13
Een detectiveverhaal
Alanis kon mijn weerzin niet begrijpen.
'Kom nou,' smeekte ze. 'Je oudtante blijft nog een hele tijd beneden. Wie weet wat we daar zullen vinden? Misschien is al dat geld dat hier verborgen is, wel daar boven verstopt. Hoe het er daar ook uitziet, we zullen die zolder misschien voor onszelf kunnen opknappen zodat we hem in plaats van het souterrain kunnen gebruiken. En we zeggen het tegen niemand, zelfs niet tegen Nikki of Raspberry, tot we allebei besluiten het te vertellen, oké? Het zal onze geheime plek zijn, alleen voor jou en mij.'
Ik verroerde me niet. Ze maakte een grimas en bleef met haar handen op haar heupen staan.
'Wil je geen plezier in je leven? Ik ben bij jou komen wonen om meer pret te hebben, en ik dacht dat jij dat ook zou willen. Nou?' vroeg ze. De kwade uitdrukking in haar ogen deed me denken aan de ogen van haar moeder.
'Oké,' zei ik en deed mijn boeken dicht. 'Maar we moeten niet te lang boven blijven. En als het daar donker is? En -'
'En, en, en... je lijkt wel een oud wijf. Duisternis, geesten...' Ze lachte me uit. 'Ik heb het gecontroleerd. Het lichtknopje doet het en de lampen branden. De geesten zullen zich verbergen. Kom,' drong ze aan en liep de gang door, nog steeds lachend.
Als ik iets grappigs vond, dan was het dat we allebei nog onze Chinese jurken droegen. Toen we langs de kamer van oma Emma kwamen, keek ik verlangend door de open deur naar de kast. In gedachten zag ik Ian daar staan, me roepen, wachten tot ik de deur van de kast zou openen.
Ze maakte de deur van de zolder open en draaide zich naar me om.
'Zie je dat dit de goede sleutel is?'
Ze knipte het licht aan. Het verbaasde me hoe helder de trap en alles daar boven verlicht was. De trap was ook niet een gewone houten zoldertrap. Hij was met donkergrijs tapijt bekleed, en het tapijt zag er beter uit dan de bekleding van de grote trap in het huis. Er waren tien treden naar boven, zonder leuning. Alanis keek even met een opgewonden blik in haar ogen naar mij en liep toen verder omhoog. Ik volgde langzaam, met een half oor luisterend naar oudtante Frances beneden. Het feit dat we de sleutel hadden gestolen en stiekem naar boven slopen zou haar beslist van streek brengen. Ik was gespannen, op het punt om te draaien en weg te hollen, zodra ik iets zou horen dat op haar voetstappen leek. Alanis bleef boven aan de trap staan.
'Wauw,' zei ze. 'Je zult je ogen niet geloven. Waarom treuzel je zo? Hier wacht je beloning.'
Ze draaide zich om en liep de zolder op. Ik ging haar haastig achterna, want nu had ze mijn nieuwsgierigheid gewekt. Ze had gelijk. De zolder leek een zelfstandig appartement in het huis. Er waren een slaapkamer en een ruimte met een kleine keuken en nog een ruimte met een bank, tafel en stoel, met een klein televisietoestel op een tafel tegenover de bank. Rechts was nog een deur. Ze maakte hem open en draaide zich naar me om.
'Het is een badkamer met een ligbad,' zei ze. 'Bijna zo groot als de kast die we nu delen.'
Ik ging naast haar staan en keek naar binnen, naar de wasbak, het bad en de wc. Alles was schoon, niet geroest, maar er waren geen spiegels. Op de vloer lag dof crèmekleurig linoleum.
De muren van de zolder waren lichtblauw behangen, maar zonder schilderijen of platen of planken. Alanis bewoog zich langzaam, bekeek de meubelen, tot ze bij het grote bed kwam, dat een hoofdeinde had van donker kersenhout. Het was keurig opgemaakt met een donkerblauwe sprei en donzige grote kussens. Het was nog mooier opgemaakt dan het bed in de zogeheten kamer van oma Emma. Ze bleef even staan en hief haar hand op, alsof ze wilde dat ik me stilhield.
Toen draaide ze zich langzaam om.
'Kom eens kijken,' zei ze.
Ik ging naast haar staan en keek.
'Wat is dat?'
