Drie
Toen ik in de deuropening van de kamer stond die mijn eigen
kamer zou worden, viel mijn mond open. In mijn wildste fantasieën
had ik me niet zo’n mooie kamer kunnen voorstellen, zo groot en zo
warm en gezellig. En dit was de eerste keer in mijn leven dat een
kamer helemaal van mij was!
‘Is hij naar je zin?’ vroeg Celine stralend. Even kon ik geen
woord uitbrengen. Of hij naar mijn zin was? Dat is veel te zwak
uitgedrukt, dacht ik. Zou ik hier slapen? Wonen, mijn huiswerk
maken?
‘Hij is zo groot,’ begon ik. Ik was bang om naar binnen te
gaan, bang dat als ik dat deed alles als een mooie droom zou
verdwijnen. Celine reed naar voren en Sanford stond achter me met
zijn handen op mijn schouders, terwijl zij de kamer inspecteerde om
zich ervan te overtuigen dat Mildred haar werk goed had
gedaan.
‘Mooi,’ zei ze. ‘Je spulletjes zijn in ieder geval opgeborgen.
Morgenochtend gaan we meteen wat behoorlijke kleren voor je kopen,’
ging ze verder.
‘Ik zou graag eerst even naar de fabriek gaan, liefste. Ik kom
meteen terug en...’ begon Sanford aarzelend.
‘Je kunt nog wel één dag langer weg blijven van je geliefde
fabriek, Sanford. Je directeur is een heel capabel man. In ieder
geval,’ zei ze, met een blik op mij, ‘wat is belangrijker?’ Ze keek
hem nadrukkelijk aan. Hij zei niets.
Om hun verhitte woorden en blikken te vermijden, liep ik mijn
kamer binnen. De gordijnen waren flamingoroze, evenals de hemel, de
kussens en de sprei van het bed met vier pilaren. Er stond een
matwit bureau met een lamp in de vorm van een eend. Aan de muren
hingen schilderijen van balletdansers en -danseressen.
‘Dat zijn scènes uit beroemde balletten, Janet,’ legde Celine
uit. ‘Dat is het Zwanenmeer en dat is Le Jeune Homme et la Mort.
Dat daar is Romeo en Julia,’ zei ze, knikkend naar het schilderij
boven het bed. ‘Ik wil dat je omringd bent met dansen - dat je het
slaapt, eet en drinkt, net als ik deed. Na verloop van tijd is dat
het enige dat je nog iets kan schelen,’ zei ze, en weer voelde ik
het als een bevel.
Ze reed naar een kastje naast de klerenkast en maakte het
open.
‘Hierin vind je bandjes en cd’s van de muziek waarnaar ik wil
dat je luistert en die je zo goed leert kennen dat je ze helemaal
kent. De muziek moet een deel van je worden. Je zult ongetwijfeld
net als ik de muziek horen, ook als je buiten de studio bent, en je
zult een pirouette willen maken of een changement de pieds.
‘Wat is dat?’
Ze keek glimlachend naar Sanford.
‘Je moet de positie van je voeten vaak veranderen, van de
rechtervoet naar voren naar de linkervoet naar voren of vice versa.
Dat is een sprong waarin je met de andere voet naar voren
terechtkomt. Dus, changement de pieds, wisselen van de voeten. Maak
je geen zorgen. Het zal gemakkelijker zijn dan je denkt, speciaal
voor jou.’
Ik keek naar Sanford, om te zien of hij evenveel vertrouwen in
me had. Er lag een glimlach in zijn ogen.
‘Laat haar wat rondkijken in haar nieuwe kamer, Celine.’
‘Natuurlijk,’ zei ze, en reed achteruit. ‘Je badkamer is
achter die deur daar.’
Ik keek naar binnen, naar het ronde bad en de douche. Alle
kranen waren van glimmend koper, en toen zag ik de handdoeken op de
rekken. Er stond iets op geschreven. Ik liep erheen om het te
lezen.
‘Mijn naam staat op de handdoek!’ riep ik uit.
Sanford lachte.
‘En op het glas en op het zeeprekje,’ zei hij.
Verbaasd nam ik het allemaal in me op.
‘Maar hoe hebt u dat allemaal zo snel kunnen doen?’
‘Vergeet niet dat ik een fabriek heb, en relaties,’ zei hij,
duidelijk geamuseerd over mijn vraag.
‘Maar hoe wist u dat ik hier zou komen wonen?’ hield ik
vol.
Hij keek naar Celine, die naar de deur van de badkamer was
gereden.
