15
In een rustige kamer van Scotland Yard zaten vier mannen om een
tafel. Inspecteur Wilding van de afdeling narcotica was voorzitter
van de vergadering. Naast hem zat sergeant Bell, een energieke en
optimistische jongeman, die iets weg had van een levendige
hazewindhond. Inspecteur Sharpe leunde zwijgend en waakzaam
achterover in zijn stoel. De vierde man was Hercule Poirot. Op de
tafel lag een rugzak.
Inspecteur Wilding streek nadenkend langs zijn kin.
'Het is ongetwijfeld een interessante opvatting, monsieur Poirot,'
zei hij voorzichtig, 'een zeer interessante opvatting.'
'Het is, zoals ik al zei, alleen maar een idee,' zei Poirot.
Wilding knikte.
'We hebben de hoofdlijnen wel duidelijk voor ogen,' zei hij. 'Er
wordt altijd gesmokkeld natuurlijk, op de een of andere manier. We
rollen een smokkelaarsbende op en na korte tijd beginnen ze ergens
anders. Wat mijn afdeling betreft, er zijn de laatste anderhalf
jaar veel bedwelmende middelen het land binnengekomen.
Hoofdzakelijk heroine en cocaine. Er zijn op het vasteland hier en
daar depots van. De Franse politie heeft een paar aanwijzingen hoe
het Frankrijk binnenkomt -- maar ze weten niet hoe het weer het
land uitkomt.'
'Zou het juist zijn te zeggen, dat uw probleem globaal onder drie
rubrieken kan worden ondergebracht?' vroeg Poirot. 'Ten eerste het
probleem van de distributie, dan het probleem hoe de zendingen het
land binnenkomen en ten derde, wie aan het hoofd van die
smokkelzaak staat en de grootste winst opstrijkt.'
'Daar komt het wel op neer, ja. We kennen verscheidene kleinere
wederverkopers en we weten hoe het goedje aan de man wordt
gebracht. Sommige van die verkopers arresteren we, maar we laten ze
ook wel met rust, in de hoop door hen de grote bazen te vinden. Het
wordt op allerlei verschillende manieren gedistribueerd, in
nachtclubs, kroegen, drugstores, soms door een dokter, chique
modistes, en kapsters. Het wordt doorgegeven bij paardenrennen en
bij antiquairs, soms zelfs in een volle winkel. Maar dat hoef ik
jullie niet te vertellen, die kant van de zaak is niet belangrijk,
die kunnen we wel aan. En we hebben een sterk vermoeden, dat we de
hoofden van de bende op het spoor zijn. Een paar zeer respectabele
rijke heren, tegen wie nooit de geringste verdenking is gerezen. Ze
zijn uiterst voorzichtig, ze hanteren het goedje nooit zelf. Maar
nu en dan maakt een van hen een fout en dan hebben we ze te
pakken.'
'Net zoals ik gedacht had. Ik interesseer me er het meest voor, hoe
die zendingen het land binnenkomen.'
'Och, we wonen op een eiland. De gebruikelijkste weg is over zee.
Een vrachtschip. Ze landen stilletjes ergens aan de oostkust of in
een kleine baai in het zuiden. Dat lukt een poosje, maar vroeg of
laat krijgen we aanwijzingen over de man, van wie de boot is en als
hij eenmaal onder verdenking staat krijgt hij geen kans meer. De
laatste tijd is het goedje een of twee maal met een vliegtuig
binnengesmokkeld. Ze bieden veel geld en een enkele keer blijkt een
stewardess of een lid van de bemanning niet tegen de verleiding
bestand te zijn. En dan zijn er importeurs. Respectabele firma's,
die piano's of zo importeren. Die kunnen het een tijdlang
volhouden, maar gewoonlijk krijgen we ze toch te pakken.'
'U bent het toch met me eens dat een van de grootste moeilijkheden
bij die illegale handel is, de smokkelwaar van het vasteland hier
te krijgen?'
'Beslist. En ik wil nog verder gaan. We maken ons er ongerust over
dat er de laatste tijd veel meer binnenkomt dan vroeger.'
'En hoe staat het met andere artikelen zoals juwelen?'