'Wat dat is? Weet je dan helemaal niks? Dat is een kinderwiegje. Wat ze een Baby Mozes-mandje noemen. Mijn opa heeft nog steeds het mandje waarin mijn moeder heeft geslapen toen ze pas geboren was. Ze is in huis geboren, niet in een ziekenhuis. Misschien is mijn oma daardoor wel gestorven. Als ze in een ziekenhuis had gelegen...'
'Je oma is gestorven toen je moeder werd geboren?'
'Laat maar,' zei ze en zwaaide met haar hand alsof ze hardop tegen zichzelf had staan praten. 'Wie heeft hier gewoond? Wiens baby heeft daarin geslapen? Waarom zit dit alles achter slot en grendel? Nou?' vroeg ze.
'Hoe moet ik dat weten?'
'Ik dacht dat ze jou misschien iets erover verteld zou hebben.'
'Nee, dat heeft ze niet.'
Ze liep naar het kleine televisietoestel op het tafeltje tegenover de bank en zette het aan. Er verscheen een beeld op het scherm en ze begon plotseling te lachen. 'Dit is beter dan het souterrain, stukken beter. En het heeft ook een keuken en een badkamer. Dit is echt een eigen appartement!'
Ze zette de televisie uit en liep naar de gootsteen om de kraan open te draaien. Er kwam vuil bruin water uit, maar het werd helder toen ze het water liet stromen. We hoorden iets als een plof in een buis, dus draaide ze snel de kraan weer dicht. We zwegen allebei en luisterden gespannen.
'Wees maar niet bang. Ik denk niet dat ze iets gehoord heeft. De televisie staat te hard,' zei Alanis, die de zolder bleef verkennen en in alle laden snuffelde. Ze hield babykleertjes omhoog. 'Het staat vast dat hier ooit een baby is geweest. Alles is blauw en groen en geel. Ik wed dat het een jongen was. Maar waarom hier?'
'Misschien was dit het verblijf van het dienstmeisje,' opperde ik. 'En kreeg zij een baby.'
'Hoe kun je hier nu dienstmeid zijn en een baby krijgen? Wie zou erop moeten letten terwijl ze aan het werk was? En waar was de vader?'
'Ik weet het niet. Misschien heeft hier iemand gewoond voordat mijn grootouders de boerderij kochten.'
Dat zette haar even aan het denken.
'Ja, misschien. Ik zou het wel aan mijn opa kunnen vragen - hij woont hier al eeuwen en zou het me zeker kunnen vertellen - maar dan zou hij weten dat we de sleutel hebben, de deur hebben opengemaakt en stiekem naar boven zijn gegaan. Ik kan beter mijn mond houden tegen hem.'
'Ik zou niet weten waarom het zo belangrijk is dat we het te weten komen.'
'Hm. Weet je wat we zullen doen?' zei ze lachend. 'We zullen net doen of dit ons eigen privéverblijf is. Ja, dat zullen we doen. We zullen eten mee naar boven nemen en hier onze feestjes geven.'
'Dat zou oudtante Frances misschien niet willen,' zei ik. 'De deur was op slot en ze heeft me er nooit iets over verteld.'
'Nou, dan moeten we gewoon voorzichtig zijn, zodat ze het niet merkt. Ja toch?' Ze gaf me een por in mijn zij.
'Ja,' zei ik.
'We zullen het alleen 's avonds in de weekends gebruiken. We gaan naar boven als ze slaapt. Voorlopig wil ik het zelfs niet aan Nikki en Raspberry vertellen. Die kunnen nooit hun mond houden.'
Ze bleef in de laden zoeken. Toen ze tussen de kleertjes in de onderste la zocht, stopte ze even en haalde een blaadje uit een klein notitieboekje tevoorschijn. Ze las wat erop stond.
'Wat is dat?' vroeg ik.
'Een vrouwennaam en een telefoonnummer. Toby DeMarco, 555-4343. Zou dat de vrouw zijn die hier woonde?' 'Waarom zou ze haar eigen nummer in een la bewaren?'
'Misschien heeft ze het achtergelaten toen ze uit het huis vertrok. Voor het geval ze iets zou vergeten of zo. Ik weet ook niet alles. Weet je wat we zullen doen? We zullen haar naam noemen tegen je oudtante en zien of ze iets zegt. Als ze vraagt hoe we aan die naam komen, zeggen we dat we iemand hebben horen zeggen dat ze hier vroeger gewoond heeft.'
