III

Hare Majesteits gevangenis Craiginches, twee weken later

Het is druk op het sportveld, ondanks het feit dat het motregent op deze grijze dag in juli. De buitenwereld gaat schuil achter hoge granieten muren.

Hij slaat zijn armen over elkaar, leunt achterover tegen de materiaalkast en geniet van de frisse lucht. Vijf dagen heeft hij in de isoleer gezeten, alleen maar omdat er iemand per ongeluk met zijn hand tussen de zware metalen celdeur was gekomen. Zes keer.

Niet zijn schuld, toch? In elk geval konden ze niets bewijzen. Nee, daar kijkt hij wel voor uit, hij was verdomd voorzichtig geweest. Twee maanden wegens zware mishandeling is wel genoeg.

Twee maanden… Wat hééft hij zin om weer iemand kreupel te slaan.

In plaats daarvan ontspant hij en kijkt naar de wedstrijd.

Het schijnt een voetbalwedstrijd te zijn – de blauwen tegen de roden – maar er zijn te veel spelers en de helft van die gasten weet niet eens wat ze doen. Stelletje Muppets. De stand is drieëntwintig tegen tweeënvijftig. Dat komt omdat niemand in het doel wil staan. Ze moeten zo nodig allemaal de spits uithangen. Idioten.

Ze weten niet wat het is om in dienst te spelen van het team…

Hij gaat rechtop staan.

Die Russische gast is er – Russisch, Pools, zoiets – en hij hinkt alweer aardig, al heeft hij een smoel als een kippenkont. Twee weken nadat die politieman hem een kogel in zijn been heeft gejaagd loopt hij alweer. Een taaie gast.

Ja, Russen, hè?

Iemand schopt de bal uit. Hij stuitert een paar keer en komt dan terecht voor de voeten van de Rus. Het moet natuurlijk een inworp zijn, maar die gekken in het blauw en het rood rennen er allemaal heen om te proberen hem als eerste te pakken te krijgen, als een stel apen.

Precies op tijd.

Colin McLeod loopt ontspannen over het korte gras achter de goal van het rode team. Achteloos verkort hij de afstand.

De spelers draaien om de hinkende Rus heen en vechten om de bal – ‘Kom op, geef af die bal!’ / ‘Rot op!’ / ‘Val dood!’ / ‘Hé, het is míjn beurt!’ – en ze geven Colin dekking als hij het steekwapen uit zijn mouw laat glijden.

Niets bijzonders, gewoon een tandenborstel waaraan hij op de vloer van zijn cel een scherpe punt heeft geslepen. Hij ramt hem in de rug van de Rus. Driemaal in de nieren en tweemaal in de nek.

De oude kerel geeft geen kik maar zakt in elkaar, terwijl het bloed uit zijn mond loopt. Over een minuut is hij dood. Wie is er nu nog taai?

Creepy Colin McLeod buigt zich voorover en geeft de boodschap door die hij de afgelopen vijf dagen heeft geoefend. Elke avond heeft hij het hardop gezegd totdat de uitspraak goed was.

Do widzenia, vuile Rus.’

Tot ziens in de hel.

Schreeuwend en joelend verplaatsen de teams zich weer naar het speelveld, met Colin in hun midden. De oude man blijft liggen; zijn lichaam schokt nog wat, maar al snel beweegt hij niet meer.

Dat komt ervan als je Aberdeen probeert te naaien.