'Die worden ook veel gesmokkeld,' zei sergeant Bell. 'Er komen
clandestien diamanten en andere stenen uit Zuid-Afrika en Australie
en soms uit het Verre Oosten. Ze komen regelmatig binnen en we
weten niet hoe. Onlangs werd een jonge vrouw, een gewone toeriste,
in Frankrijk door een oppervlakkige kennis gevraagd of ze een paar
schoenen voor haar wilde meenemen over het Kanaal. Geen nieuwe,
niet belastbaar, gewoon een paar schoenen die ze ergens had
achtergelaten. Ze stemde er niets vermoedend in toe. We kwamen er
toevallig achter en het bleek, dat de hakken van die schoenen hol
waren en volgestopt met ongeslepen diamanten.'
Inspecteur Wilding zei: 'Maar wat bent u nu eigenlijk op het spoor,
monsieur Poirot? Verdovende middelen of edelstenen?'
'Allebei. Alles wat hoge waarde heeft en weinig omvang. Het komt me
voor dat er een wat je zou kunnen noemen vrachtdienst is, die zulke
dingen heen en weer brengt over het Kanaal. Gestolen juwelen, de
stenen uit de zetting genomen, gaan Engeland uit en edelstenen en
verdovende middelen komen het land binnen. Het kan een klein,
zelfstandig bureau zijn, dat niets met de verdeling te maken heeft
en dat de dingen vervoert op commissiebasis. En die kan flink hoog
zijn.'
'Dat zal waar zijn. Je kunt voor tien of twintig duizend pond aan
heroine in een heel kleine ruimte pakken en datzelfde geldt voor
ongeslepen stenen.'
'Het zwakke punt bij een smokkelaar is altijd het menselijk
element,' zei Poirot. 'Vroeg of laat ga je een persoon verdenken,
de steward van een luchtvaartmaatschappij, een zeil-enthousiast met
een kleine kruiser, de vrouw die al te vaak heen en weer reist naar
Frankrijk, de importeur, die meer geld schijnt te verdienen dan
verklaarbaar is, of iemand die ogenschijnlijk geen behoorlijk
inkomen heeft, en toch royaal leeft. Maar wanneer de waren het land
binnen worden gebracht door een onschuldig mens en wat meer zegt,
telkens door een ander, dan wordt het oneindig veel moeilijker die
zendingen te achterhalen.'
Wilding wees naar de rugzak: 'En is dat uw idee?'
'Ja. Wie lopen tegenwoordig het minste kans verdacht te worden?
Studenten! De ernstige, hard werkende studenten. Die meestal slecht
bij kas zijn en met geen andere bagage reizen dan die ze op hun rug
kunnen meedragen. Die kriskras door Europa trekken. Wanneer een
bepaalde student geregeld de smokkelwaar meebracht zou hij in de
gaten lopen, maar de kern van de zaak is, dat de jongens onschuldig
zijn en... dat er veel zijn.'
Wilding streek langs zijn kin. 'Hoe denkt u dat dat georganiseerd
is, monsieur Poirot?' vroeg hij.
Hercule Poirot haalde zijn schouders op.
'Daar kan ik alleen maar naar raden. Ongetwijfeld heb ik het in
vele details mis, maar ik denk, dat het ongeveer zo gaat: eerst
wordt er een voorraad rugzakken op de markt gegooid. Ze zijn van
het gewone conventionele soort, precies zoals alle andere
rugzakken, sterk en geschikt voor het doel. Wanneer ik zeg, precies
als alle andere rugzakken, is dat niet juist. De bodem is iets
anders. Zoals u ziet, kun je die heel gemakkelijk eruit nemen en
hij is zo dik en zo gevormd, dat er rolletjes edelstenen of poeder
in de ribbels van de zogenaamde voering kunnen worden geborgen. Je
zou het nooit vermoeden als je er niet bepaald naar zocht. Zuivere
heroine of zuivere cocaine neemt heel weinig plaats in.'
'Ja, dat is zo,' zei Wilding. 'Je zou elke keer voor een waarde van
vijf of zesduizend pond mee kunnen smokkelen zonder dat je er iets
van ziet.'
