Een familiekerst

Als Stevie ’s ochtends wakker werd, controleerde ze eerst hoe het er binnen in haar hoofd uitzag.

Nog steeds fleurig? Of, godbetert, donker en somber?

Het was inmiddels begin december en ze slikte nu al drie maanden die nieuwe pillen: het wondermiddel, zoals zij ze noemde. Tot de dokter die had voorgeschreven was het in Stevies hoofd donkerder geweest dan ze ooit voor mogelijk had gehouden bij een menselijk wezen.

De duisternis had haar het gevoel gegeven dat ze ónmenselijk was: een soort halfslachtig wezen dat niets om het leven gaf en dat zelfs liep alsof ze een zombie was. Gewoon één voet voor de andere, want zo moest het. Ze kon ook niet goed meer horen. Het was geen gewone doofheid, maar op de een of andere manier had ze geen contact meer met de wereld, waardoor stemmen gesmoord klonken en ze steeds haar hoofd schuin moest houden om er weer bij te zijn.

Niet dat er veel was waar ze bij moest zijn. Ze bleef vaak in bed liggen, niet om te lezen of tv te kijken, ze lag daar maar gewoon, met de ogen open. Te lijden.

Ze wist best dat het Carl ontzettend veel verdriet deed om haar zo te zien, maar hoewel ze echt dol op hem was, kon ze die duisternis niet doorbreken om de oude Stevie te vinden.

Het enige wat haar een vaag genoegen deed, was dat Max, haar schat van een zoon, het niet allemaal van dichtbij hoefde mee te maken.

Maar eigenlijk lag alles ook een beetje aan het feit dat Max een jaar geleden in Edinburgh was gaan studeren.

‘Een sterke reactieve depressie bij iemand die toch al enigszins depressief is ingesteld,’ zei dokter Zelda, die eruitzag alsof ze nooit van haar leven zelfs maar in de put had gezeten, maar die toch heel lief en begripvol was geweest toen Stevie op het bezoekuur verscheen. Nee, niet huilend. Ze was niet eens in staat om te huilen. De hopeloosheid was te groot voor die uitlaatklep.

Maar op deze decemberochtend lag Stevie met gesloten ogen in het tweepersoonsbed naast Carl en controleerde voorzichtig hoe het er vanbinnen uitzag.

Elke keer als ze dat deed, hield ze haar adem in en liep in gedachten het hele lijstje af: met Max was alles in orde, Carl lag gezellig onder het dekbed naast haar, ze konden de hypotheek betalen en ze had vandaag dingen om zich op te verheugen. Maar het mooiste van alles was, dat ze geen zwart hol vanbinnen voelde. In plaats daarvan zat er nog steeds dat gouden, warme gevoel dat een paar dagen nadat ze haar nieuwe medicijnen was gaan slikken was ontstaan.

In de acht maanden daarvoor had dokter Zelda therapie voorgeschreven plus drie soorten antidepressiva en ineens, zo uit het niets, bleken de witte ovale tabletten te werken.

Misschien moest ze een advertentie in het plaatselijke sufferdje zetten om het farmaceutische bedrijf te bedanken, dacht ze met een wrang glimlachje. In de tijd van haar moeder hadden mensen dat ook gedaan als een novene resultaat had gehad.

Alleen al het feit dat ze een humoristische gedachte had, riep een glimlach op. Geen duisternis. Geen bovenmatige bezorgdheid over haar gezinsleden of een belachelijke angst voor al die rampen die ze misschien konden overkomen.

Ze fluisterde een haast onhoorbaar dankgebedje voor wie het ook was die haar hielp en voor haar nieuwe tabletten.

Naast zich voelde ze Carl bewegen. Het was nog steeds donker, bijna zeven uur, en elk moment kon zijn wekker afgaan. Hun huis, Woodbrook Farm, lag in het groene Golden Vale, het land van de melkkoe. Het was een druk melkveebedrijf met tweehonderdvijftig holsteiners. Een melkveehouder kon nooit uitslapen. De koeien werden twee keer per dag gemolken in de supermoderne melkstal, die gefinancierd was door de bank. Vroeg in de ochtend en om zes uur ’s avonds werd de hele kudde in groepjes binnengebracht in de melkstal, met aan weerszijden van het pad plaats voor tien koeien. Carl en zijn jonge Poolse bedrijfsleider, Olev, zouden op het pad staan om elke koe aan de melkmachine te zetten en uiteindelijk zou de melk in de enorme, gesteriliseerde glazen flessen lopen en van daaruit in enorme vaten.

Als die twintig koeien klaar waren klikten de hekken open. Dan liepen ze gehoorzaam naar buiten en werden de volgende twintig stuks binnengebracht.

Zodra de koeien gemolken waren, begon het schoonmaken en sterilisteren van de melkstal, daarna het voeren, en ten slotte werd de gigantische koeienstal schoongemaakt. Het was hard werken en het bracht eigenlijk niet genoeg geld op.