‘Ik heb je gezegd, lieverd, vanaf het eerste moment dat ik je
zag, wist ik dat jij de juiste was. de enige. We waren voorbestemd
om een gezin te worden.’
Ik dacht dat mijn hart zou exploderen, zo gelukkig voelde ik
me. Een mooi bed, meubels, met mijn naam gemerkte
badkamerartikelen, nieuwe kleren, alles wat ik me ooit maar had
kunnen wensen. Het was Kerstmis in het voorjaar.
‘Ben je gelukkig?’ vroeg Sanford.
‘O, ja!’ Ik schreeuwde de woorden bijna, en dacht, eindelijk
spreek ik luid genoeg om zelfs mevrouw McGuires goedkeuring te
kunnen wegdragen.
‘Goed, trek iets gemakkelijks aan, dan zal ik je de tuin laten
zien,’ zei Sanford. ‘Achterin is een meer, en in de zomer hebben we
ganzen.’
‘Ik ga madame Malisorf bellen,’ zei Celine, ‘om onze afspraak
te bevestigen voor de eerste les overmorgen. Ik ben zo opgewonden -
ik vraag me af of we de afspraak kunnen verzetten naar
morgenochtend? Nee, morgen moeten we je spitzen kopen en maillots.
We moeten niet te hard van stapel lopen.’
‘Zou je niet even wachten voor je spitzen voor haar koopt,
liefste?’ vroeg Sanford zacht.
‘Geen sprake van.’ Ze keek naar mij. ‘Ze wordt madame
Malisorfs beste leerlinge. Na mij natuurlijk. Wat een verrukkelijke
dag!’ Ze strekte haar armen naar mij uit en toen naar Sanford. ‘We
zijn eindelijk een gezin,’ zei ze, terwijl ze weer met die
dromerige blik naar me keek.
Ik dacht dat de tranen die onder mijn oogleden brandden langs
mijn wangen zouden stromen, maar ze bleven waar ze waren, wachtend
op een ander moment.
Toen ik een oude spijkerbroek en een blouse en gymschoenen had
aangetrokken, liep ik door de gang boven. Er was nog een slaapkamer
met een hermetisch gesloten deur, en toen Sanford en Celines kamer.
Celine was binnen. Ze lag op bed en sprak met Sanford. Ik wilde
niet de indruk wekken dat ik hen bespioneerde, dus draaide ik me om
en wilde naar beneden gaan om op hen te wachten, toen ik Celine
mijn naam hoorde noemen.
‘Janet zal opbloeien als een bloem in onze aarde, hè,
Sanford?’
‘Ja, liefste. Maar ga nu even rusten. Het is een hele lange,
emotionele dag geweest, voor ons allemaal.’
‘En als ze zover is,’ ging Celine verder, hem negerend, ‘zal
ze het publiek verrukken zoals ik het zou hebben verrukt.’
Het publiek verrukken? dacht ik. Ik? Degene die de andere
kinderen zolang ik me kon herinneren Schijtlijster hadden genoemd?
Degene die niet luid genoeg praatte, zodat iemand die naast me zat
me nauwelijks kon verstaan? Optreden voor publiek en dat in
verrukking brengen? Hoe zou ik dat kunnen? Zodra Celine en Sanford
beseften dat ik dat niet kon, zouden ze me terugsturen. Ik was er
zo zeker van dat mijn hart ineenkromp. De mooie kamer, dit huis, de
belofte van een gezin, het was allemaal slechts een droom. Ik boog
mijn hoofd en liep langzaam de trap af.
Ik liep de zitkamer in en keek omhoog naar het schilderij van
Celine dat boven de schoorsteen hing. De schilder had
haar middenin een sprong afgebeeld, misschien die changement
de pieds die ze had beschreven. Haar benen, die nu levenloos en
slap onder een plaid waren verborgen, waren mooi gevormd en
gespierd. Ze leek op een vogel die omhoogzweefde, precies zoals ze
me had verteld dat ik me op een dag zou voelen. Hoe sierlijk en
mooi leek ze tegen de donkere achtergrond. Het schilderij was zo
levendig, dat ik half en half verwachtte dat ze elk moment voor me
neer kon komen.
‘O, hier ben je.’ Ik draaide me om en zag Sanford in de
deuropening staan. ‘Celine rust even. Kom mee, dan zal ik je de
tuin laten zien. We zullen naar het meer wandelen,’ ging hij
verder, en het viel me op dat zijn stem heel anders klonk als
Celine er niet bij was.