'Precies,' zei Poirot. 'Alors\ De rugzakken zijn dus vervaardigd en
op de markt gegooid, ze zijn waarschijnlijk in meer dan een winkel
te koop. De eigenaar van de winkel kan in het komplot zijn, maar
hij kan er ook niets van afweten. Het kan zijn, dat hij eenvoudig
alleen een voorraad rugzakken heeft gekocht, omdat de prijzen
voordeliger waren dan die van andere firma's. Natuurlijk staat er
een organisatie achter, die zorgvuldig een lijst bijhoudt van
studenten van de verschillende universiteiten. Misschien staat
iemand die zelf student is of daarvoor doorgaat aan het hoofd van
de bende. Studenten gaan dikwijls trekken op het vasteland. En
ergens op de terugweg wordt hun rugzak verruild voor een andere. De
student keert naar Engeland terug, de douane kijkt de bagage
vluchtig na. De student komt terug in zijn pension, pakt zijn
boeltje uit en de lege rugzak wordt ergens in een kast of in een
hoek van de kamer gegooid. Dan zal de rugzak weer geruild moeten
worden of misschien wordt de valse bodem er netjes uitgehaald en de
normale ervoor in de plaats teruggebracht.'
'En denkt u dat dat in Hickory Road is gebeurd? '
Poirot knikte. 'Dat vermoed ik, ja.'
'Maar gesteld dat u gelijk hebt, hoe bent u op dat idee
gekomen?'
'Er is daar een rugzak kapot gesneden,' zei Poirot. 'Waarom? Omdat
de zaak onverklaarbaar was, moest ik er een reden voor bedenken. Er
is iets vreemds met de rugzakken in Hickory Road, ze zijn te
goedkoop. Er is een reeks eigenaardige dingen op Hickory Road
gebeurd, maar het meisje dat ze gedaan heeft, heeft gezworen, dat
ze met die rugzak niets te maken heeft gehad. En daar ze die andere
dingen had bekend, vroeg ik me af, waarom ze dan nu zou ontkennen;
het lag dus voor de hand dat ze de waarheid sprak. Er moest dus een
reden zijn geweest waarom die rugzak werd vernield -- en ik kan u
verzekeren dat het kapotsnijden van een rugzak geen gemakkelijk
werkje is. Degeen die het heeft gedaan moet wel wanhopig zijn
geweest toen hij dat deed. Ik kreeg een aanwijzing toen ik
ontdekte, dat die rugzak ongeveer (helaas "ongeveer", want het
geheugen laat de mensen na enkele maanden nogal eens in de steek)
moet zijn vernield op de dag, dat een agent iemand in het pension
kwam opzoeken. De werkelijke reden waarvoor die agent kwam, was een
heel andere, maar laat ik het zo zeggen: Je bent betrokken bij die
smokkelaffaire. Je komt die avond thuis en hoort, dat de politie op
dat moment boven is bij mevrouw Hubbard. Onmiddellijk neem je aan,
dat de politie op het spoor is van die smokkelzaak en dat ze
huiszoeking komen doen. En laten we nu eens aannemen, dat er op dat
moment in huis een rugzak is, die pas is teruggebracht van het
vasteland en waar contrabande in zit. Als de politie een tip heeft
gekregen dan zullen ze zeker naar Hickory Road zijn gekomen met het
doel de rugzakken van de studenten te doorzoeken. Je durft niet met
je rugzak het huis uit, want wie weet of daarbuiten niet een agent
op post staat met de bedoeling je aan te houden, en een rugzak is
niet iets dat je zo gemakkelijk wegstopt of camoufleert. Het enige
wat je dus kunt bedenken is de rugzak kapotsnijden en de stukken
ergens achter allerlei rommel in het ketelhuis verstoppen. Als er
verdovende middelen of juwelen in zijn kunnen die voorlopig worden
verborgen in bijvoorbeeld badzout. Maar zelfs in een lege rugzak
kunnen bij nauwkeurig onderzoek of analyse sporen van heroine of
cocaine worden gevonden. De rugzak moet dus vernield worden. Gaat u
akkoord met die mogelijkheid?'
'Ja, zeker,' zei Wilding.
'Het is ook mogelijk, dat een of ander incident, dat tot nu toe
niet belangrijk heeft geschenen, in verband staat met die rugzak.
