9
In de drie weken na de lantaarnpaaltest maakten de jongens van Open Your Eyes: Preachings from the Witch’s Nest goede vooruitgang met hun missie om zoveel wetenschappelijk bewijsmateriaal te verzamelen, dat ze Beek niet alleen mainstream maar meteen viral konden laten gaan. In die drie weken kwam ook op pijnlijke wijze de wig aan het licht tussen Timo de Graaf en Jelmer Holst. Natuurlijk was die wig er altijd geweest – Jelmer was van kinds af aan onberekenbaar geweest, en gevaarlijk – maar slapend, als een fossiel onder de grond dat door de onvermijdelijke grillen van het lot nu bloot kwam te liggen.
Aanleiding was het bericht van 15 oktober op de OYE-website:
Volgende stap: de fluisterproef #wiedurft?
Posted 01:29PM by Timo de Graaf
De fluisterproef was niet het eerste experiment na de aanvaring die Timo met zijn vader had gehad over Lotte. Het was hun felste ruzie in tijden – hij kon zich in feite niet herinneren dat er ooit een hevigere botsing tussen hen was geweest. Timo en Stefan maakten zelden ruzie, zoals dat ook tussen Max en Jolanda zelden voorkwam. Het had hen beiden bedrukt op een manier die ook zijn weerslag had gehad op de andere gezinsleden. De volgende middag had Timo zijn vader en Max geholpen in de stal en op het moment dat Stefan een hooibaal van hem had overgenomen hadden ze een blik gewisseld waaruit bleek dat de verkilling voorbij was. De strijdbijl was begraven, maar de druk op Timo’s borst was gebleven. Hij had zijn vader natuurlijk niet alles van zijn plannen kunnen vertellen, maar het stak hem dat zijn vader hem niet steunde in de dingen die hij wél had verteld.
De dagen erna had hij zijn ouders veelal ontlopen. Toen strafcorvee eenmaal was afgelopen bleef hij na school langer weg van huis en at bij Lotte of schoolvrienden in Nijmegen. In de middagen zwierf hij wispelturig door de stad of logde hij in op de gratis WiFi van de La Place om zijn teksten en filmpjes voor OYE bij te werken. Voorheen deed hij dat thuis in zijn slaapkamer, als zijn ouders sliepen en met zijn WiFi-poort uitgeschakeld, om ze de volgende dag uit het zicht van HEX op school online te zetten. Nu wilde hij nog voorzichtiger zijn. Misschien werd hij paranoïde, maar hij had er geen macht over. Lotte had gevraagd wat er aan de hand was en Timo had zich voor haar afgesloten, wat voor de nodige spanningen had gezorgd. Hij betrapte zichzelf erop dat hij geen zin had om met haar naar bed te gaan, wat ze normaal gesproken langdurig en goed deden. Het voelde niet goed, de leugen bouwde zich als een muur tussen hen op. En als hij dan aan het eind van de dag naar huis fietste, over de weg die tussen de villa’s in Ubbergen omhoogslingerde, dacht hij aan wat er aan het einde van de bomentunnel op hem wachtte. Steeds meer besefte hij dat hij hier de rest van zijn leven in het donker zou fietsen. Misschien zagen de mensen achter de ramen van de huizen hem wel voorbijkomen: een gezonde, Hollandse jongen, op weg naar huis na een lange dag. Een jongen in een vrij land, bijna klaar met school, die zijn vleugels zou uitslaan, zijn dromen achterna. En niemand, niemand wist wat er zich een aantal kilometers verderop afspeelde. Niemand wist dat die jongen voor altijd in het donker zou moeten blijven.
Het bewees maar weer eens dat er iets moest veranderen: Timo wilde die jongen niet zijn.
