Hoofdstuk 6

 

 

 

Terwijl hij door de verwilderde tuin liep, keek Orlando nog eens op zijn horloge. Isobels tien minuten waren er vijftien geworden, en toen twintig, en nog steeds was ze nergens te bekennen. Als het nodig was, zou hij naar binnen gaan en eisen dat ze meekwam, maar bazig doen was niet zijn stijl. Althans, dat was het nooit geweest.

Nu was hij nergens meer zeker van. Hoe was hij hier in hemelsnaam beland, in het huis waarvan hij had gezworen er nooit meer een voet in te zetten – en met een vrouw die hij nauwelijks kende, maar die desalniettemin zwanger was van zijn kind?

Hij had nooit moeten terugkeren naar Trevente. Toen hij de ijzeren toegangspoorten tot het landgoed was binnengereden, waren de herinneringen aan die afschuwelijke zomer als een donkere golf over hem heen geslagen. Alleen Isobels vastberaden blik had hem ervan weerhouden de auto te keren en keihard weg te rijden.

En in het castello hadden de spoken van het verleden op hem liggen wachten. Betoverd was hij geweest, de eerste keer dat hij hier binnenstapte, evenals opgetogen vanwege het nieuwe leven dat binnen handbereik lag. Die betovering was omgeslagen in verveling en daarna in ongeduld, terwijl hij dagenlang op zoek naar afleiding door het castello had gedwaald. Uiteindelijk had hij zich maar verschanst in een van de kamers om op zijn vaders thuiskomst te wachten.

Al snel had Orlando beseft dat Carlo Cassano de anonieme gokclubs en drankgelagen van Bologna verkoos boven de vermoeiende verantwoordelijkheden die het Trevente-landgoed met zich meebracht. Het vaste personeel was lang geleden al vertrokken maar de pachters, wijngaarden en olijfbomen waren er nog steeds, en die schreeuwden om zijn aandacht. Maar toen zijn vader eindelijk op was komen dagen, had hij zich alleen maar bekommerd om het uitwerken van zijn criminele masterplan waar zijn hervonden zoon Orlando een cruciale rol in zou spelen.

Ondertussen had Orlando Sophia ontmoet, de mooie dochter van een plaatselijke wijnhandelaar. Sophia mocht van haar vader niet met hem omgaan – ongetwijfeld vanwege Orlando’s wilde haren en de slechte reputatie van zijn vader – maar hun romance was in het geheim opgebloeid.

Het wijnpakhuis van Cassano was hun ontmoetingsplek geweest. Koel, donker en doortrokken van de geur van alcohol had het de perfecte schuilplaats geleken. Ook die afschuwelijke avond waarop alles zou veranderen, hadden ze afgesproken elkaar daar te ontmoeten.

Net toen Orlando wilde vertrekken, was zijn vader thuisgekomen. Dronken en met een vuist vol biljetten had Carlo Cassano aangekondigd dat dit slechts een voorschot was en dat Orlando nog veel meer zou krijgen als hij het pakhuis eenmaal met de grond gelijk had gemaakt.

Maar Orlando was onpasselijk geworden van zijn vaders dronkenmanspraat en had beseft dat hij het plan nooit zou kunnen uitvoeren. Dat had hij Carlo verteld. Er was een schreeuwpartij losgebarsten die door de lege kamers echode.

Witheet van woede was Carlo Cassano met zijn vuisten gaan zwaaien en had hij zijn zoon verrot gescholden. Hoewel Orlando de dronken vuistslagen met gemak had weten te ontwijken, deden ze toch pijn. Toen zijn vader weg was gestormd, had Orlando niets gedaan om hem tegen te houden, allang blij dat hij van hem af was.

En dat moment zou hem zijn leven lang blijven achtervolgen. Want in plaats van naar het pakhuis te gaan om, als gepland, Sophia te ontmoeten, had hij een uur gewacht. Barstensvol adrenaline had hij tijd nodig gehad om tot rust te komen en de afschuw jegens zijn vader te temperen.

Zonder dat Orlando het wist, was zijn vader linea recta naar de opslag gegaan om de klus zelf te klaren. Pas toen Orlando hoorde dat het pakhuis in vuur en vlam stond, had hij zich met afgrijzen gerealiseerd wat er was gebeurd. Als een razende was hij naar de kade gerend en had hij zichzelf in de rokerige vuurzee geworpen. De verzengende hitte en uit elkaar knallende wijnflessen negerend, had hij vurig gehoopt dat Sophia zich uit de voeten had kunnen maken. Die hoop was de grond in geboord toen hij haar vond. Sophia was al dood. De rest van zijn leven was hij achtervolgd door schuldgevoel.