Volgens de Italiaanse bediende, Geronimo, was er de dag dat de
politie kwam geen licht in de hal. Toen hij een reservelamp wilde
indraaien, bleek, dat die ook verdwenen waren. Hij was er zeker
van, dat er een dag of twee geleden nog reservelampen in de kast
hadden gelegen. Het lijkt me mogelijk -- het is ver gezocht en ik
zou niet graag beweren dat ik er zeker van ben, begrijp me goed,
het is slechts een veronderstelling -- dat er iemand in huis was
met een kwaad geweten die al eens eerder iets te maken had gehad
met een smokkelaffaire en nu bang was, dat de politie hem zou
herkennen als die hem in het volle licht zag. Daarom draaide hij
kalmpjes de peer uit de ganglamp en nam ook de reservelampen weg,
zodat hij niet vervangen kon worden. Het gevolg was, dat de hal
alleen maar door een kaars werd verlicht. Nogmaals, het is alleen
maar een veronderstelling.'
'Het is een geniaal idee,' vond Wilding.
'Het is heel goed mogelijk meneer,' zei sergeant Bell opgewonden.
'Hoe meer ik erover nadenk, des te waarschijnlijker lijkt het
me.'
'Maar als dat zo is,' ging Wilding voort, 'zit er toch meer achter
dan alleen Hickory Road.'
Poirot knikte. 'O ja, natuurlijk. Die organisatie moet haar
vertakkingen hebben over een hele reeks studentenpensions en
zo.'
'We zullen dus de schakel daartussen moeten vinden,' zei
Wilding.
Voor het eerst sprak nu inspecteur Sharpe. 'Die schakel is er,
meneer,' zei hij, 'of die was er. Een vrouw die verschillende
studentenclubs en tehuizen exploiteert. Een vrouw die geregeld op
Hickory Road kwam: mevrouw Nicoletes.'
Wilding wierp een snelle blik op Poirot.
'Ja,' zei Poirot, 'die past er precies in. Ze was financieel
geinteresseerd in al die huizen, hoewel ze ze niet zelf beheerde.
Haar methode was, iemand in dienst te nemen die volkomen onverdacht
was en die een uitstekende naam had. Mijn vriendin, mevrouw
Hubbard, was zo iemand. De gelden werden door mevrouw Nicoletes
verstrekt -- maar ik vermoed, dat zij alleen maar een stroman
was.'
'Het zou wel interessant zijn wat meer over die mevrouw Nicoletes
te weten,' zei Wilding.
Sharpe knikte.
'We zijn bezig, haar antecedenten te onderzoeken en te proberen
erachter te komen waar ze vandaan is gekomen. Het moet heel
voorzichtig gebeuren. We willen niet te gauw alarm slaan. We gaan
ook haar financiele achtergrond na. Die vrouw was een echte feeks.'
Hij beschreef de scene die mevrouw Nicoletes bij de huiszoeking had
gemaakt.
'Zo, drankflessen!' zei Wilding. 'Dus ze dronk? Dat zal het
misschien makkelijker maken. Wat is er met haar gebeurd?'
'Ze is dood.'
'Dood?' Wilding trok zijn wenkbrauwen op. 'Bedoel je moord?'
'We vermoeden van wel. We zullen pas zekerheid hebben na de
lijkschouwing. Ik voor mij geloof, dat ze er genoeg van begon te
krijgen. Misschien wilde ze niet meedoen aan moord.'
'Heb je het over het geval Celia Austin? Wist het meisje iets?'
'Ze wist stellig iets,' zei Poirot, 'maar als ik het zo mag
uitdrukken, ik geloof niet dat ze wist wat ze wist.'
'U bedoelt, dat ze iets wist, maar de consequenties ervan niet
begreep?'
'Juist. Ze was geen intelligent meisje. Het is hoogst
waarschijnlijk dat ze er de betekenis niet van begreep, maar dat
ze, toen ze iets gehoord of gezien had, het er argeloos heeft
uitgeflapt.'
'Kunt u nagaan, wat ze gezien of gehoord heeft, Poirot?'
ik kan er alleen maar naar gissen,' zei Poirot, 'meer kan ik niet
doen. Er is sprake geweest van een paspoort. Had iemand in huis een
valse pas waarmee hij onder een andere naam naar het buitenland kon
gaan? En zou de onthulling van dat feit ernstig gevaar voor die
persoon betekenen? Heeft ze iemand bezig gezien die rugzak te
vernielen of heeft ze misschien op zekere dag gezien hoe iemand er
de dubbele bodem uithaalde zonder dat ze begreep wat hij deed?
