Hoofdstuk 16

 

 

Er werden twee vertrekken gevonden waar het herenigde paar zich kon terugtrekken. Lang nadat Angus Leslie hen alleen had gelaten, stond Josselin in gedachten voor zich uit te staren.

'We moeten voorlopig in Edinburgh blijven,' zei hij.

'Waarom?' Mairin stond met haar rug naar hem toe. 'Ik wil naar Aelfleah nu het nog mogelijk is om te reizen. Ik mis mijn moeder en Maude heeft me nu bijna een half jaar niet gezien.'

'Eric Longsword moet gestraft worden voor wat hij heeft gedaan en ik ben degene die de straf moet uitvoeren.'

'Kan koning Malcolm dat niet doen ?' Haar stem miste de warmte.

'Natuurlijk zou hij dat kunnen doen, maar dat wil ik niet. Eric Longsword heeft mijn eer besmeurd en het is mijn recht om die terug te winnen bij een duel.'

'En mijn eer dan?'

'Ik vecht ook voor jouw eer, Mairin.'

'Nee, dat is het niet. Je wilt met Eric vechten en hem doden om wat hij mij heeft aangedaan. Je wilt hem doden omdat je denkt dat hij me heeft verkracht en me een zoon heeft gegeven. Een kind dat je moet accepteren. Een zoon die je erfgenaam zal zijn. Je vecht om je eigen woede af te reageren, Josselin en niet om mijn eer te redden. Maar ik zeg het je eens en daarna nooit meer, je hebt het verkeerd.' Ze draaide zich om en hij zag de woede in haar ogen. Woede? Waarom was ze kwaad op hem?

'Dit is de tweede keer dat je beweert dat het mijn kind is, Mairin. Maar hoe kan ik je geloven?'

'Waarom geloof je hem wel en mij niet? Omdat hij een man is en daarom de waarheid zal spreken? Heb ik ooit tegen je gelogen? Eric Longsword heeft me geslagen, hij heeft me met zijn handen en mond misbruikt, maar ik geloof niet dat hij in staat is om op een normale manier met een vrouw te vrijen. Hij heeft me niet verkracht. Ik zal het nog directer zeggen. Hij heeft me niet met zijn haan gevuld, noch heeft hij zijn zaad in me gestort. Duidelijker kan ik niet zijn, Josselin. Het kind dat ik draag is door ons in York verwekt. Als je het kind niet accepteert, zal ik een beroep op de Kerk en de koning doen. Ik zal nooit meer over deze kwestie praten en ik zal me ook nooit meer tegen je verdedigen.'

Hij was verbaasd door haar kilheid en hij kon zien dat ze verschrikkelijk kwaad op hem was. Hij voelde zich ook boos worden, maar een inwendige stem zei hem dat hij moest zwijgen, anders zou het afgelopen zijn tussen hen. Dagda had hem hiervoor gewaarschuwd, flitste het door hem heen en plotseling drong het tot hem door dat ze elkaar vijf maanden niet hadden gezien. Hij wilde haar niet kwijt en hij dacht dat zij ook geen einde aan hun huwelijk wilde maken. Ze had vijf maanden in angst geleefd. Niet alleen om zichzelf, maar ook om het kind. Een van beiden moest in deze afschuwelijke situatie toegeven en hij kon zien dat het niet Mairin zou zijn. Hij kon net zo koppig zijn, maar dan zou de verwijdering tussen hen alleen maar groter worden. Als hij zijn vrouw terug wilde hebben, moest hij de eerste stap zetten. Hij moest zijn trots doorslikken, want haar trots was net zo groot als de zijne en zij had haar breekpunt nu bereikt.

'Help me, Mairin,' zei hij zacht. 'Het is voor mij ook moeilijk.'

'Ik kan er niet voor zorgen dat je me gelooft, Josselin,' zei ze, maar haar stem klonk nu iets minder gespannen.

'Ik kan me haast niet voorstellen dat je een verkrachting hebt kunnen voorkomen.'

'In het begin was ik heel erg bang,' legde ze hem uit. 'Hij leidde zijn paard met één hand en met zijn andere hand kneedde hij mijn borst tot ik dacht dat ik er gek van werd. Ik schaamde me diep, maar ik wilde niet sterven. Ik wilde leven, ik wilde naar Aelfleah terug en naar jou en naar Maude. Ik was ervan overtuigd dat je me in de nacht zou inhalen, maar je kwam niet.'