Terwijl hij, dwalend over het landgoed, op Isobel wachtte, stond Orlando plotseling oog in oog met zijn vaders graf. Starend naar de vers omgewoelde aarde voelde hij niets dan walging en allesverzengende woede. Wat was hij hier in godsnaam aan het doen?

En waar was Isobel, verdomme? Die jonge vrouw was gevaarlijk. Keer op keer bracht ze hem van zijn stuk. Waarom had hij zich zo laten kennen, daarnet in de woonkamer? Het toonde alleen maar zijn zwakte. Hij herinnerde zich hoe ze daar had gestaan in het schemerdonker – koppig, brutaal en sexy. Zijn blik was naar de ronding van haar borsten getrokken, die voller waren door haar zwangerschap en strak tegen de lichtgroene stof van haar zomerjurk spanden. Bijna had hij haar tegen zijn opwinding aan getrokken en haar laten zien wat ze met hem deed.

Geen idee hoe ze het voor elkaar kreeg. Ja natuurlijk, ze was prachtig. Maar er waren zat mooie vrouwen in zijn leven. Ze had iets speciaals, iets fris en liefelijks waardoor hij eindeloos naar haar kon blijven kijken, tot zijn lichaam verging van lust. Zelfs toen ze tegen zijn wens in de trap op was gelopen, had hij haar bij dat strakke kontje vast willen pakken en haar tegen zich aan willen trekken. Alles om de allesoverheersende lust te stillen.

Die vrouw maakte hem gek. Daar kwam het wel op neer. En zij leek totaal niet onder de indruk. Waar hij wanhopig probeerde zijn lust onder controle te krijgen, was zij op en top ijskoningin. Het leek wel alsof ze hem opzettelijk aan het treiteren was.

Gefeliciteerd, Ms. Spicer, dat is je gelukt, dacht hij. Maar we zullen nog weleens zien wie hier de baas is. Hij haastte zich terug naar het huis, gooide de voordeur open en rende de trap op. In alle richtingen lagen kamers, maar er stond maar één deur open. Daar liep hij op af, met een vastberadenheid die hij niet goed kon plaatsen.

Isobel stond voor het raam toen hij binnenliep. Hoewel ze hem toch duidelijk aan had horen komen, weigerde ze zich om te draaien. Doodstil stond ze daar, en haar ranke figuur kwam prachtig uit tegen de avondlucht vol oranjerode schemerpracht. Het leek alsof ze betoverd was door de kleuren.

‘Isobel!’

Zich naar hem omdraaiend, legde ze een vinger op haar lippen.

Wat een lef! Eerst liet ze hem wachten, en nu maande ze hem tot stilte? Orlando ging pal achter haar staan. Onmiddellijk voelde hij de aantrekkingskracht tussen hen. O ja. Isobel mocht dan net doen alsof hij niets voor haar betekende, haar lichaam verried haar. Nu zou hij gemakkelijk dat zijdezachte haar weg kunnen schuiven om zijn lippen in haar hals drukken. Eens kijken wat ze daarop te zeggen had. Dan zou hij langzaam over haar blanke, zachte huid naar haar oorlelletje glijden en wachten tot ze stond te trillen onder zijn warme adem. En dan…

En dan niks. Mooi dat hij dat niet ging doen. Zijn erotische fantasie dreigde namelijk een averechts effect te hebben. Nu al voelde hij de lust in zijn kruis samenballen. Elke rationele gedachte verdween en zijn lichaam smeekte om bevrediging. Dat was niet de bedoeling. De bedoeling was om Isobel te testen. Om haar in te laten zien dat haar ijzige voorkomen hem niet voor de gek hield. Dat ze de zijne kon zijn wanneer hij dat wilde en dat hij haar kon laten smeken om haar te nemen – hier, nu, hoe hij maar wilde. ‘Ik zei toch, tien minuten.’

‘Kijk dan.’

Met tegenzin volgde Orlando Isobels uitgestrekte vinger. In het schemerlicht zag hij een roedel herten grazen in de wildernis waar eens een formele tuin had gelegen. Op niet meer dan tien meter afstand leken ze totaal op hun gemak – trotse bokken met imponerende geweien en hinden die waakten over hun wit gevlekte jongen.