Heeft ze misschien gezien, wie de lampen eruit draaide? En heeft
zij, zonder te beseffen hoe ernstig dat was, het tegen hem of haar
gezegd? Ah, mon Dieu! riep Hercule Poirot geirriteerd. 'Gissen,
gissen, gissen! We moeten weten!
'We kunnen beginnen met de antecedenten van mevrouw Nicoletes na te
gaan,' zei Sharpe. 'Misschien ontdekken we daardoor iets.'
'Zou ze vermoord zijn omdat ze bang waren dat ze zou praten? Zou ze
dat al hebben gedaan?'
'Ze dronk al een hele tijd stiekem, en dat betekent dat haar
zenuwen kapot waren,' zei Sharpe. 'Ze is misschien in haar
dronkenschap gaan praten en is van medeplichtige verraadster
geworden.'
'Zij zal toch niet aan het hoofd van de bende hebben gestaan?'
Poirot schudde zijn hoofd.
'Dat denk ik niet. Ze wist natuurlijk wat er gebeurde maar ik
geloof niet dat zij het intellect achter de schermer was. Stellig
niet.'
'Enig idee wie dat wel was?'
ik zou het kunnen vermoeden -- maar misschien vergis ik me. Ja, ik
zou me kunnen vergissen.' 'Het zeggen of het niet zeggen, dat is de
kwestie,' zei Nigel. Hij schonk zich nog een kop koffie in en nam
die mee terug naar de ontbijttafel.
'Wat zeggen?' vroeg Len Bateson.
'Alles wat we weten,' zei Nigel.
Jean Tomlinson zei afkeurend: 'Natuurlijk moeten we het de politie
vertellen als we iets menen te weten dat haar kan helpen. Dat is
niet meer dan eerlijk.'
'Daar heb je onze lieve Jean weer,' zei Nigel.
'Moi, je n'aime pas les flics,' zei Rene, die ook een duit in het
zakje wilde doen.
'Wat vertellen?' vroeg Leonard Bateson weer.
'De dingen die we weten,' zei Nigel. 'Van elkaar, bedoel ik.' Hij
liet zijn blik spottend langs de ontbijttafel gaan. 'Tenslotte
weten we een heleboel van elkaar, waar of niet?' zei hij opgewekt.
'Ik bedoel, dat kan niet anders, als je met elkaar in een huis
woont.'
'Maar wie zal uitmaken of het van belang is of niet? Er zijn zoveel
dingen die de politie niets aangaan,' zei meneer Achmed Ali. Hij
sprak driftig, want hij herinnerde zich vol ergernis de scherpe
opmerkingen van de inspecteur over zijn collectie briefkaarten.
'Ik hoorde, dat ze bijzonder interessante dingen in jouw kamer
hebben gevonden,' zei Nigel, zich tot meneer Akibombo wendend.
Door zijn huidskleur kon meneer Akibombo niet blozen, maar hij
knikte verlegen. 'Veel bijgeloof in mijn land,' zei hij. 'Mijn
grootvader mij geven dingen, om mee te nemen hierheen. Ik die
bewaren uit eerbied voor hem. Ik zelf zijn modern en
wetenschappelijk, niet geloven in toverij, maar omdat ik niet
spreken goed de taal ik vinden
moeilijk dit uitleggen aan politie.'
'Zelfs onze lieve, kleine Jean heeft haar geheimen, vermoed ik,'
zei Nigel, juffrouw Tomlinson aankijkend.
Jean zei vinnig dat ze zich niet liet beledigen.
'Ik ga hier weg en naar de Y.W.C.A.,' zei ze.
'He nee, Jean, geef ons nog een kansje,' smeekte Nigel.
'Hou op, Nigel,' zei Valerie verveeld. 'De politie moet natuurlijk
in de gegeven omstandigheden overal rondkijken.'