De conclusies van het Ray Ban-experiment riepen zoals ieder wetenschappelijk vraagstuk weer nieuwe vragen op. Op de OYE-website had Timo al het ruwe beeldmateriaal geüpload om later eventuele beschuldigingen van een hoax te voorkomen. Maar ter introductie monteerde hij ook een filmpje in de stijl van TiMoFlow95. Dit filmpje vertelt het verhaal:
We zien een groepje jongens op gepaste afstand rondom de Wylerheks staan, in de steeg achter de Nico de Witt. Timo heeft Brooklyn’s Finest van Jay-Z en Notorious B.I.G. onder de beelden gemixt en er een zwart-witte grunge-laag overheen gelegd, waardoor het geheel meer weg heeft van de videoclip van een hip-hopsong. Met een van Grims grijpstokken van strafcorvee duwen ze Buraks Ray Ban-zonnebril onder de hoofddoek van de heks. Even staat hij scheef op haar neusbrug, dan duwen ze hem zachtjes aan en draagt Katharina van Wyler voor het eerst in driehonderdvijftig jaar een hippe, dure accessoire bij haar ijzeren kettingen. ‘Who’s my bitch now,’ rapt Burak en de jongens breaken en poppen terwijl Jay-Z en B.I.G. ons verzekeren: ‘Take that witcha, hit ya, back split ya…’
Natuurlijk worden er de nodige grappen gemaakt, maar we springen naar het shot waarin Katharina dieper in de steeg achter de supermarkt verdwijnt en de jongens haar op een drafje volgen. Als ze de hoek omslaan is er geen spoor van de heks meer te bekennen, maar de jongens vinden waar het ze om te doen is: Buraks Ray Ban. Of liever gezegd, wat ervan is overgebleven. Verbijsterde, opgewonden kreten als de camera schokkerig op het asfalt inzoomt en Timo zegt: ‘Voorzichtig, niet aankomen…’
De Ray Ban lijkt te zijn weggesmolten; anders is het niet te omschrijven. Een van de glazen is gesprongen, het andere eerder samengetrokken, als zacht geworden plastic na verhitting. Verbrand, vormloos gesmolten kunststof met belletjes houdt het glas op zijn plaats en één poot van het montuur steekt als een antenne uit het restant. Je kunt het Ray Ban-logo nog zien. En er zit nog iets anders op het montuur: een zwart, aangekoekt goedje, dat duidelijk eróp ligt en niet van de bril zelf afkomstig is. Het heeft de textuur van isolatiemateriaal dat uit een kapotte pleisterwand bulkt. ‘Jezus, wat is dat?’ vraagt iemand. ‘Gatver, het stinkt!’ roept een ander. We zien dat Timo zijn hand in een diepvrieszakje heeft gestoken en om de bril sluit. ‘Het is nog warm…’ zegt hij ademloos. De bril koekt aan het asfalt vast en maakt een knappend geluid als hij loskomt. Dan houdt Timo het bewijsmateriaal voor de camera en verklaart: ‘Dit is een historisch moment.’
Het beeld verspringt naar het kabinet van een scheikundelokaal: Stedelijk Gymnasium, Nijmegen, vertelt de ondertitel. Laurens van Meerten en cameraman Timo hangen aan de lippen van de amanuensis, een kwieke grijsaard met tabaksgele vingers die de overblijfselen van de Ray Ban onder zijn microscoop heeft liggen. ‘Dus u weet het echt niet?’ herhaalt Timo, opgewonden omdat dat precies is wat hij had gehoopt, en toch zichtbaar teleurgesteld, alsof hij eigenlijk op… nou ja, op íéts had gehoopt. De amanuensis klikt de lamp uit en zegt opgewekt: ‘Ik zou het bij God niet weten. Het is te sterk verbrand om nog te kunnen vaststellen wat het is. Gezien de geur lijken er zwavelresten in te zitten, maar de structuur lijkt eerder organisch. Maar jongens… wat hebben jullie in hemelsnaam met die bril gedaan? Om glas te smelten heb je een temperatuur van zevenhonderd graden nodig. En dat terwijl het kunststof pootje gewoon nog intact is, zie je? En dat kan niet, want als de bril zo snel weer is afgekoeld, zou het tweede glas ook moeten zijn gesprongen.’
OMG, 700 graden! Is het mogelijk dat de Wylerheks als ze zich manifesteert zoveel energie gebruikt dat zulke hoge temperaturen worden bereikt? Is dit een onbekend, bovennatuurlijk fenomeen? En dan die aangebrande blubber. Zwavel, maar met een organische structuur, zegt meneer Kleijn van het Stedelijk Gymnasium. Natuurlijk konden we hem niet onze theorie vertellen, maar kan het zijn dat wij hier het eerste tastbare bewijs van het bestaan van ECTOPLASMA hebben gevonden???
