12

Waar ben ik aan begonnen, dacht Phyl. Maar ze had natuurlijk absoluut niet kunnen weigeren om naar deze lunch te komen. Nessa had nadrukkelijk gezegd dat ze de hele familie bij elkaar wilde hebben. Ze wilde hun iets vertellen, had ze gezegd, en in de tussentijd was Phyl de mogelijkheden nagegaan, sinds ze de uitnodiging had ontvangen. Het was namelijk een officiële uitnodiging, op papier: dat was gek. Ze kon zich niet herinneren dat ze ooit iets officiëlers had gekregen van Nessa dan een telefoontje, als Nessa hen bij haar thuis uitnodigde. Dit zou dus wel om iets heel belangrijks gaan. Zou ze zwanger zijn? Maar van wie dan? Er was helemaal geen spoor te bekennen van een andere man sinds haar scheiding van Gareth.

‘Heeft Nessa iets tegen jou gezegd?’ vroeg ze aan Matt. Hij zat zachtjes te neuriën in de auto.

‘Waarover?’

‘Over de lunch, natuurlijk. Ik zie er nogal tegenop.’

‘Waarom? Je hebt niets te vrezen, Phyl, echt niet.’

‘Doe niet zo stom, Matt. Ellie is er toch ook. Denk je dan dat ik me op mijn gemak voel?’

Matt zweeg even, en Phyl zat zich zo op te winden dat ze bijna tegen hem was gaan gillen dat hij zich ook helemaal niet in haar kon inleven. Maar ineens zette hij de auto stil in een parkeerhaven. Hij keek haar aan. ‘Ik kan niet zeggen wat ik te zeggen heb als ik autorij. Jij hoeft je helemaal nergens zorgen om te maken. Ellie zou zich slecht op haar gemak moeten voelen, hoewel ze dat natuurlijk niet doet. Je moet één ding heel goed beseffen, lief: voor haar heeft seks helemaal niks te betekenen. Zo is het nu eenmaal. Het is voor haar net zoiets als… als zwemmen, of lekker eten, of zo. Het is in elk geval een activiteit die verder helemaal geen emotione le betekenis heeft.’

‘Hoe weet jij dat nou? Ik denk dat ze jou voor zichzelf wilde. Ik denk dat ze dolgraag had gewild dat jij bij mij weg zou gaan, en dat je haar opnieuw ten huwelijk zou vragen.’

‘Misschien. Misschien denkt ze dat. Maar ik weet, en als ze eerlijk is ziet zij dat zelf ook echt wel in, dat het een nog veel grotere ramp zou worden dan de eerste keer.’ Matt pakte Phyls hand. ‘Jij bent mijn liefde, Phyl. Echt, en voor altijd. Geloof je dat?’

Phyl knikte. Hij zei: ‘Onthou dat nou maar goed. En hou je eraan vast. Deze lunch gaat over Nessa, en Ellie zal gerust voldoen de afleiding hebben. Maak je maar geen zorgen. En als jij weg wilt, dan gaan we. Geef me maar een seintje. Oké? Klaar?’

‘Het moet maar.’

‘Nou, je ziet er in elk geval fantastisch uit. Dus daar hoef je je al geen zorgen om te maken.’

Dat was lief van hem. Phyl wist nooit precies hoe ze zich moest kleden, maar ze had zelf ook het idee dat ze er vandaag mee door kon. Ze had gewoon een wat formelere versie van haar dagelijkse kloffie aangetrokken, want ze wist wel dat ze er het best uitzag in haar gewone goed. Een broek van donkergrijze tweed, een heel dure crèmekleurige zijden bloes, een lange ketting met kralen van malachiet die daar mooi bij afstak en een kasjmier vestje in precies hetzelfde groen als de ketting. Zwarte suède schoenen met een sleehak van zwart lakleer. Ze was zelfs naar de kapper geweest en ze vond dat ze er goed uitzag. Kom maar op, Ellie, dacht ze, terwijl ze Nessa's oprit op reden. Ik kan je hebben. Ze zuchtte diep. Ondanks dit nieuwe zelfvertrouwen zou ze dolblij zijn als de lunch voorbij was en ze weer naar huis zouden gaan.

Nessa had echt alles uit de kast gehaald. De tafel was gedekt met een wit tafelkleed en de witte, roze en donkerrode rozen in het geweldige, licht overdreven bloemstuk waren er duidelijk trots op dat ze van zijde waren en deden ook geen moment hun best om echt te lijken. Het eten was gebracht door een bedrijf dat Simply Natural heette. Lou wist dit, omdat zij het logo op het busje had gezien dat eerder die ochtend de spullen had geleverd. Zij en Jake waren de eersten. Nessa had dat aan hen gevraagd, want ze wilde graag dat zij als ‘stabiliserende factor’ zouden fungeren, zoals ze dat noemde, tegen haar moeder en Matt en Phyl.

Tamsin hield zich bezig met Poppy en dat deed ze goed. Lou hoopte maar dat het Poppy niet naar het hoofd zou stijgen, dat ze iemand had die elke seconde boven op haar zat. Poppy hoefde maar te wijzen naar iets wat ze wilde, of Tamsin ging het al pakken. Ze knuffelde haar en kletste met haar en las haar verhaaltjes voor en nu zaten ze met hun tweetjes in de keuken. Poppy's hapje werd opgewarmd in de magnetron, en Tamsin viel aan op iets wat verdacht leek op vissticks met frietjes. Waar ze zin in had. Een paar mensen van Simply Natural waren bezig met de voorbereidingen van het eten, en zij hadden beloofd om een oogje op de kinderen te houden.

‘Roep me maar als er iets mis gaat,’ zei Lou tegen Tamsin voor ze aan tafel ging, maar tot nu toe ging alles kennelijk goed. Af en toe luisterde ze naar de geluiden die uit de keuken kwamen, maar er klonk niets onvertogens en dus begon ze zich wat te ontspannen. Tot nu toe had Nessa niets gezegd, maar Lou begreep natuurlijk best waar deze lunch voor bedoeld was. Nessa ging aan Ellie, Matt en Phyl – en aan Justin, als die het niet allang wist – ver tellen over Mickey. Ze had duidelijk goed nagedacht over de tafelschikking. Mickey zat rechts naast Nessa. En dan, tegen de klok in, had je Matt, Phyl, Jake, Lou zelf, Justin en links van Nessa zat Ellie. Lou had zin om op een toeter te blazen of zo, om de aankondiging die nu toch elk moment kon plaatsvinden in te luiden.