'Ik wist niet waar ik je moest zoeken. De sneeuw had alle sporen uitgewist, bovendien wist ik niet naar wat voor sporen ik moest zoeken.'

Ze knikte. 'Dat weet ik nu, maar op dat moment niet.' Mairin vertelde hem van de rit en hoe ze de anderen hadden ontmoet, waarna ze verder waren getrokken. Ze vertelde hoe ze ontdekte dat ze naar Schotland gingen. En terwijl ze praatte, werd hij inwendig verscheurd, want ze had gelijk. Hij had het recht niet om aan haar woorden te twijfelen. Toch kon hij die twijfel niet helemaal overwinnen, vooral niet na Eric Longswords brute woorden. Ze scheen niets voor hem te verbergen, want ze sloeg geen detail over en ze bleef volhouden dat Eric zich niet aan haar had vergrepen.

Toen ze ten slotte alles had verteld, keek ze vragend naar hem op en hij wist dat hij nu iets moest zeggen, wilde hij haar liefde herwinnen.

'Ik geloof je, Mairin,' zei hij. 'Ik geloof je echt!'

'En accepteer je het kind als jouw eigen kind?'

'Ja,' zei hij zonder enige aarzeling en tot zijn grote verbazing barstte ze in snikken uit. Instinctief sloeg hij zijn armen om haar heen en toen hij haar vertrouwde warmte voelde, smolt het laatste restje twijfel weg.

'O, tovenares, huil maar niet. We zijn weer samen en ik zal nooit meer toestaan dat je van me wordt gescheiden.' Troostend streelde hij haar hoofd.

'Ik was zo bang,' fluisterde ze. 'Maar ik was nog banger om hem mijn angst te tonen, want als ik dat had gedaan, dan was ik verloren geweest, Josselin, voorgoed voor jou verloren.'

Het waren die half uitgesnikte woorden die hem deden beseffen hoe ontzettend dapper ze eigenlijk was geweest. 'Als je wilt, stuur ik je naar huis nu je nog onder redelijk goede omstandigheden kunt reizen. Het kind moet op Aelfleah worden geboren.'

Ze schudde ontkennend haar hoofd. 'Nee. Het maakt niets uit waar het kind zal worden geboren. Het is ook niet belangrijk waar het werd ontvangen. Ik wil ook dat je wraak op Eric Longsword neemt. Ik wil zien dat je hem doodt! Ik zou hem zelf doden als ik daartoe in staat was!'

'Koning Malcolm wil wachten met het duel tot na het huwelijk van de zuster van zijn vrouw. Het is nu bijna juni. Het kind zal rond Michaelmas worden geboren, zoals je zelf zei. Het kan wel augustus worden voordat alles achter de rug zal zijn.'

'Des te meer reden voor mij om te blijven, heer. Zijn we de afgelopen maanden niet lang genoeg van elkaar gescheiden geweest?'

'Mmm, Eric Longsword zal ons in ieder geval niet langer lastigvallen. De koning heeft hem gevangen gezet.'

'Waarom nu pas? Sinds ik hier ben heeft hij steeds de kans gehad om me met zijn walgelijke praatjes lastig te vallen.'

'Hij zei dat hij met je getrouwd was, Mairin, en daarom rechten op je had. Jij hebt dat natuurlijk ontkend. Maar nu pas heb ik de koning onze officiële trouwakte kunnen laten zien. Daarom heeft de koning opdracht gegeven om hem achter slot en grendel te zetten.'

'Goed!' zei ze zo uit de grond van haar hart, dat hij moest lachen.

'Ik krijg bijna medelijden met hem,' zei Josselin.

'Dat komt omdat je mij terug hebt,' zei ze, en drukte zich tegen hem aan.

'Ja,' stemde hij met haar in en hij voelde tot zijn eigen verbazing een zeker verlangen in zich opkomen.

Hij keek haar aan. 'Ik heb je terug, tovenares. Wat zal ik nu met je doen?'

Ze glimlachte verleidelijk. Veel verleidelijker dan hij zich van vroeger herinnerde. 'Je hebt een lange reis achter de rug,' mompelde ze. 'Zal ik je in bad doen?'

Zonder zijn antwoord verder af te wachten, gaf ze de bedienden opdracht om een eiken tobbe met water naar de antichambre te brengen. Niet veel later, toen iedereen het vertrek had verlaten, kleedde Josselin zich uit. Mairin droeg alleen haar hemd en knielde naast de tobbe neer. Met zachte, cirkelende bewegingen zeepte ze hem in.