Voor de ongeschoolden onder ons: ‘ectoplasma’ is een term bedacht door de Franse fysioloog Charles Richet, voor een substantie die door een medium of een spirituele energie zou worden afgescheiden of geprojecteerd (zegt Wikipedia). We kennen allemaal wel de foto’s van zo’n medium dat in trance een ranzig soort wolkje aardappelpuree uitbraakt. Nou, meestal bléék het dus ook aardappelpuree te zijn en waren die mediums vals, en daarom wordt het bestaan van ectoplasma niet erkend door de wetenschap. Maar ondanks dat wordt het al met spookverschijningen in verband gebracht sinds er spookverschijningen zijn. Ook tegenwoordig: als dat wijf met die milkshake in d’r keel zich manifesteert in The Grudge, verschijnt ze als een soort wolkachtige substantie in de bovenhoek van de slaapkamer. En in The Blair Witch Project hebben ze het over “blue jelly stuff” dat over de rugzak van die analfabete hippie zit, de nacht voordat de heks hem te grazen neemt.
We willen niet voorbarig zijn, maar holy shit, dit is exciting! Dit verdient een gedegen, meer wetenschappelijk onderzoek. OYE bewaart het bewijsmateriaal zorgvuldig in haar archief voor National Geographic. NG: het is gratis af te halen bij Timo thuis, in ruil voor een nieuwe zonnebril (Ray Ban, zegt Burak, bij voorkeur type RB8029K Ultra Aviator, de limited edition).
De fluisterproef liep tegen de verwachting in bijna uit de hand. Dat kwam omdat de gelegenheid zich min of meer toevallig voordeed, voordat ze alle opties grondig hadden afgewogen en doorgesproken. Maar achteraf besloot Timo dat zelfs als ze daar wel de tijd voor hadden gekregen, het een gevaarlijke aangelegenheid was gebleven. Sommige wetenschap speelde zich nou eenmaal af in de krater van een uitbarstende vulkaan.
Die zondagmiddag was Timo een eind gaan lopen met Laurens en Fledder, in de bossen achter hun huis. De bomen wierpen gloeiende kleuren over de drassige paden en straalden ongemeen fel voor ze later in de maand zouden verbleken en hun bladeren zouden verliezen. Waar het pad steil naar links afboog en de heuvel opliep naar het pannenkoekenhuis, volgden de jongens instinctief de bedding van de beek, buiten het bereik van de verborgen camera’s die het hele padenstelsel van de Duivelsberg op het beeldscherm van HEX projecteerden.
Laurens en Timo slenterden voort en spraken loom over de praktische uitvoering van de fluisterproef, toen de lijn tussen hen en Fledder ineens strak kwam te staan en de collie met gespitste oren begon te grommen.
Timo wikkelde de riem twee keer om zijn pols en zette zich schrap.
Verderop klonken opgewonden stemmen en bewoog zich iets tussen het gebladerte. Opeens begon Fledder woest te blaffen. Timo en Laurens wisselden een geschrokken blik en haastten zich achter Fledder aan naar de vertakking van de drassige bedding, waar de beek afboog en de omliggende hellingen nauwer werden. Burak, Jelmer en Jules stonden op de linkeroever om de Wylerheks heen. Ze hielden lange takken vast en prikten haar ermee in haar lichaam. Burak en Jules keken om naar het geblaf en hieven grijnzend hun hand op.
‘Jezus,’ mompelde Timo. ‘Kalm, Fledder, terug!’ Hij gaf een ruk aan de riem en duwde hem Laurens in de hand. ‘Hou hem kort en kom niet dichterbij, anders wordt-ie gek.’
Laurens knikte en Timo holde naar de anderen. ‘Waar zijn jullie mee bezig? Hou op, man!’
‘Kijk nou, als het onze grote leider niet is,’ lachte Jules. ‘We zijn wetenschappelijk onderzoek aan het doen. We bewijzen dat ze uit vaste materie bestaat.’
‘En dat doet ze, kijk,’ zei Jelmer en hij stak de heks onnodig ruw met de punt van zijn tak in haar schouder. Katharina wankelde en draaide haar hoofd langzaam naar waar ze was gestoken, maar ze kwam niet van haar plaats.
Timo werd wee van afschuw. Ze waren de heks aan het treiteren. Timo mocht dan het plan hebben bedacht dat Katharina zo onbetamelijk op haar gat had doen vallen, maar dat was een uit de hand gelopen grap geweest, met veel groter effect dan hij voor mogelijk had gehouden. Hij had het aan niemand verteld, maar het stond hem nog helder voor de geest hoe diep hij zich had geschaamd voor wat hij had gedaan. De spot drijven met de heks, dat deed je gewoon niet; daar was geen Noodverordening voor nodig om de regels over voor te schrijven. Wat Jelmer deed schokte Timo, omdat hij aanvoelde dat hij zich op een hellend vlak bevond dat onherroepelijk afgleed naar de afgrond.
