-20-
Andrew Wren werd die ochtend vroeg wakker, ondanks het feit dat hij tot heel laat de overboeking van gelden van Nieuwe Start en Klaar-Over naar privérekeningen van Simon Lawrence en John Ross had nageplozen. Het was ver over twaalven toen hij klaar was, en hij was tevreden, omdat hij toen precies wist hoe alle opnames en stortingen waren gedaan en via welke routes de verschillende bedragen gingen. Hij was doodop, maar een beetje slaap deed bij hem wonderen als hij iets bij de kop had, en hij voelde zich zo verkwikt dat hij meteen weer aan de slag wilde.
Niettemin nam hij de tijd. Hij moest telefoneren en faxen. Hij wilde balansen en handtekeningen nagaan. Hij moest heel zeker zijn van wat hij had voor hij begon te schrijven. Hij douchte en schoor zich op zijn gemak, overdacht de zaak nog eens en trok zijn plan voor die dag.
Pas toen hij beneden aan het ontbijt zat en deNew York Times van woensdag doornam hoorde hij dat Nieuwe Start die nacht was uitgebrand. Hij ving dit op uit een gesprek aan een andere tafel.
Eerst kon hij het niet goed geloven, en hij luisterde goed om meer bijzonderheden te vernemen. Het gebouw was verloren. Eén werknemer was om het leven gekomen. Men dacht niet aan brandstichting. Simon Lawrence zou om twee uur een persconferentie houden over de toekomst van het project.
Wren at af en kocht een exemplaar van het ochtendblad van
Seattle. Op de voorpagina stonden foto's en een kort stukje over de brand, maar het was te laat gebeurd voor een uitgebreid artikel.
Wren liep met de kranten terug naar zijn kamer en ging aan zijn schrijftafel zitten met zijn gele onderlegger en blocnotes, en de documenten over de illegale overboekingen voor zich uitgespreid. Hij zocht naar een verband tussen de brand en zijn onderzoek, maar daar viel op dit moment niets van te zeggen. Was het geen brandstichting, dan hield het er geen verband mee. Was het dat wel, dan was er mogelijk verband. Hij keek uit het raam en dacht na over wat hij ging doen. Het was pas kwart over negen.
Hij kwam snel tot een besluit, zoals altijd wanneer een zaak vorderde. Hij verstuurde faxen naar zijn redactie en naar verschillende specialisten met wie hij weleens samenwerkte, met een verzoek om informatie die hij nodig had, en ging toen alle banken opbellen met persoonlijke rekeningen op naam van Simon Lawrence en John Ross waarop geld van Nieuwe Start en Klaar-Over was gestort. Hij gebruikte zijn beproefde methode. Hij beweerde dan dat hij een controle uitvoerde bij een of andere stichting, gaf het rekeningnummer op en de balans die voor hem lagen, en vroeg de bedragen te verifiëren. Van hieruit ging hij andere informatie verzamelen, gebaseerd op het eerste verslag dat hij met degene die hem te woord stond had gemaakt, om zijn onderzoek af te ronden. Dit was inmiddels gesneden koek voor hem. Hij kende alle lagen en listen, en alle knoppen waar hij op moest drukken.
Kort na half elf was hij hiermee klaar. Hij draaide het nummer van Klaar-Over en vroeg naar Stefanie Winslow. Tegen haar zei hij dat hij langskwam om Simon Lawrence te spreken. Ze zei dat Simon eventueel pas laat die dag beschikbaar kon zijn. Hij had daar natuurlijk alle begrip voor, hij had van de brand gehoord en wist hoe het Simon te moede moest zijn, maar hij had maar een paar minuten nodig en het was beslist noodzakelijk dat hij hem nu meteen sprak. Hij zei er nog bij dat het te maken had met wat ze gisteren hadden besproken, en dat Simon hem beslist zou willen ontvangen.
Hij moest even wachten. Toen ze zich weer meldde zei ze dat hij meteen kon komen.