Weer verbaasde het me hoe snel Alanis voor de dag kon komen met smoesjes en leugens. Het was of ze vlak onder de oppervlakte lagen, wachtend op een kans om tevoorschijn te komen.
Ze bleef rondneuzen op de zolder. Ik bekeek het mandje wat aandachtiger. Het zag er erg nieuw uit, misschien was het wel nooit gebruikt.
'Misschien was dit ingericht voor iemand die er nooit gewoond heeft,' zei ik.
'Ja, dat zou kunnen. Weet je wat me is opgevallen op deze zolder?' zei Alanis, die plaatsnam op de kleine bank.
'Wat dan?'
'Dat het hier zo schoon is. Kijk eens naar die koffietafel.' Ze streek met haar hand over het tafelblad. 'Bijna geen stof. Heel wat anders dan sommige meubels hier in huis.'
'Misschien heeft je moeder hier schoongemaakt.'
'Mijn moeder? Da's een lachertje. Ze doet geen steek méér dan ze moet doen,' zei Alanis. Toen glimlachte ze. 'Ik ook niet.'
We hoorden beneden een deur open- en dichtgaan.
'Laten we naar beneden gaan,' zei ze en stond snel op. 'Maar denk eraan. Dit is ons nieuwe geheim.'
Haastig liep ze voor me uit. We liepen zo zacht mogelijk de trap af. Onderaan keek ze voorzichtig links en rechts de gang in en toen glipten we naar buiten. Ze deed de deur weer op slot.
'Ik leg de sleutel ook weer op zijn plaats. Je kunt nooit weten,' zei ze. 'Ik ga naar beneden en blijf nog een tijdje bij haar, zodat ze niet achterdochtig wordt.'
'Waarom zou ze?'
'Weet ik niet. Ik wil trouwens toch nog wat televisiekijken. Als ze in slaap valt, zet ik iets aan wat ik leuk vind.' Ze klopte met haar vlakke hand op de deur. 'Ons plekje,' zei ze. 'Hoe zullen we het noemen?'
Ik haalde mijn schouders op. 'Geen idee.' 'Wat zou je zeggen van Hideaway Hotel? Telkens als we daar naartoe gaan, zal het zijn of we naar een hotel gaan.'
'Oké,' zei ik. Waarom moesten we het een naam geven en dingen fantaseren? Ze begon net zo te worden als oudtante Frances, net doen alsof, haar eigen wereldje creëren, dacht ik.
'Verdomme, meid, hou toch eens op met zo'n chagrijnig gezicht te trekken. We zullen pret maken, of je het leuk vindt of niet,' zei ze. Ze draaide zich om en liep naar de trap. Ik keek haar na en toen, in plaats van naar mijn kamer terug te keren, ging ik naar oma Emma's kamer en lans brieven. Ik had echt de behoefte om nu dicht bij hem te zijn, zelfs al schreef hij dingen die me weinig of niets zeiden.
Ik haalde de tas uit de kast, pakte de volgende brief en haalde hem uit de envelop.
Lieve Jordan,
Vandaag sprak ik met moeder door middel van telepathie. Ik kon de
vreugde in haar stem horen toen ze besefte dat ik het was. Ze dacht
dat we haar in de steek hadden gelaten. Ik legde het zo goed
mogelijk uit, maar ik weet niet waar je bent of watje doet omdat ik
geen brieven van jou heb gehad en oma Emma's advocaat me niets wil
vertellen. Moeder zei onmiddellijk dat het feit dat je niet
terugschreef waarschijnlijk te wijten was aan oma Emma, en toen
vertelde ik haar dat oma Emma in het ziekenhuis lag. Ik vertelde
haar alles wat oma Emma's advocaat mij wilde vertellen.
Ze had medelijden met je omdat je zo alleen was in dat grote huis.
Ze zei dat je je niet bezorgd moest maken, dat ze gauw beter zou
worden en je zou komen halen. Ze vroeg je geduld te
hebben.
Natuurlijk vertelde ik haar waar ik was en wat er allemaal gebeurd
was.
Raad eens? Ze zei dat ze het al wist. Ze zei dat vader haar was
komen opzoeken en haar alles had verteld. Ze zei dat hij een uur in
zijn rolstoel had gezeten en had gehuild en zijn excuses had
aangeboden.
