22

November kroop voorbij als een ongenode gast die maar niet wilde vertrekken. Toen eindelijk de eerste decemberdag aanbrak, voelde Timo zich buitengewoon opgelucht. Hij had geworsteld met de SE-week, maar de terugval in zijn cijfers bleek gelukkig mee te vallen. Alleen Frans had hij flink verneukt en hij zou in het voorjaar alle zeilen moeten bijzetten om een voldoende te halen op zijn eindlijst.

Zoals iedereen in Beek mondjesmaat het leven na 15 november probeerde op te pakken en de gebeurtenissen van die dag probeerde te vergeten, deed Timo zijn best om uit zijn schuldgevoel los te komen. Uiteindelijk slaagde hij er min of meer in. De spanningen tussen zijn ouders waren in die periode door het hele huis voelbaar geweest. Misschien was het onredelijk om zichzelf te verwijten dat hij zijn vader met zijn geheim had opgezadeld, maar desondanks voelde het zo en daar kon zijn verstand niets aan veranderen.

Max had kort erop nachtmerries gehad en op een middag, toen Jolanda aan Timo had gevraagd hoe het ging, had ze vertrouwelijk gezegd dat Max in bed had geplast. Timo had meelijden met zijn broertje. Hij hielp hem die avond mee met het borstelen van Pablo en Niké en ook al praatten ze er niet over, ze waardeerden beiden hun schaarse tijd samen. Niet veel later vroeg Timo of hij even op Max’ laptop mocht, om iets op internet op te zoeken. Toen hij Safari opende, zag hij een gaypornosite in Max’ history. Timo beet op zijn lip, deed alsof hij het niet had gezien en besefte dat hij meer van Max hield dan hij ooit hardop zou toegeven.

Een week na de vijftiende kwam Robert Grim zijn laptop en iPhone terugbrengen. Hij nam Timo apart en zei veelbetekenend: ‘Wat je ook hebt gedaan; als je het nog eens doet, zie ik het. Is dat duidelijk?’

Timo, knalrood, knikte zwijgend en keek naar de grond. Wist Grim het? Natuurlijk. Of hij had althans sterke vermoedens. Hij moest de URL van de OYE-website in quarantaine hebben gezien bij de domeinbeheerder. Waarom had hij niets gedaan? Timo kon er niet bij, tot hij die avond in bed lag en besefte dat als OYE bekend was geworden, de conservatieve Raad in reactie waarschijnlijk heel het internet in Beek zou hebben afgesloten. Grim, die eigengereide klootzak, had het voor zich gehouden om te voorkomen dat Beek in een tweede Noord-Korea zou veranderen. Timo viel met een glimlach in slaap en voelde zich de volgende dag een beetje lichter.

Begin december brak er een dag aan dat hij pas toen hij uit school thuiskwam en de lege plek zag waar Fledders mand altijd had gestaan, aan de dood van de hond moest denken, aan de nachtmerrie in het bos die erop was gevolgd en aan de afschuwelijke steniging. Timo was verrast en voelde zich een beetje schuldig, alsof het hem zou worden aangerekend dat hij het probeerde achter zich te laten. Maar de tijd verstreek en sommige wonden heelden sneller dan anderen… al zou je altijd een vaag litteken blijven zien.

Sinterklaasavond was stormachtig en guur. Het huis dat in november onder zo hoge elektrische lading had gestaan, leek in lange tijd niet zo vol van warmte en gezelligheid te zijn geweest. De Van Meertens vierden het samen met hen en ook Lotte was er, en ze mocht blijven slapen. Timo had zijn best gedaan op een surprise voor Laurens – een kartonnen opblaaspop omdat hij nog steeds geen vriendinnetje had – en Max had een hilarisch gedicht gemaakt voor Jolanda, die zich een kriek lachte. Na de surprises pakten ze de cadeaus bij de open haard uit. Dat van Timo zat in een platte doos en toen hij het papier wegscheurde zag hij dat het een nieuwe MacBook was. Met open mond keek hij op naar zijn vader. Stefan knikte hem met een warme glimlach toe. Eentje zonder keytrackers, zei die glimlach. Timo was diep geroerd om zijn vaders vertrouwen en moest zijn best doen om geen tranen in zijn ogen te krijgen. Hij bezwoer in zijn jongensachtige loyaliteit dat vertrouwen nooit te zullen schaden en knuffelde zijn vader.

Er werd veel geknuffeld, die avond. Het was alsof iedereen in het gezin de behoefte had om elkaar aan te raken. Op een gegeven moment zag Timo zijn ouders naast elkaar op de bank zitten, hun handen innig verstrengeld. Ze zagen niet dat hij naar ze keek. Timo had vrijwel niet na durven denken over hoe het tussen hen verder zou gaan, maar op dat moment leek Katharina heel ver weg te zijn.

