2. Ontwijken

Ik was opvallend vrolijk toen ik van Spaans naar de kantine liep, en dat was niet alleen omdat ik de hand van de volmaaktste persoon ter wereld vasthield, hoewel dat er zeker aan bijdroeg.

Misschien was het de wetenschap dat mijn straf erop zat en ik weer vrij vrouw was.

Of misschien had het niets te maken met mij in het bijzonder. Misschien was het de sfeer van vrijheid die de hele school in zijn greep hield. Het schooljaar was bijna voorbij en zeker voor de eindexamenklas hing er een duidelijk merkbare opwinding in de lucht.

De vrijheid was zo dichtbij dat ik haar kon aanraken, proeven. De voortekenen waren overal. De muren van de kantine waren volgeplakt met posters en de prullenbakken hadden kleurige randen van de uitpuilende folders: herinneringen om het jaarboek en de uitnodigingen aan te schaffen, deadlines voor de bestelling van toga's, mutsen en kwastjes, fluorescerende verkooppraatjes van derdeklassers die zich kandidaat stelden voor de klassenvertegenwoordiging en onheilspellende aankondigingen met bloemenrandjes voor het eindexamengala. Het grote bal was aanstaand weekend, maar Edward had me met zijn hand op zijn hart beloofd dat hij me dat niet nog een keer zou laten ondergaan. Díé menselijke ervaring had ik tenslotte al gehad.

Nee, het was waarschijnlijk toch mijn persoonlijke vrijheid die me vandaag deed stralen. Het eind van het schooljaar maakte mij niet zo vrolijk als dat bij andere leerlingen het geval leek. Ik werd eerlijk gezegd misselijk van de zenuwen als ik er aan dacht. Ik probeerde er vooral níét aan te denken.

Maar het was moeilijk om aan zo'n alomtegenwoordig onderwerp als de diploma-uitreiking te ontkomen.

‘Hebben jullie je uitnodigingen al verstuurd?’ vroeg Angela toen Edward en ik bij haar aan tafel kwamen zitten. Haar lichtbruine haar zat in een slordige paardenstaart in plaats van haar gebruikelijke keurige kapsel, en ze had een enigszins verwilderde blik in haar ogen.

Alice en Ben zaten er ook al, allebei aan een kant van Angela. Ben was verdiept in een stripboek en zijn bril gleed telkens omlaag langs zijn smalle neus. Alice keek met zo'n kritische blik naar mijn saaie spijkerbroek-met-T-shirt-outfit dat ik er een beetje ongemakkelijk van werd. Waarschijnlijk was ze alweer een makeover aan het plannen. Ik zuchtte. Mijn onverschillige houding wat mode betreft was haar een constante doorn in het oog. Als het van mij zou mogen, zou ze me het liefst elke dag aankleden – misschien wel een paar keer per dag – als een levensgrote, driedimensionale aankleedpop.

‘Nee,’ zei ik tegen Angela. ‘Het heeft ook weinig zin. Renée weet wanneer de diploma-uitreiking is. Wie zou ik nog meer moeten uitnodigen?’

‘En jij, Alice?’

Alice glimlachte. ‘Allang gebeurd.’

‘Mazzelaar.’ Angela zuchtte. ‘Mijn moeder heeft een stuk of duizend neven en nichten en ze gaat ervan uit dat ik ze allemaal een handgeschreven uitnodiging stuur. Ik krijg nog een schrijfarm. Maar ik kan het niet meer uitstellen en ik zie er zo tegenop.’

‘Ik help je wel,’ bood ik aan. ‘Als je geen bezwaar hebt tegen mijn afschuwelijke handschrift.’

Dat zou Charlie fijn vinden. Uit mijn ooghoek zag ik Edward glimlachen. Hij vond het vast ook fijn – dat ik aan Charlies voorwaarden voldeed zonder dat er weerwolven aan te pas kwamen.

Angela keek opgelucht. ‘Wat ontzettend aardig van je. Zeg maar wanneer ik naar je toe moet komen.’

‘Ik kom eigenlijk liever naar jouw huis als je het goed vindt – ik ben het mijne helemaal zat. Charlie heeft gisteravond mijn huisarrest opgeheven.’ Ik grijnsde terwijl ik het goede nieuws meedeelde.

‘Echt waar?’ vroeg Angela, terwijl een zachte blijheid haar altijd vriendelijke bruine ogen liet oplichten. ‘Ik dacht dat je zei dat je levenslang had.’

‘Ik was nog verbaasder dan jij. Ik wist zeker dat ik in elk geval van school moest zijn voordat hij me vrij zou laten.’

‘Wat fantastisch, Bella! We moeten iets leuks doen om het te vieren!’

‘Je wilt niet weten hoe geweldig dat klinkt.’

‘Wat zullen we gaan doen?’ peinsde Alice, terwijl haar gezicht opklaarde door alle mogelijkheden. De ideeën van Alice waren over het algemeen iets te veel van het goede voor mij, en nu zag ik het weer in haar ogen – de neiging om dingen veel te groots aan te pakken.

‘Ik weet niet waar je aan zit te denken, Alice, maar ik betwijfel of ik wel zó vrij ben.’

‘Vrij is vrij, of niet soms?’ hield ze vol.

‘Ik weet zeker dat er grenzen zijn – die van de Verenigde Staten, bijvoorbeeld.’

Angela en Ben lachten, maar Alice trok een oprecht teleurgesteld gezicht.

‘Maar wat gaan we vanavond dan doen?’ drong ze aan.

‘Niks. Luister nou, laten we nog maar een paar dagen rustig aan doen om zeker te weten dat hij het niet als grapje bedoelde. En het is sowieso een doordeweekse dag vandaag.’

‘Dan vieren we het van het weekend.’ Alice' enthousiasme viel niet te onderdrukken.

‘Best,’ zei ik in de hoop haar wat tot bedaren te brengen. Ik ging de komende tijd in elk geval geen buitensporige dingen ondernemen; het was veiliger om het rustig aan te doen met Charlie. En hem de kans te geven mijn betrouwbare en volwassen gedrag te waarderen voordat ik om gunsten ging vragen.

Angela en Alice begonnen weer over alle mogelijkheden; Ben legde zijn strip aan de kant en mengde zich ook in hun gesprek. Mijn gedachten dwaalden af. Het verbaasde me dat ik mijn vrijheid niet zo'n prettig onderwerp vond als het net nog had geleken. Terwijl zij overlegden over dingen die we in Port Angeles of misschien Hoquiam zouden kunnen doen, werd ik langzaam chagrijnig.

Het was al snel duidelijk waar mijn rusteloosheid vandaan kwam.