Toen we buiten kwamen, zag ik dat de lucht was opgeklaard,
zoals Celine gezegd had dat hij zou doen. Ik begon me af te vragen
of iedereen en alles deed wat Celine vroeg.
‘Hierheen,’ zei Sanford, en ging onderaan de trap rechtsaf.
Hij liep met zijn handen achter zijn rug, zijn lange, magere
lichaam naar voren gebogen. Hij nam lange, slungelige passen, een
voor elke twee van mij. ‘Dit huis was een vondst. Het was in heel
goede conditie, gezien de ouderdom ervan, maar we hebben een aantal
veranderingen en verbeteringen aangebracht,’ zei hij. ‘Ik weet
zeker dat je hier even gelukkig zult zijn als wij zijn geweest,
Janet.’ Hij glimlachte naar me en knikte naar de heuvel voor ons.
‘Aan de andere kant ligt ons meer. Ik heb een roeiboot, maar die
hebben we al een tijd niet gebruikt. Kun je zwemmen?’
‘Nee, meneer,’ zei ik zacht, bang om weer een ‘kan niet’ aan
mijn naam toe te voegen. Kan niet dansen. Kan niet zwemmen. Kan
niet blijven.
‘O, nou ja, dat zullen we dan vóór de zomer moeten verhelpen.
En noem me alsjeblieft geen meneer. Als je me nog geen papa kunt
noemen, noem me dan Sanford, oké?’ Zijn ogen straalden en ik
ontspande me en lachte naar hem. Ik had de indruk dat het Sanford
heel wat gemakkelijker naar de zin te maken zou zijn dan
Celine.
We liepen door.
‘Ik heb een hulp die twee keer per week de tuin komt
verzorgen,’ zei hij. Hij zwaaide met zijn lange arm naar het
oosten. ‘Deze hele tuin is van ons en nog een stuk meer. Ik heb de
bossen intact gelaten, zodat we de nodige privacy hebben en het
gevoel dat we middenin de natuur leven. Feitelijk wonen we niet zo
ver van de stad vandaan. De particuliere school waar je naartoe
zult gaan, is maar ruim twintig kilometer hier vandaan. Celine
heeft al alles geregeld. Ik hoef je er alleen maar heen te brengen
om je in te schrijven.’
‘Heeft ze dat al gedaan?’ Het gaf me een vreemd gevoel te
bedenken dat Celine een leven voor mij, voor ons, gepland had, nog
voordat ik haar had ontmoet. Als ik eens nee had gezegd, en niet
met hen mee naar huis was gegaan? Maar ja, ik was een weeskind, en
weeskinderen zeggen nooit nee.
Sanford lachte om mijn verbijsterde gezicht.
‘O, ja. Celine heeft alles voor je voorbereid, letterlijk
vanaf het eerste moment dat ze je gezien had, Janet. Ik zal die dag
nooit vergeten. Ze was zo opgewonden dat ze niet kon slapen, en ze
bleef maar over je praten, tot diep in de nacht. En toen ze de
volgende ochtend wakker werd was jouw naam het eerste woord dat ze
zei.’
In plaats van me blij te maken, lieten die woorden even een
lichte schok van angst door me heen gaan. Wat zag Celine in mij dat
ik zelf niet kon zien, dat niemand ooit eerder had gezien? En als
het eens allemaal niet waar was?
‘Hoe komt het dat u zelf geen kinderen hebt?’ vroeg ik.
Een paar minuten liep hij zwijgend door, en ik dacht al dat
hij me misschien niet gehoord had. Maar toen bleef hij staan, keek
achterom naar het huis en zuchtte. De grimmige uitdrukking die ik
al eerder van hem gezien had kwam weer terug.
‘Ik wilde graag kinderen hebben. Vanaf de eerste dag dat we
getrouwd waren, plande ik een gezin. Maar Celine was te veel
verknocht aan haar carrière, en ze dacht dat haar dansen eronder te
lijden zou hebben als ze kinderen kreeg.
‘Hoe dan ook,’ zei hij, terwijl hij verder liep naar de
heuvel, ‘ze zou de eerste zijn om toe te geven dat ze in die tijd
niet het temperament had voor kinderen.’ Hij schudde zijn hoofd.
‘Je zou heel ver moeten zoeken om iemand te vinden met zulke
wisselvallige stemmingen. Ik voelde me net een onbeholpen weerman,
niet in staat de zonnige en de sombere dagen te voorspellen. Het
ene ogenblik lachte ze, luchthartig en vrolijk, en het volgende
ogenblik was ze somber en bedroefd, verwelkte ze als een bloem
zonder water. Niets wat ik deed kon haar opvrolijken. Maar,’ zei
hij, nu weer glimlachend, ‘nu jij hier bent, zal dat allemaal
veranderen. Er zullen geen sombere dagen meer komen.’
