Hoofdstuk 22
Andrea tegen Susa:
En waarom zouden ze niet met Henri op stap mogen? Die man is fantastisch!
Susa tegen Andrea:
Jij zegt altijd dat we niet meteen moeten neuken, maar eerst met elkaar moeten praten.
Max tegen Susa:
En, heb je nagedacht? Heb je een beslissing genomen?
De wekker rinkelt onbarmhartig. Het liefst zou ik gewoon doorslapen, maar om tien uur gaat mijn vliegtuig. Als ik in de spiegel kijk, moet ik hardop lachen, want na het hete bad van gisteravond ben ik met nat haar in slaap gevallen en nu staat het wild alle kanten op. Ik doe de douche aan en stap met een zoemende tandenborstel onder de masserende waterstraal. Langzaam draai ik rondjes met mijn schouders, mijn spieren ontspannen en ik lach. Ik heb geen pro- en contralijstjes gemaakt, ik heb niet de halve nacht gepiekerd, en toch weet ik wat ik wil. Drie kwartier later zit ik in de taxi naar het vliegveld.
“Je straalt zo! Wat is er gebeurd?” vraagt Andrea als ik tegen de middag in Montpellier door de terrasdeur binnen kom lopen.
“Dat is een lang verhaal,” zeg ik snel. Dan glimlach ik en vraag waar de kinderen zijn.
“Op stap,” antwoordt ze kort.
Ik ben verbaasd.
“Ja,” zegt Andrea aarzelend, “Henri heeft gisteren opgebeld en gevraagd of ze zin hebben om een boottochtje te maken. Jouw kinderen waren niet te houden en die van mij natuurlijk ook niet. Dus heeft hij ze vanochtend om acht uur opgehaald. Ik heb een enorme picknickmand gemaakt en ze uitgezwaaid.”
“Waarom heb je dat niet aan mij gevraagd?” snauw ik.
“Susa!” roept Andrea. “Waarom zou ik! Ben je vergeten hoe oud je kinderen zijn? En waarom zouden ze niet met Henri op stap mogen? Die man is fantastisch.”
Ik frons mijn voorhoofd.
“Nou ja, misschien is dat overdreven, maar de kinderen mogen hem graag, wat jij ook een hele tijd hebt gedaan, of niet soms?” bindt ze in. “Maar nu wil ik weten waarom je ogen zo stralen.”
Ik loop naar de koelkast, doe hem open en draai me naar Andrea. “Wijn?” vraag ik weinig spraakzaam.
“Is er iets te vieren?”
“Hmm…waar is Michèle eigenlijk?” vraag ik terwijl ik een fles ijskoude chardonnay uit de koelkast trek, ermee naar het aanrecht loop en de kurkentrekker uit de la haal.
“Ze moest naar de tandarts.”
“O…Is het ernstig?”
“Nee, dat geloof ik niet, want ze scheurde vrolijk op haar Isi weg. Maar kun je nu alsjeblieft vertellen wat er is? Je maakt me helemaal zenuwachtig.” Andrea heeft twee glazen op tafel gezet en wacht ongeduldig.
Met de wijnfles in mijn hand loop ik de drie meter naar de tafel in een slakkentempo terug, denk na hoe ik het beste kan beginnen, schenk de glazen vol, en dan is Andrea’s geduld op. “Als je nu niet meteen…” sist ze tegen me.
“Ja, ja, kalm maar.” En dan vertel ik over Max en ons gesprek. Andrea zit zwijgend tegenover me en drinkt haar wijn net zo snel als ik. Na bijna een uur monoloog is de eerste fles leeg en de tweede open.
“En wat doe je nu?” Andrea kan ontzettend direct zijn.
“Weet je,” begin ik, ik schenk nog een keer wijn in en zet wat hapjes op tafel. “Max en ik…dat duurt al zo lang en nu zijn we allebei vrij en ongebonden. Het is precies het juiste moment om uit te zoeken of we met elkaar kunnen leven. Ik moet het weten. De gedachte dat er toch een kans voor ons is, zou me anders mijn hele leven achtervolgen!”
“Spoor jij nog wel?” snauwt Andrea en stopt een stuk kaas in haar mond.
“Hoezo?” vraag ik verbaasd.