Ze aten gerookte zalm, een heerlijke Griekse pastei van filodeeg, gevuld met kaas en spinazie, en nu zaten ze aan een trifle met tamme kastanje en cognac. Zo'n lekker dessert had Lou nog nooit geproefd. Ze vroeg zich af of ze het recept misschien aan die lui van Simply Natural zou kunnen vragen, maar die gedachte zette ze meteen weer van zich af. Ze kon helemaal niet koken en ze was ook absoluut niet van plan om dat in de toekomst te leren.

Tijdens het eten hadden ze het over heel gewone dingen gehad. Over Amerika en de voor- en nadelen van het wonen in Engeland, in vergelijking met de States. Justin vertelde over een nieuw plan, dat nog veel dubieuzer klonk dan zijn vorige plan. Hij zou met Ellie mee gaan naar Argentinië om daar een vastgoedbedrijf op te zetten. Papa kijkt alsof hij hier het liefst zo min mogelijk van wil weten, dacht Lou. Argentinië! Dat was een eind weg, om opnieuw te beginnen. Mama was heel stil, en Lou vroeg zich af hoe dat kwam. Was ze er nog steeds niet overheen dat zij papa's tweede vrouw was, na Ellie? Was ze na al die jaren nog steeds onzeker? Dat zou wel heel gek zijn, hoewel Ellie iedereen het nakijken gaf als het ging om showbizzachtige glamour. Zelfs Jake was geïntrigeerd, ook al zag ze wel dat zijn fascinatie voor een groot deel was gelegen in het feit dat haar buitenissigheid hem amuseerde. Dat knalrode zijden gewaad van haar zou eerder passen op een jacht aan de Rivièra… Het was een soort lange kaftan met borduursel rond de hals en zo ontzettend veel glimmertjes en gekleurde steentjes dat je zou denken dat ze als kerstboom verkleed ging. Nessa zag er zoals altijd verzorgd uit. Ze droeg een zijden jurk in roestbruine en beige tinten, en lange amberkleurige oorbellen. Mickey had een mosgroen fluwelen jasje aan op een hemdje van wit satijn. Lou bedacht zich dat haar eigen zwarte skinny jeans met haar crème kleurige bloes er nog net mee door kon, maar Jake had een lange sjaal van Missoni voor haar gekocht in ongeveer dertig verschillende kleuren rood, en dat was veruit het mooiste kledingstuk in de kamer. Ze had het gevoel alsof ze in zijn liefde gewikkeld was. Mijn god, wat een klef idee, dacht ze, en ze nam nog maar een slok wijn.

‘Goed,’ zei Nessa, en ze tikte even met haar mes tegen de rand van haar glas. ‘Het spijt me dat ik jullie gesprekken onderbreek, maar het hoeft niet lang te duren. Jullie zullen je wel afvragen waarom ik jullie voor deze lunch heb uitgenodigd. Sommigen hebben de reden misschien al geraden, en sommigen weten het ook al, maar ik wilde het toch graag een keer formeel vertellen. Dan hebben we het maar gehad.’

Papa trok wit weg. Ellie boog zich naar voren; Lou zag haar decolleté en vroeg zich af hoeveel kledingstukken ze eigenlijk zou hebben die helemaal tot boven dichtgeknoopt konden worden. Mama keek vooral verwonderd, en je zag dat Justin klaar zat om te fronsen. Jake was heel stil en had zijn pokerface opgezet: als hij zo keek, had je geen idee wat hij dacht.

‘Nou, daar komt-ie. Jullie zijn hierbij allemaal uitgenodigd voor onze bruiloft. Die van mij en Mickey. We trouwen op 22 december, en daarna gaan we naar Santa Lucia voor onze huwelijksreis – een Caribische kerst, dus.’

Lou dacht: Ellie zal de stilte wel verbreken. En ze had gelijk. Nessa's moeder, dat moest je haar nageven, was eerder tot haar positieven gekomen dan de rest, en ze hief haar glas in de richting van Nessa en Mickey. Ze had duidelijk al behoorlijk wat gedronken, maar ze stond op en zei: ‘Laten we proosten op het gelukkige paar! Ik ben zelf niet zo van de damesliefde, schat, maar ik wens jullie het allerbeste. En trek je vooral niks aan van wat andere men sen zeggen. Dat heb ik ook nooit gedaan!’ Ze grinnikte, nam een slok van haar wijn en plofte weer op haar stoel. Lou glimlachte even. Damesliefde, dat was een beetje jammer, maar verder had ze het uitstekend verwoord. Petje af voor Ellie.

Mickey zei: ‘Dank je, Ellie. We zijn ook zeker van plan om heel erg gelukkig te worden.’

Wat zou Matt nu doen? Lou zag dat haar vaders mond openviel toen hij dit nieuws aanhoorde, maar hij had zich op tijd weten te herstellen. Toen Ellie weer was gaan zitten, hief hij zijn glas naar Nessa en Mickey en zei: ‘Dat is inderdaad geweldig nieuws, Nessa. En dank je zeer dat je het ons op zo'n bijzondere manier hebt laten weten. Ik heb echt genoten van de lunch. Ik denk dat ik voor ieder een spreek als ik zeg dat we ons erg verheugen op de bruiloft. Ik wens jullie het allerbeste!’

Ik zal hem nog wel eens aan de tand voelen om te horen wat hij er echt van vindt, dacht Lou. Hij zou nooit een scène maken en hij zou ook nooit zo'n gelegenheid bederven, maar vond hij het echt geen enkel punt dat Nessa ineens lesbisch was geworden? Tot haar verbazing bedacht Lou zich dat ze het er nooit met hem over had gehad. Ze had het uiteraard wel met Jake besproken. Die was al zo vaak naar homohuwelijken geweest dat hij nergens meer van opkeek, maar Lou moest bekennen dat ze het wel een beetje gek – of in elk geval ongebruikelijk – zou vinden om Nessa met een andere vrouw voor het altaar te zien staan. Of hoe dat ook mocht heten bij de burgerlijke stand. Ze ging zo op in haar eigen liefdesleven, dat van haar en Jake, dat ze zich allang niet meer probeerde voor te stellen hoe het zou zijn, in bed met een andere vrouw. Nessa houdt van Mickey, dacht ze, en daar gaat het om. Misschien heeft ze wel precies hetzelfde gevoel dat ik voor Jake heb, als ze met elkaar vrijen. Lou realiseerde zich dat elk individu en elk paar anders was, dus Nessa en Mickey waren dat ook. Zij was zelf ook heel anders dan hoe ze met Ray was geweest. Haar stiefzusje moet toch ooit plezier hebben gehad in bed met Gareth. Ik moet ophouden met dit soort gedachten, dacht Lou. Ik ben echt serieus aangeschoten. En in de war. Ik weet maar één ding zeker en dat is dat ik van Jake hou. En hij houdt van mij. Ze hief haar glas en zei: ‘Dat is ontzettend goed nieuws, Nessa. Ik ben heel, heel erg blij voor jullie.’