‘Hou op,’ zei Timo opnieuw en hij gaf een harde duw tegen Jelmers arm, zelfverzekerder dan hij zich voelde.
Jelmers blik verstarde en kreeg iets donkers. Hij liet de tak zakken en draaide zich om, twee jaar ouder en een kop groter dan Timo, en het zag ernaar uit dat hij de confrontatie wilde opzoeken. Timo voelde zijn hart in zijn keel bonzen, maar week niet terug. ‘Gast, doe niet zo ziek, je daagt haar uit. Ik wil niet dat je loopt te kutten met ons onderzoek, je verraadt ons nog op deze manier.’
‘Die hond van je, die verraadt ons nog,’ merkte Jelmer op. Timo zag iets in zijn ogen wat hem niet beviel en wat hem bang maakte: iets wat al in Jelmer sluimerde sinds de dag dat zijn vader was weggelopen, zijn onvermijdelijke dood tegemoet. Achter hen was Fledder opnieuw gaan blaffen en Laurens knielde bij hem neer om hem in toom te houden.
‘We zouden alleen gezamenlijk experimenten doen en alleen op een manier die het onderzoek verder helpt. Volgende week is de Raadsvergadering en je verkloot onze kans op vrij internet en meer privacy als ze je zo bezig zien.’ Timo likte nerveus over zijn lippen, maar besloot er nog een schepje bovenop te doen: ‘Doe normaal, anders kun je niet bij OYE blijven.’
‘En wie heeft jou opeens de baas gemaakt?’ zei Jelmer, die dreigend een stap dichterbij deed.
‘Uhm… wij?’ mengde Laurens zich tussenbeide en inwendig sloot Timo zijn ogen van dankbaarheid.
‘Het is zíjn website,’ grijnsde Jules stompzinnig.
‘Ja, en zijn plan,’ zei Burak.
Jelmer keek hem ijzig aan en Timo werd teruggeslagen in het verleden. Ze waren tien en twaalf en hadden beiden op de basisschool gezeten, Timo in groep zeven en Jelmer in groep acht omdat hij die zomer was blijven zitten. Het was nog geen jaar nadat Jelmers vader spoorloos was verdwenen, maar destijds was Timo de Graaf te jong geweest om dergelijke verbanden te leggen. Zijn beste redenatie was dat je Jelmer de rug niet toekeerde als je wist wat goed voor je was, omdat hij het soort rotzak was dat sloeg en thuis geslagen werd.
Op een dag tijdens het voetballen in de pauze, was Katharina te midden van de kinderen op het veldje achter de school verschenen. Sommige kinderen waren bang geworden, maar juf Miranda gebood hun hun spel een eindje naar links voort te zetten. ‘We zeggen het tenslotte meteen aan onze juf of ouders als we haar zien, en gaan dan gewoon verder alsof er niets aan de hand is,’ zei ze. Luc Urlings, een stoer jongetje dat een jaar ouder was dan Timo, stelde voor om haar als doelpaal te gebruiken, maar kreeg een ferme tik tegen zijn achterhoofd. Toen juf Miranda uiteindelijk in haar handen klapte en de kinderen opgelucht naar binnen holden, was de bal niet ver van de heks uit het veld gerold. Timo en Jelmer stonden het dichtst in de buurt en Timo maakte aanstalten om de bal op te halen. Maar toen Jelmer hem had aangekeken met diezelfde kille ogen als nu, zeven jaar later, was de kleine Timo bang geworden. Niet voor de heks, maar voor Jelmer. Later, toen hij het voorval in groter verband kon zien, had hij gedacht dat wilde dieren dezelfde onbedwingbare angst moesten voelen wanneer ze de eerste rooklucht van een bosbrand opsnoven. Toen deed Jelmer iets verbijsterends: hij nam een aanloop, haalde uit en schoot de bal loeihard tegen de heks aan. Katharina klapte dubbel en het leer plofte met een luide knal uit elkaar… op hetzelfde moment dat de heks verdween.