Hoe zou ik Celine zo gelukkig kunnen maken dat ze haar benen
zou vergeten? Zou het mij zien dansen haar werkelijk eroverheen
kunnen helpen dat ze zelf nooit meer zou kunnen dansen? Hoe kon ik
verantwoordelijk zijn voor Celines geluk? Ik was te klein en te
verlegen. Ik zou er nooit toe in staat zijn.
‘Ik had altijd het gevoel dat ik met blote voeten op
versplinterd glas liep, elke dag als ik thuiskwam uit de zaak,’
ging Sanford verder, en zijn stem verbrak mijn sombere gepieker.
Het was prettig om naar hem te luisteren, hem zijn hart te horen
uitstorten alsof ik al deel uitmaakte van zijn gezin of er al
jarenlang bij had gehoord. Ik wilde alleen dat de gedachten en
verlangens die hij me toevertrouwde aangenaam waren, maar hoe
langer Sanford sprak, des te meer besefte ik hoe triest en
verbitterd hij was. ‘Celines stemmingen waren volkomen
onvoorspelbaar, en na het ongeluk werd het erger. Maar nu gaat
alles anders worden,’ zei hij nadrukkelijk en opgewekt. Ik kon
merken dat hij probeerde niets sombers meer te zeggen.
Op de top van de heuvel bleven we staan en keken naar het
meer. Het glinsterde in de zon, het water was zo glad als een
spiegel. Vlak onder ons was een steiger met de roeiboot die hij had
genoemd.
‘Het meer is niet zo erg groot, niet meer dan driekwart
kilometer of zo, maar het is leuk om water bij je landgoed te
hebben. En de ganzen die elk jaar op bezoek komen, zijn de moeite
waard om te zien tegen het eind van de zomer. Dat zul je zien,’ zei
hij. Ik was blij dat ik hem plannen hoorde maken voor een lang
verblijf van me hier.
‘Het is mooi,’ zei ik. Ik was dankbaar dat hij van onderwerp
veranderd was.
‘Ja, dat is het.’ Hij dacht even na en keek me toen aan. ‘Ik
heb zoveel over ons gepraat, ik heb je de kans niet gegeven om over
jezelf te vertellen. Wat voor dingen doe je graag? Heb je wel eens
geschaatst of geskeelerd?’
Ik schudde mijn hoofd.
‘Ik weet zeker dat je nooit geskied hebt. Doe je aan
sport?’
‘Alleen op school. In het weeshuis meestal niet.’
‘En boeken? Hou je van lezen?’
‘O, ja.’
‘Mooi zo. We hebben een heel goede bibliotheek. Ik hou veel
van lezen. Ik neem aan dat je graag televisie kijkt?’
Ik knikte.
‘En films?’
‘Ik ben niet vaak naar de bioscoop geweest,’ zei ik. Feitelijk
kon ik de keren op mijn vingers tellen.
‘Je leven zal erg veranderen, Janet. Ik ben haast nog
enthousiaster voor jou dan voor onszelf. Kom mee,’ ging hij na een
ogenblik verder. ‘Dan zal ik je de wilde bessenstruiken laten
zien.’
Ik haastte me om hem bij te houden. Bessenstruiken, een meer
met een roeiboot, mooie bloemen en eigen tuinlieden, een
particuliere school en nieuwe kleren. Ik begon te geloven dat ik
Assepoester was! Ik hoopte alleen dat ik het uur van middernacht zo
lang mogelijk zou kunnen uitstellen.
Die avond at ik mijn eerste diner in mijn nieuwe huis. Celine
droeg een rode jurk in de kleur van een geconfijte appel, lange
gouden oorbellen en een ketting met een in goud gevatte camee. Ze
zag er erg mooi uit. Sanford droeg een pak met das. Ik had alleen
de versleten lichtblauwe jurk die ik bij onze eerste kennismaking
in het weeshuis had gedragen.
De eetkamer was verlicht door een grote kroonluchter boven de
tafel. Het servies, de kaarsen en het bestek zagen er allemaal zo
duur uit, dat ik bijna bang was om iets aan te raken. Sanford zat
aan het ene eind van de lange tafel en Celine aan het andere eind
en ik aan een zijkant. Mildred begon het eten op te dienen zodra we
zaten. Niets voelde zo vreemd aan als het worden bediend door een
dienstmeisje. Vanaf de dag waarop we in het weeshuis voor onszelf
konden zorgen, deden we ook alles zelf.