Kinderen zijn echt goede babysitters, dacht Phyl, maar ze zijn het wel snel zat. Tamsin had het geweldig gedaan, op Poppy passen zowel voor als tijdens de lunch. Maar nu had ze er begrijpelijk genoeg van, en was ze naar haar kamer gegaan om iets voor zichzelf te doen. Phyl zag haar kans schoon en ging van tafel om voor haar kleindochter te zorgen. Ze wilde even met haar de tuin in voor een wandelingetje. Het was niet koud en de zon scheen met een herfsti ge gloed.

‘Kom, Poppekindje,’ zei ze, blij dat ze weg kon uit dat gezelschap. Ellie bleek geen probleem te zijn, en Phyl bedacht zich dat Matt misschien toch niet de hele waarheid had verteld. O, hij zou zijn ex-vrouw ongetwijfeld hebben verteld dat hun affaire geen toekomst had, maar hij had haar misschien niet verteld dat zij, Phyl, wist wat er tussen hen was gebeurd. Dat zou wel typisch Matt zijn, om zoiets achterwege te laten. Hij zal wel gedacht hebben dat het minder aanleiding gaf tot gênante situaties als zij aannam dat Phyl van niets wist. Nou goed, als hij dat zo wilde spelen, dan moest het maar. Ellie was vast enorm met zichzelf ingenomen, en dat irriteerde haar. Ze dacht vast: ik weet iets wat Phyl niet weet, en ze genoot natuurlijk enorm van het feit dat zij wist hoe Matt echt was, en Phyl niet.

‘Ach, wat maakt het ook uit, hè Poppy? Het kan me ook eigenlijk niks schelen. Want ik weet het wel, en zij weet niet dat ik het weet, en dus heb ik in feite gewonnen.’

‘Oma!’ antwoordde Poppy. ‘Tuin!’

‘Eerst even je knoopjes dicht, schatje. Het is fris buiten.’

Het huis van Nessa en Gareth – dat nu alleen van Nessa was, en binnenkort van Nessa en Mickey zou zijn – stond midden op een enorm stuk grond, waar een mooi verzorgde tuin van was gemaakt. Achter in de tuin was een muur, met vlak daarvoor een vijver, en Phyl en Poppy liepen daar naartoe. Phyl had het opgegeven om Poppy van het nogal natte gras te houden en dacht: ach, het zijn maar kleren en schoenen. Die worden vanzelf wel weer droog.

‘Joehoe!’ Phyl draaide zich om, en daar stond Lou naar haar te zwaaien vanuit de openslaande tuindeuren bij de zitkamer. Ze deed ze open, wat Nessa vast niet goed vond, met dit weer. ‘Mag ik ook naar de visjes komen kijken?’

‘Mammie!’ gilde Poppy terwijl ze Lous kant op waggelde en bijna struikelde over de graspollen. Lou pakte haar op en samen liepen ze naar de vijver.

‘Typisch Nessa, om zo'n mooie heldere visvijver hebben, zonder modder die de lol kan bederven,’ zei Lou. ‘Moet je zien wat een grote vis, Poppy! Dat is nog eens een grote goudvis.’

‘Vis!’ zei Poppy instemmend, en ze wilde zich naar beneden wurmen om het eens beter te kunnen bekijken. Ze gluurde over de stenen rand van de vijver en staarde naar de bewoners die van en naar de planten zwommen waarmee Nessa hun woonomgeving had versierd: waterlelies en riet en varens.

‘Wat vond jij van het nieuws, mam?’

‘Ik, eh… Nou ja, ik ben natuurlijk heel blij voor haar. Maar ik moet je wel eerlijk zeggen dat ik het allemaal wel een beetje…’ Phyl wist niet hoe ze het moest zeggen. Ze wilde niet ouderwets overkomen, maar ergens had ze het niet zo op die homohuwelijken, of hoe je het ook moest noemen. Niet dat er iets mis mee was, helemaal niet, maar toch vond Phyl het diep vanbinnen toch een beetje… nou ja, vreemd. Ze durfde niet eens te denken aan wat twee vrouwen samen in bed zouden kunnen doen, maar je zag op televisie tegenwoordig vaak genoeg stelletjes van hetzelfde geslacht innig zoenen, en zelfs dat gaf Phyl een heel vreemd gevoel. Ze had zich al lang geleden voorgenomen om zich niet al te diep in te laten met het hoe en het waarom van dat soort relaties, maar dat gold in het algemeen. Nu ging het over een vrouw die zij als klein kind al had gekend, en die ze had opgevoed sinds haar negen de, en dan lag het toch allemaal net iets lastiger. Phyl vroeg zich af of het soms aan haar lag… Of misschien kwam het wel doordat Nessa's echte moeder ervandoor was gegaan en haar in de steek had gelaten… Haar hoofd deed pijn van al die gedachten, en ze hoopte vurig dat ze er op de bruiloft – de ceremonie – wat meer aan gewend zou zijn. Daar wilde ze Lou niet mee lastigvallen, en dus zei ze: ‘Ik mag Mickey erg graag. Ik hoop dat ze gelukkig worden samen.’

‘Ze is in elk geval een stuk aantrekkelijker dan Gareth,’ zei Lou en om de een of andere reden vond Phyl dat erg geestig, en ze barstte in lachen uit. Lou lachte mee, net als Poppy.

‘O god, sorry Lou,’ zei Phyl. ‘Ik heb geloof ik een beetje te veel gedronken.’

‘Anders ik wel… Maar mag ik je iets vertellen?’

‘Niet als het ook zoiets is. Ik kan maar één schok per dag aan, hoor.’

‘Je bedoelt natuurlijk verrassing, in plaats van schok. Een schok is iets naars.’

Phyl glimlachte. ‘Ja, ja, ik begrijp je punt. Verrassing, dus. Vertel me jouw verrassing dan maar.’

‘Jake. Ik ben verliefd op Jake.’

Het was duidelijk zichtbaar hoe gelukkig ze was. Phyl kende die brede glimlach nog van toen Lou jong was. Uit de tijden dat ze nog echt gelukkig was.

‘Dat verbaast me helemaal niet. Dat wist ik al zo lang.’