Al die beelden schoten door Timo’s hoofd in die paar seconden dat hij en Jelmer in het bos tegenover elkaar stonden. Zeven jaar was een lange tijd en sindsdien hadden ze af en aan met elkaar opgetrokken. Maar de smerige smaak die het voorval in zijn mond had achtergelaten was nooit weggenomen en Timo was die kille blik in Jelmers ogen nooit vergeten. Als de jongen van twaalf in staat was geweest om met zoveel opgekropte haat een voetbal tegen de heks te schieten, waartoe was diezelfde jongen van negentien dan in staat?
Eindelijk liet Jelmer zijn schouders zakken. ‘Stel je niet aan, homo,’ grijnsde hij.
Timo ontspande zich een beetje, maar hij bleef op zijn hoede. ‘Luister, het gaat er niet om wie de baas is. Ik wil het gewoon niet verkloten. Geen risico’s. Over een tijdje zijn we misschien wel vrij, dus hou het nu gewoon effe vol, man.’
‘Komt goed. Best friends forevah.’
Timo rolde met zijn ogen. ‘Weten ze al dat ze hier is?’
‘Nee,’ zei Jules, ‘volgens de app staat ze ergens in Vogelbuurt en er is nog geen alert uitgegaan dat ze daar weg is. Wij vonden haar hier toevallig.’
‘We waren gewoon een beetje met haar aan het kutten,’ zei Burak.
Timo liep terug naar Laurens en keek Burak in het voorbijgaan kil aan. Burak ving zijn blik op, begreep hem niet en voelde zich gekwetst. Maar Timo kon het niet helderder maken: dat Jelmer en Jules zich zo verlaagden, oké, maar van Burak had hij meer verwacht. Hij wendde zich af en zei: ‘Kan iemand dat dan nu doen? Zo ver buiten de paden zijn we hier niet en er zijn fucking wandelaars in het bos.’
‘Tuurlijk,’ zei Jelmer, misschien om te laten zien dat hij het werkelijk goed meende, en hij haalde zijn iPhone tevoorschijn. Timo bukte zich om Fledder te kalmeren toen Jelmer een verraste kreet gaf. Met een ruk keek Timo op. De heks had een dwingende pas naar voren gezet en was bijna tegen Jelmer opgelopen, die verzonken was geweest in zijn berichtje. Geschrokken deed hij een paar passen achteruit. De heks stond roerloos stil, het zwarte garen waarmee haar ogen en mond waren dichtgenaaid stak fel af tegen haar bleke gezicht als snel gezette krassen.
Jelmer was de telefoon in zijn hand vergeten en allemaal waren ze stilgevallen. Fledder blafte niet meer, maar ging over op een laag, dierlijk grommen. In Jelmer mocht dan een gevaar schuilen; Katharina bezat een veel oudere, oorspronkelijke macht en met die ene stap had ze hen eraan herinnerd wie aan de top van de voedselketen stond. Er gaat hier iets gebeuren, jongen, dacht Timo. Iets vrij griezeligs, geloof ik.
‘Hoi,’ zei Jelmer verlegen.
De heks stond roerloos tegenover hem.
‘Sorry? Wat zeg je? Wat zeg je, Katharina?’
Hij hield zijn hoofd schuin, luisterde.
Timo’s bonzende hart verdrong plotseling alles om hem heen.
‘Wat wil je dat ik doe?’ vroeg Jelmer. ‘Echt waar, Katharina? Wil je dat ik je borstjes aanraak?’
Jules en Burak sloegen dubbel en gierden het uit van het lachen. Timo en Laurens lachten niet, maar wisselden een blik en Timo dacht: hou alsjeblieft op, je gaat te ver. Daag de heks niet uit. Jelmer stak behoedzaam zijn handen naar voren – zelf bleef hij op relatief veilige afstand – en deed alsof hij Katharina’s borsten aan het strelen was, terwijl hij schunnig zijn heupen naar voren stootte.
‘Dat durf je niet,’ zei Burak ter aanmoediging.
‘O nee? Ik zou haar wel neuken, hoor,’ pochte Jelmer. Opeens boog hij naar de heks toe en brulde in haar gezicht: ‘Gore hoer! Dat zou je wel lekker vinden, hè! Vieze kut! Zo deed je dat in jouw tijd, hè?’
Fledder zette een keel op en sprong naar voren, waardoor Laurens bijna omviel. Timo greep de hond bij zijn halsband om te helpen hem in bedwang te houden en schreeuwde: ‘Jelmer, kappen nou!’