Om te helpen was Stevie vier jaar geleden op het idee gekomen om de oude huisjes van de dagloners om te bouwen tot vakantiehuisjes voor mensen die het leuk vonden om op een draaiende boerderij te logeren. Speciaal voor de kleintjes werd een kinderboerderij toegevoegd met geiten, schapen en konijnen. Stevie had raar genoeg dolgraag een yak willen hebben, met van die donkere dreadlocks, maar Carl had geen duimbreed geweken. Hij wist niets van yaks, had hij gezegd, en waarom zouden ze er niet gewoon een varken bij nemen?

En dat bleek even goed te werken. De vakantiehuisjes en de kinderboerderij waren Stevies werk geweest, maar de afgelopen zomer had ze vrijwel geen hand kunnen uitsteken, dus had Carl de taak overgenomen en een deel van zijn eigen werk aan Olev overgedragen. Olev woonde in een van de huisjes met zijn zwangere vrouw, Veruschka, die lang en slank was en onder haar trui inmiddels een bol buikje ter grootte van een pompoen had.

Gedurende het grootste deel van de afgelopen acht maanden had Stevie nauwelijks een voet buiten de deur gezet. De boerderij was een groot, rommelig gebouwd huis met een groot aantal slaapkamers en te weinig vaste vloerbedekking. Desondanks was het gezellig en bijzonder geliefd. Flossie, haar zilvergrijze whippet, lag graag op de oude bloemetjesbank in de keuken, vlak naast het enorme fornuis dat het hele huis verwarmde. De kaal geboende tafel waaraan Max jarenlang huiswerk had zitten maken was groot genoeg voor tien personen, hoewel het al lang geleden was dat ze mensen te eten hadden gehad.

Op dat moment ging Carls wekker af. Hij stak zijn hand uit om het alarm af te zetten voordat hij zich omdraaide en tegen zijn vrouw aan kroop.

Stevie bleef ontspannen tegen hem aan liggen, dankbaar voor elk gelukzalig moment, want ze wist nog maar al te goed hoe het zonder was geweest.

Normaal gesproken bestond het ontbijt van Carl uit een banaan en een kopje thee en dan at hij na het melken nog een bord havermout bij Stevie in de keuken. Even na tienen was hij terug in de keuken waar Stevie de was stond te vouwen.

‘Alles in orde?’ vroeg ze automatisch terwijl ze fronsend naar een versleten manchet keek.

Tegen zijn gewoonte in gaf Carl geen antwoord.

Stevie keek bezorgd op.

Haar man had zijn mobiele telefoon in zijn hand en de huid rond zijn mond leek wit.

‘Ma heeft net gebeld,’ zei hij.

Stevies handen begonnen te trillen.

In haar gedachten flitste de ene na de andere ramp voorbij: zijn moeder had kanker, iemand in de familie was failliet gegaan…

Haar therapeut had geprobeerd om iets aan die paniekaanvallen te doen, maar er was niet veel voor nodig om Stevie weer over de streep te trekken.

‘Je weet toch dat ma iedereen heeft uitgenodigd om met de kerst naar Maryfield te komen?’ zei Carl schor. Maryfield was zijn ouderlijk huis, een groot maar uitgewoond landhuis waarin Carls moeder, Louise, samenwoonde met zijn zus, Joan.

‘Mmm,’ zei Stevie. Ze wist nog steeds niet zeker of ze het aankon om daar naartoe te gaan of dat ze liever gewoon met Carl en Max thuisbleef.

‘Nou, ze heeft haar enkel gebroken. Ze schijnt in de tuin gestruikeld te zijn. Ze heeft de hele nacht op de spoedeisende hulp gelegen, de arme stakker, maar nu is alles voor elkaar. Ze hing huilend aan de telefoon en vroeg of we nu Kerstmis hier konden vieren. Ik heb ja gezegd, omdat ik medelijden met haar had.’

‘O, Carl.’

Het echtpaar stond elkaar aan te kijken.

Ze hadden Stevies gevecht tegen de depressie stil en onder ons gehouden. Louise was niet op de hoogte want als dat wel het geval was geweest, zou ze nooit gevraagd hebben of zij bereid waren een familiekerstfeest te organiseren, want dat hield in dat er minstens twaalf personen zouden komen. Met inbegrip van Lillian.

Eigenlijk was Lillian de reden waarom Stevie niet had gewild dat de anderen te horen kregen wat haar mankeerde.

Het bleef een hele tijd stil, tot Stevie haar mond opendeed.

‘Nu kunnen we het niet meer vertellen,’ zei ze. ‘We zijn voor het blok gezet.’

Er zouden een heleboel gasten komen. Louise, een regelrecht zonnestraaltje, en Joan, die helemaal bezeten was van Pushkin, haar enorme Perzische kat, en die totaal niets met mensen had.

Dan had je nog Louises zwager, Denis, een verlegen, ongetrouwde en al lang gepensioneerde ambtenaar die voor elke familiebijeenkomst werd uitgenodigd omdat hij verder nergens naartoe kon. En dan was er… ‘Oudtante Jack,’ zei Carl somber.

Oudtante Jack kon al in een lege kamer voor ruzie zorgen en dat had ze ook regelmatig gedaan.

Stevie vond dat ze zich geen zorgen hoefde te maken over Jack. Als ze een een fles kreeg en een jarenzeventigthriller met een hoop seks had je van haar geen last.

‘Oom Denis zal ook niet voor problemen zorgen,’ zei Carl. ‘Rond de kerst zijn er meer dan genoeg paardenrennen op tv.’