‘Dat zeg je maar. Achteraf is het altijd makkelijk praten.’

‘Nee, nee, dat zie je verkeerd. Ik wist meteen al dat je hem leuk vond toen jullie bij ons kwamen voor papa's verjaardag. Ik zag het gewoon aan je. En hij houdt van jou.’

‘Ja, hij houdt echt van mij! Ongelofelijk, toch, mam?’ Lou sloeg haar armen om haar moeder heen. Phyl knuffelde haar dochter even en merkte dat de tranen haar in de ogen sprongen.

‘Wat is er, mama? Je hoeft toch niet te huilen? Je moet juist blij zijn voor me!’

‘O, maar dat ben ik ook, absoluut. Maar als ik denk aan alles wat jou is overkomen, dan ben ik zo ontzettend… nou ja, opgelucht, denk ik. Er zijn zo verschrikkelijk veel klootzakken op deze wereld. Ik geloof dat je echt heel veel geluk hebt met Jake. En hij met jou.’

‘Het lot! Dat is het.’ Lou barstte weer in lachen uit.

‘Precies, ja. Karma. Voorbestemming. Zoiets. En hij vindt Poppy nog leuk ook. Dat is het allerbelangrijkste. Toen je me vertelde dat hij een autostoeltje voor Poppy had gekocht, wist ik dat hij de ware was. Dat had jij toen ook al moeten weten.’

‘Voor een deel wist ik het toen ook wel. Maar ik wilde mezelf geen valse hoop geven. Vooral niet na Harry. Dat heeft mijn zelfvertrouwen wel een deuk gegeven, hoor.’

‘Gaat dat wel weer, met jullie? Op het werk, bedoel ik?’

Lou knikte. ‘Ja, dat gaat prima. Maar in de lente ga ik er een tijdje tussenuit. Wij – Jake en ik – gaan het huis in Bretagne opknappen. Tenminste, dat is het plan… Ik hoop maar dat het doorgaat.’

‘Je hebt dat huis nog niet eens gezien…’

‘Dat wilde ik je vragen. Zouden jij en papa een weekend op Poppy willen passen, als wij daar naartoe gaan?’

‘Ja, natuurlijk. Ik vind niks heerlijker dan haar te logeren te hebben. Dat weet je toch? We kunnen elk weekend, behalve dat van de zeventiende november. Dan gaan we zelf naar Parijs. Ook al is die arme Mme Franchard er niet meer, je vader had me beloofd dat we zouden gaan. Dus ik heb het hotel al geboekt, en alles is geregeld.’

‘Wat heerlijk! Je verdient het. Ik zat eerlijk gezegd al aan komend weekend te denken. Kan dat? Het is wel kort dag, maar Jake vertelde net onderweg hier naartoe dat hij komend weekend wel zou kunnen.’

‘Prima. Geen probleem. Ik zal het even met je vader kortsluiten, maar ik weet zeker dat hij het goed vindt.’

‘Mammie…’ Het was de eerste keer die dag dat Poppy een beetje jengelig klonk.

‘Kom maar mee, dametje, kleine vermoeide pop van me. Tijd voor een slaapje. Je mag vast wel even in Tamsins kamer. Dat is leuk, hè?’

Samen liepen ze het tuinpad af naar het huis, en Phyl keek hen na. Ik ben gelukkig, dacht ze. En die gedachte werd meteen gevolgd door een andere: laat ik me maar goed inprenten hoe dit voelt, want dingen kunnen zo snel veranderen. Laat het voor Jake en Lou in godsnaam nog even zo blijven. Laat hen gelukkig zijn. Laat hen alsjeblieft heel, heel erg gelukkig worden. Ze kneep haar ogen stevig dicht, zoals ze vroeger op school altijd deed als ze het Onze Vader bad. Hoe stijver je je ogen dichtkneep, des te vuriger was je gebed. Dit gebed, dacht ze. Ik wil dat dit gebed ook echt verhoord wordt.

‘Aha!’ giechelde Ellie. ‘Daar zit je dus! Jij hebt verstoppertje zitten spelen, hè, Matt? Maar nu heb ik je dan toch gevonden, lekker puh!’

‘Nee hoor. Ik was Nessa aan het helpen met de glazen.’ Hij wees naar het blad dat hij net op het aanrecht had gezet. Hij kon natuurlijk heus wel een afwasmachine inruimen, maar dat durfde hij niet zonder Nessa's toestemming. Toch had hij iets willen doen om te helpen, en daarom was hij gaan afruimen. En Ellie had gelijk. Voor een deel was het zijn bedoeling geweest om haar te ontvluchten. Hij rechtte zijn schouders en hield zich voor dat ze niks kon zeggen of doen met zoveel mensen in de buurt die elk moment de keuken in konden komen lopen. Hij wist dat Phyl in de achtertuin was met Poppy, want hij had hen naar de vijver zien lopen, maar toch kon ze elk moment terug zijn. Je moet van Ellie af zien te komen, dacht hij. Stuur haar terug naar de zitkamer. Nu.

‘Ongelofelijk, die Nessa. Ben jij niet verbijsterd? Nou, ik wel. Als ik het haar niet met mijn eigen oren had horen zeggen, dan zou ik het niet eens geloven. Die Mickey is een leuke vrouw, natuurlijk, en het is maar net waar je warm voor draait.’

‘Zo is dat,’ antwoordde Matt, die probeerde om een balans te vinden tussen vriendelijk blijven en toch ook koeltjes. Dat viel niet mee. Ellie stond natuurlijk weer veel te dicht bij hem – daar stond ze te glimmen, met haar parfum in zijn neus, en een goed uitzicht op haar decolleté, als hij daar naar zou willen kijken.

‘Ellie,’ begon hij, terwijl hij van haar weg liep. ‘Dit is… Ik begrijp niet zo goed waarom je achter me aan bent gekomen, maar we hebben elkaar echt niets meer te zeggen. Dat heb ik je aan de telefoon al duidelijk gemaakt. Het… het spijt me wat er is gebeurd; dat was de eerste en de laatste keer.’

‘Hm. Nou ja, dat weet ik ook best, maar geef toe, Matt: het was wel heel speciaal, of niet soms?’

‘Ja hoor, het was leuk.’ Mijn god, wat zei hij nou weer? Alsof hij het over een uitje van de biljartclub had. Toch was dit niet het moment om al te enthousiast te doen. Als je Ellie één vinger gaf, vrat ze je met huid en haar op.