Geen van beiden zei een woord. Haar huid zag rood door de warme stoom die uit de tobbe kwam. Haar tepels staken parmantig naar voren. En toen hij dat zag, kon hij het niet helpen dat zijn mannelijkheid reageerde.

Er speelde een klein lachje om haar mond, maar ze zei niets, terwijl ze zijn gespierde buik inzeepte.

'Vergeet je mijn voeten niet?'

'Nee, heer, ik zal ook je voeten wassen,' zei ze, terwijl ze zijn benen krachtig masseerde en vervolgens zijn voeten waste.

Tegen die tijd was hij bereid om uit de tobbe te springen, maar voordat hij dat kon doen, waste ze met driftige bewegingen zijn haardos. 'Mairin, heb medelijden! Je valt mijn arme hoofd wat al te hardhandig aan!'

'Ik weet precies welk deel van je lichaam ik onderhanden heb,' zei ze ondeugend, waarna ze een speels tikje tegen zijn gezwollen lid gaf. 'Waarom staart het me zo brutaal aan?' Snel pakte ze een emmer schoon water en spoelde hem af. 'Zo,' zei ze voldaan, 'nu ben je weer in de wereld der mensen aangekomen!'

Grinnikend stond hij op en schudde het water van zich af. Het was koud in het vertrek, maar toen hij in de slaapkamer terug kwam, ontdekte hij dat daar de open haard brandde.

Even zag hij niet waar ze was, maar toen ontdekte hij haar op het bed. Ze was naakt.

'Nu ik mijn huisvrouwelijke plichten heb gedaan, verwacht ik dat jij aan je mannelijke plichten zult voldoen.'

Hij liet zijn ogen over haar heen dwalen. Op de een of andere manier zag ze er veel wellustiger uit, nu haar buik mooi rond was. Ze was uitdagend en verleidelijk. Ondanks het kleine sprankje twijfel dat hij diep in zijn hart nog voelde, verlangde hij ontzettend naar haar.

Leunend op een elleboog keek Mairin naar hem. De emmer koud water die ze over hem heen had geworpen, had zijn verlangen niet gedood, constateerde ze geamuseerd. Zijn mannelijkheid stak fier omhoog. Haar ogen twinkelden ondeugend toen ze zag dat hij zag waarnaar ze keek. 'Niet één keer met een bereidwillige lijfeigene, heer?' vroeg ze.

'Nee, tovenares,' zei hij zacht, waarna hij naast haar op bed ging liggen. Hun lippen ontmoetten elkaar in een tedere kus. En toen nog een .. .en nog een.Zachtjes drukte hij haar achterover op het bed.Hij kuste haar gesloten oogleden en slapen en nibbelde aan haar oorlelletje.

Mairin voelde zich voor het eerst in maanden ontspannen. Het was alsof ze nooit bij elkaar vandaan waren geweest en ze slaakte een tevreden zucht. Ze stak haar hand uit en streelde zijn rug.

'Voor mij is er maar een en dat ben jij, tovenares,' fluisterde hij in haar oor. Zijn lippen gleden langs haar schouder naar haar prachtige borsten die door de zwangerschap extra gevoelig waren. Hij likte de tepels terwijl zijn handen haar lichaam streelden. Hij drukte haar tegen zich aan, zodat ze zijn mannelijkheid voelde. Zachtjes masseerde hij haar borsten en toen zijn hand over haar buik gleed, voelde hij tot zijn verbazing dat het kind bewoog.

'Hij schopt hard, voor zo'n klein wezentje,' merkte hij op.

'Hij zal zijn kracht nodig hebben, mijn lief,' antwoordde ze.

'Ik zou wel met je willen vrijen, maar ik doe het alleen als je denkt dat het geen kwaad kan voor het kind.'

'We hebben Maude ook niets aangedaan,' zei ze. 'Trouwens, ik geloof dat het goed is voor het kind als je heel erg naar elkaar verlangt.' Ze spreidde haar dijbenen. Zachtjes streelde hij haar opwindende plekje en voelde dat ze gereed was om hem te ontvangen. Zachtjes drong hij bij haar naar binnen en de blik van vreugde op haar gezicht, toen hij dat deed, bracht de tranen naar zijn ogen.

Ze vrijden samen met een kalme, dierbare hartstocht, totdat ze tegelijk een volmaakt hoogtepunt bereikten zoals alleen minnaars dat kennen.