Sinds het moment dat ik afscheid genomen had van Jacob in het bos naast mijn huis, werd ik geplaagd door een bepaald beeld dat zich hardnekkig aan me op bleef dringen. Om de zoveel tijd dook het op in mijn gedachten, als een of andere irritante wekker die om het half uur was afgesteld en mijn hoofd overspoelde met het beeld van Jacobs van pijn vertrokken gezicht. Dat was de laatste herinnering die ik aan hem had.

Toen het nare visioen weer toesloeg wist ik precies waarom ik ontevreden was met mijn vrijheid. Omdat hij niet compleet was.

Ja natuurlijk, ik mocht gaan en staan waar ik maar wilde – behalve naar La Push; ik mocht alles doen wat ik wilde – behalve met Jacob afspreken. Ik fronste naar de tafel. Er móést toch een tussenweg zijn.

‘Alice? Alice!’

De stem van Angela rukte me los uit mijn gemijmer. Ze zwaaide met haar hand heen en weer voor het uitdrukkingsloze, starende gezicht van Alice. Dat gezicht kende ik – meteen schoot er automatisch een gierende paniek door mijn lijf. Door de lege blik in haar ogen wist ik dat ze iets heel anders zag dan het alledaagse kantinegebeuren om ons heen, maar iets wat op een bepaalde manier net zo echt was. Iets wat eraan kwam, iets wat binnenkort zou gaan gebeuren. Ik voelde het bloed wegtrekken uit mijn gezicht.

Toen begon Edward te lachen, een heel natuurlijk, ontspannen geluid. Angela en Ben keken naar hem, maar mijn ogen zaten vastgezogen aan Alice. Plotseling schrok ze op, alsof iemand haar onder tafel een schop had gegeven.

‘Tijd voor een slaapje, Alice?’ plaagde Edward.

Alice was weer zichzelf. ‘Sorry, ik geloof dat ik zat te dagdromen.’

‘Dagdromen is beter dan nog twee uur naar school te moeten,’ zei Ben.

Alice stortte zichzelf nog geestdriftiger dan daarvoor in het gesprek – net iets te enthousiast. Eén keer zag ik haar een doordringende blik met Edward wisselen, heel even maar, en voordat iemand het opviel keek ze weer naar Angela. Edward was stil en speelde afwezig met mijn haar.

Ik wachtte angstvallig mijn kans af om aan Edward te vragen wat Alice had gezien in haar visioen, maar de middag ging voorbij zonder dat we ook maar een minuutje alleen waren.

Het kwam raar over, bijna opzettelijk. Na de pauze vertraagde Edward zijn pas om naast Ben te kunnen lopen en praatte over een of andere opdracht waarvan ik wist dat hij hem al af had. Daarna was er telkens iemand anders in de buurt tussen de lessen door, hoewel we normaal gesproken altijd wel even een paar minuten voor onszelf hadden. Toen de laatste bel ging, begon Edward nota bene een gesprek met Mike Newton en liep samen met hem naar de parkeerplaats. Ik drentelde erachteraan en liet me voortslepen door Edward.

Ik luisterde verward hoe Mike antwoord gaf op Edwards ongewoon vriendelijke vragen. Het klonk alsof Mike problemen had met zijn auto.

‘…maar ik heb laatst de accu nog vervangen,’ zei Mike. Zijn ogen schoten onrustig naar voren en toen weer terug naar Edward. In de war, net als ik.

‘Misschien zijn het de kabels?’ opperde Edward.

‘Misschien. Ik weet eigenlijk niet zoveel van auto's,’ gaf Mike toe. ‘Eigenlijk zou er iemand naar moeten kijken, maar ik heb geen geld om hem naar Dowling's te brengen.’

Ik deed mijn mond open om mijn monteur voor te stellen, en klapte hem toen weer dicht. Mijn monteur had het druk tegenwoordig – druk met het rondrennen als enorme wolf.

‘Ik weet er wel het een en ander van – ik kan er wel eens naar kijken, als je wilt,’ bood Edward aan. ‘Dan zet ik eerst Alice en Bella even thuis af.’

Mike en ik staarden Edward allebei met open mond aan.

‘Eh… bedankt,’ mompelde Mike toen hij weer bijgekomen was. ‘Maar ik moet werken. Misschien een andere keer.’

‘Zeker weten.’

‘Dag.’ Mike stapte in zijn auto, terwijl hij vol ongeloof zijn hoofd schudde.

De Volvo van Edward, waar Alice al in zat, stond maar twee auto's verderop.

‘Waar sloeg dát nou weer op?’ sputterde ik terwijl Edward het portier voor me openhield.

‘Ik probeer hem gewoon te helpen,’ antwoordde Edward.

En toen begon Alice, die op de achterbank zat te wachten, op topsnelheid te ratelen.

‘Zó'n goede monteur ben je nou ook weer niet, Edward. Misschien moet je Rosalie er vanavond even naar laten kijken, dan sla je niet zo'n slecht figuur bij Mike. Hoewel het ook leuk zou zijn om Mikes gezicht te zien als Rosalie opeens bij hem op de stoep staat om te helpen. Maar aangezien Rosalie momenteel zogenaamd aan de andere kant van het land studeert, is dat waarschijnlijk niet zo'n goed idee. Balen. Maar goed, die auto van Mike red je vast nog wel. Alleen de fijne kneepjes van een goede Italiaanse sportauto gaan jou boven de pet. En over Italië gesproken, en de sportauto's die ik daar gestolen heb, ik krijg nog steeds een gele Porsche van je. Ik weet niet of ik wel tot Kerst wil wachten…’

Na een minuut of wat luisterde ik niet meer, zodat haar stem alleen nog als gezoem op de achtergrond klonk, en wachtte geduldig af.

Het zag ernaar uit dat Edward mijn vragen probeerde te ontwijken. Best. Hij moest straks toch wel alleen met me zijn. Het was slechts een kwestie van tijd.

Edward leek zich dat ook te realiseren. Hij zette Alice zoals gewoonlijk af aan het begin van de oprit van de Cullens, hoewel ik ondertussen half-en-half verwachtte dat hij haar naar de deur zou rijden en naar binnen toe zou begeleiden.

Toen ze uitstapte wierp Alice een scherpe blik op zijn gezicht. Edward leek zich volkomen op zijn gemak te voelen.

‘Tot straks,’ zei hij. En toen knikte hij, heel lichtjes.

Alice draaide zich om en verdween tussen de bomen.

Zwijgend keerde hij de auto en reed terug naar Forks. Ik wachtte af en vroeg me af of hij er zelf over zou beginnen. Dat deed hij niet, en daar werd ik zenuwachtig van. Wat had Alice vandaag gezien in de pauze? Iets wat hij niet aan mij wilde vertellen, en ik probeerde een reden te bedenken waarom hij dingen geheim zou willen houden. Misschien kon ik me maar beter op het ergste voorbereiden voordat ik het vroeg. Ik wilde niet dat ik zou flippen en hij zou denken dat ik het niet aankon, wat het dan ook mocht zijn.