‘Edward, Belinda, Kate en Meribel,’ telde Stevie op haar vingers af. Carls oudste broer, zijn vrouw en hun twee tienerdochters. ‘De meisjes kunnen ontzettend goed met Max opschieten. Het zal leuk voor hem zijn om mensen van zijn leeftijd in huis te hebben.’

‘Hoe zit het met jouw ouders?’ vroeg Carl. ‘We kunnen niet het hele huis volstouwen met mijn familie en de jouwe overslaan.’

‘Nee, dit jaar niet. Dan willen ze vast weer een of andere zwerver die ze onderweg hebben opgepikt meebrengen.’

Stevies ouders waren een vrijgevochten stel mensen van in de zeventig die vaak rondtrokken in hun camper en het heerlijk vonden om volslagen vreemden die geen geld, telefoontegoed en/of schoon wasgoed meer hadden uit te nodigen met hen mee te reizen.

‘Oké. Dan blijven alleen Kevin, Lillian en de kinderen nog over,’ zei Carl.

Kevin was de jongste van de familie en het was zo’n lieve man dat Stevie nooit had begrepen hoe hij iemand als Lillian had kunnen trouwen, want die dacht alleen aan zichzelf.

Haar schoonzusje was de ster in haar eigen wereld en kleedde zich af en toe alsof ze verwachtte dat ze elk moment door een stel fotografen zou worden belaagd voor een societyshot. Lillian stond aan het hoofd van een pr-firma en was ervan overtuigd dat zij zelf de beste reclame voor het bedrijf was. Ze had als een van de eersten een BlackBerry en was daarna vrolijk meegegaan met elke moderne ontwikkeling van de i-elektronica, waarbij ze niet naliet om aan iedereen te vertellen dat zij nooit hoefde te wachten op de nieuwste versie van de telefoon. Want die werd per koerier naar haar toe gebracht, zodra de eerste exemplaren in het land waren.

Twee jaar geleden waren Lillian, Kevin en hun beide kleine kinderen met Kerstmis op de boerderij neergestreken en hadden uiteraard beslag gelegd op de beste slaapkamer, waardoor Carls moeder de kamer ernaast moest nemen, die ook nog eens een stuk kleiner was. Lillians veelgeroemde Filippijnse hulp was niet meegekomen en de hele week lang had Stevie min of meer gedwongen voor kinderjuf moeten spelen, waarbij ze Sebastian uit het ingekuilde voer had moeten redden en op het nippertje wist te voorkomen dat een van de geiten Tallulah aan de hoorns reeg. Lillian had geen vinger uitgestoken om te helpen, niet in de keuken en niet bij de zorg voor haar eigen kinderen.

In plaats daarvan hing ze maar een beetje rond, tot in de puntjes gekleed en constant gewapend met haar telefoon en een gin-tonic.

‘Het is zo druk op het werk dat ze me geen minuut met rust kunnen laten,’ zei ze dan als Stevie weer eens voorbij kwam wankelen met een blad vol lunchgerechten en een gezicht dat rood was van al dat koken en poetsen.

Carl trok Stevie weg bij de was en sloeg zijn armen om haar heen. ‘Ik bel ma wel en zeg gewoon dat het niet gaat. Ze moet iedereen maar afzeggen.’

‘Nee,’ zei Stevie. ‘Dat kunnen we niet maken. Laten we er nou maar even over nadenken, goed?’

Die dag had Stevie een lunchafspraak in het dorp met haar vriendin Dot. Dot en haar man hadden een kudde Friese koeien en een kaasmakerij, wat ontzettend veel werk inhield. De twee vrouwen probeerden op z’n minst één keer per maand bij elkaar te komen, zodat ze in elk geval één dag hadden dat ze buiten de deur kwamen.

Voor de verandering was Dot een keer op tijd, dus er was op het laatste moment geen ramp gebeurd waarvoor de dierenarts moest komen opdraven en haar beide parttimers waren ook allebei komen opdagen.

Stevie had in de Elder Tree een tafeltje bij het raam veroverd en ze rammelde al van de honger nadat ze alleen maar langs de toonbank met allerlei lekkere hapjes was gelopen.

‘Sorry dat ik te laat ben,’ zei Dot toen ze met een zucht van opluchting in haar stoel viel.

‘Je bent niet te laat,’ zei Stevie glimlachend. ‘Je bent er, dat is het enige dat telt.’

Dot was de enige die naast Carl en Max op de hoogte was van Stevies depressie en Stevie zou nooit vergeten hoe geweldig Dot haar gesteund had. Dot had dagenlang bij haar thuis gezeten, toen Stevie niets anders kon dan huilen. Er wa ren niet veel vriendinnen die dat zouden kunnen opbrengen.

Tijdens de lunch zaten ze te praten over hun gezin, het leven en het boerenbedrijf. En onvermijdelijk kwam het onderwerp Kerstmis ter sprake.

Dot had een zoon op de plaatselijke school en een dochter die in Dublin studeerde. Haar Kerstmis stond al vast: bij wijze van heerlijke uitzondering zou het hele gezin vier dagen doorbrengen in een hotel. Dot en haar man waren vijfentwintig jaar getrouwd en bij wijze van cadeau zou zijn jongere broer tijdens de feestdagen de zorg voor de boerderij overnemen.