‘Zijn ze niet prachtig?’

Caprioli. Reeën.’ Ondanks zichzelf begon Orlando zachter te praten, op een fluistertoon tegen haar haren.

‘Zijn ze van jou?’

‘Ik heb geen idee.’ Zich afsluitend voor het idyllische tafereeltje, deed Orlando zijn hart weer op slot. ‘En als dat al zo is, zal het niet voor lang zijn.’

Nu draaide Isobel zich eindelijk naar hem toe. Met glinsterende ogen legde ze haar handen op zijn borst om hem weg te duwen – of om hem ervan te weerhouden te bewegen, daar was Orlando niet zeker van. In ieder geval voelde hij de warmte dwars door het katoen van zijn overhemd.

‘Je verbaast me, Orlando,’ zei ze, en haar ogen kleurden oceaangroen toen ze zijn strakke tepels voelde. Snel liet ze haar handen vallen. ‘Ik had nooit gedacht dat jij het soort man was dat voor dingen wegloopt.’

Chiedo scusa? Pardon?’

‘Dat ben je nu aan het doen. Je probeert je verleden te ontvluchten.’ Met haar hoofd iets achteroverleunend, keek ze hem recht in de ogen aan. ‘In plaats van de confrontatie met je vader aan te gaan, laat je het huis dat al eeuwenlang bij je familie hoort liever platgooien om het om te bouwen tot een hotel.’

‘Genoeg nu!’ bulderde Orlando. Woedend liet hij zijn ogen over haar blozende wangen en koppige blik dwalen. Er fladderde iets in zijn buik. ‘Ik weiger te luisteren naar je semi-psychologische theorieën over mijn karakter en motieven.’

‘Waarom? Omdat je bang bent dat ze kloppen?’

Er volgde een lange stilte. Man, ze was echt aan het doordrammen nu. Orlando wachtte tot zijn woede was gezakt en hij zeker wist dat hij zijn stem onder controle had. ‘Nu ga je echt te ver, Isobel. Je mag dan zwanger zijn van mijn kind, maar daar houdt het echt op. Je bemoeit je niet met mijn zaken. En je praat nooit meer zo tegen me.’

‘Nou ja, iemand moet het doen.’ Nog altijd wilde ze niet opgeven, maar haar stem trilde wel. ‘Iemand moet je ervan weerhouden het landgoed te verkopen en het daarmee voor altijd te verliezen. Je denkt op het moment niet helder na.’

‘Dus nu weet je opeens wat ik denk, of niet, Isobel?’ siste Orlando. ‘Kom op dan. Als je zo slim bent, wat denk ik nu?’

‘Doe niet zo belachelijk, Orlando.’ Isobel wilde weglopen, maar hij greep haar polsen vast.

‘Als je zoveel over me weet, als je zo zeker weet dat je mijn gedachten kunt lezen, zeg het dan maar, Isobel. Ik ben heel benieuwd.’ Even schampten zijn lippen over de huid net onder haar oor en hij voelde hoe ze haar hoofd naar hem toedraaide. Dio, wat smaakte ze goed.

‘Ik heb werkelijk geen flauw idee,’ zei ze onbewogen. Maar ze liep niet weg.

‘Echt?’ Langzaam gleed hij met zijn lippen langs haar hals naar beneden.

Isobel begon te trillen. Nu was hij aangekomen bij het heerlijke plekje tussen haar jukbeenderen. Even gleed zijn tong naar buiten om het kuiltje te betasten. ‘En? Heb je het al door?’

‘Orlando, je moet hiermee ophouden…’

‘Vergeef me, maar dat is niet bepaald indrukwekkend.’ Orlando hief zijn hoofd op en zag hoe de ontkenning in haar ogen langzaam plaatsmaakte voor een zeegroene mist van opwinding. Dit had ze niet onder controle. Zijn hart ging als een dolle tekeer – vanwege de wraak, uiteraard. Het had helemaal niets te maken met zijn eigen, allesverzengende verlangen. ‘Je bent toch zo intuïtief? Ga je me dan nu vertellen dat je niets voelt?’

‘Nee,’ antwoordde ze en liet haar hoofd uitnodigend achterovervallen en schuurde daarbij met haar onderlichaam heel even langs zijn kloppende kruis. ‘Helemaal niets.’