Ik keek naar Celine terwijl ze zat te eten, rondpikkend in
haar bord als een vogeltje. Intussen legde Sanford me uit welk
bestek ik moest gebruiken en de tafeletiquette. Alles was even
verrukkelijk, en ik had honger, maar Celine stond me niet toe
zoveel te eten als ik zou hebben gewild.
‘Geef haar geen tweede portie aardappelen,’ beval ze, toen
Sanford de schaal wilde pakken. ‘Van nu af aan zal ze op haar dieet
moeten letten. Een balletdanseres,’ ging ze verder tegen mij, ‘moet
een slank figuur houden. Overtollig vet is uit den boze. Het maakt
je traag en onhandig. Ook al dans ik niet meer, toch let ik op mijn
figuur. Gewoonten worden een deel van wie je bent, ze bepalen je
persoonlijkheid. Denk daaraan, Janet. Ik draag al mijn wijsheid aan
jou over, de wijsheid die aan mij is overgedragen door heel
beroemde en succesvolle mensen.’
Die avond stond ik nog enigszins hongerig op van tafel, iets
wat me in het weeshuis nooit was overkomen. Het was vreemd om naar
al die heerlijke dingen te kijken en ze niet te mogen proeven.
Telkens als Sanford me iets aanreikte, keek ik naar Celine, en als
ze haar wenkbrauwen fronste of ontevreden keek, am ik er niets
van. Het voorbij laten gaan van de verrukkelijk uitziende
chocoladetaart met roomwit glazuur, deed mijn maag het hevigst
rommelen.
‘Je zult merken,’ zei Celine, die naast me bleef toen we naar
de zitkamer gingen, ‘dat je geen televisietoestel hebt in je kamer.
Ik weet dat tieners er dol op zijn, maar met je schoolwerk en je
balletles zul je niet veel tijd hebben voor iets anders, vooral
niet voor frivole dingen. Ik had er nooit tijd voor.’
‘Ik keek niet zo vaak naar de tv in het weeshuis,’ antwoordde
ik. ‘Er was maar één toestel in de recreatiekamer en de oudere
jongens beslisten altijd wat we allemaal zouden zien. Ik las
liever.’
‘Mooi. Ik heb een boek over ballet, en ik wil dat je vanavond
daarin begint te lezen,’ zei ze, en reed langs me heen naar de
zitkamer. Ik volgde haar en zag dat ze een boek uit de kast haalde.
Ze stak het me toe en ik haastte me om het aan te pakken.
‘Het bevat veel basisinformatie,’ zei ze, ‘zodat je een niet
al te domme indruk maakt als je overmorgen madame Malisorf leert
kennen.’
‘O, ze is veel te opgewonden om dat allemaal te lezen en te
onthouden, Celine,’ zei Sanford kalm. Ik moest onwillekeurig denken
dat als hij maar wat nadrukkelijker sprak, Celine misschien naar
hem zou luisteren.
‘Onzin. Ik weet zeker dat ze moe is, en dat ze naar haar kamer
zal willen, om in bed wat te lezen.’ Ze draaide zich naar mij om,
kennelijk wachtend op mijn instemming.
Ik keek naar Sanford, naar het boek, en toen naar
Celine.
‘Ja,’ zei ik. ‘Ik ben moe.’
‘Dat is logisch. Het gebeurt niet iedere dag dat je je leven
opnieuw begint,’ zei Celine. Ze pakte mijn hand en hield die vast.
‘We lijken zoveel op elkaar, jij en ik, het is of je echt mijn
dochter bent.’
Ik zag tranen in haar ogen. Ze brachten ook tranen in de
mijne.
Mijn hart sprong op bij de belofte van echte liefde,
echte vreugde.
‘Slaap lekker,’ zei ze. ‘Welkom in je nieuwe thuis.’ Ze trok
me naar zich toe en gaf me een zoen op mijn wang. Het was de eerste
keer dat iemand die mijn moeder wilde zijn me had gekust. Ik slikte
mijn tranen van geluk in en liep naar de deur. Sanford hield me
tegen en gaf me ook een zoen op mijn wang.
‘Welterusten, Janet. Roep me maar als je iets nodig hebt,’ zei
hij.
Ik bedankte hem en liep haastig de trap op met het balletboek
in de hand.
Toen kwam ik in mijn kamer en staarde vol blijde verbazing om
me heen. Ik had een thuis. Ik was iemands kind. Eindelijk.