Wren hing op, trok zijn verkreukelde jasje met de elleboogstukken aan, pakte zijn aktetas en liep neuriënd de deur uit.
Tien minuten later stapte hij voor Klaar-Over uit een taxi. De school stond rechts naast Nieuwe Start, met een smalle steeg ertussen. Voor afgelopen nacht hadden de twee gebouwen er in wezen hetzelfde uitgezien: baksteen, jaren veertig, zes etages, een façade aan Second Avenue met hoge ramen, portieken met dubbele houten deuren, en geen aanduidingen. Maar Klaar-Over had de brand overleefd en Nieuwe Start niet. Dat was een zwartgeblakerde, uitgebrande bunker, omgeven door afzettingen van gele tape. Het dak en de vloeren waren weggezakt of ingestort, de ramen waren door de hitte gesprongen en het interieur was volledig verwoest.
Hij stond te kijken naar de nog walmende bouwval toen Stefanie Winslow uit de deur van Klaar-Over kwam.
'Goedemorgen, meneer Wren, ' zei ze vrolijk, hem met haar betoverende glimlach haar hand toestekend.
Hij schrok toen hij de verwondingen op haar armen en gezicht zag. 'Mijn hemel, mevrouw Winslow! Wat is er met u gebeurd?'
Ze haalde haar schouders op. 'Ik heb vannacht geholpen de mensen eruit te halen, en heb daar wat schrammen en builen bij opgelopen. Het gaat wel weer over. Hoe maakt u het?'
'Prima. ' Haar houding bracht hem wat in verwarring. 'U lijkt me nogal vrolijk onder deze omstandigheden, als u me toestaat. '
Ze lachte. 'Ach, dat is mijn werk, meneer Wren. Van mij wordt dat verwacht, ondanks mijn eigen gevoelens. We zijn het gebouw kwijt, maar alle gasten zijn gered. Dat helpt niet echt als ik aan Ray denk, maar ik maak er het beste van. '
Ze vertelde hem bijzonderheden over de dood van Ray Hapgood en de inspanningen van de brandweer om het gebouw te redden. Ross was er ook bij geweest, maar die had eerst geslapen en ze had hem moeten wekken om haar te helpen, dus die leek er niet bij betrokken. Zo maakte Wren zorgvuldig in gedachten notities voor later, terwijl hij schijnbaar met beleefde belangstelling luisterde.
'Het gebouw was volledig verzekerd, ' besloot ze, 'dus we kunnen het herbouwen. Voorlopig kunnen we beschikken over een pakhuis verderop, dat vrij eenvoudig voor ons doel is in te richten en als tijdelijk onderkomen zal dienen tijdens de herbouw. We hebben al een aantal giften binnen om ons uit de brand te helpen, en we verwachten er nog meer. Het had allemaal erger gekund. '
Wren glimlachte. 'Nou, ik ben blij dat te horen, mevrouw Winslow. '
'Zegt u toch Stefanie. ' Ze raakte zijn arm aan. '"Mevrouw Winslow" vind ik zo autoritair. '
Wren knikte vriendelijk. 'Stefanie, denk je dat ik nu meneer Lawrence kan spreken, voor de paar minuten die me beloofd zijn? Voor hij het te druk krijgt met andere zaken? Ik weet dat hij om twee uur een persconferentie geeft. '
'Dat schikt uitstekend, meneer Wren. ' Ze gaf hem een arm als een oude vriend. 'Gaat u maar mee. We hebben hem achterin verstopt. '
Ze betraden een hal die was versierd met felgekleurde posters en kindertekeningen, en gingen langs een bureau een gang in met deuren van klaslokalen en werkkamers. Door hoge ramen zag Wren een grasveld met speeltuig, ingeklemd tussen de gebouwen. 'Boven zijn de kleuterschool, keukenvoorzieningen, eetzalen, bijzonder onderwijs en nog meer klaslokalen, ' vertelde Stefanie, terwijl ze naar een onderwijzer wuifde bij wie de deur openstond. 'Het leven gaat door. '
Simon Lawrence had zijn tenten opgeslagen in een kantoortje, helemaal achter in het gebouw. Hij zat aan een houten bureau, omringd door dozen met materialen en formulieren, met zijn slanke gestalte over een berg papieren, dossiers, blocnotes, pennen en potloden gebogen. Hij telefoneerde, maar wenkte Wren naar binnen, om plaats te nemen op net zo'n klapstoel als waar hij op zat. Stefanie Winslow wuifde gedag en liep de deur uit, die ze achter zich sloot.