Dus hielden we allebei onze mond tot we terug bij Charlie waren.

‘Weinig huiswerk vanavond,’ merkte hij op.

‘Mmm,’ beaamde ik.

‘Denk je dat ik weer naar binnen mag?’

‘Charlie ging ook niet door het lint toen je me op kwam halen voor school.’

Maar ik wist zeker dat Charlie heel snel knorrig zou worden als hij thuiskwam en zag dat Edward er was. Misschien moest ik extra lekker koken vanavond.

Binnen liep ik de trap op en Edward kwam achter me aan. Hij maakte het zich gemakkelijk op het bed en staarde uit het raam, zich schijnbaar niet bewust van mijn nervositeit.

Ik ruimde mijn tas op en zette de computer aan. Er was een e-mail van mijn moeder die ik nog moest beantwoorden, en ze raakte altijd lichtelijk in paniek als het te lang duurde. Ik trommelde met mijn vingers terwijl ik wachtte tot mijn aftandse computer hijgend en puffend tot leven kwam; ze tikten staccato en gespannen tegen het bureau.

En toen lagen zijn vingers op de mijne om ze stil te houden.

‘Zijn we een beetje ongeduldig vandaag?’ mompelde hij.

Ik keek op met de bedoeling een sarcastische opmerking te maken, maar zijn gezicht was dichterbij dan ik had verwacht. Zijn gouden ogen gloeiden op nog geen paar centimeter afstand, en zijn adem was koel tegen mijn open lippen. Ik proefde zijn geur op mijn tong.

Ik kon me mijn gevatte antwoord niet meer herinneren. Ik kon me mijn eigen naam niet eens meer herinneren.

Hij gaf me geen kans om bij te komen.

Als ik mijn zin kreeg, zou ik het grootste deel van mijn tijd zoenend met Edward doorbrengen. Ik had nog nooit iets in mijn leven meegemaakt dat op kon tegen het gevoel van zijn koele lippen die hard als marmer maar toch altijd heel zacht met de mijne mee bewogen.

Ik kreeg niet vaak mijn zin.

Daarom verbaasde het me ook een beetje toen zijn vingers zich in mijn haar vlochten en mijn gezicht stevig tegen het zijne drukten. Mijn armen sloten zich om zijn nek, en ik wou dat ik sterker was – sterk genoeg om hem daar gevangen te houden. Eén hand gleed over mijn rug en duwde me dichter tegen zijn stenen borst. Zelfs door zijn trui heen was zijn huid koud genoeg om me te laten huiveren – het was een huivering van genoegen, van geluk, maar het had als gevolg dat de greep van zijn handen begon te verslappen.

Ik wist dat ik nog ongeveer drie seconden had voordat hij zou zuchten en me soepel opzij zou schuiven, en zou zeggen dat ik wel weer in genoeg levensgevaar was geweest voor één middag, of iets van die strekking. Om mijn laatste seconden optimaal te benutten perste ik me tegen hem aan, mijn lichaam nam de vorm van het zijne aan. Het puntje van mijn tong gleed langs de ronding van zijn onderlip, hij voelde gaaf en glad alsof hij gepolijst was, en die smáák…

Hij trok mijn gezicht weg van het zijne en maakte zich zonder moeite los uit mijn greep – hij had waarschijnlijk niet eens door dat ik al mijn kracht gebruikte.

Hij grinnikte even, een laag, schor geluid. Zijn ogen glommen van de opwinding die hij zo standvastig onder controle hield.

‘Ach, Bella.’ Hij zuchtte.

‘Ik kan wel zeggen dat het me spijt, maar dat is niet zo.’

‘En het zou mij moeten spijten dat het jou niet spijt, maar dat is ook niet zo. Misschien kan ik beter op het bed gaan zitten.’

Ik ademde een beetje duizelig uit. ‘Als je denkt dat dat nodig is…’

Hij glimlachte scheef en haalde zichzelf uit onze knoop.

Ik schudde een paar keer met mijn hoofd in een poging het weer helder te krijgen en wendde me tot de computer. Die was nu geheel opgewarmd aan het zoemen. Nou ja, het was meer kreunen dan zoemen.

‘Doe Renée maar de groeten van me.’

‘Zal ik doen.’

Ik las Renées mailtje snel door en schudde af en toe mijn hoofd bij de maffe dingen die ze uitgespookt had. Ik vond het nog net zo grappig en angstaanjagend als de eerste keer dat ik het had gelezen. Het was echt iets voor mijn moeder om te vergeten dat ze echt enorme hoogtevrees had tot ze al vastgesnoerd zat aan een parachute en een springinstructeur. Ik was wel een beetje teleurgesteld in Phil, de man met wie ze nu bijna twee jaar getrouwd was, dat hij dat toegestaan had. Ik zou beter voor haar gezorgd hebben. Ik kende haar veel en veel beter.

Uiteindelijk moet je ze loslaten, hielp ik mezelf herinneren. Je moet ze hun eigen leven laten leiden…

Ik had het grootste deel van mijn leven voor Renée gezorgd; ik had haar geduldig met zachte hand van haar idiootste plannen weggeloodst en de plannen die ik haar niet uit het hoofd kon praten zonder morren ondergaan. Ik was altijd toegeeflijk geweest voor mijn moeder, vond haar grappig, af en toe had ik haar zelfs een beetje meewarig behandeld. Ik zag de overvloed aan fouten die ze maakte en lachte stilletjes in mezelf. Warhoofdige Renée.

Ik was heel anders dan mijn moeder. Bedachtzaam en voorzichtig. De verantwoordelijke, de volwassene. Zo zag ik mezelf. Zo kende ik mezelf.

Terwijl het bloed nog steeds door mijn hoofd bonsde door Edwards kus moest ik onwillekeurig denken aan de fout die het leven van mijn moeder het meest had veranderd. Naïef en romantisch was ze meteen na de middelbare school getrouwd met een man die ze nauwelijks kende, en een jaar later had ze mij gekregen. Ze had me altijd bezworen dat ze geen spijt had, dat ik het mooiste geschenk was dat het leven haar ooit had gegeven. En toch had ze het me keer op keer ingepeperd – verstandige mensen nemen het huwelijk serieus. Volwassen mensen gaan studeren en maken carrière voordat ze een diepgaande relatie met iemand beginnen. Ze wist zeker dat ik nooit zo onnadenkend en dom en ‘dorps’ zou worden als zij…

Ik knarste met mijn tanden en probeerde me op het beantwoorden van haar mail te concentreren.

Toen kwam ik bij haar laatste zin en wist ik weer waarom ik haar nog niet eerder teruggeschreven had.

Je hebt het al een hele tijd niet over Jacob gehad, had ze geschreven. Hoe gaat het met hem tegenwoording?

Dat had Charlie haar ingefluisterd, ik wist het zeker.