Voldaan vielen ze tegen elkaar aan in slaap. Vlak voordat hij wegdommelde, staarde Josselin naar haar. Hij vroeg zich af hoe hij haar in 's hemelsnaam kon wantrouwen. Toch knaagde de onzekerheid aan hem. Hij was immers zelf een bastaard? Hij had nooit de kans gekregen om het te vergeten. Hij had zijn twijfels vóór zich gehouden, omdat dat belangrijk voor haar was. En Mairin was voor hem belangrijker dan wat dan ook.

 

De Schotten misten de distinctie en de elegantie van het hof van koning William, maar ze hadden een ruwe charme waar Josselin van genoot. De invloed van de jonge koningin Margaret was al merkbaar. En de vrouwen en dochters van de edelen deden hun best om zich net zo te gedragen als zij. Maar buiten het huis van de koning gedroegen de mannen zich zoals ze zich altijd hadden gedragen. Josselin ging mee op jacht en gedurende de zomer werden er verschillende viswedstrijden gehouden.

Iedere avond keerde hij moe maar voldaan naar Mairin terug. Dan baadde ze hem, zoals ze dat bij hun hereniging had gedaan. Hun maaltijden nuttigden ze in de grote hal met de anderen. Ze aten en praatten met hun nieuwe vrienden en luisterden naar de doedelzakspelers die wilde jachtmuziek ten gehore brachten. De koning had een zanger die een meter vijftig hoog en breed was. Zijn naam was Seosaidh mac Caimbeul en als hij zijn oude liederen zong, was iedereen in de hal zo stil dat je een speld kon horen vallen.

De jonge koningszoon, Edward, lag gekoesterd aan zijn moeders borst en het hof deelde de vreugde van de koning en de koningin. Margarets bevalling was tamelijk vlot verlopen en ze wilde graag nog meer kinderen baren. Haar vriendschap voor Mairin was alleen maar toegenomen, en ze beloofde haar dat ze haar bij de geboorte terzijde zou staan. Mairin en Josselin hadden beiden het feit geaccepteerd dat hun kind in Edinburgh zou worden geboren, want het huwelijk van Margarets zuster zou pas eind augustus plaats vinden.

Angus Leslie had Mairin keer op keer bedankt dat ze hem die ene middag zo had aangemoedigd om met Christina te gaan praten. Binnen de kortste keren was hij tot over zijn oren verliefd op haar geworden en de blonde prinses was zo gelukkig dat ze soms dacht dat haar hart zou barsten.

Een koninklijke trouwerij was voor de Schotten altijd een feestelijke gebeurtenis. Het weer aan het eind van de zomer was perfect - helder en warm - in plaats van mistig en somber.

'Binnenkort gaan we korhoenders schieten. Kom je ook naar Glenkirk, Josselin?' vroeg Angus Leslie tijdens de feestelijkheden.

'Dat zou ik heel graag doen, maar het kind kan ieder moment worden geboren en zodra Mairin kan reizen, zullen we vertrekken. Ik moet de bouw van het kasteel in de gaten houden en Mairin verlangt naar Maude. Het kind herkent haar misschien niet eens meer. Eén feit heeft ons hier gehouden en nu de trouwerij achter de rug is, gaat de koning een datum vaststellen voor het beslissende duel met Eric Longsword.'

'Hij heeft mogen oefenen,' zei Angus Leslie.

'Ik weet het. Ik heb de koning gevraagd hem dat privilege te geven. Anders zou de strijd oneerlijk zijn.'

Prinses Christina kwam bij hen staan en stak haar hand bezitterig door de arm van haar kersverse echtgenoot. 'Mag ik mijn man terug, Josselin de Combourg?' vroeg ze schalks.

Josselin glimlachte, nam afscheid en ging op zoek naar zijn vrouw. Maar voordat hij haar vond, werd hij door de koning staande gehouden. 'Je wilt je duel nog steeds?'

Josselin knikte ernstig.

'Goed, nu de feestelijkheden achter de rug zijn, stel ik een september voor. Ben je het daarmee eens?'

'Hoe eerder hoe beter,' kwam het antwoord.

Die avond praatte hij er met Mairin over.' Ik wil niet dat je naar het gevecht komt kijken,' zei hij.

'Natuurlijk kom ik wel kijken!'

'Je staat voor de geboorte van het kind. Je hebt denk ik nog nooit zo'n man tegen man gevecht meegemaakt?'

'Nee.'