Ik zei dat ze voorzichtig moest zijn en niet alles moest geloven
wat hij zegt.
Ze vond het jammer dat ik zo sceptisch was en aan hem
twijfelde.
Ze vroeg mij ook geduld te hebben, maar ik geloof niet dat ik nog
veel tijd heb. Ik zal je in mijn volgende brief uitleggen
waarom.
Ian
Ik vroeg me af wanneer papa bij mama was geweest. Waarom had hij het me nooit verteld of me meegenomen? Of hij was erheen gegaan nadat ik vertrokken was, maar waarom had hij mama dan niet verteld waar ik was? Ik zou oudtante Frances moeten vragen mijn brief zo gauw mogelijk te versturen, zodra ik al lans brieven gelezen had. Hij zou het antwoord weten.
Ik pakte onmiddellijk de volgende brief. Mijn vingers trilden, omdat ik zo zenuwachtig was; niet alleen door wat hij schreef, maar ook uit angst dat Alanis me zou ontdekken.
Lieve Jordan,
Het is vandaag begonnen.
Ik word langzaam in een cocon gewikkeld. Ik weet nog niet zeker wat
voor insect dat met me doet, maar het gebeurt heel
geleidelijk.
Wat het ook is, het weeft zich vanaf mijn voeten om me heen, en
heel strak. Vandaag kon ik mijn kamer niet uit. Toen ik opstond,
viel ik voorover. Ik lag een tijdje op de grond voor ik ontdekt
werd.
Dr. Walker kwam onmiddellijk. Ik vertelde hem wat er aan de hand
was en hij probeerde me te overtuigen dat het niet waar was. Ik
luisterde en luisterde naar hem en glimlachte en knikte, en toen
ging hij weg. Ze moesten me mijn eten komen brengen.
Ik kan nog goed genoeg overeind zitten om jou te
schrijven.
Maar maak je geen zorgen. Ik zal wel een manier bedenken om eruit
te komen.
Ik heb het niet aan moeder verteld. Waarom zou ik haar nog
ongeruster
maken? Ze is al bezorgd genoeg over ons allebei. Als je haar te
zien krijgt,
zeg dan niets over mij. Ian
Wat afschuwelijk voor hem, dacht ik. Papa zou hem moeten helpen. Ik scheurde de volgende envelop open. De brief was heel kort.
Lieve Jordan, Het zit rond mijn knieën. Ian
Ik hoorde voetstappen op de trap, stopte de tas met brieven haastig in de kast en holde de gang op, juist toen Alanis naar onze kamer ging. Ze hoorde niet dat ik achter haar aan kwam, maar toen ze zag dat ik niet in de kamer was, draaide ze zich om.
'Hé, je brieven weer aan het lezen?'
'Ja,' zei ik. Ik wilde er niet om liegen. Dat zou haar alleen maar nog nieuwsgieriger maken. Zo geïnteresseerd was ze trouwens toch niet. Ik wist zeker dat ze het maar saai zou vinden.
'Ik heb een interessant nieuwtje voor je.'
'Wat dan?'
'Ik heb precies gedaan wat ik zei. Ik noemde de naam Toby De-Marco en je oudtante raakte echt van streek. Ze wilde weten waar precies ik haar naam had gehoord en ik zei dat ik het me niet kon herinneren. Ik vroeg haar wie ze was en ze schudde haar hoofd en zei dat ze het vergeten was. Is dat niet mal? Eerst raakt ze van de kook bij het horen van haar naam en dan zegt ze dat ze niet weet over wie ik het heb. We zullen er op de een of andere manier zelf achter moeten komen.'
'Hoe?'
'Dat weet ik niet. We zullen dat nummer bellen,' zei ze en liet me het papiertje zien met Toby DeMarco's naam en telefoonnummer.
'Wat moeten we zeggen?'
'Weet ik niet. Jeetje, geef me even tijd om na te denken, wil je?'
'Waarom moeten we het eigenlijk weten?'
'Ben je niet nieuwsgierig?'
'Nee.'
'O, ja, dat ben je wél.' Ze staarde me even aan. 'Je lijkt me nogal over je toeren. Wat heeft je broer je verteld in zijn brieven? Iets slechts of sexy?'
'Nee,' zei ik snel.
Ze perste haar lippen op elkaar en schudde haar hoofd.