Ze schoot in de lach. ‘Jij bent altijd al een meester geweest in understatements. Maar goed, ik begrijp de hint en ik denk dat Justin en ik ons prima zullen redden, daar aan de andere kant van de oceaan. Ik vond Engeland toch al een beetje… een beetje weinig avontuurlijk. Maar mocht je ooit van gedachten veranderen, dan weet Nessa wel waar je me kunt vinden.’

Ze slingerde haar armen om Matts hals. Hij kon geen kant op, want hij stond met zijn rug tegen het aanrecht. Ze gaat het nog doen ook, dacht hij. En ik kan niet weg. Nou, vlug dan maar, dan kan ik daarna naar de deur. O god, alsjeblieft laat er nu niet net iemand binnenkomen die ons zo ziet staan. Ze is gek. Onverbeterlijk. Ellie had haar mond inmiddels op die van hem gedrukt. Hij voelde de warmte van haar lijf dwars door zijn overhemd en het kostte hem al zijn wilskracht om niet aan haar toe te geven. Stel dat Phyl binnenkomt, dacht hij. Dit kan niet, dit mag niet! Hij liet zich door haar kussen, maar bleef zelf zo stijf als een plank staan en deed niets. Zijn lippen hield hij ook stevig op elkaar geklemd. Toen stapte hij van haar af en liep resoluut bij haar weg.

‘Dus ik ben mijn tijd aan het verspillen.’ Ellie lachte. ‘Geeft niks hoor, schat. Zit er maar niet over in.’

‘Ik zit nergens over in. En veel geluk in Argentinië, Ellie. Je zult het er vast geweldig hebben. En je kunt meteen Justin een beetje in de gaten houden.’

Ze deed een stap naar achteren. ‘Justin is hopeloos. Hij komt maar voor een paar weken, om te zien hoe het daar is. Ik geloof dat hij zijn appartement in Brighton verhuurt aan een vriend. Misschien houdt hij daar wat geld aan over, als hij verder geen salaris heeft. Ik ga maar weer eens naar binnen om te zien wat daar aan de hand is.’

‘Goed,’ zei Matt, opgelucht om haar uit de keuken te zien vertrekken. Hij slaakte een diepe zucht en was zich er van bewust dat hij niet meer normaal adem had gehaald vanaf het moment dat Ellie binnen was komen lopen. Het gevaar was geweken. Hij liep naar het raam om te kijken wat Phyl aan het doen was, en zag haar staan praten met Lou. Poppy sleepte met haar handje door de vijver en rende eromheen, een vis achterna die daar rondzwom. Hij glimlachte. Hij kon zich nog herinneren dat Tamsin vroeger precies hetzelfde deed.

De waarheid was dat hij nog steeds aan die nacht met Ellie dacht. Hij had geprobeerd om het uit zijn herinnering te wissen, maar dat was totaal niet gelukt. Hij kon er niets aan doen. Hij voelde zich waanzinnig aangetrokken tot Ellie en dat zou ook altijd zo blijven, en die nacht met haar was… Wat was het eigenlijk? Ongelofelijk. Onvergetelijk. Fantastisch. Hij voelde zich schuldig dat zijn eigen vrouw hem dat gevoel niet gaf, maar het was nu eenmaal niet anders. Hij hield van Phyl. Hij kon zich een leven zonder haar niet voorstellen. Maar het waren de gedachten aan Ellie waar zijn hart sneller van ging kloppen. Het was Ellie over wie hij fantaseerde. En het was Ellie die op de meest ongelegen momenten zijn gedachten binnen sloop. Hij kon zich er niet tegen verzetten. Hij slaakte een zucht en vroeg zich af hoelang dit nog zou naijlen. Misschien zou hij, naarmate de tijd verstreek en de herinnering vervaagde, wel vergeten hoe het was, die nacht. Hoe hij zich voelde. Hoe hij bijna buiten bewustzijn was geraakt van die overdosis genot. Phyl zwaaide naar hem vanuit de tuin, en ze lachte. Hij lachte terug, maar voelde zich een rat. Ik ben geen rat, dacht hij. Ik ben hier. Ik heb Ellie weggestuurd. Ik hou van mijn vrouw. Ik hou van haar. Er is niks mis mee om te fantaseren. Dat doet toch iedere man?

Harry zat te bellen toen Lou zijn kantoor binnen liep om met hem te praten over een script dat ze net had gelezen. Het ging over twee zusjes die in een supermarkt werkten. Speciale aanbieding heette het. Om die titel had ze moeten lachen, maar aan het script zelf moest nog wel wat gebeuren. Harry knikte naar haar dat ze moest gaan zitten, en dat deed ze, terwijl ze zich afvroeg waarom hij zo'n ontzettende grijns trok. Waarom was hij zo in zijn nopjes? Ze keek naar hem terwijl hij sprak, vergeleek hem met Jake en voelde zich gelukkig. Ze mocht Harry wel heel dankbaar zijn, vond ze. Want als hij haar vriendje was geworden, had ze nooit iets met Jake gehad, en dat zou echt vreselijk zijn… Ook al was haar relatie met Jake nog maar pril, ze kon zich het leven zonder hem niet voorstellen en bij die gedachte alleen al werd ze helemaal eng. Wat nu als hem iets zou overkomen? Of haar? Wat nu als hij haar toch zat zou worden? Wat nu als het toch niks werd, uiteindelijk? Wat nu, wat nu, wat nu, allemaal akelige gedachten… Nee, ik wil er niet over nadenken, dacht Lou. Ik wil positief blijven. Ik wil alleen maar naar de zonnige kant kijken. Harry keek haar nu recht in de ogen en knikte, en zei: ‘Ja. Ja. Toevallig zit ze hier nu voor me… Tuurlijk. Nee, ik ga wel even koffie halen, dan kun jij met haar praten. Oké… We houden contact. Dag, Ciaran.’

Ciaran? Nee toch? Harry stak de telefoon naar haar uit, zodat zij met hem kon praten. Hij grijnsde van oor tot oor.

‘Hallo? Met Lou Barrington?’

‘Gevonden! Neem me niet kwalijk. Met Ciaran Donnelly. Sorry, je vindt me vast heel onbeschoft. Maar weet je, ik heb je script net gelezen. Het was onder een hele stapel andere dingen terechtgekomen, erg hè? Maar ja, je bent hier thuis geweest, dus je hebt gezien hoe het hier gaat.’

Lou knikte en realiseerde zich dat hij die knik niet kon zien, en zei: ‘Ja. Ja, dat heb ik gezien, inderdaad.’ Wat zou hij te zeggen hebben? Waarom had hij Harry gebeld? Wat was hier aan de hand? Ze voelde haar hart tekeergaan en ademen was ineens iets heel moeilijks.