'Het is angstaanjagend, Mairin. Onze wapens zullen stomp zijn omdat we elkaar niet serieus mogen verwonden, maar de verliezer wordt gedood.'

Ze beefde over haar hele lichaam. 'Mannen zijn dwaas, vind ik.'

'God zal aan mijn zijde staan,' zei Josselin vol overtuiging.

'Ze is bang,' zei Dagda, die vlak bij hen stond.

'Ik wil niet dat ze morgen komt kijken.'

'Ik ben bang dat u haar niet kunt tegenhouden,' zei Dagda. 'Maar concentreert u zich nou maar op het gevecht in plaats van op Mairin. Anders verliest u.'

'Ik zal niet verliezen.'

Die nacht kon Mairin niet slapen. Ze wierp zich onrustig van haar ene op haar andere zij. Op een gegeven moment hield ze het niet meer uit en stond op. Met haar rozenkrans ging ze naar de huiskapel, waar ze pater Turgot ontmoette.

'Wilt u dat ik voor u bid, lady Mairin?' bood hij aan.

'Alstublieft,' fluisterde ze en hij knielde naast haar neer.

Tevreden keerde ze niet veel later naar hun appartementen terug. Ze doezelde zelfs een beetje weg, maar was meteen klaarwakker toen Josselin opstond.

'Waar ga je heen? Het is nog te vroeg voor het gevecht.'

'Ik wou naar het lof gaan en gezegend worden.'

'Ik ga mee!'

'Nee, je blijft in bed. Ik wil alleen zijn,' antwoordde hij beslist.

Mairin kon echter niet meer slapen. Ze stond op, kleedde zich aan en ging op zoek naar Dagda. Ze vond hem in de grote hal.

'Je moet niet gaan kijken,' zei de Ier.

'Hij is mijn man!'

'Onder andere omstandigheden zou Josselin trots zijn als je naar hem keek, maar nu houdt hij rekening met je omstandigheden.'

Mairin dacht diep na en knikte. 'Goed, ik zal hem alleen nog geluk wensen en ik zal de uitslag op mijn kamer afwachten,' besloot ze.

Toen Josselin hoorde dat ze niet zou komen kijken, viel er een last van zijn schouders. Hij liet zich door haar naar de koning leiden, want er was nog een kleine formaliteit die vanwege de gebeurtenis moest worden afgehandeld.

Toen Mairin had gezworen dat ze de waarheid over Eric Longsword had gezegd, knikte de koning. Ze kuste Josselin, die zijn hand trots over haar bolle buik liet glijden, en zonder verder nog iets te zeggen draaide Mairin zich om.

'Mairin Aldewinesdotter!' riep Eric Longsword haar na. 'Wens je me geen geluk? Wens je de vader van je kind geen geluk?'

Een onderdeel van een seconde bleef ze als bevroren staan. Ze had hem niet eerder opgemerkt. Toen liep ze door.

Vlak voor de strijd begon, controleerden Dagda en Loial de uitrusting die Josselin bij zich had. Alles was in orde. Glimlachend knikte hij naar de jonge knecht. 'Goed gedaan,' zei hij doelend op het zwaard. 'U bent klaar heer.'

Boven, in het slaapvertrek van de koningin, hoorde Mairin de aanmoedigende kreten van de toeschouwers toen het gevecht begon. Als Josselin verloor, zou iedereen denken dat ze het hele verhaal over Eric Longsword had gelogen. En weer vroeg ze zich verbaasd af waarom hij haar nooit op de normale manier had genomen. Misschien geloofde hij werkelijk dat hij haar had bezeten. En als dat zo was, was hij dus echt gek, peinsde ze.

Ze hoorde het publiek roepen en schreeuwen. Haar knieën knikten van angst. Ze kon niets zien, alleen maar horen. En ineens was het heel stil, alsof iedereen zijn adem inhield. Als Josselin moest worden gedood, dan wilde ze zelf ook niet meer leven. Ze hield nu zelfs haar adem in.

Ze deed een stap naar voren en tot haar verbazing gutste er ineens water langs haar benen. Het kind. Verlamd van schrik bleef ze staan. Het water was gebroken en het was nog veel te vroeg!

Margaret en haar dames renden de kamer in. Het was de moeder van de koningin, Agatha, die besefte wat er aan de hand was.

'Heb je pijn?' vroeg ze aan Mairin.

Deze schudde haar hoofd.

'Wees maar niet bang, liefje,' suste lady Agatha moederlijk. 'Dit is je tweede kind, hè?'