Colin McNabb schraapte zijn keel, voor hij opmerkte: 'Volgens mij,'
zei hij gewichtig, 'moet de situatie, zoals die nu is, ons worden
duidelijk gemaakt. Wat is de oorzaak geweest van de dood van
mevrouw Nicoletes?'
'Dat zullen we na de lijkschouwing wel horen, vermoed ik,' zei
Valerie ongeduldig.
'Dat betwijfel ik ten zeerste,' zei Colin. 'Volgens mij zullen ze
die lijkschouwing uitstellen.'
'Ik denk dat het haar hart is geweest,' zei Patricia. 'Ze is op
straat in elkaar gezakt.'
'Dronken en volkomen buiten westen,' zei Len Bateson. 'Zo hebben ze
haar naar het politiebureau gebracht.'
'Dus ze dronk? vroeg Jean. 'Dat heb ik altijd vermoed.'
'Toen de politie huiszoeking deed hebben ze een kast vol lege
drankflessen in haar kamer gevonden,' voegde ze erbij.
'Reken maar dat onze Jean achter alle smeerlapperij komt,' zei
Nigel goedkeurend.
'Dat verklaart, waarom ze soms zo vreemd deed,' zei Patricia. Colin
schraapte weer zijn keel.
'Ah, hum, ik heb toevallig zaterdagavond toen ik op weg was naar
huis, gezien dat ze The Queen's Necklace binnenging.'
'Daar heeft ze zeker bijgetankt', zei Nigel.
'Dus dan is ze aan de drank gestorven?' vroeg Jean.
Len Bateson schudde zijn hoofd. 'Een hersenbloeding?
Dat betwijfel ik.'
'Lieve genade, jullie denken toch niet dat zij ook vermoord is?'
riep Jean.
ik wed van wel,' zei Sally Finch. 'Het zou me niets
verwonderen.'
'Alstublieft,' zei meneer Akibombo, 'men denken dat iemand haar
vermoorden? Is dat zo?' Hij keek van de een naar de ander.
'We hebben nog geen reden zoiets aan te nemen,' zei Colin.
'Wie zou haar hebben willen vermoorden?' vroeg Genevieve. 'Had ze
veel geld? Als ze rijk was, dan is het mogelijk.'
'Ze was een vrouw die je razend kon maken,' zei Nigel, 'en ik ben
ervan overtuigd dat iedereen haar wel had willen vermoorden. Ik
tenminste zeker,' voegde hij erbij, zich van marmelade
bedienend.
'Alstublieft, juffrouw Sally, mag ik doen u een vraag? Het is na
wat zijn gezegd aan ontbijt. Ik veel denken daarover.'
ik zou maar niet te veel denken, als ik jou was, Akibombo,' zei
Sally, 'dat is niet gezond.'
Sally en Akobombo lunchten in Regent's Park in de open lucht.
Officieel was het zomer en het restaurant was open.
'Deze hele morgen ik zijn geweest erg verward,' zei Akibombo
klagend, ik kan niet antwoorden de vragen van mijn professor goed.
Hij niet tevreden met mij. Hij zeggen dat ik overschrijven grote
stukken uit boeken en ik niet denken zelf. Maar ik zijn hier om
wijsheid te krijgen uit veel boeken en de boeken zeggen beter dan
ik dat kunnen, omdat ik niet goed spreken Engels. En deze morgen ik
vinden het zeer moeilijk te denken aan ander dingen dan wat
gebeuren in Hickory Road.'
'Eerlijk gezegd heb ik me vanmorgen ook helemaal niet kunnen
concentreren op mijn werk,' zei Sally.
'Daarom ik vragen alstublieft mij zeggen dingen, omdat ik denken
heel veel aan.'
'Zeg me dan eerst waar je aldoor aan hebt moeten denken.'
'Wel, aan die bo-ra, bo-ra...'
'Bedoel je borax? Wat is daarmee?'
'Ik niet begrijpen heel goed. Zij zeggen het is een zuur. Als
zwavelzuur?'
'Nee, niet zoals zwavelzuur,' zei Sally.
'Het niet iets zijn alleen voor laboratorium?'
'Ik geloof niet dat ze er ooit in het lab experimenten mee doen.
Het is een heel onschuldig goedje.'
'Je bedoelen je kan het doen in je ogen?
'Ja, daar gebruiken ze het voor.'