“Je doet net alsof het om een auto gaat, die weliswaar onpraktisch is, maar die al een hele tijd op je verlanglijstje staat. Maar je ogen fonkelen alsof je hals over kop verliefd bent geworden. Nou, wat is het? Hoe zit het met je gevoel? Wat voelde je toen hij je in zijn armen nam? Verlangde je nog naar hem? En hoe moet dat als jullie een relatie krijgen? Jij in Keulen en hij in München! Susa,” roept ze. “Dat zijn duizend emoties en nog meer vragen en jij blijft zakelijk?”
“Hmm…”
“Nee, geen hmm…ik wil antwoorden en wel nu! Je moet hier goed over nadenken.”
“Toen hij me in zijn armen nam, wist ik weer dat ik daar thuishoor. Het heeft me behoorlijk wat kracht gekost om me los te maken, maar dan hadden we weer niet gepraat. En jij zegt altijd dat we niet meteen moeten neuken, maar eerst met elkaar moeten praten,” zeg ik lachend. “Het is zo raar! Zodra hij me aanraakt, lijk het alsof ik op het elektriciteitsnet ben aangesloten.”
“Geloof je hem?” vraagt Andrea voorzichtig.
“Ja, ik geloof wat hij zegt. Zijn ogen waren zacht en vol liefde. Hij maakte een heel eerlijke indruk,” zeg ik nadenkend.
“Ben je echt bereid om je weer met hem in te laten?” Andrea kijkt me onderzoekend aan.
“Ja! Ik wil weten of ik het slachtoffer ben geworden van mijn gevoel dat onze liefde de ware is, en dat de laatste jaren niet meer dan een hersenspinsel van me waren. Toen hij gisteravond wegging, ik alleen in de lift stond en in mijn hotelkamer kwam, wilde ik dat hij bij me was. Ik voelde ineens dat enorme verlangen weer! Het enige wat ik dacht was: Jezus, waarom heb ik hem weggestuurd? Snap je hoe verscheurd ik me voelde?”
“Jawel,” zegt Andrea, “maar waarom is hij niet gebleven?”
“Tijdens het gesprek ben ik van de ene gemoedstoestand in de andere terechtgekomen. Ik was het ene moment cool en dan weer bloednerveus. Ik moest alleen zijn en tot rust komen.”
“Je had hem ook kunnen bellen,” zegt Andrea en ze leunt achterover.
“Ja, maar ik wilde niets overhaasten, over alles nadenken en zeker zijn van mijn gevoelens.”
“En dat ben je nu dus! Hoe stel je je een leven met hem voor?” vraagt ze en ze stopt een olijf in haar mond.
“Weet je, ik heb daar tijdens de vlucht over nagedacht en geloof dat het het beste is als Max en ik het langzaamaan doen. Ik zie wel iets in een latrelatie, living apart together, hij in München en ik in Keulen, en dat we proberen zo veel mogelijk bij elkaar te zijn. Jonas en Victoria hebben de komende jaren nog voorrang en ik hoop dat hij daarmee kan omgaan en dat hij niet weer zonder reden jaloers wordt.”
“Een latrelatie met Max? Weet hij dat al?” Andrea kijkt sceptisch.
“Wat moeten we anders?” antwoord ik onzeker. “Tenslotte heb ik twee kinderen en drie galerieën.”
“Maar als ik Max goed begrijp, wil hij je elke dag in zijn leven. Jouw idee lijkt daar niet echt op. Alles goed en wel, maar hou je nog van hem?”
“Ja. Anders had ik die begeerte en dat verlangen toch niet meer gevoeld? Ik weet dat ik heel veel van hem gehouden heb. Ik ben ervan overtuigd dat de vlinders als een idioot beginnen te fladderen als we weer met elkaar omgaan.”
Andrea twijfelt.
“Ik weet ook dat er veel is gebeurd,” ga ik ernstig verder. “Maar het gevoel dat we bij elkaar horen is niet weg. Ik let heus wel op, geloof me, maar ik weet ook zeker dat hij niet meer dezelfde fouten zal maken. Het wordt een hobbelige weg die we moeten gaan en ik hoop dat er aan het eind een goed geasfalteerde straat en geen afgrond op ons wacht,” eindig ik veelbetekenend.
“Nou, veel geluk dan,” zegt Andrea lachend en we toosten. “Wanneer wil je hem de blijde boodschap brengen?” vraagt ze spottend.
“Ik bel hem straks op,” zeg ik vastbesloten.