'Je gezicht lijkt wel van glas,' zei ze. 'Je kunt niet veel verborgen houden.' Ze kwam plotseling op een idee. 'Hij heeft niet toevallig iets over die zolder geschreven?'
'Nee. Hij heeft niets gezegd over dit huis of over een van de bewoners. Ik zweer het je,' zei ik. 'Hij wist ook niet veel over oudtante Frances. Hij is hier nooit geweest en hij weet ook niet dat ik hier ben. Niemand heeft hem iets over mij verteld, en mijn brieven zijn nooit naar hem doorgestuurd.'
'Kan zijn.' Ze glimlachte. 'In ieder geval hebben we een mooie pleisterplaats, Hideaway Hotel. Ik ben er zo blij mee, dat ik denk dat ik maar wat aan mijn huiswerk zal doen om mijn docenten ook gelukkig te maken. Ben je klaar met dat van jou?'
'Ik heb nog een paar dingen te doen.'
'Goed, laten we dan maar aan het werk gaan. Als we allebei slechte cijfers halen, zal mijn opa een excuus hebben om me te dwingen hier weg te gaan,' zei ze en ging op zoek naar haar schoolboeken.
Ze lag dwars op het bed om te lezen en sommen te maken, en ik werkte verder aan mijn kleine bureautje. Zo vond oudtante Frances ons een tijdje later.
'Geweldig,' zei ze. 'Jullie tweeën werken hard aan je huiswerk en helpen elkaar. Als Emma mij had geholpen, zou ik niet zoveel problemen hebben gehad met mijn eindexamen.'
'Had u dat dan?' vroeg Alanis.
'Met het halen van mijn eindexamen? Ja, maar mijn vader had daar iets mee te maken,' zei ze met een kort lachje. 'Geeft niet. Niemand had verwacht dat ik naar de universiteit zou gaan.'
'Wat deed u toen u van high school kwam?'
'Ik heb een tijdje voor mijn vader gewerkt.'
'Hebt u nooit iemand ontmoet met wie u wilde trouwen of die met u wilde trouwen?' hield Alanis vol.
Ik hield mijn adem in en wachtte op het antwoord. Dat had ik haar zelf ook altijd willen vragen.
'Er is weleens iemand geweest. Hij heette Alex Foster en hij werkte ook voor zijn vader. Zijn vader had een import- en exportzaak. Ze waren heel rijk. En enorme snobs. Alex was erg knap en smoorverliefd op me, maar zijn ouders wilden dat hij met iemand anders zou trouwen, iemand die rijker was. Hij was daardoor erg verdrietig. Ze lieten hem niet met rust totdat... totdat hij zich op een dag van het leven beroofde. En sindsdien... o, waarom moest je me dat vragen?' riep ze uit en legde haar hand op haar hart. 'Ik hou er niet van om me droevige dingen te herinneren, weet je nog? Bovendien moeten jullie niet aan mij denken maar aan jezelf en aan jullie veelbelovende toekomst. Ik ben nu een oude vrouw. Slaap lekker, meisjes.' Ze glimlachte, veranderde zo snel van gezichtsuitdrukking alsof ze van televisiekanaal veranderde.
'Jee,' zei Alanis. 'Dat geloof ik niet.'
'Misschien is het waar. Ze is nooit met iemand getrouwd geweest,' zei ik.
'Nee, het is niet waar.'
'Hoe weet jij dat?' vroeg ik kwaad. Ze was zo zelfverzekerd in alles wat ze dacht, en het begon me te ergeren.
'Dat weet ik omdat het de film was die we net hebben gezien,' zei ze.
'Is dat zo?'
'Ja. Je zou toch denken dat ze zich zou herinneren dat ik naast haar zat toen ze die film zag. Ze is knettergek. Ik ben benieuwd of ze altijd zo geweest is.'
Ze dacht even na een keek me toen strak aan. 'Je familie is rijk en zit dik in de spullen, maar jullie hebben er wel een paar halvegaren lussen... je oudtante, je broer, en naar wat je me verteld hebt, heeft je grootmoeder ze ook niet allemaal op een rijtje. En je vader klinkt ook maf. Waanzin kun je erven, weetje.'
Ik voelde de tranen in mijn ogen springen.
'Nee, dat kun je niet. Dat zou Ian me verteld hebben.'
'Ja, natuurlijk, Ian. Maak je maar niet ongerust,' ging ze snel verder. 'Ik zal het je laten weten als je iets geks doet of op het punt staat te doen. Ik ben je beste vriendin, weet je nog?'