‘Dan moet ik kennelijk beter mijn best doen.’ Even keek hij haar recht in de ogen. En toen zaten zijn handen in haar haar, graaiend, draaiend, trekkend. Hij zag nog net dat haar lippen zich openden – uitnodigend of in protest, hij wist het niet. En het kon hem ook niet schelen, want hij ging die lippen de zijne maken. Hij bedolf haar mond onder de zijne, zo krachtig dat het hem zelf verbaasde, maar hij wilde zich niet inhouden. Dit was een spelletje, toch? Een test om te zien of hij haar kon verleiden? Prima.

Ze opende haar lippen en terwijl hun adem zich vermengde, kuste hij haar nog heviger. Hij genoot van het feit dat ze haar lust verraadde. En eindelijk werd zijn zoektocht vol knabbelen en strelen beloond toen haar tong zich erotisch om de zijne krulde.

‘En nu?’ Met rauwe stem fluisterde hij de vraag tegen haar wang. Geen kans dat hij de lust die door zijn eigen lijf raasde, kon afzwakken. En hij had geen idee meer wie nu wie aan het testen was. Hoe bevrijdend! Hij kon doen wat hij wilde. ‘Ga je me nou vertellen dat je nog steeds niets voelt?’

‘Orlando, ik…’

‘Wat, Isobel?’ Hier kwam ze niet zo gemakkelijk onderuit, dacht hij tevreden, terwijl hij naar haar blozende wangen en wijd opengesperde ogen keek.

‘Een kus betekent niks.’

Ondanks haar koele woorden, wist hij dat ze op het punt stond zichzelf te laten gaan. En dat toverde een glimlacht op zijn lippen. ‘Is dat zo? Dus dan betekent dit vast ook niets.’ Een arm om haar slanke middel slaand, tilde hij haar op.

‘Orlando!’ Instinctief sloeg ze haar armen om zijn nek.

Hij beende naar een met stofdoeken overdekt bed, of iets wat erop leek. Isobel klampte zich aan hem vast en elke schokkerige beweging tegen zijn lichaam wond hem meer op. Wat er ook onder dat doek schuilging, zolang hij haar erop kon nemen vond hij alles best.

‘Zet me neer.’

‘Dat is precies wat ik van plan ben.’ De witte berg in de kamer was inderdaad een bed, constateerde Orlando tevreden toen de stof als een vaatdoek op de grond viel. Hij legde haar erop en ging boven op haar zitten. ‘Zo. Beter?’ Zijn wenkbrauwen schoten vragend omhoog, en hij keek haar met een mengeling van triomf en honger aan. ‘Bedoelde je dat?’

‘Je weet dat ik dat niet bedoelde, Orlando.’ Met haar onderlichaam vastgepind onder het zijne, hief Isobel haar armen op alsof ze hem wilde afweren. Maar de zwakke duw tegen zijn borst was weinig overtuigend. De seksuele spanning nam alleen maar toe.

Toen hij haar diep in de ogen keek, wist hij zeker dat ze ook die rauwe, intieme passie voelde. ‘Zeg me dat je dit niet wilt, Isobel.’ Hij kon het niet helpen – hij was al bezig zijn riem los te sjorren.

Isobel zei niets en hijgde alleen maar.

‘Zeg me dat je niet wilt dat ik de liefde met je bedrijf.’ Zijn knopen waren inmiddels ook open en Orlando probeerde zijn broek uit te trekken, wat frustrerend lastig bleek met één hand.

Ze slikte moeizaam en haar ogen schoten naar zijn naakte huid.

‘Zeg het, Isobel.’ Overeind komend, moest hij een kreun onderdrukken toen ze elkaar aanraakten. Het intieme contact zond een scheut genot door hem heen. Maar hij moest zich inhouden. Hij moest het zeker weten.

Nu stond hij voor haar en keek neer op haar lichaam op de verkreukelde lakens. Een voor een begon hij de knoopjes van zijn overhemd los te maken. Zijn brede borst werd langzaam ontbloot. Toen ze niets zei en hem met een brandend verlangen in de ogen aanstaarde, begon hij aan zijn spijkerbroek, die hij met zijn boxershort in een ruk uittrok.

Zijn krachtige erectie stond trots overeind, zodat Isobel niet anders kon dan ernaar kijken. En kijken deed ze. Haar ogen werden groot en ze kreunde zacht.

Met zijn handen op zijn heupen stond hij onbeschaamd en prachtig naakt voor haar. ‘Kom op, Isobel. Ik sta te wachten.’