‘Ik kan gewoon niet wachten,’ zei Dot. ‘Ik blijf elke dag tot twaalf uur in bed liggen. Nee, tot één uur. Ik ga allerlei onzinnige tv-programma’s kijken, snoepen en niets inspannenders doen dan het bestellen van eten in het restaurant. Gracie zegt dat ik eigenlijk ook gebruik zou moeten maken van het zwembad en dat soort dingen, maar ik zei: “Lieve Gracie, ik heb geen behoefte aan lichaamsbeweging. Ik wil gewoon lekker in mijn hotelkamer blijven hangen.”’

‘Ik zal aan je denken,’ zei Stevie. ‘Wij kunnen onze rustige kerst wel op de buik schrijven. Carls moeder heeft haar enkel gebroken en ze had de hele clan uitgenodigd om naar haar toe te komen. Dus komt iedereen nu bij ons. Met inbegrip van Lillian.’

‘O lieve hemel,’ zei Dot die Lillian had ontmoet en niet bepaald onder de indruk was geweest. ‘Dat is geen Kerstmis, dat wordt Armageddon. Kun je er niet onderuit?’

‘Ik vind eigenlijk dat ik het Carl verschuldigd ben,’ bekende Stevie. ‘Je weet zelf ook wel hoe goed hij voor me is. Hij heeft al ja gezegd tegen zijn moeder en ik weet dat hij het leuk zou vinden. Louise is niet sterk. Je weet maar nooit hoe vaak ze nog Kerstmis zal kunnen vieren. En Max zou het helemaal geweldig vinden. Ik heb ergens gelezen dat alleen kinderen van familiefeesten houden en dat is waar. Hij zou het heerlijk vinden om de hele ploeg bij elkaar te hebben. En ik zal er echt niet in blijven als ik toegeef.’

‘Dat hopen we dan maar,’ zei Dot grimmig. ‘Als je er echt mee doorgaat, zul je hulp nodig hebben en alles van tevoren moeten plannen.’

‘We kunnen ons geen hulp veroorloven,’ zei Stevie. ‘Ik zal het in mijn eentje moeten doen.’

‘Dan moet je in elk geval goed plannen. De vorige keer heb je echt een fout gemaakt,’ raadde Dot haar aan. ‘Als je vrouwen als Lillian een vinger geeft, hebben ze binnen de kortste keren je hele hand te pakken. Je moet van tevoren het hele terrein afbakenen. Zorg om te beginnen dat ze niet in het huis logeert. Zet haar maar in een van de vakantiehuisjes.’

‘Die zijn erg leuk, maar wel een beetje primitief voor zo’n type als Lillian,’ zei Stevie. ‘Ik hou wel van kale vloeren en IKEA-plaids over de banken, maar zij zal dat vreselijk vinden. Ze is gewend aan dure hotels.’

‘Aha!’ zei Dot. ‘Je gaat al meteen in de fout, Stevie. Je maakt je zorgen om haar. Maar je kunt er donder op zeggen dat zij geen moment aan jou zal denken. Geef de kamers in de boerderij maar aan andere mensen voordat zij komt opdagen en zorg dat iedereen een taak krijgt. Jij kunt niet de hele kerst piepers zitten schillen. En als mevrouw samen met Kevin komt opdagen, dan zet je ze maar mooi in een huisje. En dan ook meteen in het meest afgelegen! Bovendien moet je je er niet bij neerleggen dat ze jou met haar kinderen opzadelt. Ze kan die meisjes van Belinda best betalen om voor oppas te spelen. Hou je poot stijf. Dit zijn de nieuwe regels!’

Stevie was echt opgekikkerd toen ze na de lunch naar huis reed. Ze kon dit best aan. Het was belachelijk om haar hele kerst door één vrouw te laten verzieken. Als Lillian er niet bij was geweest, zou Stevie zich waarschijnlijk verheugd hebben op het vooruitzicht de hele ploeg op bezoek te krijgen. Alleen Lillian was een probleem.

Ineens schoot haar te binnen wat haar therapeut haar om de haverklap had voorgehouden: ‘Het probleem is niet wat andere mensen doen, Stevie, het gaat om jouw reactie op wat ze doen.’

Stevie schoot al in de stress voordat Lillian zelfs maar kwam opdagen. En dat kwam omdat Stevie toestond dat Lillians gedrag die uitwerking op haar had.

Lillian hoefde helemaal niets te doen, Stevie deed het allemaal zelf wel.

Kon ze nou maar net doen alsof Lillian er niet bij was, dan kwam het allemaal best goed. Natuurlijk zou dat zelfs onder normale omstandigheden al een hele opgave zijn en voor een vrouw die nog maar drie maanden geleden midden in de zwaarste depressie van haar leven zat, was het een gigantische taak.

Stevie kwam aan bij de boerderij en reed langs het hek waar een handbeschilderd bordje aan hing met de tekst BEKROOND HOLSTEIN MELKVEE. Dit zou haar manier worden om alle ellende van het afgelopen jaar van zich af te zetten: iedereen zou met de kerst naar Woodbrook komen en daar zou ze met volle teugen van genieten. En ze liet zich niet door die verdomde Lillian op de kast jagen.