Ik zuchtte en typte het antwoord op haar vraag snel tussen twee minder gevoelige paragrafen in.

Met Jacob gaat het wel goed, geloof ik. Ik zie hem
niet zo veel; hij blijft tegenwoordig meestal met zijn
vrienden in La Push.

Ik glimlachte als een boer met kiespijn in mezelf, voegde Edwards groeten toe en drukte op ‘verzenden’.

Ik had niet in de gaten dat Edward stilletjes achter me stond tot ik de computer uitgezet had en achter het bureau vandaan schoof. Ik stond op het punt om tegen hem uit te varen omdat hij over mijn schouder had meegelezen, toen ik besefte dat hij helemaal niet op mij lette. Hij bestudeerde een plat zwart geval waar aan de achterkant kromme draden uit kronkelden op een manier die nooit gezond kon zijn voor wat het dan ook was. Na een tijdje herkende ik de autoradio die Emmett, Rosalie en Jasper me voor mijn afgelopen verjaardag hadden gegeven. Ik was de verjaardagscadeaus die op de vloer van mijn kast onder een steeds dikkere laag stof verstopt lagen helemaal vergeten.

‘Wat heb je hiermee gedáán?’ vroeg hij met een van afgrijzen vervulde stem.

‘Hij wilde niet uit het dashboard.’

‘En toen heb je hem maar gemarteld?’

‘Je weet hoe ik ben met gereedschap. Ik heb hem niet expres pijn gedaan.’

Hij schudde zijn hoofd en trok een quasi-bedroefd gezicht. ‘Je hebt hem vermoord.’

Ik haalde mijn schouders op. ‘Ach ja.’

‘Ze zouden gekwetst zijn als ze dit zouden zien,’ zei hij. ‘Het is maar goed dat je huisarrest had. Ik moet een andere installeren voor het ze opvalt.’

‘Bedankt, maar ik heb geen behoefte aan een luxe autoradio.’

‘Ik ga hem ook niet voor jou vervangen.’

Ik zuchtte.

‘Je hebt niet erg genoten van je verjaardagscadeaus vorig jaar,’ zei hij chagrijnig. Plotseling wuifde hij zichzelf koelte toe met een stijf rechthoekig stuk papier.

Ik gaf geen antwoord uit angst dat mijn stem zou beven. Mijn rampzalige achttiende verjaardag – met alle verstrekkende gevolgen van dien – was niet iets waar ik graag aan terugdacht, en het verbaasde me dat hij erover begon. Voor hem lag het nog gevoeliger dan voor mij.

‘Weet je wel dat deze bijna verlopen zijn?’ vroeg hij terwijl hij me het papier toestak. Het was een van de andere cadeaus – de voucher voor vliegtuigtickets die Esmé en Carlisle me hadden gegeven zodat ik Renée kon opzoeken in Florida.

Ik haalde diep adem en gaf op vlakke toon antwoord. ‘Nee. Ik was ze helemaal vergeten, om eerlijk te zijn.’

Toen hij verderging trok hij zorgvuldig een opgewekt, positief gezicht, zonder een spoor van eventuele achterliggende emoties. ‘Nou, we hebben nog heel even tijd. Jij bent vrijgelaten… en we hebben geen plannen voor dit weekend, aangezien je weigert om met me naar het schoolgala te gaan.’ Hij grijnsde. ‘Waarom zouden we je vrijheid niet op deze manier vieren?’

Ik hapte naar adem. ‘Door naar Florida te gaan?’

‘Je zei toch dat dingen binnen de grenzen van de VS toegestaan waren?’

Ik keek hem achterdochtig aan en probeerde te bedenken waar dit opeens vandaan kwam.

‘Nou?’ wilde hij weten. ‘Gaan we naar Renée of niet?’

‘Dat mag nooit van Charlie.’

‘Charlie kan je niet tegenhouden als je bij je moeder op bezoek wilt. Ze heeft nog steeds de voogdij.’

‘Niemand heeft de voogdij over mij. Ik ben volwassen.’

Hij schonk me een stralende glimlach. ‘Precies.’

Ik dacht er even over na voordat ik besloot dat het de ruzie niet waard was. Charlie zou woedend zijn – niet omdat ik bij Renée op bezoek zou gaan, maar omdat Edward mee zou gaan. Charlie zou maandenlang niet tegen me praten en ik zou waarschijnlijk weer huisarrest krijgen. Het was veel beter om er niet eens over te beginnen. Misschien over een paar weken, als cadeautje voor mijn eindexamen of zo.

Maar het idee om mijn moeder nú al te zien, en niet pas over een paar weken, was erg verleidelijk. Ik had Renée al zo lang niet meer gezien. En het was zelfs nog langer geleden dat ik haar in een leuke situatie had gezien. Een van de laatste keren was in Phoenix, en toen had ik de hele tijd in een ziekenhuisbed gelegen. Toen ze daarna nog een keer naar Forks was gekomen, was ik nauwelijks aanspreekbaar geweest. Niet bepaald de leukste herinneringen om haar na te laten.

En misschien, als ze zag hoe gelukkig ik was met Edward, zou ze wel tegen Charlie zeggen dat hij wat minder streng moest zijn.

Edward keek onderzoekend naar mijn gezicht terwijl ik nadacht.

Ik zuchtte. ‘Niet komend weekend.’

‘Waarom niet?’

‘Ik wil geen ruzie met Charlie. Niet zo kort nadat hij mijn straf heeft opgeheven.’

Zijn wenkbrauwen trokken samen. ‘Volgens mij is dit weekend juist perfect,’ sputterde hij tegen.

Ik schudde mijn hoofd. ‘Een andere keer.’

‘Jij bent niet de enige die hier in dit huis vastgezeten heeft, hoor.’ Hij fronste zijn wenkbrauwen naar me.

Daar was de achterdocht weer. Dit soort gedrag was niets voor hem. Hij was altijd zo ongelooflijk onzelfzuchtig; ik wist dat ik verwend was geraakt.

‘Jij kunt overal heen waar je wilt,’ merkte ik op.

‘De buitenwereld is voor mij niet interessant zonder jou.’

Ik keek zuchtend omhoog door zijn overdrijving.

‘Ik meen het,’ zei hij.

‘Laten we rustig aan doen met die buitenwereld, goed? We zouden bijvoorbeeld kunnen beginnen met een film in Port Angeles…’

Hij kreunde. ‘Laat maar. We hebben het er nog wel over.’

‘Er valt niets meer te bespreken.’

Hij haalde zijn schouders op.

‘Goed dan, ander onderwerp,’ zei ik. Ik was mijn zorgen van vanmiddag bijna vergeten – was dat zijn bedoeling geweest? ‘Wat heeft Alice vandaag gezien in de pauze?’

Ik keek strak naar zijn gezicht terwijl ik dat zei om zijn reactie te peilen.