‘Ik vind het geweldig! Het is echt heel goed… Ik neem er een optie op. Niet dat dat veel oplevert, zo'n optie, zoals jij ook wel weet, maar ik vind het een heel goed script, en ik wil niet dat een ander ermee aan de haal gaat. Ik ga nu proberen om wat fondsen los te krijgen… Je kent dat wel, hè? Ik kan je niet garanderen dat die film er ooit echt van komt, maar de eerste stap is gezet.’

‘Ja. Sorry dat ik zo weinig te melden heb. Ik weet gewoon niet wat ik moet zeggen. Ik ben… ik ben er helemaal ondersteboven van… echt volkomen. Ik had totaal niet gedacht dat jij het goed zou vinden. Ik droomde er zelfs van… dat je ernaar zou kijken en dat je het dan vol walging door de kamer zou smijten.’ Lou hield haar mond, want ze wist wel dat ze aan het raaskallen was geslagen. Dat ze onzin uitkraamde. En in haar hoofd flitste zijn woorden een heel goed script, een heel goed script, een heel goed script. Kon dit gesprek maar eeuwig duren. Maar tegelijkertijd wilde ze nu meteen ophangen en Jake bellen, en papa en mama om het hun te vertellen. Leefde opa nog maar! Die zou zo blij zijn geweest: Blinde maan weer in de boekwinkels, zodat iedereen het kon lezen, en dan nu ook nog – misschien – een film! Een film die zij had geschre ven. Lou kon niet geloven dat dit allemaal echt gebeurde.

‘Nee joh, hoe kom je erbij. Er viel niks te walgen, hoor. Zeg, we moeten snel even bij elkaar gaan zitten, denk ik. Ik wil wel eens fatsoenlijk kennismaken, nu ik in je ga investeren – vind je tweeduizend pond trouwens erg gierig klinken?’

‘Nee, nee, helemaal niet. Dat is prima.’

Ze had geen flauw idee of het prima was of niet, maar ze zou hem de optie voor heel wat minder hebben gegeven. Hij was niet zo maar iemand. Hij was Ciaran Donnelly.

‘Dan neem ik snel contact met je op. Tot ziens dan, lieverd.’

‘Dag hoor. En ontzettend bedankt.’

‘Het genoegen is geheel aan mijn kant!’

Lou zette de telefoon op de lader, terwijl Harry net weer binnen kwam. Hij klopte haar op de schouders en liep naar zijn plek. Toen keek hij haar lachend aan.

‘Jij bent heel stout geweest, Lou Barrington. Je hebt hier helemaal niks van verteld! Je had mij toch even kunnen laten kijken?’

‘Dat wilde ik niet. Jij kent me, en dat zou het moeilijk voor je maken om echt heel eerlijk te zijn, toch? Ik denk niet dat je snel iets teleurstellends zou zeggen.’

‘Maar zo te horen is het heel goed. Niet dat ik dat niet van je verwachtte. Wanneer mag ik het zien? Mail je het even naar me? Ik wil het echt heel, heel erg graag lezen, Lou.’

‘Oké, en dan wil ik ook graag horen wat jij ervan vindt. Ik ben eerlijk gezegd een beetje bang voor jouw mening, maar ik wil het toch weten.’

‘Dus je bent naar zijn huis gegaan? Serieus?’

Lou knikte. Harry zei: ‘Ik had nooit gedacht dat jij zo stoer was. Maar het heeft wel gewerkt. Ik denk dat je een meer dan gemiddel de kans hebt dat het goed komt met die financiering, want hij wil het zelf duidelijk heel graag.’

‘Zo klonk hij wel, hè?’

‘Ja, ja. Jij bent veranderd, Lou, sinds deze zomer. Ben je soms verliefd? Dat is het enige wat ik kan bedenken dat zou verklaren waarom je zo… zo straalt. Vertel eens, wie is hij?’

‘Hoe weet je nou dat het een hij is? Het kan toch net zo goed een haar zijn?’

‘Néé! Dat meen je niet!’

‘Nee, dat meen ik niet.’ Lou lachte. ‘Het is een hij. Mijn zusje is verliefd op een vrouw. Die gaan zelfs trouwen, met kerst.’

‘Jemig! En wat vindt je familie daarvan?’

‘Die vinden niet zoveel, geloof ik. Je hebt het ook maar te accepteren, toch? Wat maakt het uit met wie iemand het doet, daar keer je iemand toch de rug niet voor toe.’

‘Nou, niet iedereen is zo ruimdenkend, hoor… Maar vertel eens over hem?’

‘Hij heet Jake Golden, van Golden Ink.’

‘Dat meen je niet!’ Harry sperde zijn ogen wijd open. Zijn mond ook, trouwens. ‘Jemig, nou, dan is jouw bedje gespreid. Weet je wel hoe rijk die vent is?’

‘Nou, ik heb het hem nooit gevraagd, maar ik denk dat hij wel een behoorlijk inkomen heeft. Hij heeft een uitgeverij…’

‘Die uitgeverij is maar bijzaak, Lou. Zijn vader is Morton Golden, dat is een internetgigant. Die zijn zo ontzettend rijk, daar is niet eens een woord voor. Nou, dan mag jij me mee uit lunchen nemen. En ik zou hem graag eens ontmoeten. Kan ik meteen controleren of hij wel goed genoeg is voor jou, Lou.’

‘Jij hebt ook lef, zeg! Ik zal je zeker mee uit lunchen nemen, maar jij bent nou niet bepaald degene die mag zeggen of hij wel geschikt is. Nou, je kunt gerust zijn, hoor. Hij is geweldig, maak je maar geen zorgen. Echt heel geweldig.’ Ze stond op en liep het kantoor uit.

‘Neem je nu ontslag, hier, nu je zelf scriptschrijver bent?’ riep Harry haar nog na.

‘Nee, man, natuurlijk niet.’

‘Ook niet nu je zo'n rijk vriendje hebt? Je kunt de hele dag op satijnen lakens kaviaar liggen eten.’

‘Ik ben niet getrouwd, of zo. Met zijn geld heb ik helemaal niks te maken.’

Maar ze wist best dat dat niet helemaal waar was. Jakes rijkdom zou op allerlei manieren een groot verschil maken. Eerlijk gezegd probeerde ze deze nieuwe informatie nog te verwerken. Ze wist natuurlijk wel dat hij geld had, maar zoveel… Dit was wel even schrikken, en Lou besloot dat ze daar later, als ze alleen was, wel eens over na zou denken. Ik had het natuurlijk allang moeten weten, dacht ze. Ze pakte haar mobieltje en belde Jake.