Ik knikte, maar het zat me toch dwars wat ze had gezegd. Ik probeerde mijn huiswerk af te maken, maar de woorden vervaagden op het papier. Ik maakte er gauw een eind aan en liep naar de badkamer. Alanis ging naar beneden en kwam terug toen ik mijn pyjama al aanhad en in bed lag.
'Ik heb weer nieuws,' zei ze. 'Dat telefoonnummer? Ik heb het gebeld en een man nam op. Hij zei dat Toby DeMarco zijn moeder was en in het verpleeghuis Sisters of Mercy lag. Het is hier niet zo ver vandaan. Ik dacht dat hij misschien de baby was in het Mozesmandje, dus vroeg ik hem waar hij geboren was, maar toen werd hij kwaad, wilde weten wie ik was en wat ik wilde, dus heb ik maar opgehangen. Wat vind je daarvan?'
'Ik weet het niet.'
'Waarom hebben we de naam en het telefoonnummer van zijn moeder boven gevonden? Waarom is die zolder op slot? Waarom heeft je oudtante alles gelaten zoals het was? Waarom wond die man zich zo op toen ik hem wat vroeg?' Ze ratelde maar door.
'Ik weet het niet.'
'Ik weet het niet. Ik weet het niet. Is dat alles wat je kan zeggen? Wil je het niet weten?'
Moest ik het haar vertellen van Ian? vroeg ik me af. Haar vertellen over wat hij telepathie noemde en hoe ik voortdurend zijn waarschuwing hoorde? Zou ze denken dat ik ook al gek was?
'Dit is een echt detectiveverhaal,' ging ze verder, terwijl ze zich uitkleedde om naar bed te gaan. 'We zijn net twee detectives. Weet je wat,' zei ze terwijl ze onder de dekens kroop, 'ik zal het goedmaken met Chad en dan halen we hem over ons naar het verpleeghuis te rijden. Misschien kunnen we er dit weekend heen. Ik kan hem laten doen wat ik wil. Oké?'
Toen ik niet onmiddellijk antwoord gaf, voegde ze eraan toe: 'En zeg niet: ik weet het niet, want dan gooi ik je het raam uit.'
Ik zei niets. Ze draaide zich om alsof ze wilde gaan slapen, maar een ogenblik later keerde ze zich weer naar mij toe.
'Misschien komen we iets te weten dat je zal helpen je broer te helpen. Dat zou je toch graag willen?'
'Ja.'
'Nou dan. Dit zou nog wat meer kunnen zijn dan alleen een pleziertje. Welterusten.'
Had ze gelijk? Bevatte dit huis antwoorden op vragen die Ian en mij zouden helpen? Zelfs oudtante Frances? Ik was doodmoe, maar bang dat lans brieven me nachtmerries zouden bezorgen. Ik probeerde aan vrolijke dingen te denken, maar ten slotte huilde ik inwendig tot ik te moe was om zelfs maar te dromen.
Alanis was de volgende ochtend eerder op dan ik en schudde me wakker. Toen ik mijn ogen opendeed, lag ze geknield naast mijn bed en keek me strak in het gezicht.
'Wat is er?' vroeg ik.
'De geest,' zei ze.
Ik wreef de slaap uit mijn ogen en kwam steunend op mijn elleboog overeind.
'Wat is daarmee?'
'Het is geen geest. Het is je oudtante. Ze gaat naar boven en huilt en komt dan weer beneden. Ik hoorde haar en heb haar in de gaten gehouden. Wees maar niet bang. Ze heeft me niet gezien. Nu wil ik echt weten wie Toby DeMarco was,' ging ze verder. 'En jij ook, dus zeg vooral niet dat het niet zo is. Sta op. We hebben veel te doen en te bepraten. Je oudtante zit meer verstrikt in haar leugens en geheimen dan een vlieg in een spinnenweb. Als we slim zijn, kunnen we meer openmaken dan een zolderdeur in dit huis.'
Waarom noemde ze spinnen en vliegen? Was ze stiekem naar oma Emma's kamer gegaan en had ze lans brieven gelezen?
Ik wilde oudtante Frances niet bespioneren, maar kon niet ontkennen dat ik nu toch wel erg nieuwsgierig was geworden. Oudtante Frances was opgewekt als altijd en zag erop toe dat we allebei goed ontbeten, ook al at ze zelf niet.