Zijn uitdrukking was bedaard, met slechts een heel lichte verharding in zijn goudkleurige ogen. ‘Ze zag Jasper op een vreemde plek, ergens in het zuidwesten, denkt ze, vlak bij zijn vroegere… familie. Maar hij heeft geen bewuste plannen om terug te gaan.’ Hij zuchtte. ‘Het heeft haar ongerust gemaakt.’

‘O.’ Dat kwam niet eens in de buurt van wat ik verwacht had. Maar het was natuurlijk logisch dat Alice de toekomst van Jasper in de gaten hield. Hij was haar zielsverwant, haar ware wederhelft, hoewel ze niet zo met hun relatie pronkten als Rosalie en Emmett. ‘Waarom heb je dat niet eerder gezegd?’

‘Ik had niet door dat je het had gezien,’ zei hij. ‘Het is hoe dan ook niet belangrijk, waarschijnlijk.’

Het was treurig om te zien hoe mijn verbeelding met me op de loop ging. Ik had een doodgewone middag helemaal verdraaid tot het leek alsof Edward zijn uiterste best deed om dingen verborgen te houden voor me. Ik moest nodig in therapie.

We liepen naar beneden om ons huiswerk te maken, voor het geval dat Charlie vroeg thuis zou komen. Edward was binnen een paar minuten klaar en ik zwoegde moeizaam door mijn wiskunde heen totdat ik besloot dat het tijd was om Charlies eten te koken. Edward hielp, waarbij hij af en toe een vies gezicht trok bij de rauwe ingrediënten – hij vond menseneten tamelijk walgelijk. Ik maakte stroganov volgens het recept van oma Swan, om in een goed blaadje bij Charlie te komen. Het was niet mijn lievelingseten, maar hij zou er blij mee zijn.

Charlie leek al in een goede stemming te zijn toen hij thuiskwam. Hij deed niet eens enorm veel moeite om bot tegen Edward te zijn. Edward sloeg het aanbod om mee te eten zoals altijd af. Het geluid van het avondjournaal klonk uit de woonkamer, maar ik betwijfelde of Edward wel echt keek.

Nadat hij drie porties naar binnen had gewerkt legde Charlie zijn voeten op een lege stoel en vouwde zijn handen tevreden over zijn uitpuilende buik.

‘Dat was heerlijk, Bella.’

‘Ik ben blij dat je het lekker vond. Hoe was het op je werk?’ Hij had zo geconcentreerd gegeten dat ik nog geen gesprek met hem had kunnen beginnen.

‘Nogal rustig. Nou ja, doodsaai, eigenlijk. Mark en ik hebben het grootste deel van de middag zitten kaarten,’ gaf hij met een grijns toe. ‘Ik heb gewonnen, negentien tegen zeven. En toen heb ik nog een tijdje met Billy aan de telefoon gezeten.’

Ik probeerde mijn uitdrukking neutraal te houden. ‘Hoe gaat het met hem?’

‘Goed, goed. Hij heeft een beetje last van zijn gewrichten.’

‘O. Vervelend.’

‘Ja. Hij heeft gevraagd of we langskomen dit weekend. Hij zat erover te denken om de Clearwaters en de Uleys ook te vragen. Een gezellig etentje voor de play-offs beginnen…’

‘Huh,’ was mijn briljante reactie. Maar wat moest ik dan zeggen? Ik wist dat ik niet naar een weerwolvenetentje zou mogen, zelfs niet onder ouderlijk toezicht. Ik vroeg me af of Edward het erg zou vinden dat Charlie naar La Push ging. Of zou hij ervan uitgaan dat mijn vader geen gevaar liep aangezien hij vooral bij Billy, een gewoon mens, was?

Ik stond op en begon zonder naar Charlie te kijken de borden op te stapelen. Ik zette ze in de gootsteen en draaide de kraan open. Edward kwam geruisloos tevoorschijn en pakte een theedoek.

Charlie zuchtte en hield er over op, hoewel ik me zo voorstelde dat hij er wel op terug zou komen als we weer alleen waren. Hij hees zichzelf overeind en ging op weg naar de televisie, net als elke avond.

‘Charlie,’ zei Edward op een gemoedelijke toon.

Charlie stond midden in ons kleine keukentje stil. ‘Ja?’

‘Heeft Bella je wel eens verteld dat ze voor haar verjaardag vliegtuigtickets heeft gekregen van mijn ouders zodat ze Renée op kon zoeken?’

Ik liet het bord vallen dat ik aan het afwassen was. Het gleed van het aanrecht en kletterde luidruchtig op de grond. Het brak niet maar spetterde de hele keuken, met ons drieën erbij, onder het zeepsop. Charlie leek het niet eens te merken.

‘Bella?’ vroeg hij vol verbijstering.

Ik hield mijn ogen op het bord gericht terwijl ik het oppakte. ‘Ja, dat klopt.’

Charlie slikte hoorbaar, maar wendde zich toen weer met samengeknepen ogen tot Edward. ‘Nee, daar heeft ze nooit iets over gezegd.’

‘Hmm,’ peinsde Edward.

‘Had je nog een bepaalde reden om daarover te beginnen?’ vroeg Charlie op een norse toon.

Edward haalde zijn schouders op. ‘Ze zijn bijna verlopen. Ik denk dat Esmé het niet zo leuk zou vinden als Bella geen gebruik zou maken van haar cadeau. Niet dat ze er iets over heeft gezegd.’

Ik keek Edward ongelovig aan.

Charlie dacht even na. ‘Het is waarschijnlijk wel een goed idee om je moeder op te zoeken, Bella. Dat zou ze geweldig vinden. Maar het verbaast me wel dat je hier helemaal niets over hebt gezegd.’

‘Vergeten,’ gaf ik toe.

Hij fronste. ‘Je was vergeten dat iemand je vliegtuigtickets had gegeven?’

‘Mmm,’ mompelde ik vaag terwijl ik me weer omdraaide naar de gootsteen.

‘Je zei dat “ze” bijna verlopen zijn, Edward,’ ging Charlie verder. ‘Hoeveel tickets hebben je ouders haar gegeven?’

‘Alleen één voor haar… en één voor mij.’

Het bord dat ik nu liet vallen kwam in de gootsteen terecht en maakte dus minder herrie. Ik kon heel goed horen hoe mijn vader scherp uitademde. Het bloed steeg naar mijn wangen, aangewakkerd door ergernis en boosheid. Waarom deed Edward dit? Ik staarde in paniek naar de zeepsopbellen in de gootsteen.

‘Geen sprake van!’ schreeuwde Charlie, plotseling woedend.

‘Waarom niet?’ vroeg Edward met een van argeloze verbazing druipende stem. ‘Je zei net dat het een goed idee was als ze haar moeder op ging zoeken.’