Het deprimerende en sombere weer sloeg na Sinterklaas om in een week van matige vorst. Het had gesneeuwd en in de daaropvolgende zonnige dagen glinsterden de bossen helder en wit in al hun pracht. De gruwelijke gebeurtenissen, die met de dreigende zekerheid van naderende asteroïden op niet alleen de familie De Graaf, maar op heel Beek afstevenden, zouden het eind inluiden van die mooie week, en élke mogelijke mooie week die nog zou komen. Maar die week leek alles nog goed te zijn. Niet uitzonderlijk, zoals sommige dagen in een mensenleven uitzonderlijk kunnen zijn, maar gewoon normaal en soms was dat voldoende. TiMoFlow95 maakte voor het eerst in twee maanden weer een videoblog op zijn YouTube-kanaal. Misschien zou het vaste kijkers zijn opgevallen dat Timo niet zoveel lachte als voorheen, maar het kwam in de buurt en Timo was er zelf trots op. Hij en Lotte zagen elkaar die week veelvuldig en wakkerden hernieuwd vuur aan in hun relatie. Op alle vlakken waarop hij het kon waarmaken was Timo trouw en het was heerlijk om even niet te hoeven nadenken over eerlijkheid.

Die zaterdag vertelde Stefan dat polderdetentie erop zat voor Jelmer, Jules en Burak, en dat ze de komende tijd onder psychologische begeleiding weer in de gemeenschap zouden worden teruggeplaatst. Timo nam het voor kennis aan en dacht er niet veel over na, tot hij de woensdag erna uit school door het dorp fietste en een gebroken gestalte langs de Rijksstraatweg door de sneeuw zag lopen, weggedoken in zijn jas, het gezicht overschaduwd door een baseballpetje. Aanvankelijk dacht Timo dat het een oude man in vreemd jonge kleren was, tot één bevroren moment hun ogen elkaar ontmoetten en hij zag dat het Jelmer was. Een schok stootte door Timo’s lichaam. Jelmer was ernstig vermagerd en liep langzaam en voorovergebogen. Zijn handen trilden alsof hij aan Parkinson leed. Zijn ogen waren dof en dood en er leek geen enkele herkenning in plaats te vinden. Hevig ontdaan ging Timo op de trappers staan en racete naar huis.

’s Avonds, toen Jolanda al naar boven was, zaten Stefan en hij op de bank voor de tv en barstte Timo ineens in tranen uit. Hij huilde lang en hardop en Stefan troostte hem, hield hem vast, zei dat het goed was. Maar niets was goed, niets kon ooit nog goed zijn, want het zou de laatste keer zijn dat ze elkaar vasthielden, en wat zouden ze anders hebben gedaan als ze dat hadden geweten? Wat was er niet volmaakt aan die intieme omhelzing van vader en zoon? Jolanda kwam bezorgd op haar pantoffels de trap afgehold, maar Stefan knikte haar toe en ze liet hen alleen. Dit was een moment voor hun tweeën. Lange tijd zaten ze daar, innig verstrengeld. Timo hoefde niet te praten en zo had hij het het liefst. Zijn vader begreep het. Hij hield van zijn vader. Zijn vader hield van hem.

Achteraf was dat misschien het enige waar ze later spijt van zouden hebben: dat ze dat niet hardop hadden uitgesproken.

Even voor vier uur die nacht werd de uitzetter van het slaapkamerraam, dat op een kier stond, met een langwerpig voorwerp omhooggetild. Behoedzaam werd het raam opengetrokken. Koude lucht stroomde de slaapkamer binnen. De scharnieren piepten zacht, als een vergeefse waarschuwing van de wacht, maar Timo sliep er vast doorheen.

Bleke handen werden op de vensterbank gelegd en een schaduw hees zich moeizaam de kamer binnen. De schaduw had er veel meer moeite mee dan Timo een paar weken geleden, na het nachtelijke avontuur in de bossen, maar slaagde er desondanks in, gedreven door instinctieve wilskracht. Hij zette zich op de vloer en bleef roerloos staan. Daarna sloop hij naar het bed.

Een vloerplank kraakte.

Timo bewoog in zijn slaap, keerde zich van het geluid af.

De schaduw bewoog zich niet.

Na een tijdje kroop hij dichterbij.

Timo lag op zijn buik, één naakte arm boven zich uit, zijn linkerwang plat op het matras. Hij sliep toen de gedaante iets uit zijn broekzak haalde. Het zette de kamer in een bleek, kunstmatig licht. Vingers tastten over een touchscreen, zochten naar iets wat iedereen over het hoofd had gezien.

Ze vonden het.

Toen de hand de iPhone naar Timo’s oor bracht, trilde deze zo hevig dat de schaduw zijn andere hand om zijn pols moest sluiten, om hem stil te houden. De iPhone werd tegen Timo’s oor gedrukt en de vingers drukten op PLAY.

Timo mompelde in zijn slaap. Na een tijdje veranderde het mompelen in kermen, maar hij werd niet wakker.

Toen het was afgelopen, speelde de schaduw het bestand nog eens af.

En nog eens.

En nog eens.