De Tovenaar was uitgesproken en hing op. 'Ik hoop dat dit geen slecht nieuws is, Andrew, ' zei hij met een mismoedige glimlach. 'Meer slecht nieuws kan ik momenteel niet hebben. '
'Dat lijkt mij ook. ' Wren bekeek de dozen en kale muren. 'Je bent er niet op vooruitgegaan qua representatie. '
Simon snoof verachtelijk. 'Dit is nog niets vergeleken met de schade voor Nieuwe Start. Het kost minstens drie tot vier weken om het pakhuis in te richten en het project weer draaiende te krijgen. Hoeveel vrouwen en kinderen zullen we in die tussentijd kwijtraken, dacht je?'
'Meer dan je best kun je niet doen. Soms moet dat volstaan. '
Simon leunde achterover. Hij zag er slecht uit, maar zijn ogen stonden helder en scherp toen hij de journalist aankeek. 'Goed, Andrew, waar gaat het over? Voor de draad ermee, dan kunnen we het afhandelen. '
Wren knikte, greep in zijn tas, haalde er de kopieën uit die hij van de hem geleverde documenten had gemaakt, en legde ze voor Simon op zijn bureau. Deze pakte ze op en bekeek ze, eerst vlug, maar toen langzamer. Hij werd bleker en zijn kaak verstrakte. Na een tijdje keek hij op.
'Zijn die echt?' vroeg hij voorzichtig. 'Heb je nagegaan of ze bestaan?'
Wren knikte. 'Stuk voor stuk. '
Lawrence ging verder met zijn onderzoek, waar hij nu vlug mee klaar was. 'Ik weet wat ik zie, maar ik kan het niet geloven, ' zei hij hoofdschuddend. Hij keek Wren strak aan. 'Hier weet ik niets van. Noch van de rekeningen, noch van de overboekingen. Als ik kon zou ik je een verklaring geven, maar ik ben met stomheid geslagen. '
Andrew Wren wachtte en zei niets.
Lawrence ging weer naar achteren zitten op zijn klapstoel en legde de papieren neer. 'Ik heb me geen stuiver toegeëigend, van beide projecten, die niet van tevoren was goedgekeurd. Geen stuiver. De rekeningen op mijn naam zijn niet van mij. Ik weet niet wie ze heeft geopend of de overboekingen heeft gedaan, maar ze zijn niet van mij. Ik kan ook niet geloven dat John Ross zoiets zou doen. Hij heeft me nooit enige reden gegeven om dat te denken. '
Wren knikte en zweeg.
'Als ik geld zou willen stelen van de organisaties, dan zou ik heel wat meer stelen, of het goed doen. Dit is belachelijk ge-kruimel, Andrew. Heb je nagegaan of de handtekeningen van mij en John kloppen?'
Wren krabde bedachtzaam aan zijn kin. 'Dat laat ik door deskundigen doen. Het resultaat hoor ik later op de dag. '
'Wie heeft je dit bezorgd?' vroeg Lawrence met een wegwuif gebaar naar de belastende papieren.
Wren haalde zijn schouders op. 'Je weet dat ik je dat niet kan zeggen. '
Simon Lawrence schudde misnoegd zijn hoofd. 'Nou, alles komt in drieën, zeggen ze. Vannacht verloor ik een goede vriend en de helft van vijf jaar hard werken. Vandaag zie ik mijn reputatie naar de bliksem gaan. Wat zal het volgende zijn?'