Charlie negeerde hem. ‘Jij gaat met hem nergens naartoe, jongedame!’ riep hij. Ik draaide me om; hij stond met zijn vinger naar me te wijzen.

Boosheid golfde als vanzelf door me heen, een instinctieve reactie op zijn toon.

‘Ik ben geen kind meer, pap. En ik heb ook geen huisarrest meer, weet je nog?’

‘O jawel, dat heb je wel. Het gaat nu in.’

‘Waarom?!’

‘Omdat ik het zeg.’

‘Moet ik je erop wijzen dat ik officieel volwassen ben, Charlie?’

‘Dit is mijn huis – je houdt je aan mijn regels!’

Mijn blik werd ijskoud. ‘Als je het zo wilt spelen. Wil je dat ik vanavond al het huis uitga? Of heb ik nog een paar dagen om in te pakken?’

Charlies gezicht werd knalrood. Ik voelde me meteen afschuwelijk omdat ik de uit-huis-gaan-troef had uitgespeeld.

Ik haalde diep adem en probeerde wat redelijker te klinken. ‘Als ik iets verkeerds gedaan heb zal ik zonder morren mijn straf uitzitten, papa, maar ik heb geen zin om jouw vooroordelen te pikken.’

Hij sputterde, maar er kwam niets samenhangends uit.

‘Ik weet dat jíj weet dat ik het volste recht heb om dit weekend naar mama te gaan. Je gaat me toch niet vertellen dat je het ook niet goed zou vinden als ik met Alice of Angela zou gaan?’

‘Meisjes,’ gromde hij met een knik van zijn hoofd.

‘Zou je het erg vinden als ik met Jacob ging?’

Ik had die naam alleen maar gekozen vanwege mijn vaders voorkeur voor Jacob, maar ik had er direct al spijt van: Edwards tanden klapten hoorbaar op elkaar.

Mijn vader deed zijn best om te kalmeren voor hij antwoord gaf. ‘Ja,’ zei hij niet erg overtuigend. ‘Dat zou ik erg vinden.’

‘Je kunt erg slecht liegen, pap.’

‘Bella…’

‘Ik ga toch niet naar Vegas om een showgirl te worden of zo? Ik ga naar máma,’ hielp ik hem herinneren. ‘Zij heeft net zo veel ouderlijk gezag als jij.’

Hij wierp me een vernietigende blik toe.

‘Wou je soms zeggen dat mama niet goed voor mij kan zorgen?’

Charlie kromp ineen door het dreigement dat in mijn vraag verscholen lag.

‘Je mag wel hopen dat ik dit niet aan haar vertel,’ zei ik.

‘Als je het maar laat,’ waarschuwde hij. ‘Ik ben hier niet blij mee, Bella.’

‘Je hoeft je echt niet zo druk te maken.’

Hij rolde met zijn ogen, maar ik wist dat het ergste achter de rug was.

Ik trok de stop uit de gootsteen. ‘Goed, mijn huiswerk is af, jij hebt eten gehad, de afwas is gedaan, en ik heb geen huisarrest. Ik ga even de deur uit. Ik ben voor half elf weer thuis.’

‘Waar ga je heen?’ Zijn gezicht, dat bijna weer normaal was, werd opnieuw knalrood.

‘Dat weet ik nog niet,’ gaf ik toe. ‘Maar ik zal in een straal van 15 kilometer rond het huis blijven, goed?’

Hij gromde iets wat niet als een goedkeuring klonk en stampte de kamer uit. Natuurlijk begon ik me, zodra ik de strijd gewonnen had, schuldig te voelen.

‘Gaan we de deur uit?’ vroeg Edward op zachte maar enthousiaste toon.

Ik draaide me om en keek hem kwaad aan. ‘Ja. Ik wil even onder vier ogen met je praten.’

Hij keek niet zo ongerust als hij naar mijn idee zou moeten.

Ik wachtte tot we veilig in zijn auto zaten voor ik begon.

‘Waar sloeg dát nou weer op?’ wilde ik weten.

‘Ik weet dat je je moeder graag wilt zien, Bella – je praat over haar in je slaap. Alsof je je zorgen maakt.’

‘Is dat zo?’

Hij knikte. ‘Maar jij bent duidelijk te laf om de confrontatie met Charlie aan te gaan, dus heb ik maar even ingegrepen, voor je eigen bestwil.’

‘Ingegrepen? Je hebt me gewoon voor de leeuwen gegooid!’

Hij wierp me een geamuseerde blik toe. ‘Ik had niet het idee dat je in gevaar was.’

‘Ik zei toch dat ik geen ruzie wilde met Charlie.’

‘Niemand heeft gezegd dat dat moest.’

Ik keek hem kwaad aan. ‘Het gaat vanzelf als hij zich zo bazig gedraagt – dan nemen mijn natuurlijke puberinstincten het over.’

Hij grinnikte. ‘Daar kan ik ook niets aan doen.’

Ik keek hem peinzend aan. Hij leek het niet te merken. Zijn gezicht stond kalm terwijl hij uit het raam staarde. Er klopte iets niet, maar ik kon niet zeggen wat. Of misschien was het mijn verbeelding wel, die net als vanmiddag weer met me op de loop ging.

‘Heeft deze plotseling aandrang om naar Florida te gaan iets te maken met het etentje bij Billy thuis?’

Zijn kaak verstrakte. ‘Helemaal niet. Of je nou hier of aan de andere kant van de wereld zou zijn, je zou toch niet gaan.’

Het was net als daarnet met Charlie – ik werd behandeld als een ongehoorzaam kind. Ik klemde mijn tanden op elkaar om niet te gaan schreeuwen. Ik wilde niet ook nog eens ruzie met Edward.

Edward zuchtte, en toen hij begon te praten was zijn stem weer warm en zacht als fluweel. ‘Wat wil je gaan doen vanavond?’ vroeg hij.

‘Zullen we naar jouw huis? Ik heb Esmé al zolang niet meer gezien.’

Hij glimlachte. ‘Dat zal ze leuk vinden. Zeker als ze hoort wat we dit weekend gaan doen.’

Ik kreunde verslagen.

Zoals ik had beloofd bleven we niet tot heel laat weg. Het verbaasde me niet dat de lichten nog aan waren toen we voor het huis stopten – ik wist dat Charlie op me zat te wachten om nog wat meer tegen me te kunnen schreeuwen.

‘Kom maar niet mee naar binnen,’ zei ik. ‘Dat maakt het alleen maar erger.’

‘Zijn gedachten zijn redelijk rustig,’ zei Edward plagerig. Door zijn uitdrukking vroeg ik me af of ik soms een deel van de grap miste. Zijn mondhoeken trilden in een poging een glimlach tegen te houden.

‘Tot straks,’ zei ik somber.

Hij lachte en gaf me een kus op mijn hoofd. ‘Zodra Charlie ligt te snurken kom ik terug.’