‘Jake? Mag ik je op een lunch trakteren? Ja, Dolce Vita is prima. Ik heb heel erg goed nieuws… Wat? Nee, niet over de telefoon. Zorg maar dat je er om één uur bent.’

Terwijl ze naar het metrostation liep, bedacht Lou zich wat Jake nu zou denken – misschien wel dat ze zwanger was. Ze wilde hem bijna terugbellen om hem gerust te stellen. Of zou dat helemaal niet eens bij hem opkomen? Nee, natuurlijk niet. Maar misschien zou het toch bij hem opkomen? Ze had hem niet eens verteld dat ze dat script had geschreven. Was dat verkeerd? Zou hij het erg vinden? Nee, hij zou het vast begrijpen. Dat wist ze zeker, zo zeker als wat. Jake was veel te nuchter en te gemakkelijk. En trouwens, zo belangrijk was het nou ook weer niet. Er werden zoveel opties gelegd op scripts, die dan toch nooit echt verfilmd werden. De overgrote meerderheid, zelfs. Blinde maan zou waarschijnlijk ook nooit echt op het witte doek te zien zijn – dat moest ze zichzelf maar voorhouden, om niet al te teleurgesteld te raken. Het was niet erg. Ze was nu in elk geval heel erg blij. Blij om Ciaran Donnelly en wat hij had gezegd. En om Jake. En ook, voor een heel klein deel, omdat ze gezien had dat Harry een beetje jaloers was. Dat was gemeen van haar, vond ze, maar toch kon ze er niks aan doen. Net goed dat hij een heel klein beetje jaloers was – op Jake.

Het huis was meer een ruïne. Lou had op de luchthaven in Rennes een auto gehuurd en was bijna naar de rand van een hoge, witte rots gereden. Het leek hier wel het einde van de aarde; Finistère was een heel goede naam voor deze plek, vond ze. Het was een stormachtige ochtend in oktober. De wind joeg de donkerblauwe oceaan op tot witte schuimkoppen en het dorpje waar ze net doorheen was gereden, was niet meer dan een straat. Ze had het huis gevonden nadat ze eerst bij het plaatselijke café, Les Naufragés, had gevraagd waar het precies was. Ook een eigenaardig gevoel voor humor, om je café De Drenkelingen te noemen.

Jake zou mee zijn gegaan, maar hij kon niet. Hij wilde het huis even graag zien als zij, maar op het laatste moment moest hij naar New York voor een bespreking, en die kon niet worden uitgesteld.

‘Het geeft niet,’ zei hij, om er maar het beste van te maken. ‘Dan gaan we daarna nog een keer. Zo snel mogelijk. En dan gaan we het samen opknappen, en dan gaan we er vakantie vieren, en het wordt geweldig, dat weet ik zeker. Misschien is het wel goed als je de eerste keer alleen gaat, Lou.’

‘Wat een onzin,’ had Lou geantwoord. ‘Het zou allemaal een stuk gemakkelijker zijn als jij er bij was. Moet ik nou echt in mijn eentje de strijd aangaan met Franse notarissen en makelaars en zo?’

‘Ja, natuurlijk, waarom niet? Je bent toch niet bang, of wel?’

‘Nee, maar…’

‘Nou dan. Ik help je wel om een vlucht te boeken en een hotel, en klaar. Het komt allemaal goed.’

En het kwam ook goed, en Jake had natuurlijk gelijk gekregen. Monsieur Thibaud was vanuit Parijs naar Rennes gekomen, en hij had alle juridische zaken met een plaatselijke notaris geregeld. Hij had zelfs aangeboden om met haar naar het huis te gaan kijken. Dat had ze zo beleefd mogelijk geweigerd en dus gaf hij haar alleen wat aanwijzingen hoe ze moest rijden, en dat was dat.

Ik ben inderdaad blij dat ik alleen gekomen ben. Het is hier vast schitterend, in de zomer. Nu was het landschap erg ruig, maar gek genoeg vond ze dat wel spannend. Lou vond het geweldig, een huis op een rotspunt. Ze vond het prachtig dat je zo over de zee keek. Ze had de foto bestudeerd van de eerste Louise, zoals ze haar noemde, op zoek naar aanwijzingen over het huis, en hoe dat eruit zou kunnen zien, en ze had het zich voorgesteld als een heel solide gebouw dat stevig gebouwd was tegen de wind die er vanaf de oceaan tegenaan beukte.

De patron had uitgelegd waar het huis van de familie Franchard was: ongeveer honderd meter na het laatste huis in het dorp, zei hij. Het kon niet missen, want het had geen dak en de deur was rood geschilderd. Dat wilde zeggen: een paar rode schilfers verf hingen aan wat ooit een houten deur was geweest.

Lou parkeerde de auto aan de voorkant van het huis, dat met zijn rug naar de rots stond, van de weg gescheiden door een beschei den tuintje vol bomen die kromgetrokken waren door de wind. Ze stapte uit en duwde een luik open, dat nog net in zijn scharnieren hing, om naar binnen te kunnen gluren. Het leek eerder op een verlaten schuur dan op een huis waar ooit echt mensen in hadden gewoond. Ze zag een kamer die waarschijnlijk ooit als keuken had gediend. Die kamer was al vrij groot, maar daarachter was een nog veel grotere ruimte.

Ze liep langs het versplinterde hout van de deur en keek om zich heen. Beneden waren twee grote ruimten. Midden in de keuken stond een heel oude houten tafel, wiebelig op zijn poten. Lou ging de gammele trap op naar de eerste verdieping en inspecteerde de drie slaapkamers, die allemaal iets weg hadden van een witgepleisterde cel. Toen ging ze weer naar beneden en liep naar het achterste raam, dat ze onmiddellijk herkende. Dit was de plek waar Louise Franchard als jonge vrouw had gestaan, glimlachend en met de zee achter zich. Het was volkomen leeggehaald en de tafel was het enige teken waaraan Lou kon zien dat het huis ooit echt bewoond was geweest. Toen ze met Jake door Milthorpe House was gelopen, was dat ook leeg, maar daar kon je tenminste nog voelen dat er tot voor kort mensen hadden geleefd. Rozetten aan het plafond, gordijnrails, peertjes die nog gewoon brandden, bleke rechthoeken waar eerst schilderijen hingen: overal tekenen van menselijke aanwezigheid. Hier was helemaal niets meer, en toch kon Louise zich helemaal voorstellen hoe de Franchards hier hadden geleefd: spartaans, maar gezellig. Er hadden hier lampen gestaan, en er hadden kleedjes op de grond gelegen. Gordijnen voor de ramen. Bedden op de eerste verdieping met dikke spreien erop, gewatteerd, waarschijnlijk, en gevuld met de veren van zeevogels.