'Morgen kunnen Jordan en ik misschien op bezoek bij een vriendin van me die een mooi huis heeft waar van alles te doen is. Er is een speelkamer met een pooltafel en allerlei andere dingen. Ik heb een vriend die ons kan brengen,' zei Alanis. 'Vindt u het goed, miss Wilkens?'
'O. Tja, wat zegt je grootvader ervan?'
'Hij zegt dat hij het goedvindt als u het goedvindt,' loog ze.
'Als jullie maar op tijd terug zijn voor het eten. Ik heb een plannetje voor het diner zondagavond. Iets bijzonders.'
'O, hoe kan het nog meer bijzonder zijn dan wat we al gehad hebben?' riep Alanis uit. 'Het is heerlijk om hier te wonen, vooral met iemand die zo aardig en edelmoedig is als u bent, miss Wilkens.'
Oudtante Frances glimlachte. Ik sloeg mijn ogen neer. Als ik dat niet had gedaan, zou ze beslist gezien hebben hoe erg ik het vond dat ze voor de gek werd gehouden, dacht ik.
'Niets maakt me gelukkiger dan jullie beiden gelukkig te zien,' zei oudtante Frances.
Ik keek naar haar op en moest me bedwingen om de waarheid er niet uit te schreeuwen: We zijn stiekem naar de zolder geslopen, we hebben bepaalde dingen gevonden en staan op het punt mensen te bespioneren. De woorden bleven steken in mijn keel en de tranen brandden in mijn ogen. Oudtante Frances dacht dat ik alleen maar dankbaar was. Ze glimlachte naar me en streek over mijn haar.
'Lief kind,' zei ze.
'Kom, Jordan,' drong Alanis aan en gaf me een por. 'We mogen onze bus niet missen.'
'O, ik dacht er net aan,' zei oudtante Frances en stak haar hand in de zak van haar ochtendjas. 'Hier is je lunchgeld. Ik hoop dat het genoeg is voor jullie beiden.' Ze overhandigde me een biljet van twintig dollar.
'O, dat is prima,' zei Alanis.
Ik aarzelde om het aan te nemen, maar zag dat Alanis het zou doen als ik het niet deed. Toen ik het in mijn hand had, sleurde ze me praktisch naar de deur.
'Dag. Tot ziens, miss Wilkens.'
'Prettige dag, meisjes,' riep oudtante Frances ons achterna.
'Je had ons bijna verraden,' klaagde ze. 'Kijk toch niet altijd zo schuldig. Zo verschrikkelijk is het niet wat we doen. Dit geld en wat we nog hebben is belangrijk. We zullen Chad wat moeten geven voor benzine.'
'En als ze je grootvader vraagt of hij het goedvindt dat we morgen gaan?'
'Dat doet ze niet, en zelfs al zou ze het doen, dan zeg ik hem dat ze in de war is met iets anders wat we doen. Jij bent één bonk zenuwen.'
En jij bent één bonk leugens, dacht ik.
Toen de bus stopte en we instapten, zag ik onmiddellijk dat Stuart Gavin nergens te bekennen was. Ook Alanis was nieuwsgierig en hoorde van een andere leerling, die naast hem woonde, dat zijn oom was gestorven en Stuart en zijn ouders bij de familie van zijn oom waren voor de begrafenis.
'En ik wilde hem juist weer een beetje pesten,' zei Alanis.
We gingen uiteen zodra we binnen waren, want ze zag Chad in de gang en ging achter hem aan.
'Geen zorgen,' riep ze achterom terwijl ze wegliep. 'Ik wikkel hem om mijn vinger.'
Ze ging naast hem lopen en gaf hem een arm. Hij bleef even staan, glimlachte en liep door. Ze keek even achterom met een gezichtvan 'Zie je wel?'
Alanis weet inderdaad veel over jongens, dacht ik. Als het om seks ging, was ze op haar manier net zo slim als Ian. Haastig liep ik naar mijn klas. Misschien was het omdat ik op school rondhing met
Alanis en haar vriendinnen, of misschien kwam het gewoon door mijn uiterlijk, maar geen van de meisjes in mijn klas leek er ook maar enigszins in geïnteresseerd te zijn om mijn vriendin te worden. Zou ik me dan altijd een buitenstaander blijven voelen?