De tweede fles is inmiddels ook leeg. Andrea warmt Michèles tomatensoep in de magnetron op, stopt brood in het rooster en ontkurkt de volgende fles. We kletsen een beetje, lachen en stellen ons voor hoe Max zal reageren als ik hem vertel wat ik beslist heb, als Michèle thuiskomt. Ze is ontzettend blij, slaat haar armen om me heen en roept meteen ‘Au’, want ik ben per ongeluk tegen haar gezwollen wang aangekomen. Dan vertel ik haar alles.
“Nou,” zegt ze onduidelijk. “Het is misschien niet de juiste, maar absoluut de beste beslissing.” Dan draait ze zich naar Andrea. “Ze moet weten of een leven met deze man functioneert, anders zal ze nooit vrij zijn.”
“Welke beslissing was dan de juiste geweest?” roep ik voordat Andrea iets kan zeggen.
“Daarover, ma chère, heb ik mijn eigen mening, die ik nu zeker niet aan je ga vertellen.” Michèle staat op. “Ik ga nu naar boven en laat jullie alleen. Susa, je moet hem opbellen en het hem zeggen en het liefst meteen, voordat je weer van mening verandert of niet meer uit je woorden kunt komen.” Ze lacht en wijst naar mijn werkkamer.
“Ja, dat was ik ook van plan,” antwoord ik overtuigd.
Michèle kijkt verbaasd, Andrea knikt en ik grijns. Vastbesloten loop ik naar mijn voormalige werkkamer, doe de haard aan en toets het nummer van Max in. Hij is blij en opgelucht dat ik hem bel en vertelt heel open dat hij de hele dag onrustig in zijn kantoor heen en weer gelopen heeft, drie keer mijn mobiel heeft gebeld, maar meteen weer heeft opgehangen.
“En, heb je nagedacht? Ben je tot rust gekomen? Heb je een beslissing genomen?” vraagt hij voorzichtig. Zijn stem klinkt aangenaam, diep en kalm. Er loopt een rilling over mijn rug en ik wilde dat er nu geen honderden kilometers tussen ons lagen.
“Susa, wat is er?” vraagt hij onrustig. “Ben je er nog?”
“Ja.” Ik lach hees. “Ik verlang er heel erg naar dat je nu hier bent, bij mij.” Ik kuch. “En ik heb inderdaad nagedacht en wil het graag met je proberen. Jezus, Max, na al die jaren moet het ons toch eindelijk een keer lukken!” zeg ik nadrukkelijk cool. We praten een hele tijd, flirten en overleggen wanneer en vooral hoe snel we elkaar kunnen zien. Ik voel dat ik als het ware in een enorme gloeilamp verander. Alleen al de gedachte aan hem maakt me gelukkig.
“Hoe stel je je ons leven samen dan voor?” vraagt hij plotseling.
Ik ga rechtop zitten, neem een grote slok wijn, maak het me weer gemakkelijk in de stoel voor de haard en vertel hem dan enthousiast mijn versie van de living-apart-together-relatie. Max luistert ernaar.
“Het klinkt logisch, het is verstandig en voor de eerste maanden zeker het beste. Maar op den duur? Susa!”
“Ja, dat weet ik ook wel. We gaan het gewoon eerst zo proberen en als het lukt, dan…”
“Wat dan?” onderbreekt hij me.
“Dan kun je misschien naar Keulen verhuizen?” zeg ik onzeker.
“Henri!” roept Michèle vanuit de keuken.
Ik krimp in elkaar, draai me om en zie Henri met een spierwit gezicht als aan de grond genageld in mijn werkkamer staan. In zijn ogen zie ik mateloze teleurstelling.
“Max, wacht even…alsjeblieft,” zeg ik zacht. Henri draait zich om, loopt met snelle stappen weg en het is me in één klap duidelijk dat mijn jaloezie op Valerie volkomen ongegrond was.
“Hoezo, wat is er?” vraagt Max.
“Niets,” roep ik. “Blijf even hangen.” Ik gooi de telefoon op de stoel en loop achter Henri aan.
“Nee!” Michèle houdt me bij de deur tegen. “Laat hem gaan. Je hebt Max nog aan de telefoon en ik denk dat je weer naar hem moet toe gaan.” Michèle duwt me naar mijn werkkamer terug.
“Wat was er aan de hand?” vraagt Max volhardend.