Max kwam drie dagen voor de kerst naar huis en Stevie haalde hem op van het station.

Haar zoon was gegroeid in de maanden dat hij van huis was. Hij was niet groter en eigenlijk was hij zelfs een beetje magerder, waarschijnlijk door dat malle studentenleven. Maar toch leek hij ouder, een beetje afstandelijker.

Stevie gaf hem een knuffel en prentte zich in dat het accepteren van die afstandelijkheid onderdeel vormde van het moederschap. Zij zou waarschijnlijk wel altijd op dezelfde manier en met dezelfde intensiteit van hem blijven houden, maar zijn liefde zou aan verandering onderhevig zijn, afwisselend afnemen en toenemen.

‘Ik had best een taxi kunnen nemen, ma,’ zei Max terwijl hij samen met haar naar de auto liep.

‘Niet na een stuk vliegen en nog een treinreis op de koop toe,’ zei ze vol genegenheid.

Onderweg naar huis begon Max over haar depressie.

‘Hoe voel je je nu, ma? Ik heb me zorgen om je gemaakt.’

Sprekend zijn vader, dacht ze warm. Ze vonden het allebei gemakkelijker om in de auto te praten.

‘Het gaat heel goed met me, Max. Echt heel goed.’ Ze hield haar ogen op de weg terwijl ze haar hand op zijn arm legde en hem een klopje gaf. ‘Daar hoef je niet over in te zitten.’

‘Dat doe ik toch wel, ma, dus vertel het me maar.’

‘Ja, dat weet ik,’ zei ze. ‘Maar ik vind het zo vervelend om er met jou over te praten. Ik vind het zo erg dat ik zo breekbaar was, dat het gewoon leek alsof ik het niet meer kon opbrengen om je moeder te zijn. Een moeder wil niet dat haar kind ziet hoe kwetsbaar ze is,’ voegde ze er quasiluchtig aan toe. ‘We willen gewoon tot alles in staat zijn, zodat jullie erop kunnen rekenen dat wij altijd klaarstaan om jullie te redden.’

‘Ja, ma,’ zei hij vriendelijk, ‘maar ik ben geen kind meer. Ik wil mijn steentje bijdragen.’

Stevie reed de bekende weg naar huis zonder iets van de omgeving te zien. Ze was niet van plan om hem te vertellen hoezeer zijn vertrek haar had aangegrepen.

‘Ik loop nu bij een fantastische therapeut en de nieuwe antidepressiva die ze me hebben voorgeschreven werken echt geweldig,’ zei ze. ‘Ik ben weer helemaal de oude, Max. En Kerstmis wordt vast fantastisch.’

Twee dagen voor de kerst begon de ploeg binnen te druppelen. Oudtante Jack, oom Denis, Louise met haar been in het gips, Joan en een bijzonder geïrriteerde Pushkin in zijn kattenmand arriveerden in één auto.

‘Niemand heeft me verteld dat het midden in de rimboe was!’ schreeuwde tante Jack zodra ze uitgestapt was. ‘Ik haat boerderijen! Hopelijk heb ik wel tv op mijn kamer.’ Ze beende met grote stappen naar binnen. Max liep achter haar aan en kon maar met moeite zijn lachen inhouden.

Oom Denis wilde niet lastig zijn en stond erop om te helpen met de koffers, hoewel Carl en Olev klaarstonden om alle zware dingen naar binnen te brengen.

Stevies whippet, Flossie, huppelde om de mand van Pushkin heen en Joan liep haastig met hem naar binnen, terwijl ze hem gerust probeerde te stellen. Ze deed net alsof ze Stevie en Carl niet zag.

‘Het spijt me ontzettend dat ik jullie hiermee heb opgezadeld,’ zei Louise berouwvol tegen hen toen Carl haar uit de auto hielp.

‘Onzin,’ zeiden Stevie en Carl tegelijkertijd.

‘Het wordt vast enig,’ zei Stevie hartelijk.

Op de dag voor Kerstmis begon Flossie te blaffen toen iedereen net had geluncht. Stevie keek op en zag een glanzende, zilverkleurige SUV het erf oprijden.

‘Daar zul je eindelijk Kevin, Lillian en de kinderen hebben,’ zei ze en ze liep de keukendeur uit om hen te begroeten.

Kevin stapte als eerste uit de jeep en sloeg zijn armen om haar heen.

‘Vrolijk kerstfeest, Kevin,’ zei Stevie. ‘We zijn dolblij dat jullie ook konden komen.’

‘Hallo, Tallulah, hallo, Sebastian,’ ging ze verder toen de twee kinderen uit de auto sprongen en argwanend om zich heen keken naar het modderige erf waar een duidelijke koeienlucht hing. Ze droegen echte designerkleertjes. De nauwe witte spijkerbroek en de met glinsterende steentjes bezette schoenen van Tallulah waren volkomen ongeschikt voor een bezoek aan een boerderij. Dat had Lillian moeten weten.

‘Goed, aangezien het hele huis al vol zit, heb ik jullie in een van de huisjes gezet,’ zei Stevie luchtig, zonder te wachten tot haar schoonzus op kwam dagen.