Jelmer draaide zich met een dwaze grijns naar de anderen. ‘Twintig euro,’ zei hij. ‘Twintig euro voor degene die een foto van haar tiet maakt. Bloot bedoel ik. Ik wil zien wat voor tieten ze in de middeleeuwen hadden.’
‘Flikker op, dat doe je niet,’ zei Timo. ‘Ben je gek geworden?’
‘Aw, kom op,’ lachte Jelmer. ‘Ze vindt het vast niet erg, hè, Katharina? Je vindt het niet erg, toch?’ Hij liep vlug om haar heen, verschool zich achter haar en vervolgde met een hoog stemmetje: ‘Nee hoor, Timo, ik vind het niet erg! Ik word er zelfs een beetje nat van! Wil je komen voelen, Timo? Wil je voelen hoe nat mijn slipje is?’
Nog meer gelach. Katharina van Wyler onderging de vernedering zwijgend en schijnbaar zonder besef. Misschien was er geen bewustzijn achter die gesloten ogen, dacht Timo, geen menselijk bewustzijn, in elk geval. Maar daar kon je niet zeker van zijn. Misschien wachtte Katharina gewoon haar moment af, zoals ze al eeuwen sluimerend had gedaan. Dat idee wekte een akelig wee gevoel in Timo’s ingewanden.
Jelmer had zich weer in de Hexapp op zijn iPhone verdiept, toen Laurens plotseling zei: ‘Wacht. We kunnen haar opnemen.’
Ze keken elkaar aan. Drie tellen overwoog Timo de mogelijkheid: de compacte stilte van het bos en het feit dat ze buiten het zicht van de camera’s waren, vormden een gelegenheid die zich niet snel in die hoedanigheid zou herhalen. De opwinding ontvlamde in hem met een felle flits en hij zei: ‘O fuck, snel dan.’
Ze gebruikten Fledders lijn; Timo maakte hem los en Laurens hield de hond een eindje stroomafwaarts in toom met zijn hand stevig onder de halsband. Jelmer gaf zijn iPhone en zonder na te denken wikkelde Timo de lijn er snel een aantal maal omheen en bond hem af. Een meter verder knoopten ze hem aan de lange tak waarmee Jelmer de heks had gestoken.
Verderop klonk het kakelende gelach van kinderen. De jongens keken geschrokken om. Het geluid kwam uit het zuiden maar droeg op een vreemde manier onder het bladerdak. Waarschijnlijk dagjesmensen op het pad. Ze luisterden een tijdje, maar hoorden niets meer.
‘Kom op, snel,’ zei Burak en hij nam de tak van Timo over. ‘Film jij?’
Timo haalde zijn GoPro uit zijn jaszak en begon te schieten. ‘Oké, zondag 21 oktober, dit is de fluisterproef. Wacht…’ Hij zette een paar passen achteruit. ‘Goed, ga je gang.’
Jelmer zette de spraakrecorder op zijn iPhone aan en fluisterde: ‘Oké, stil iedereen…’ Burak hief de tak als een hengel in de lucht en de iPhone zweefde aan Fledders lijn naar voren. Behoedzaam bracht hij hem voor het gezicht van de Wylerheks. Timo zag dat zijn handen trilden en Burak moeite had de telefoon stil te krijgen. Maar toen verschoof hij zijn hengel naar links waardoor de telefoon met een vlezige plof tegen Katharina’s wang kwam te liggen, recht voor haar mondhoek met het losgesneden steekje.
Een volle minuut durfde niemand geluid te maken. Toen Burak eindelijk de hengel binnenhaalde en Jelmer zijn iPhone uit de lucht plukte, juichten ze allemaal en klapten in hun handen voor opnieuw een geslaagde uitvoering van hun experiment. Toch deelde Timo maar half in hun enthousiasme; in het vrolijke tumult had hij de GoPro uitgezet. Hij liep naar Jelmer en de anderen bogen zich met gepaste eerbied over hen heen. Op de display van Jelmers telefoon vroeg de spraakrecorder om het bestand te AFSPELEN of een NIEUWE OPNAME te maken.
‘Dit is Katharina’s vloek,’ zei Jelmer en hij schudde gewichtig met de telefoon. Zijn duim zweefde boven het touchscreen alsof hij daarmee het lef toonde om het bestand af te spelen. ‘Dit is misschien wel de gevaarlijkste opname ter wereld. Hiermee zou je iemand kunnen doden.’