Mevrouw Morgan haalde deze keer het huiswerk niet op, maar wees een leerling aan om de antwoorden hardop voor te lezen, en ik kreeg de indruk dat ik vaker een beurt kreeg dan een van de andere leerlingen. Sommige van mijn antwoorden waren heel goed, maar andere vond ze niet voldoende. Toen las ze de cijfers op voor het huiswerk van gisteren. Het kon haar niet schelen dat iedereen het cijfer van de anderen kende. Ik kreeg niet het laagste cijfer, maar het kon nauwelijks door de beugel. Ook al wist ik dat ze wist dat ik niet was blijven zitten of te oud was voor mijn klas, toch behandelde ze me alsof dat wel het geval was. Ik kon het zien aan de voldane gezichten van de andere leerlingen die naar me keken.
Later, tijdens de lunch, ging Alanis bij Chad zitten. Nikki en Raspberry ergerden zich.
'Ik dacht dat ze hem de laan had uitgestuurd,' zei Nikki. 'Waarom is ze nu weer bij hem terug?'
Ik deed even mijn ogen dicht en probeerde te doen wat Alanis me had geleerd: net doen of ik geloofde in wat ik ging zeggen.
'Ik weet het niet,' zei ik.
Ik was er nog steeds niet goed in. Ze keken me achterdochtig aan.
'Ik heb haar gisteravond thuis gebeld, maar haar grootvader zei dat ze nog steeds in het huis van je oudtante woont. Hebben jullie een feestje gehad in het souterrain met Chad en nog iemand anders?' vroeg Raspberry. 'Ik wed dat jullie alle alcopops gehouden hebben en niks hebben weggegooid.'
'Nee.'
'Lieg niet tegen ons, meid,' zei Nikki.
'Dat doe ik niet. We hebben geen feestje gehad. Heb je het haar niet gevraagd?'
'O, ja, we hebben het haar gevraagd,' zei Raspberry, met een boze blik op Alanis. 'We weten genoeg om te weten dat je Alanis niet kunt geloven of vertrouwen. Ze doet ook erg geheimzinnig. Ze is iets van plan en we denken dat jij weet wat dat is.'
'Ik dacht dat ze je beste vriendin was,' zei ik.
'Dat was ze ook, maar we geloven dat ze door jou een verwaande trut wordt,' zei Nikki.
'Door mij?'
'Ja. Jij bent toch rijk? Ze heeft meer geld bij zich dan ik ooit van haar gezien heb,' zei Nikki. 'Plotseling zijn we niet goed genoeg meer voor haar.'
Ik wist niet wat ik moest zeggen. Ik keek naar Alanis, die zo hevig met Chad zat te flirten dat de toezichthoudende docent hen kwaad aankeek.
'Denk eraan dat jullie geen feest geven zonder ons,' waarschuwde Raspberry.
'Dat doen we niet,' antwoordde ik. Ik kon niet wachten tot het lunchuur voorbij was en was blij toen de bel ons terugriep naar de klas.
Later kwam Alanis in de gang naar me toe.
'Het is voor elkaar,' zei ze. 'Hij komt ons morgenochtend om tien uur halen. Ik heb hem niet verteld waar we precies naartoe gaan of waarom, dus zeg niks. Ik doe het woord wel.'
'Nikki en Raspberry denken dat we een feest plannen zonder hen,' zei ik. 'Ze zijn pissig op je. Ze denken dat je verwaand wordt en ze geven mij de schuld.'
'Vergeet ze nu maar even. Ik heb geen tijd voor sukkels,' zei ze en liep haastig weg.
Toen ik me omdraaide, zag ik dat mevrouw Browne in een deuropening naast een van de docenten naar me stond te kijken. Haar gezicht drukte afkeuring en achterdocht uit. Ze begonnen heel zacht met elkaar te praten terwijl ze me aanstaarden. Ik ging sneller lopen, maar ik kon voelen dat haar ogen me volgden door de gang naar het klaslokaal. Ik had zelfs het gevoel dat ze niet meer dan centimeters van mijn rug verwijderd waren.
Ik kon me niet herinneren dat in de wereld waaruit ik kwam, één docent me ooit anders dan glimlachend had aangekeken. Welke duistere grens had ik overschreden? Wie was ik geworden?
Opnieuw had ik het gevoel dat ik als een vloedgolf door de gebeurtenissen werd meegesleurd.