanbinnen plaatsvindt dat vervolgens biochemische reacties veroorzaakt. Een kettingreactie dus. We zullen aangeven waar deze visie op gebaseerd is.
In dit boek kun je lezen over moderne en in de praktijk effectief ge bleken psychologische modellen. Modellen die bijvoorbeeld in Duitsland deel uitmaken van de reguliere psychiatrische aanpak. Denk aan de methodiek van Bert Hellinger die bekend staat onder de naam ‘systemisch werk’, en ook NLP, oplossingsgericht werk (Insoo Kim Berg), en Somatic Experience (Peter Levine) liggen ten grondslag aan onze aanpak. De methoden op zich worden niet stuk voor stuk besproken, daar zijn andere boeken veel meer geschikt voor. De blend die we gemaakt hebben en vooral de basis voor onze aanpak vind je wel in dit boek. Daarbij gaan we ervan uit dat een psychologisch probleem iets is dat veel mensen bij tijd en wijle ervaren. Wanneer het een etiketje waard blijkt te zijn, is er een gradueel verschil met geestelijk gezond zijn.
Wil je meer weten over een praktische en succesvolle benadering van geestelijke gezondheid dan heb je mogelijk het juiste boek in handen. Wil je weten hoe dit voor jou kan werken? Lees dan vooral verder! Leer de uitgangspunten kennen waarop wij onze aanpak baseren en leer deze ook zelf toe te passen.