Kevin en de kinderen liepen achter haar aan naar de voorkant van het huis, waar een pad leidde naar het grootste vakantiehuisje, dat blinkend schoon was gepoetst.

Stevie trok de deur open en stapte naar binnen. ‘Ik denk dat jullie het wel fijn vinden om een eigen ruimte te hebben,’ zei ze.

Sebastian en Tallulah renden meteen naar boven om de slaapkamers te bekijken en schreeuwden om het hardst dat zij de grootste wilden hebben.

‘Bedankt, Stevie…’ zei Kevin net toen Lillian zich als laatste bij hen voegde.

Ze was een lange vrouw met donker haar dat in model was geföhnd waardoor ze nog langer leek. Naast haar voelde Stevie zich altijd een tikje slonzig en vandaag vormde geen uitzondering. Lillian droeg een goed zittende broek met een mooi jasje en ze had helderrode lipstick opgedaan. Stevie had haar oude spijkerbroek aan met een grijs sweatshirt. Maar voor de verandering trok Stevie zich niets van haar kleren aan. Het enige wat telde, was innerlijke kracht.

‘Lillian, wat enig om je te zien. Dit is jullie huisje. Ik heb wat etenswaren in de koelkast gedaan en een kerstboom in de woonkamer gezet. Weliswaar een kleintje, maar ik weet zeker dat Sebastian en Tallulah het prachtig zullen vinden. Ik heb ook nog een extra elektrische deken voor het geval je die nodig hebt, maar dat denk ik niet.’

Lillian luisterde niet.

‘We kunnen hier niet blijven,’ zei ze. ‘Veel te primitief. Waarom logeren we niet in het huis?’

Stevie had die ochtend twintig minuten zitten mediteren om zich op dit moment voor te bereiden.

‘We zitten helemaal vol met de kerst, Lillian, en jij en Kevin zijn als laatsten aangekomen. Op de boerderij zelf hebben we geen ruimte meer. Als je niet wilt blijven, dan staat je dat natuurlijk vrij,’ zei ze. ‘Dan moet je maar even informeren bij de hotels in de buurt. Ik weet zeker dat je op je iPhone wel een lijstje met hotels kunt vinden. We verwachten jullie vanavond om zeven uur bij het eten en morgen om drie uur wordt er weer geluncht. Maar misschien willen jullie wel eerder komen, om de cadeautjes te doen.’

Stevie liep naar de voordeur. ‘Als je wilt, kun je voordat je gaat nog eerst met de anderen een kopje thee komen drinken op de boerderij.’

Lillian wierp haar een boze blik toe. ‘We hebben nog niet geluncht,’ zei ze. ‘De kinderen rammelen van de honger.’

Stevie bibberde inwendig. ‘Goh, maar wij hebben allemaal al gegeten,’ zei ze opgewekt. ‘En als je echt zo’n trek hebt, heeft het waarschijnlijk ook geen zin om eerst een kopje thee te drinken. De Elder Tree in het dorp is heel populair en daar hebben ze ook een kindermenu. Volgens mij zijn ze vandaag tot vijf uur open.’

Ze wachtte niet op Lillians antwoord, maar liep gewoon de deur uit. ‘Ik zie jullie straks wel weer,’ riep Stevie en ze nam de benen.

‘Komen Kevin, Lillian en de kinderen niet binnen?’ vroeg Louise bezorgd toen Stevie weer terug was in het huis. Louise zat graag op de oude bank bij het fornuis waar ze af en toe flarden opving van de programma’s op de kleine draagbare tv op het aanrecht en onder het koken met Stevie kon kletsen.

‘Nee,’ zei Stevie. ‘Lillian vindt het huisje maar niks. Dus heb ik gezegd dat ze maar een paar van de hotels in de buurt moeten proberen…’

‘Ze mag mijn kamer wel hebben,’ zei Louise meteen en ze leek zo overstuur dat Stevie voelde hoe haar eigen bezorgdheid over het hele gedoe begon te zakken. Die verdomde Lillian had iedereen zo onder de duim dat ze meteen deden wat ze zei. Maar dat was verleden tijd, besloot Stevie grimmig.

‘Eerlijk gezegd denk ik dat Lillian zich in een hotel veel prettiger zal voelen, Louise,’ zei ze. ‘Woodbrook is lang niet zo luxueus als zij graag wil.’

Stevie merkte dat ze zich helemaal niet schuldig voelde toen ze dat zei. Het was geen sneer aan het adres van haar huis. Het leven werd een stuk eenvoudiger als Lillian ergens anders logeerde.

Uren later was het avondeten bijna klaar en Stevie voelde dat ze steeds kalmer werd. Het kon haar niet schelen of Lillian weer zou komen opdagen of woedend in het hotel bleef zitten waar ze een kamer had kunnen boeken. Iedereen op Woodbrook Farm was gelukkig.

Zij stond in de keuken naar Carly Simon te luisteren, Louise was even boven gaan liggen, Max en Carl waren net terug van het melken en tante Jack, oom Denis, Belinda, Kate en Meribel zaten monopolie te spelen, terwijl Joan met Pushkin op schoot de snorrende kat zat aan te halen. Flossie de whippet moest in de keuken blijven. ‘Hallo, lieverd,’ zei Carl en hij drukte een kus in haar nek terwijl zij bij het fornuis in een pan jus stond te roeren.