'Dat het verklaren. Meneer Chandra Lal hij hebben kleine, witte
flesje met witte poeder en hij doen poeder in warm water en wassen
daarmee zijn ogen. Hij bewaren het in badkamer en dan opeens: het
zijn weg en hij erg boos.'
'Wat praat je toch allemaal over boraxpoeder?'
'Ik zal u vertellen later. Niet nu. Ik eerst denken meer'
'Bemoei je er niet mee,' zei Sally, 'ik zou niet willen dat jij het
volgende lijk werd, Akibombo.'
'Valerie, zou je me een raad willen geven?'
'Natuurlijk, Jean, al begrijp ik nooit waarom iemand raad vraagt.
Niemand volgt die ooit op.'
'Het is een gewetenskwestie,' zei Jean.
'Dan ben ik wel de laatste, die je om raad moet vragen. Ik bezit
vrijwel geen geweten.'
'O, Valerie, zeg toch zulke dingen niet.'
'Maar het is waar.' Ze drukte haar sigaret uit. 'Ik smokkel kleren
van Parijs hier het land in en vertel de afschuwelijke vrouwen die
naar onze salon komen de gemeenste leugens over hun gezichten. Ik
rijd zelfs met een bus mee zonder de rit te betalen als ik krap
zit. Maar vooruit, vertel het me maar, waar gaat het over?'
'Over wat Nigel aan het ontbijt heeft gezegd. Vind jij dat iemand
die iets van een ander weet dat behoort te vertellen?'
'Wat een idiote vraag. Het hangt er vanaf waar het over gaat. Wat
wil je vertellen of niet vertellen?'
'Over dat paspoort.'
'Een paspoort?' Valerie ging verbaasd overeind zitten. 'Wiens
paspoort?'
'Van Nigel. Hij heeft een valse pas.'
'Nigel?' vroeg Valerie ongelovig. 'Dat geloof ik niet, dat lijkt me
hoogst onwaarschijnlijk.'
'Maar het is zo. En weet je, Valerie, ik geloof -- ik meen dat ik
de politie heb horen zeggen, dat Celia iets over een paspoort heeft
gezegd. Verbeeld je, dat zij dat ontdekt had en hij haar daarom
heeft vermoord?'
'Klinkt erg melodramatisch,' zei Valerie, 'maar ik geloof er geen
stom woord van. Wat is dat voor verhaal over een paspoort?'
ik heb het gezien.'
'Hoe kon dat?'
'Het was louter toeval,' zei Jean. ik zocht een paar weken geleden
iets in mijn aktentas en keek bij vergissing in de tas van Nigel.
Ze lagen allebei op de plank in de zitkamer.'
Valerie lachte nogal onaangenaam. 'Maak dat de kat wijs,' zei ze.
'Wat deed je? Wasje aan het snuffelen?'
'Nee, natuurlijk niet.' Jean deed diep gegriefd, ik zou nooit in
een andermans papieren kijken. Zo ben ik niet. Het kwam alleen,
doordat ik nogal verstrooid was en daardoor de verkeerde tas
openmaakte en ik was net bezig erin te zoeken...'
'Hoor eens, Jean, probeer nu niet je eruit te draaien. Nigels
aktentas is veel groter dan de jouwe en heeft een heel andere
kleur. Als je nu toch aan het bekennen bent, kun je net zo goed
toegeven, dat je wel zo iemand bent. Best. Je kreeg de kans in
Nigels tas te snuffelen en je greep die kans aan.'
Jean stond op.
'Als je van plan bent zo onaardig en onsportief te zijn, dan zal ik
natuurlijk...'
'Ga zitten, kind,' zei Valerie. 'En vertel op. Het begint
interessant te worden. Ik wil het graag weten.'
'Nu goed, ik zag dat paspoort,' zei Jean. 'Het lag helemaal onderin
en er stond een naam op. Stanford of Stanley of zoiets en ik dacht:
"Wat raar, dat Nigel de pas van een ander in zijn aktentas heeft."
Ik sloeg de pas open en zag Nigels portret erin. Zie je nu zelf
niet, dat Nigel een dubbel leven leidt? Ik vraag me af of ik het de
politie moet vertellen. Vind je dat dat mijn plicht is?'
Valerie lachte.