'Het is te vroeg,' zei Mairin toonloos.

'Hoeveel?'

'Drie, misschien vier weken.'

'Dan is het niet erg.'

'Ik wil dat mijn man komt. Waar is Josselin?'

'Ik zal meteen een van de meisjes sturen. Je man heeft gewonnen en Eric Longsword is gedood,' vertelde ze. 'Nu kan hij mijn dierbare vriendin nooit meer lastigvallen.'

'God zij dank!' verzuchtte Mairin, en viel prompt flauw.

Toen ze wakker werd, ontdekte ze dat ze in haar eigen slaapkamer lag. De oudere vrouw ging rechtop zitten. 'Wil je dat ik bij je blijf? Ik weet dat je nu je moeder heel erg zult missen,' zei lady Agatha.

'Dank u, lady. Kan ik nu mijn man zien? Waar is hij?'

'Hij komt zo. Hij is met die witharige reus in de antichambre. Wie is dat toch?'

'Hij heeft mijn moeder en mij opgevoed,' zei Mairin. 'Het is een lang verhaal...'

'Dat moet je me dan nog maar eens vertellen.' Ze ging even weg om Josselin en Dagda te halen.

'Je bent gewond!' riep ze, zodra ze hem zag.

'Niets ernstigs,' suste Josselin. 'Hoe voel je je?'

'Mijn water is gebroken en dat betekent dat het kind vroeger komt, maar ik heb nog geen pijn. Kom dichterbij en laat me naar je wond kijken.'

'Ik ben prima in orde.'

'Nee, dat ben je niet. De wond is niet goed verbonden,' zei ze.

'Hij wilde het mij niet laten doen,' zei Dagda. 'Hij wilde naar jou toe om het grote nieuws te vertellen.'

'Hij is dood. Hij zal je nu nooit meer kwetsen of terroriseren, tovenares,' zei Josselin, die op het randje van het bed ging zitten.

Ze knikte. 'Ik moet je wond verzorgen. Lady Agatha, wilt u mij mijn hemd aangeven ? Dagda, we hebben mos nodig. Je kent de soort. Kun je dat in de buurt vinden?'

'Ik heb er van tevoren al wat van verzameld. Ik zal het halen,' zei Dagda.

De moeder van de koningin ging nergens tegen in. Ze begreep Mairins gedrag. 'Heb je warm water nodig?' vroeg ze.

'Ja, lady, en schone doeken en wijn om de wond te wassen.'

Josselin sloeg zijn arm een poosje om haar heen en suste haar. 'Ik was zo bang,' fluisterde ze. 'Ik kon niets zien, maar alles horen ... en ineens werd het heel stil.'

'Toen had ik Eric Longsword op zijn knieën gedwongen en daarna sloeg ik toe,' antwoordde hij.

'Maar hij heeft je verwond.'

'Ach, meer geluk dan wijsheid,' zei Josselin met een zorgeloos lachje. Hij knipoogde naar haar. 'Als je niet uitkijkt ontvang je vandaag nog je volgende kind.'

Lady Agatha, die binnenkwam en deze woorden hoorde, moest glimlachen. Dit waren de gesprekken van een gelukkig paar.

'Hier is alles waarom je hebt gevraagd. Ik zal de ketel boven het vuur even controleren, om te zien of het water warm genoeg is.'

'Ga op het bed zitten,' commandeerde Mairin haar echtgenoot.

'Ik zal je assisteren,' zei Dagda.

Lady Agatha zag onmiddellijk dat Mairin en Dagda wel eens meer hadden samengewerkt. Ze stond rustig aan de zijkant van het bed en keek toe hoe Mairin de wond met wijn uitwaste. Daarna deed ze het nog eens met gekookt water. Dagda reikte haar een schone doek aan en voorzichtig veegde ze het geronnen bloed weg. Ze werkte zwijgend tot ze tevreden was. Het was een gapende wond, constateerde ze.

'Ik moet het dichtbranden,' stelde ze vast. 'Als ik dat niet doe, geneest het niet. En je mag niet nog meer bloed verliezen.'

'Heel goed,' zei Josselin ernstig. Hij had het dichtbranden van een wond al eens eerder meegemaakt en hij wist dat het geen pretje was.

Dagda legde een dolk in het vuur en toen het ijzer roodgloeiend was, overhandigde hij het aan Mairin. Ze legde het kokende staal op de wond, die siste. Een geur van verbrand vlees vulde de kamer. Mairin zag nu heel bleek en de moeder van de koningin vermoedde dat de weeën waren begonnen.