Elk huis heeft geesten, dacht ze bij zichzelf, elk huis, of er nu mensen wonen of niet. De geesten van doodgewone mensen die doodgewone dingen deden zweven door de kamers. Ze zag de zusjes zo voor zich, Manon en Louise, zittend bij het vuur – er was een haard in de keuken. Wat zaten ze daar te doen? Breien? Lezen? Kletsen? Wat het ook was, een deel van hen hing hier nog, omdat zij aan hen dacht. Omdat zij zich hen herinnerde. Geesten danken hun bestaan in feite aan het goede geheugen van de mensen die nog leven, bedacht ze zich. De reden waarom de meeste spookverhalen zo eng waren, in plaats van verdrietig, was omdat mensen zich een sensationeel moordverhaal veel langer herinneren dan een doodgewone gebeurtenis, zelfs door mensen die helemaal niets met de dode te maken hadden.

Lou schudde haar hoofd. Wat een moment om te staan filosoferen! Als Jake hier nu was, zou hij de maat opnemen van de keuken om te zien of er een Aga zou passen op de plek waar vroeger de haard was. Ze keek nog eens uit het raam naar de tuin, die totaal overwoekerd en verwilderd was, en die zich uit leek te strekken tot het uiterste puntje van de rots. We moeten hier wel iets van een omheining plaatsen, voor Poppy, dacht Lou. Ze huiverde. Een heel stevige omheining… Maar mijn hemel, wat een fantastisch uitzicht! Ze pakte haar telefoon en nam wat foto's van de zee. Toen zette ze de haard op de kiek en de voortuin en vervolgens liep ze naar buiten om ook het ingestorte dak op de foto te zetten. Die zou ze dan naar Jakes telefoon sturen, zodra het ochtend was in New York. Hij sliep met zijn mobieltje naast zijn bed, en ze wilde hem niet wakker maken. Ineens wilde ze zo verschrikkelijk graag dat hij hier nu bij haar was om dit allemaal te zien. De volgende keer dan maar. En dan? Ze waren de afgelopen weken bijna elke dag samen geweest, maar Lou moest tot haar schaamte bekennen dat ze steeds vaker nadacht over de toekomst. Ik merk dat ik op hem ga rekenen, en Poppy ook. Die is stapeldol op hem. Ik ben stapeldol op hem. Ze lachte en het geluid van haar stem klonk heel hard door het lege huis.

‘Ik wil met hem trouwen!’ riep ze uit, en het enige antwoord kwam van een meeuw, buiten. Ze giechelde. Ze was niet helemaal goed bij haar hoofd, door al die liefde, maar toch was het waar. Tenminste, voor een deel. Ze wilde voor altijd bij hem wonen, getrouwd of niet. Ze deed de telefoon terug in haar tas, maar net toen ze het huis uit wilde lopen, ging hij over. Ze graaide in de tas en had hem meteen te pakken.

‘Hallo?’ vroeg ze.

‘Met mij, met Jake. Waarom kijk je niet gewoon even naar de nummermelding?’

‘Jake! Jij moet toch slapen! Het is midden in de nacht, waar jij bent.’

‘Vijf uur 's ochtends. Ik werd vroeg wakker, want ik mis je zo verschrikkelijk.’

‘Ik jou ook. Ik mis je echt waanzinnig. Jake, ik ben nu in het huis. In Frankrijk…’

‘Ja, ik was zo nieuwsgierig. Hoe is het? Heb je foto's gemaakt?’

‘Ja, ik zal ze meteen even sturen. Het is ontzettend mooi, hier.’

‘Ik had al zo'n vermoeden. Als het hotel oké is, moet je maar een kamer reserveren voor volgende maand. Dan nemen we Poppy ook mee. Goed?’

Lou knikte. ‘Goed. Dat lijkt me heerlijk… O, Jake, ik wil je zo graag weer zien.’

‘Het duurt niet lang meer, maar luister eens, ik heb zitten denken. Jouw appartement, hè, zou je dat niet op willen zeggen?’

‘En dan bij jou intrekken?’

‘Ja, en dan bij mij intrekken. Ik heb zoveel ruimte en het is zo'n onzin om de hele tijd maar alles heen en weer te slepen terwijl we toch samen willen zijn, of niet?’

‘Ja, je hebt gelijk.’

‘Dus, ga jij dan je huur opzeggen?’

‘Yep.’

‘Geweldig. Nou, ik ga maar eens mijn bed uit. Dan bel ik je straks weer. Hé, Lou?’

‘Ja?’

‘Ik mis je zo verschrikkelijk…’

‘Ik jou ook.’

‘En ik hou van jou. Weet je dat wel?’

‘Ja, dat weet ik. En ik hou van jou.’

‘Gelukkig. Nou, dag!’

‘Dag…’

Hij had opgehangen. Ze stuurde hem de foto's van het huis en was als altijd weer onder de indruk van de magie die ervoor zorgde dat ze Jake helemaal in New York een bericht kon sturen. Ze deed de telefoon in haar tas, liep het huis uit en trok de rode deur achter zich dicht. Net toen ze in de auto wilde stappen, hoorde ze het piepje van een binnengekomen sms. Van Jake – zijn reactie op de foto's. Ze klapte haar telefoon open. Fantastisch! Als ik mijn huis met jou deel, deel jij het jouwe dan met mij? Xxx

Lou moest lachen. Ze sms'te terug: Wat dacht jij dan?

Toen trok ze het portier van de auto dicht en leunde even tegen de hoofdsteun, met gesloten ogen. Ze luisterde naar het geluid van de golven die tegen de rots sloegen, ver onder haar, en ze vroeg zich af of de eerste Louise zich ook zo had gevoeld: dat ze volkomen bereid was om alles achter te laten, haar huis, haar familie, haar leven, alles wat ze kende, om haar geliefde achterna te reizen, waarheen hij ook ging. Zo voel ik me nu ook, dacht ze. Ik zou precies hetzelfde hebben gedaan als zij. Ze draaide de sleutel om en startte de auto om weg te rijden. Heel even keek ze achterom naar de witte ruïne die nu haar huis was, en toen draaide ze zich om en concentreerde zich op de zilveren kronkelweg naar Penmarc'h.