“O,” ik probeer mijn stem rustig te laten klinken. “Er was net iemand die ik dringend moet spreken. Maar ik bel hem morgen wel,” antwoord ik. Een paar minuten later beëindig ik ons gesprek noodgedwongen, omdat de kinderen de keuken in stormen.
“Nee,” roept Michèle vastbesloten op de achtergrond. “Zo doen we dat niet. Eerst douchen en dan eten.”
Mopperend gaan ze naar boven. Andrea zit aan tafel en prikt met een vork in de gefrituurde, koud geworden vis, die ze daarstraks bij de tomatensoep heeft gemaakt. Ik ga zwijgend bij haar zitten.
“En nu?” vraagt ze na een minutenlange stilte.
“Tja,” antwoord ik, “nu hoef ik Henri waarschijnlijk niets meer uit te leggen. Vervelend, ik wilde niet dat hij er zo achter kwam,” zeg ik gedeprimeerd. “Zal ik hem morgen bellen?”
“Je kunt het doen, maar het verbaast me niets als hij niet met je wil praten.”
“Ik ben weg,” roept Victoria tegen me en ze laat op hetzelfde moment de deur in het slot vallen. Het is zaterdagochtend en dochterlief heeft met een vriend afgesproken om te gaan winkelen. Vanavond gaat ze uit en morgenmiddag komt ze pas weer thuis. Jonas is, toen we nauwelijks uit Montpellier terug waren, met Martin vertrokken om te gaan zeilen in Nederland. Ik haal mijn hand door mijn haren, kijk naar de chaos in huis en denk na of ik Max nog een keer zal bellen als mijn mobieltje gaat.
“Wat doe je?” vraagt Andrea.
“Op dit moment helemaal niets,” antwoord ik en ik vertel haar dan dat mijn kinderen uitgevlogen zijn. “Eigenlijk moet ik het terras dringend opnieuw beplanten, want de narcissen en tulpen zien er vreselijk uit.”
“Hoe zit het met Max?”
“Hij is bezig met een verhaal dat hij maandag moet inleveren. En dan vlieg ik naar München.”
“Ben je blij?”
“Ja, inderdaad.” Ik lach even. “Op de een of andere manier vind ik het spannend.”
“Hoezo?”
“Nou ja, tenslotte zien we elkaar voor het eerst weer. En…”
“O ja, dan is het zover.” Andrea lacht.
“Het is best raar, na al die maanden.”
“Ja, en vooral na Henri!”
Ik verander van onderwerp. “Ik denk dat ik naar het tuincentrum ga en daarna in de paar kubieke meter aarde ga wroeten die ik hier op het terras heb, want een tuinman laat ik daarvoor niet meer komen.”
Uren later sta ik bezweet en met zwarte vingers voor de bloembakken. Ik ben vijf keer de trap op- en afgelopen, heb drie 25-liter-zakken aarde en planten naar boven gesleept, en heb daarna begonia’s en margrieten geplant. Ik haal een glas wijn uit de keuken en bekijk mijn meesterwerk. Mijn bloembakken zullen, zodra alles een beetje gaat groeien, tot een oerwoud muteren. Ik neem een grote slok, bedenk net of ik weer een paar planten moet uitgraven als er wordt gebeld.
“Susa? Waar ben je?” roept een mannenstem ademloos.
“Op het terras,” antwoord ik terwijl ik naar de deur loop. “Max?” vraag ik aarzelend.
“Ja,” zegt hij stralend. “Ik wilde je verrassen. Ik wist dat je alleen was en toen dacht ik…En omdat je zei dat ik nog nooit bij je thuis ben geweest…en toen dacht ik…” Hij aarzelt. “Zeg eens wat! Kom ik ongelegen?” Max kijkt langs me, ziet de chaos op het terras en trekt me, voordat ik antwoord kan geven, naar zich toe.
“Nee, maar…” stamel ik.
“Wat maar…?” fluistert hij in mijn oor, terwijl zijn lippen mijn hals strelen.
Een aangenaam kriebelen loopt door mijn lichaam.
“Ik zit onder de aarde,” breng ik uit.