‘Ja, dus wie offert zich op?’ vroeg Jules. De anderen lachten, maar niet overtuigend: niemand had zin om vrijwilliger te zijn bij dit experiment.
‘Nog niet,’ zei Timo. ‘Eerst iemand van buiten. Daarna wij, in een veiligere omgeving. Jelmer, kun je het naar me sturen via bluetooth, dat signaal kunnen ze niet oppikken.’
‘Sure,’ zei Jelmer en hij begon het geluidsbestand te verzenden. Timo accepteerde het op zijn eigen telefoon.
‘Ga je het online zetten?’ vroeg Burak.
‘Nee, natuurlijk niet. Deze shit is levensgevaarlijk, daar moet je niet mee fucken. Verwijder het bestand als hij klaar is met verzenden, oké? Ik wil niet dat er ongelukken mee gebeuren.’
Hij keek even scherp naar Jelmer en Jelmer grijnsde terug. Toen gaven hun telefoons aan dat het bestand was verzonden. Jelmer tikte een paar keer met zijn duim op het scherm en zei: ‘Oké, verwijderd.’
Zijn gezicht klaarde op en hij borg zijn telefoon op in zijn broekzak. Timo beeldde zich in dat hij zijn hand door dat gezicht stak en niets dan duisternis voelde.
Een paar dagen later staat er een nieuw filmpje online op de OYE-website. We zien de camera ingezoomd op Timo’s iPhone door een lawaaierige aula vol scholieren gaan en bij een opgewekte, uit de kluiten gewassen jongen met een baseballpetje en een koptelefoon tot stilstand komen. ‘Hé, what’s up, dude?’ vraagt hij en Timo zegt: ‘Hé Mike, wil je iets voor me doen?’ Mike lacht naar de camera en zegt: ‘Tuurlijk, we doen gewoon alsof je me net niet al hebt gevraagd om naar je muziekje te luisteren en dat het niet al ingestudeerd was dat ik “Hé, what’s up, dude?” zou zeggen.’ Zijn vrienden lachen zich een breuk en Timo zegt: ‘Cool. We doen het nog een keer.’
‘Hé, what’s up, dude?’ zegt Mike en Timo zegt: ‘Hé Mike, wil je iets voor me doen?’ Mike grijnst. ‘Natuurlijk! Lekker spontaan dit, hè?’ ‘Ja echt hè,’ zegt Timo. ‘Hé Mike, what’s up, dude?’ ‘Hé Timo, mag ik iets voor je doen?’
Ze gieren het uit, maar in het volgende shot heeft Mike zijn koptelefoon afgedaan en verruild voor twee oortjes die uit Timo’s iPhone komen. ‘Mike hier, uit Nijmegen,’ benadrukt Timo, ‘gaat nu het geluidsbestand beluisteren. Ben je er klaar voor, Mike?’ Mike steekt zijn duim op en Timo klikt op PLAY. Even gebeurt er niets. Dan vertrekt Mikes gezicht en drukt hij de oortjes dieper in zijn gehoorgang, alsof hij zich moet inspannen om te horen wat er wordt gezegd. Timo kijkt gebiologeerd toe. ‘Wat is dit eigenlijk?’ vraagt Mike, maar Timo gebaart hem stil te zijn en door te gaan met luisteren.
‘En, wat hoorde je?’ vraagt hij, als het bestand helemaal is afgespeeld en Mike zijn oortjes heeft uitgedaan. ‘Vaag gefluister,’ zegt Mike. Hij ziet er een beetje verward uit. ‘Maar wat werd er gezegd?’ dringt Timo aan. ‘Weet ik veel, het was geen Nederlands. Ook geen andere taal. Gewoon gebrabbel. Wat is dit, is dit zo’n boodschap die achterstevoren is afgespeeld en je onderbewuste binnendringt en eigenlijk zegt DIE, MOTHERFUCKER, WORSHIP THE DEVIL, MOTHERFUCKER!’ Hij brult die laatste woorden uit, tot hilariteit van zijn vrienden, en Timo zegt: ‘Ja, zoiets. En… wat voelde je?’ Mikes uitdrukking verandert in minachting en hij zegt: ‘Wat voelde je? Gast, wat heb jij gesnoven?’
Timo richt de camera op zichzelf en zegt: ‘Subject unharmed. Theorie bevestigd, missie geslaagd.’