Hij stond op, liep even heen en weer, en keerde zich weer naar Wren. 'Ik wil wedden dat de handtekeningen bij expertise niet blijken te kloppen. '
'Heel goed mogelijk. Maar dat pleit je niet vrij, Simon. Je kunt iemand anders hebben ingeschakeld. '
'John Ross?'
'Ross, of zelfs een derde. '
'Waarom zou ik dat doen?'
'Dat weet ik niet. Misschien uit wanhoop. Wanhopige mensen plegen wanhoopsdaden. Ik heb het opgegeven de motieven te willen doorgronden waarom mensen bepaalde dingen doen. Ik heb mijn handen al vol als ik die dingen alleen maar aan het licht breng. '
Lawrence ging weer zitten, en zijn ogen smeulden. 'Ik heb vijf jaar aan dit project gewerkt, Andrew. Ik heb er alles aan gedaan om het te laten slagen. Als je dit publiceert is dat allemaal naar de bliksem. '
'Dat weet ik, ' zei Wren.
'Zelfs als ik hier helemaal buiten blijk te staan, als een onderzoekscommissie me geheel vrijpleit, dan nog zal het project nooit meer hetzelfde zijn. Of ik verdwijn, om iedere twijfel over mogelijke malversaties weg te nemen, of ik blijf aan, vecht en leef met de verdenking dat er nog steeds iets aan de hand is, maar in beide gevallen zullen ze bij Nieuwe Start en Klaar-Over altijd blijven denken aan dit schandaal en niet aan het goede dat we tot stand brachten. '
Wren zuchtte. 'Volgens mij doe je nu of het misschien iets te belangrijk is, Simon. '
Lawrence schudde zijn hoofd. 'Nee. Weet je waarom niet? Omdat de hele onderneming met uiterst dunne draadjes bijeen wordt gehouden. Daklozenhulp is geen gegeven dat van nature steun aantrekt. Het is geen gegeven dat enthousiasme wekt om-dat mensen geloven in hulp aan daklozen. Hun lot heeft lage prioriteit bij de meesten. Het heeft geen glamour. Het dwingt niets af. Het balanceert op het randje van het bewustzijn van de mensen, en met een klein duwtje verdwijnt het uit het gezicht. Het kostte me jaren om het onder de aandacht van de mensen te brengen en tot een zaak te maken die ze eerder dan andere willen steunen. Maar die steun kan in een oogwenk verdwenen zijn. '
Hij zuchtte. 'Ik weet dat je alleen maar je werk doet, Andrew, ' zei hij toen. 'Dat wordt ook van je verlangd. Maar wees alsjeblieft zorgvuldig. Wees zeker van je zaak voor je iets doet. Wat jij besluit heeft enorme consequenties. '
Wren vouwde zijn handen in zijn schoot en keek ernaar. 'Wat er op het spel staat begrijp ik beter dan je denkt, Simon. Daarom kwam ik eerst met jou praten. Ik wilde horen wat je te zeggen had. Wat mijn besluiten betreft, ik heb nog heel veel ander werk te doen. Ik overhaast niets. '
Hij stond op en stak Lawrence zijn hand toe. 'Ik betreur dit. Zoals ik je eerder zei: ik bewonder het werk dat je hier hebt verricht. Ik vind het ellendig als het ergens onder moet lijden. '
Simon Lawrence drukte de hand stevig. 'Bedankt dat je hiervoor bij mij bent gekomen. Ik van mijn kant zal doen wat ik kan om het uit te zoeken. Wat ik vind kun je van me krijgen. '
Wren deed de deur open en liep door de gang naar de receptie. Stefanie Winslow was nergens te zien. Die was waarschijnlijk ergens de persconferentie aan het voorbereiden. Bij de voordeur bleef hij even staan, en keerde zich toen om.
De jonge vrouw achter het bureau keek glimlachend op. 'Kan ik u helpen?'
'Ik vroeg me af, ' zei hij, de glimlach beantwoordend, 'of u weet waar ik John Ross kan vinden. '