Ze zou niets zeggen voordat de wond helemaal naar haar zin verzorgd was, dacht lady Agatha. Ze keek toe hoe Mairin de dichtgeschroeide huid met mos bedekte en het geheel vervolgens opnieuw verbond. Tevredengesteld schonk ze een bokaal wijn in die ze Josselin overhandigde. 'Dit is een pijnstiller,' zei Dagda. 'Jeneverbes, alsem en boerenwormkruid.' Mairin knikte, want door de pijn die ze zelf onderging, kon ze geen woord uitbrengen.

'Heer de Combourg,' zei lady Agatha, 'ik geloof dat het tijd wordt dat uw vrouw zelf weer op het bed gaat liggen.'

'Ik voel me prima,' protesteerde Mairin.

Maar Josselin dronk de wijn met het medicijn erin in een teug leeg en stond op. 'Je hebt meer dan je plicht gedaan,' zei hij rustig. 'Je bent je moeders dochter, Mairin. Ik denk dat ze trots op je zou zijn.'

'Ik ben zeker mijn moeders dochter. Ze heeft me de plichten die een vrouw heeft toch óók goed geleerd?'

Lady Agatha voelde dat hier grapjes over en weer werden gemaakt. Samen met Dagda ruimde ze de spullen op die Mairin nodig had gehad om Josselins wond te verzorgen. Vervolgens maakte ze de kamer gereed als kraamkamer. Hoewel ze bij dergelijke gelegenheden nooit eerder de hulp van een man had gehad, scheen hij er gewoon bij te horen. Ze kon haar nieuwsgierigheid niet bedwingen.

'Heeft u wel eens een kind geboren zien worden?' vroeg ze hem.

'Ja, lady. Ik heb lady Mairin geboren zien worden en ik was bij de geboorte van Maude, haar dochtertje.'

Tot haar verbazing schokte zijn antwoord haar niet. Ze knikte goedkeurend toen Dagda een paar dikke kussens achter Mairins rug plaatste waardoor ze half rechtop kwam te zitten. Hij scheen inderdaad precies te weten wat hij moest doen, peinsde ze.

Marin zag haar nieuwsgierigheid. 'We hebben nog wel even de tijd,' zei ze, 'ik zal u Dagda's positie uitleggen.'

De moeder van de koningin luisterde aandachtig terwijl Mairin haar de fascinerende geschiedenis vertelde. Af en toe moest Mairin ophouden omdat ze door een wee werd overvallen. Toen ze was uitverteld, wiste lady Agatha een traantje weg. Ze vond het een ontroerende gedachte dat deze reus van een man wel honderd mannen had gedood en toch zo zorgzaam aanwezig kon zijn in een kraamkamer.

Mairin wist dat er een feest ter ere van haar man werd gehouden. 'Ga met Josselin naar de grote hal,' zei ze tegen Dagda. 'Ik laat jullie wel roepen als het zover is.'

Toen de mannen weg waren, doezelde ze een poosje weg. Toen kwamen de koningin en Christina om te zien hoe ze het maakte. Ze vertelden haar over het gevecht van Josselin en Eric Longsword.

'Hoe raakte mijn man gewond?' vroeg Mairin.

'Dat was helemaal in het begin,' zei Margaret. 'Eerst vochten ze zwijgend, maar toen begon Eric gemene taal uit te slaan en daardoor raakte Josselin uit zijn concentratie. Maar toen hij die verwonding eenmaal had opgelopen, liet hij zich nergens meer door afleiden. Ik hoop dat je het niet erg vindt, Mairin, maar Eric zal in geheiligde grond worden begraven. Hij was een duivelse man, maar hij was een christen. Mijn geweten zegt me dat ik het zo moet doen,' besloot ze.

'Nee, Margaret, ik heb geen bezwaren. Misschien zal hij in zijn volgende leven gelukkiger zijn. Ik zal voor zijn arme ziel bidden.'

De koningin was blij met Mairins woorden. 'Ik wist wel dat je een goed hart had, Mairin,' zei ze.' 'Als je eenmaal op je geliefde Aelfleah bent, moet je niet vergeten dat je altijd een goede vriendin in Schotland zult hebben.'

De koningin en haar zuster verlieten het vertrek en Mairin viel weer een poosje in slaap. Toen ze weer wakker werd, was het al avond en nu begon de bevalling pas goed.