‘Hallo,’ zei ze glimlachend.

Flossie begon te blaffen en Stevie wachtte tot haar ongerustheid de kop op zou steken. Maar die kwam niet. Ze bleef gewoon kalm. Niet te geloven.

Lillian, Kevin, Tallulah en Sebastian kwamen de keuken binnen en brachten een golf kou mee van buiten.

‘Hebben jullie een hotel kunnen vinden?’ vroeg Carl terwijl hij een arm om de schouder van zijn broer sloeg en een kus op Tallulahs kruin drukte.

‘Nee,’ zei Kevin. ‘In een omtrek van vijfenzeventig kilometer zit alles vol. We zitten in het vakantiehuisje.’

‘Het is hartstikke leuk!’ zei Sebastian met stralende ogen. ‘Tally en ik moeten samen in één kamer slapen. En ik mag in het bovenste bed!’

‘Maar we gaan wel ruilen!’ gilde Tallulah, die er desondanks heel blij uitzag.

‘Je nichtjes zitten monopolie te spelen,’ zei Stevie. ‘Ze kunnen niet wachten om jullie te zien.’

De enige die bij de deur bleef staan, roerloos en kil als een standbeeld, was Lillian.

Alsof het afgesproken werk was, gingen Carl, zijn broer en de kinderen er spoorslags vandoor, waardoor Stevie alleen achterbleef met haar schoonzus.

‘Ik hoop dat je geluncht hebt, maar het eten is over een kwartiertje klaar,’ zei Stevie die zichzelf dwong om vrolijk te doen. Omdat ze het idee had dat Lillian misschien iets zou ontspannen van een glaasje wijn zei ze meteen daarna: ‘Maar ik heb een fles rode wijn opengetrokken, misschien wil je al een glaasje.’

Lillian leek nog steeds verstard, maar toen ze dat hoorde, ontspande haar gezicht een beetje.

‘Alsjeblieft,’ zei ze en zette haar handtas op de rand van de keukentafel.

Flossie zette haar poten tegen de tafel om beter te kunnen kijken en ineens viel het hele glanzende, lakleren geval op de vloer en was alles eruit gevlogen.

Verdorie, dacht Stevie terwijl ze zich bukte om te helpen met het verzamelen. Lillian zou nu waarschijnlijk eisen dat Flossie als straf naar buiten moest…

En toen zag ze het ineens: een onopvallend wit doosje met twee blauwe strepen aan de zijkant.

Het was de tweede soort antidepressiva die ze had geprobeerd. Ze zou dat kleine ruitvormige patroontje overal herkennen.

Lillian griste haar spullen geschrokken bij elkaar en toen ze het doosje zag, stopte ze het snel weg.

Stevie pakte opgewekt een paar dingen die wat verder weg lagen, een brillenkoker en een lipstick.

‘Geen wonder dat we altijd pijn hebben in onze schouder als je nagaat wat we allemaal in onze tassen meeslepen,’ babbelde ze.

‘Ja,’ zei Lillian.

Haar schoonzusje zou nooit vermoeden dat zij precies wist wat er in dat doosje zat.

Maar de aanblik ervan had ervoor gezorgd dat Stevie helemaal was omgeslagen.

Misschien waren zij en Lillian toch niet zo verschillend als ze had gedacht. Ze zouden waarschijnlijk nooit vriendinnen worden, maar ze konden wel gewoon met elkaar omgaan. Zoals de therapeut had gezegd, het was allemaal een kwestie van hoe ze zelf op andere mensen reageerde. En de wetenschap dat Lillian ook antidepressiva slikte, had haar een nieuwe kijk gegeven op haar schoonzus. Ze was geen eng monster, ze was een vrouw van vlees en bloed die zelf ook problemen had.

‘Ga nou maar gauw zitten, dan schenk ik een glaasje wijn voor ons in,’ zei Stevie.

Lillian gehoorzaamde.

Stevie deed de oven uit en pakte twee glazen en een fles wijn. Ze zette de muziek wat harder, trok de deur stevig dicht en ging op de bank zitten. Flossie sprong meteen op haar schoot.

Het eten kon wel even wachten. Daar was geen haast bij. Alles op z’n tijd.

Vlak voordat ze de kerstlunch opdiende, inspecteerde Stevie haar eettafel, een toonbeeld van feestelijke uitbundigheid omdat Kate en Meribel de hele ochtend bezig waren geweest met het neerzetten van waxinelichtjes, kerstrozen, gedroogde rozemarijn en het oude, tere porseleinen servies. Ergens diep in een kast hadden ze de ouderwetse, zachtroze servetten gevonden waarvan Stevie het bestaan vergeten was.

‘Tante Stevie, die vind ik echt beeldig!’ had Kate gezegd en ze had zelfs het strijkijzer tevoorschijn gehaald om de kreukels weg te strijken.

Max had erop gestaan om samen met zijn oom Edward de koeien te melken, waardoor Carl voor het eerst in jaren had kunnen uitslapen. Toen hij na het melken weer binnen was gekomen, had Max zich bij de feestelijke sfeer aangepast en zijn moeders favoriete kerst-cd opgezocht, waardoor de muziek nu door het hele huis klonk.