Max kijkt naar me, lacht, doet de rits van mijn vest open en schuift het van mijn schouders. Daarna wijdt hij zich aan de knopen van mijn bloes. Ik geniet ervan dat zijn vingers bij elke knoop even mijn huid aanraken, hem bijna strelen, en het is alsof er telkens een elektrische schok door me heen schiet. Max houdt mijn ogen vast, zijn blik wordt zachter en zijn adem versnelt als mijn bloes met een licht geritsel op de grond valt. Zijn handen omvatten mijn taille, strelen de huid van mijn buik en bewegen langzaam omhoog. Hij lacht als hij voelt dat mijn tepels hard worden. Met één vloeiende beweging trekt hij zijn overhemd over zijn hoofd en trekt me tegen zich aan. Ik voel zijn hartslag versnellen, voel hoe zijn adem mijn huid streelt, voel hoe zijn lippen mijn huid elektriseren en ik trek hem naar de bank. Seconden later rukken we de overgebleven kleren van elkaars lichaam, vallen ademloos over elkaar heen, om even later dicht verstrengeld in elkaar te versmelten. Het is een roes waaraan ik geen weerstand kan bieden, waarbij ik in een eindeloze diepte val. En het gevoel dat ik bij Max steeds had, is er weer. Ik ben thuisgekomen!
“Verdomme! Heeft iemand mijn kousenband gezien?” roept Barbara, en ze moppert meteen verder. “Ik dacht trouwens dat het hier in juni nog niet zo bloedheet was!”
Claudia en ik kijken elkaar aan en moeten lachen. Er zijn zes weken voorbij sinds Max en ik weer voor elkaar hebben gekozen en ik heb er nog geen minuut spijt van gehad.
“Het is helemaal niet grappig,” moppert Barbara terwijl ze de trap afloopt en met grote, doelbewuste stappen de keuken in marcheert. Ze biedt een lachwekkende aanblik met haar bruine benen, de enorme, gifgroene krulspelden die tussen de rode haren oplichten en de met grijze oogschaduw geschminkte ogen. Bovendien heeft ze zonder er bij na te denken mijn witte, transparante kimono aangetrokken, waardoor haar push-up-bh en bijpassende string duidelijk zichtbaar zijn. Als toppunt heeft ze één oog wel opgemaakt en het andere nog niet.
“Wanneer maken jullie je eigenlijk klaar,” vraagt ze provocerend.
“Zo meteen,” antwoorden we in koor als Andrea opgemaakt, maar nog in jeans binnenkomt.
“Over twee uur is het zover,” roept Barbara opgewonden. Ze bukt zich en trekt haar kousenband onder Diablotin vandaan. “Jij kleine rotkat,” zegt ze terwijl ze de gitzwarte kat streelt. “Ik dacht het al, want ze scharrelde daarstraks de hele tijd in mijn kamer rond!”
Andrea en Barbara gaan weer naar boven. We hebben twee visagisten laten komen en over twintig minuten moeten ook Claudia en ik ons boven melden om ons mooi te laten maken. Sinds vanochtend is het hier net een duiventil. De cateraar stond om acht uur voor de deur en zette tafels en stoelen neer. Daarna kwam de decorateur om alles te versieren en vanaf twaalf uur lopen er ontelbare mensen in de tuin rond. Ze dekken de tafels en zorgen ervoor dat het huwelijk in de openlucht straks soepel kan plaatsvinden. Het weer speelt mee, het is zoals zo vaak in Zuid–Frankrijk een heerlijke tweeëndertig graden en het weerbericht voorspelt een zachte nacht. Toch hebben we voor alle zekerheid op elke tien meter straalkachels laten plaatsen. Over een uur zullen de eerste van de ongeveer zestig gasten arriveren.
“Kijk dat eens,” zegt Claudia verrukt. Ik volg haar blik. Midden op het grasveld zit Ben met Eva te ballen. De kleine kraait zo luid van plezier, dat we het tot in de keuken kunnen horen. Lisa slentert samen met Barbara’s jongste, Katharina, in haar richting. De tieners zijn allemaal boven en belegeren de badkamer.
Ik ben sinds een week weer in Montpellier. Het is een vreemd gevoel, zo vertrouwd en toch zo ongewoon. Ik ben een paar keer in de galerie geweest, maar heb de meeste tijd hier doorgebracht.
“Heb je eigenlijk nog met Henri gepraat?” vraagt Claudia plotseling.
“Nee, ik heb hem een paar keer gebeld, maar ik werd telkens afgewimpeld door zijn secretaresse.”
“En laat jij je door die oude geit afpoeieren?” vraagt Claudia glimlachend.