Lady Agatha kon weinig anders doen dan haar af en toe een slokje wijn te drinken geven en de transpiratie van haar voorhoofd vegen.

Op een gegeven moment vroeg Mairin naar Josselin en Dagda. Er werd een meisje naar de grote hal gestuurd en binnen de kortste keren kwamen ze binnen.

'Het hoofdje en de schouders zijn al te zien,' zei lady Agatha gehaast, waarna ze aan het voeteneinde van het bed ging staan om de baby verder te helpen op zijn tocht om geboren te worden.

'Het is een jongen!' riep lady Agatha terwijl ze de krijsende, bebloede baby omhoog hield. Toen legde ze hem op de buik van de gelukkige moeder.

Het werd Josselin te veel. Hij liep de gang op. Hij had niet eens naar het kind durven kijken om te zien of er gelijkenissen waren. Alle uitingen van Eric Longsword schoten hem te binnen en opnieuw werd hij dooreen verschrikkelijke twijfel overvallen.

Weken geleden had Mairin hem bezworen dat Eric haar niet had verkracht. Hij had haar geloofd omdat hij haar wilde geloven. Mairin was de mooiste vrouw van de wereld, dacht hij nu. Hoe was het dan mogelijk dat een man, als hij de kans had, haar niet wilde bezitten?

'Heer?' Dagda dook naast hem op. 'Lady Mairin wil u zien.'

Langzaam keerde hij terug naar de slaapkamer. En daar lag zijn tovenares, ondersteund door kussens. Er speelde een trotse lach om haar mond. De baby lag in haar arm en ze wiegde hem zachtjes heen en weer.

'Hier is je zoon, heer,' zei ze formeel. 'Hier is William de Combourg. Ik zweer op het Heilige Kruis dat hij jouw kind is. Wil je hem als zodanig erkennen?'

Hij wist dat hij nu bevestigend moest antwoorden, maar hij aarzelde.

Opdat moment kwam de koning met Margaret de kamerin. Dankbaar wendde hij zich tot de bezoekers. Maar Mairin had de aarzeling in zijn ogen gezien.

'Josselin, mijn vriend,' zei de koning, 'ik moet je iets vertellen dat bij het klaarmaken van het lichaam van Eric Longsword aan het licht is gekomen. Mijn vrouw heeft nooit aan Mairins woorden getwijfeld, ik ook niet. Maar ik weet dat jij het niet helemaal kunt geloven dat Eric je vrouw nooit echt heeft misbruikt.'

Josselin keek Malcolm Ceann Mor gespannen aan.

'Toen de dames hem hadden uitgekleed om hem te wassen, ontdekten ze dat Eric Longsword geen genitaliën had.'

'Wat?' Josselin toonde zich opgelucht en verbaasd.

'De man had geen genitaliën,' herhaalde de koning. 'Hij heeft ze wel gehad, maar hij is kennelijk een keer ernstig gewond geraakt, want de littekens logen er niet om, maar hij was in geen enkel opzicht een man. Zo, en nu wil ik je mooie zoon zien.'

Zwijgend reikte Mairin hem haar pasgeboren zoon aan. 'Ik zou het als een eer beschouwen als u en Margaret peetouders zouden willen zijn,' zei ze zacht. 'Kan Pater Turgot Wiliiam vanavond dopen?'

Margaret keek naar de nieuwe ouders en besefte dat er iets behoorlijk mis was. 'Natuurlijk, Mairin,' zei ze haastig. 'Mag ik mijn peetzoon ook even vasthouden?'

De koning en koningin bleven niet lang. Toen Mairin en Josselin alleen waren, verbrak ze de stilte. 'Ik vergeef het je nooit, Josselin.'

'Je móet het me vergeven,' smeekte hij. 'Zonder jou kan ik niet leven. Ik heb geprobeerd je te geloven! Ik wilde het!'

'Zonder de mededeling van de koning was je eeuwig aan mijn woorden blijven twijfelen.'

'Nee!'

'Ik zal het je nooit vergeven,' herhaalde ze.

'Je moet, tovenares. Ik houd van je en ik erken William als mijn zoon.'

'Te laat,' siste ze. 'Je erkent hem te laat. William is mijn zoon, en van mij alleen! Jij zult hem nooit krijgen!' Ze draaide haar rug naar hem toe en Josselin de Combourg wist dat de strijd die hij nu moest aangaan, de moeilijkste van zijn hele leven zou worden. Maar hij wist ook dat hij móest winnen. Hij moest haar liefde terugwinnen.