Carl had lekker lui in bed ontbeten en hij had Stevie vol trots geknuffeld en verteld hoe heerlijk het was om te zien dat ze weer beter was.

‘Ik weet wel dat je ontzettend bezorgd was, lieverd,’ zei ze. ‘Maar ik ben weer de oude. Dat heb ik ook al tegen Max gezegd en het is echt waar.’

‘Ik hou van je, hoe je ook bent,’ zei Carl heftig.

‘Dank je wel.’

En op de een of andere manier was er bijna een kop koffie door het bed gegaan en het duurde zeker een halfuur voordat Stevie weer zover was dat ze naar de gans kon gaan kijken.

Joan, die enigszins ingetoomd was door de preek tijdens de middernachtsmis, waarin de nadruk werd gelegd op het beminnen van de medemens, had Pushkin in haar kamer gelaten en deelde vriendelijk drankjes en kerstknalbonbons uit.

Oom Denis zat ijverig een paardentijdschrift te bestuderen om te bepalen op welk paard hij zou wedden bij de rennen die de volgende dag in Leopardstown plaatsvonden.

Flossie was in de keuken en in de zevende hemel dankzij de geur van de gans in de oven en het nieuwe kauwspeeltje dat ze als kerstcadeautje had gekregen en dat zo groot was dat ze het nauwelijks vast kon houden.

Iedereen was blij, dacht Stevie, en dat gold ook voor haarzelf.

‘We kunnen aan tafel,’ zei Stevie terwijl ze haar hoofd om de deur van de zitkamer stak.

‘We kunnen nu niet weg bij Chitty Chitty Bang Bang!’ gilde tante Jack woedend. ‘We zijn net toe aan het stuk waarin de Baron zijn verdiende loon krijgt!’

Max wierp zijn moeder een veelzeggende blik toe en liep naar tante Jack toe om de raadselen van een moderne tv uit te leggen en te laten zien dat je een programma stop kon zetten en op kon nemen vanaf het moment dat je erbij wegliep.

Kate, Meribel en hun moeder, Belinda, liepen achter Stevie aan naar de keuken om te helpen alles op tafel te zetten.

‘Vertel ons maar wat we moeten doen,’ zei Belinda.

‘Ik wou dat ik ook kon helpen,’ zei Louise die in de deuropening stond met haar krukken. ‘Heeft iemand Kevin, Lillian en de kinderen al gezien?’

Stevie onderschepte de blik die Belinda wisselde met haar dochters, waaruit ze kon opmaken dat Lillian ook niet hun favoriete persoon was.

Door haar pasverworven kennis met betrekking tot haar schoonzusje schoot er even een gevoel van medelijden door Stevie heen. Lillian was gewoon een van die mensen die anderen altijd tegen de haren in streken. Ze was ook kwetsbaar, alleen drong dat tot niemand door.

‘We zijn er al!’ zei een stem en Lillian verscheen in de deuropening, gevolgd door Kevin en de kinderen die allebei de armen vol speelgoed hadden.

‘Geweldig,’ zei Stevie oprecht. ‘Kom maar gauw binnen, jullie zijn net op tijd.’

‘Ik kreeg ze niet zover dat ze iets in het huisje achterlieten,’ zei Lillian vermoeid terwijl Sebastian en Tallulah van alles lieten vallen terwijl ze door de keuken liepen.

Stevie glimlachte hartelijk. ‘Geeft niet, hoor,’ zei ze. ‘Kinderen zijn kinderen. Seb en Tally, jullie nichtjes zitten al te wachten.’

De kinderen reageerden op de kalme, besliste toon van Stevies stem en liepen gehoorzaam door naar de zitkamer.

‘Dank je wel,’ zei Lillian moe en ging naast Flossie, de whippet, op de bank zitten, kennelijk zonder zich erom te bekommeren dat er hondenharen op haar kleren kwamen.

Stevie schonk een kop koffie voor haar in die Lillian dankbaar aanpakte.

Het viel Stevie op dat ze er onder haar zorgvuldig aangebrachte make-up vermoeid uitzag. Ze wist dat ze in het verleden alleen maar de make-up had gezien en nooit de vermoeidheid.

‘Goed, we zijn zover,’ zei Stevie toen de laatste schotel naar de eetkamer was gebracht.

Ze keek glimlachend om zich heen, aaide Flossie en hing haar schort aan de knop van een kastdeur. Ze had een moeizaam, pijnlijk jaar achter de rug, maar ze had er ook veel van geleerd, dingen die haar zonder die donkere tijden nooit zouden zijn opgevallen. Een van die waardevolle lessen was dat andere mensen jou niet gelukkig konden maken. En ook niet verdrietig, trouwens. Dat deed je echt helemaal zelf.

En ten slotte had ze ook geleerd dat het stukje van hun persoonlijkheid dat mensen voor je verborgen probeerden te houden vaak het meest over hen zei.

Ze duwde de keukendeur open en luisterde even naar de vrolijke geluiden van haar familieleden die kerstknalbonbons opentrokken en de flauwe grapjes voorlazen. Het zou een heerlijk familiekerstfeest worden.