“Nou ja,” zeg ik lachend, “wat had ik dan moeten doen? Ernaartoe rijden, die draak te slim afzijn en alles aan Henri uitleggen?” Ik zwijg even. “Nee, dat was geen optie. Ik heb hem nog wel gemaild.”
“En heb je niets meer gehoord?”
“Precies!” antwoord ik gefrustreerd. “Ik hoop alleen dat ik hem niet tegenkom, vooral niet als ik met Max door de stad loop.”
“O, dat zou…”
“…verschrikkelijk zijn,” maak ik haar zin af. “Daar wil ik helemaal niet aan denken.”
“Hoe reageerde Max eigenlijk toen hij gisteravond aankwam? Hij is hier toch nog nooit geweest?”vraagt Claudia.
“Nee. Ik geloof dat hij onder de indruk was.”
“Ben je gelukkig?”
“Ja,” zeg ik kalm terwijl ik uit het raam kijk en zie dat Max, die net naar het huis komt lopen, lachend naar me zwaait. “Het gaat tot nu toe goed. Ik ben de afgelopen weken een paar keer in München geweest en Max heeft twee weekenden in Keulen doorgebracht. Hij heeft nog wat moeite met Jonas en Victoria, maar speelt gelukkig niet de stiefvader en houdt zich er helemaal buiten. Toch merk ik dat hij er heel erg aan moet wennen als een horde tieners beslag op het huis legt.”
Claudia geeft geen antwoord, maar neemt een slokje van haar water, want Max komt door de terrasdeur naar binnen. Hij kust me.
“Wat is het hier heerlijk!” roept hij uit en hij blijft me vasthouden. “Je kunt echt trots zijn op dit stukje paradijs.” Dan bekijkt hij me van top tot teen. “Moet jij je niet omkleden?” Hij wacht een seconde, grijnst dan en fluistert in mijn oor: “Zal ik je daarbij helpen?”
Ik lach.
“Daar zeg ik geen nee tegen,” zeg ik verleidelijk, leun tegen hem aan en laat me uit de keuken trekken. “Ik ga…” zeg ik tegen Claudia.
“Dat is duidelijk,” onderbreekt ze me en ze slentert naar Ben en Eva. Als we de trap op gelopen zijn, staan we midden in een chaos.
De meisjes babbelen opgewonden, Jonas probeert oppercool over te komen en zit nonchalant in zijn outfit op de bank in de hal met zijn laptop op schoot te chatten. Max doet de zware, houten deur van mijn slaapkamer open en ik stuur Jonas naar beneden met het verzoek een waakzaam oog op het gebeuren in de tuin te houden. Mopperend loopt hij weg. Max heeft de gordijnen bijna helemaal dichtgetrokken en komt voor me staan. Knoopje voor knoopje doet hij mijn jurk open, gaat met zijn handen van mijn hals naar mijn borsten en dan weer omhoog. Ik merk dat mijn adem versnelt…
“Wilt u, Christian Bach, de hier aanwezige Barbara Heimbach…” De ambtenaar van de gemeente Montpellier staat in een lichtgrijs kostuum voor het bruidspaar. Barbara ziet er fantastisch uit. Haar crèmekleurige, nauwsluitende bruidsjurk flatteert haar slanke, maar weelderige figuur, ze is op en top vrouw en ziet er heerlijk uit. De rode haren vallen in grote krullen zacht over haar schouders. Christian draagt een op Barbara’s jurk afgestemd kostuum en straalt. Hij lijkt op de een of andere manier groter dan anders, zijn peper- en zoutkleurige haren zijn iets korter dan normaal, de bril die bijna altijd op zijn neus troont heeft hij vandaag verwisseld voor contactlenzen. Ik kijk om me heen. Het hele gezelschap luistert geboeid naar de woorden van de ambtenaar. Als Christian luid en duidelijk ja zegt, zie ik dat Klaus liefdevol naar Andrea kijkt. Claudia en Ben staan tussen hen en Max en mij in. Ben heeft Eva op zijn arm, ze leunt tegen zijn hals en is al bijna in slaap. Claudia’s hand zoekt die van Ben. Ik voel dat Max zijn handen om mijn taille legt en me dichter naar zich toe trekt. Onze blikken ontmoeten elkaar. Ja, ik ben gelukkig met hem. En ja, het bestaat toch: de grote liefde.
EOF