Het geluid van de televisie stond hard toen ik binnenkwam. Ik overwoog even of ik stiekem langs hem zou proberen te sluipen.

‘Kom je even hier, Bella?’ riep Charlie, dus daar ging mijn plan.

Mijn voeten legden sloffend de vijf vereiste stappen af.

‘Wat is er, papa?’

‘Heb je een leuke avond gehad?’ vroeg hij. Hij leek slecht op zijn gemak. Ik probeerde een verborgen boodschap in zijn woorden te vinden voordat ik antwoord gaf.

‘Ja,’ zei ik aarzelend.

‘Wat hebben jullie gedaan?’

Ik haalde mijn schouders op. ‘Een beetje rondgehangen met Alice en Jasper. Edward won van Alice met schaken, en toen heb ik tegen Jasper gespeeld. Hij veegde me zo van tafel.’

Ik glimlachte. Edward en Alice die schaakten was een van de grappigste dingen die ik ooit had gezien. Ze zaten vrijwel onbeweeglijk naar het bord te staren, waarbij Alice de zetten voorzag die hij zou doen en hij de zetten die zij vervolgens zou doen in haar gedachten las. Ze speelden het grootste gedeelte van het spel in hun hoofd; volgens mij hadden ze allebei twee pionnen verzet toen Alice plotseling haar koning omgooide en zich overgaf. Alles bij elkaar duurde het drie minuten.

Charlie zette het geluid uit – erg ongebruikelijk.

‘Luister, ik moet iets met je bespreken.’ Hij fronste en keek erg ongemakkelijk.

Ik ging zitten en wachtte af. Hij keek me even aan en toen weer naar de grond. Verder zei hij niets.

‘Wat is er dan, pap?’

Hij zuchtte. ‘Ik ben hier niet zo goed in. Ik weet niet waar ik moet beginnen…’

Ik wachtte weer.

‘Goed, Bella. Het zit zo.’ Hij stond op van de bank en begon door de kamer te ijsberen, de hele tijd naar zijn voeten kijkend. ‘Het is blijkbaar behoorlijk serieus tussen jou en Edward, en er zijn een aantal dingen waar je voorzichtig mee moet zijn. Ik weet dat je nu volwassen bent, maar je bent nog jong, Bella, en er zijn een boel belangrijke dingen die je moet weten als je… Nou ja, als je een lichamelijke relatie aangaat met…’

‘O, alsjeblieft, alsjeblíéft niet!’ smeekte ik terwijl ik overeind sprong. ‘Ga me alsjeblieft niet vertellen dat je me seksuele voorlichting probeert te geven, Charlie.’

Hij keek boos naar de grond. ‘Ik ben je vader. Ik heb verantwoordelijkheden. Je moet niet vergeten dat dit voor mij net zo gênant is als voor jou.’

‘Volgens mij kan dat helemaal niet. Hoe dan ook, mama is je zo'n jaar of tien voor geweest. Het hoeft al niet meer.’

‘Tien jaar geleden had je nog geen vriendje,’ mompelde hij onwillig. Ik zag dat hij zijn best moest doen om niet toe te geven aan het verlangen het onderwerp te laten rusten. We stonden allebei rechtop naar de vloer te staren, onze hoofden van elkaar weggedraaid.

‘Volgens mij zijn de basisprincipes nog wel hetzelfde,’ mompelde ik, met een gezicht dat waarschijnlijk net zo rood was als het zijne. Dit was erger dan de ergste hel, en het was nog erger om te beseffen dat Edward had geweten dat dit eraan zat te komen. Geen wonder dat hij zo'n lol had gehad in de auto.

‘Ik wil alleen maar weten of jullie voorzichtig zijn,’ smeekte Charlie, die duidelijk hartstochtelijk hoopte op een gat in de grond waar hij in kon zakken.

‘Maak je maar geen zorgen, pap, zo zijn we niet.’

‘Niet dat ik je niet vertrouw, Bella, maar ik weet dat je hier niets over wilt zeggen, en jij weet dat ik het eigenlijk niet wil horen. Maar ik zal mijn best doen om ruimdenkend te zijn. Ik weet dat de tijden veranderd zijn.’

Ik lachte opgelaten. ‘De tijden misschien wel, maar Edward is erg ouderwets. Je hoeft je nergens zorgen over te maken.’

Charlie zuchtte. ‘Dat zal best,’ prevelde hij.

‘Jemig!’ kreunde ik. ‘Ik wou echt dat je me niet zou dwingen om dit hardop te zeggen, pap. Écht. Maar… ik ben… maagd, en ik heb in principe geen plannen om daar binnenkort iets aan te gaan doen.’

We krompen allebei in elkaar, maar toen ontspande Charlies gezicht. Hij leek me te geloven.

‘Mag ik nu naar bed? Alsjeblíéft?’

‘Bijna,’ zei hij.

‘O, alsjeblieft, pap? Ik smeek het je.’

‘Het gênante gedeelte is geweest, ik beloof het,’ verzekerde hij me.

Ik wierp hem een snelle blik toe en zag opgelucht dat hij wat meer op zijn gemak leek en zijn gezicht weer zijn normale kleur had. Hij ging op de bank zitten en zuchtte van opluchting dat zijn voorlichtingspraatje achter de rug was.

‘Wat is er?’

‘Ik wilde gewoon even weten hoe het met het evenwicht stond.’

‘O. Goed, denk ik. Ik heb vandaag afgesproken met Angela. Ik ga haar helpen om de uitnodigingen voor haar diploma-uitreiking te schrijven. Meiden onder elkaar.’

‘Leuk. En Jacob?’

Ik zuchtte. ‘Daar ben ik nog niet helemaal uit, papa.’

‘Blijven proberen, Bella. Ik weet dat je uiteindelijk de juiste keuze zult maken. Je bent een goed mens.’

Fijn. Dus als ik geen manier kon verzinnen om het goed te maken met Jacob dan was ik een slécht mens? Dat was onder de gordel.

‘Tuurlijk, tuurlijk,’ knikte ik. Ik moest bijna glimlachen om mijn automatische reactie – dat had ik van Jacob overgenomen. Ik zei het zelfs op bijna dezelfde minzame toon als hij vaak tegen zijn vader aansloeg.

Charlie grijnsde en zette het geluid weer aan. Hij liet zich nog wat dieper in de kussens zakken, tevreden met wat hij had bereikt vanavond. Ik wist zeker dat hij nog even sport zou blijven kijken.

‘Trusten, Bells.’

‘Tot morgen!’ Ik rende de trap op.

Edward was allang weg en zou niet terugkomen voordat Charlie lag te slapen – hij was waarschijnlijk ergens aan het jagen of zo om de tijd te doden – dus ik maakte geen haast met het aantrekken van mijn pyjama. Ik had geen zin om alleen te zijn, maar ik ging beslist niet weer naar beneden om bij mijn vader te zitten, voor het geval dat hij nog wat voorlichtingsonderwerpen had bedacht waar hij nog niet aan toegekomen was – ik huiverde al bij het idee.

Maar goed, dankzij Charlie was ik onrustig en nerveus. Mijn huiswerk was af en ik voelde me niet ontspannen genoeg om te lezen of naar muziek te luisteren. Ik overwoog even of ik Renée zou bellen om te vertellen dat ik zou komen, maar toen besefte ik dat het in Florida drie uur later was, en dat ze al lag te slapen.

Ik zou Angela natuurlijk kunnen bellen.

Maar plotseling wist ik dat Angela niet degene was met wie ik wilde praten. Met wie ik moest praten.

Ik staarde door het raam het duister in en beet op mijn lip. Ik weet niet hoe lang ik daar de voor- en nadelen tegen elkaar stond af te wegen – aan de ene kant kon ik het goedmaken met Jacob, mijn beste vriend weer zien, een goed mens zijn, en aan de andere kant wist ik dat Edward woedend op me zou worden. Tien minuten misschien. Lang genoeg om te besluiten dat de voordelen steekhoudend waren en de nadelen niet. Edward was alleen maar bezorgd om mijn veiligheid en ik wist dat er wat dat betreft echt geen problemen waren.

De telefoon had geen zin; Jacob weigerde aan de lijn te komen sinds Edward weer terug was. En trouwens, ik moest hem zíén – moest hem zien lachen zoals hij vroeger altijd deed. Ik moest die vreselijke laatste herinnering aan zijn van pijn vertrokken gezicht vervangen, als ik ooit weer enige gemoedsrust wilde hebben.

Ik had waarschijnlijk een uur. Ik zou even snel naar La Push kunnen rijden en weer terug zijn voordat Edward ook maar zou beseffen dat ik weg was. Officieel mocht ik niet meer naar buiten, maar zou het Charlie iets kunnen schelen als Edward er niet bij betrokken was? Er was maar één manier om daar achter te komen.

Ik pakte mijn jas en propte haastig mijn armen door de mouwen terwijl ik de trap af rende.

Charlie keek op van de wedstrijd, meteen achterdochtig.

‘Vind je het goed als ik even naar Jacob ga?’ vroeg ik hijgend. ‘Ik ben zo terug.’

Zodra ik Jacobs naam uitsprak, ontspande Charlies gezicht met een triomfantelijk lachje. Het leek hem helemaal niet te verbazen dat zijn preek al zo snel effect had. ‘Tuurlijk, meisje. Geen probleem. Blijf maar zo lang je wilt.’

‘Bedankt, pap,’ zei ik terwijl ik naar de deur spurtte.

Als een echte voortvluchtige kon ik het niet laten om een paar keer over mijn schouder te kijken terwijl ik naar mijn auto rende, maar de nacht was zo donker dat het eigenlijk geen zin had. Ik liet mijn hand langs de zijkant van de pick-up glijden om zo op de tast het handvat te kunnen vinden.

Mijn ogen begonnen een beetje aan het donker te wennen en ik stak mijn sleutel in het contact. Ik draaide hem hard naar links, maar in plaats van hard brullend tot leven te komen, kwam er alleen een klikkend geluid uit de motor. Ik probeerde het opnieuw, met hetzelfde resultaat.

En toen sprong ik bijna in de lucht van schrik door een kleine beweging die ik vanuit mijn ooghoeken zag.

‘Waah!’ Ik hapte geschokt naar adem toen ik zag dat ik niet alleen in de auto zat.

Edward zat doodstil, een lichte vlek in de duisternis; alleen zijn handen bewogen terwijl hij een geheimzinnig zwart voorwerp ronddraaide. Hij staarde ernaar toen hij begon te praten.

‘Alice belde,’ mompelde hij.

Alice! Verdorie. Ik had geen rekening met haar gehouden in mijn plannen. Ze hield me vast in de gaten voor hem.

‘Ze werd ongerust toen je toekomst vijf minuten geleden nogal plotseling uit beeld verdween.’

Mijn ogen, die toch al groot waren van verbazing, werden nog ronder.

‘Omdat ze de wolven niet kan zien,’ legde hij op dezelfde zachte mompeltoon uit. ‘Was je dat vergeten? Als jij besluit om jouw lot met dat van hen te verbinden, verdwijn jij ook. Dat kon je niet weten, daar ben ik me van bewust. Maar begrijp je ook waarom ik daar een beetje… huiverig van word? Alice zag je verdwijnen en ze kon niet eens zeggen of je weer thuis zou komen of niet. Je toekomst vervloog, net als die van hen.

We weten niet precies hoe dat komt. Een natuurlijk afweersysteem waar ze mee geboren worden?’ Hij klonk nu alsof hij het tegen zichzelf had en keek nog steeds naar het stuk van de motor dat hij door zijn handen liet gaan. ‘Dat lijkt heel onwaarschijnlijk, aangezien het voor mij geen enkel probleem is hun gedachten te lezen. Bij de Blacks in elk geval niet. Carlisle denkt dat het misschien komt omdat hun levens zo beheerst worden door hun transformaties. Het is meer een onwillekeurige reactie dan een beslissing. Volledig onvoorspelbaar, en het verandert ze compleet. Op het moment dat ze van de ene vorm naar de andere gaan, bestaan ze eigenlijk niet eens. De toekomst kan hen niet vasthouden…’

Ik luisterde in ijzige stilte naar zijn gemijmer.

‘Ik maak je auto morgenochtend op tijd weer in orde, voor het geval je zelf naar school wilt rijden,’ verzekerde hij me na een tijdje.

Met mijn lippen stijf op elkaar geklemd haalde ik mijn sleutel uit het contact en stapte stram uit de auto.

‘Als je niet wilt dat ik vannacht kom, moet je je raam dichtdoen. Ik begrijp het wel,’ fluisterde hij vlak voor ik het portier dichtsmeet.

Ik stampte woest het huis in en smeet ook nog een keer met de voordeur.

‘Wat is er?’ vroeg Charlie vanaf de bank.

‘Auto start niet,’ grauwde ik.

‘Zal ik er even naar kijken?’

‘Nee. Ik probeer het morgen wel weer.’

‘Wil je mijn auto lenen?’

Ik mocht nooit in zijn surveillancewagen rijden. Charlie wilde blijkbaar wel heel graag dat ik naar La Push ging. Bijna net zo graag als ik.

‘Nee. Ik ben moe,’ gromde ik. ‘Trusten.’

Ik kloste de trap op en liep rechtstreeks naar mijn raam. Ik schoof het ijzeren kozijn ruw naar beneden – het klapte zo hard dicht dat het glas ervan trilde.

Ik staarde een tijd naar het wiebelende zwarte glas tot het niet meer bewoog. Toen zuchtte ik en zette het raam wagenwijd open.