Wat hij eigenlijk wilde doen, was in een fles ijskoude wodka kruipen en daar nooit meer uit tevoorschijn komen. Maar in plaats daarvan zat hij in zijn eigen gammele Fiat, die met gedoofde lichten in het donker stond geparkeerd aan de Commercial Quay. Hij luisterde naar het radioverkeer van de doorsnee avond- en nachtdienst van de politie van Aberdeen.
‘Hier Alfa 19, we hebben goed rondgekeken bij het Trinity Centre, maar er is niemand te bekennen. Waarschijnlijk een valse melding…’ – ‘Zojuist in Holburn Street drie tieners gearresteerd wegens openbare dronkenschap…’ – Begrepen, meldkamer, we zijn nú onderweg naar Seafield Road…’ – ‘… kunnen jullie een blauwe Renault Clio natrekken, kenteken SW07…’
Je moest het de baas van de recherche nageven, de enigen die op de hoogte waren van operatie Fuik waren de agenten die er rechtstreeks bij betrokken waren en die Bain eigenhandig had aangewezen. Er gold complete radiostilte terwijl ze wachtten totdat de Buckie Ballad in de haven zou afmeren.
De verwachte aankomsttijd was 01.50 uur.
De haven van Aberdeen was gigantisch: twee aangelegde havens en een gedeelte van de rivier de Dee, met een enorme hoeveelheid pakhuizen en grote opslagtanks voor olie en chemicaliën. De Commercial Quay bevond zich ongeveer in het midden en het gedeelte vlak bij de vismarkt waar de Fiat van Logan geparkeerd stond, was vrijwel verlaten, afgezien van een paar geparkeerde auto’s en een lading hout die bestemd was voor Finland.
Het kleine grijze opleidingsvaartuig van de marine was het enige schip dat hier vanavond voor anker lag. Het dichtstbijzijnde andere schip was een gigantisch bevoorradingsschip voor olieplatforms, dat aan de andere kant van het Albert Basin lag afgemeerd.
Rustig, donker en verlaten.
Logan trommelde met zijn vingers op het stuurwiel. Zijn gezicht vertrok van pijn toen hij het per ongeluk raakte met de zijkant van zijn verbonden hand. Vier hechtingen, een tetanusinjectie en een klein doosje onschuldige pijnstillers. Niet veel krachtiger dan gewone paracetamol, alsof hij daar iets aan had.
Kwart voor één – nog iets meer dan een uur te gaan.
Hij wreef met zijn goede hand over zijn ogen.
Wat was hij eigenlijk aan het doen? Als Kravchenko erachter kwam dat zijn scheepslading wapens in beslag was genomen dan zou hij Wiktorja de ogen uitsteken. Als ze inmiddels al niet was vermoord. Verkracht, gewurgd en gedumpt op een verlaten parkeerplaats. En dat allemaal omdat Logan het weer eens had verpest.
‘Meldkamer aan Alfa 39, we hebben een verkeersongeval met dodelijke afloop op de South Anderson Drive…’ – ‘… kunnen jullie assisteren bij een burenruzie in Hazlehead?’ – ‘… staan pissen in de portiek van een winkel…’ – ‘… vechtpartij bij die nieuwe nachtclub aan Windmill Brae…’
Het portier aan de passagierskant ging open en inspecteur Steel stapte mopperend in. ‘Bain is zowat hysterisch.’
Logan bleef recht voor zich uit kijken. ‘Hoe gaat het met Rory?’
‘Klote. En ga me niet vertellen dat ik weer vijftig cent in de vloekenpot moet gooien want dat kan me niet verdommen. Ze kunnen helemaal niets doen, behalve hem zoveel kalmeringsmiddelen geven dat hij niet meer uit zijn ogen kan kijken… Eh, nou ja, je begrijpt wat ik bedoel. Die arme stakker is door dat gat ontsnapt en hij is wel twintig meter naar de rivieroever gekropen. Gelukkig is hij op tijd bewusteloos geraakt, anders was hij in het water gevallen en verdronken.’ Ze zuchtte. ‘Misschien was dat trouwens wel de bedoeling.’ Ze schoof onrustig heen en weer op haar stoel. ‘Heb jij soms sigaretten bij je?’
Er zaten er nog maar drie in het pakje; hij gaf Steel er één en ze stak hem aan, waarna ze een flinke rookwolk door het geopende portier naar buiten blies. Logan volgde haar voorbeeld.
‘Naar het schijnt,’ zei ze, ‘zijn wij onderwerp van een “grondig onderzoek” door Interne Zaken. En je weet wat dat betekent.’
Ze zoog een minuut lang zwijgend aan haar sigaret. ‘Hoe laat is het?’
Logan vertelde het haar en ze kreunde.
‘Ik hoop niet dat dit weer op een zeperd uitloopt. Als we niet op de proppen komen met een scheepslading vuurwapens dan ziet het er slecht voor ons uit.’
‘Ik ga mijn benen even strekken, moet ik nog wat voor je meenemen?’
‘Thee, een sandwich met spek en een wonder.’
Hij vond een klein bakkerswinkeltje in Market Street dat nog open was en aderverslibbende lekkernijen verkocht aan havenwerkers die in de nachtploegen werkten. Logan kocht twee kaas-uienbroodjes voor zichzelf en een sandwich met spek voor Steel. Hij stak de straat weer over naar de haven, met een warme plastic tas en twee plastic bekertjes. Toen hij de auto bijna had bereikt begon er iets in zijn zak te rinkelen.
Waarschijnlijk Steel, om te vragen waar haar thee bleef. Hij zette de plastic tas op de grond en haalde de telefoon eruit. ‘Ik kom eraan, oké. Doe niet zo ongeduldig.’
‘Brigadier, je gaat me toch niet vertellen dat je nog steeds bent vastgebonden?’ Niet Steel. Het was Kravchenko.
Logan liet de polystyreen bekertjes bijna vallen.
‘Je bent er nog, ja?’
‘Ja.’
‘Dan is het goed. Brigadier, ik verwacht een levering in Aberdeen en ik wil er zeker van zijn dat het veilig is. De policja kan zo… kan zo argwanend zijn. Zeg ik dat goed? “Argwanend”?’
‘Ik wil Wiktorja spreken.’
‘Ze is veilig. Grigor heeft haar nog niet aangeraakt.’
‘Ik – wil – haar – spreken.’
Er viel een korte stilte, daarna volgde een rappe discussie in het Pools en vervolgens klonk er een vrouwenstem. ‘Logan?’
Godzijdank. ‘Is alles in orde met je?’
‘Logan, , alsjeblieft, ik ben bang. Ik ben zo
bang.’
‘Het is goed, alles komt goed. Daar zal ik voor zorgen…’ Hoe moest hij dat in godsnaam waarmaken? ‘Ze zullen je geen pijn doen, het is…’
‘Nee?’ Kravchenko was weer aan de telefoon en hij klonk teleur gesteld. ‘Als jij er zo over denkt, waarom zou je dan nog je best doen? Grigor, breek iets.’
Aan de andere kant van de lijn klonk een gedempte kreet.
‘Zo. Nu ga je je best doen, ja?’
Logan staarde naar de telefoon. Hij kon Wiktorja op de achtergrond horen kreunen. ‘Wat heb je gedaan?’
‘Is mijn levering veilig, brigadier?’
‘WAT HEB JE GEDAAN?’
‘Hoofdagente Jaroszewicz heeft twee armen, wil je die andere soms ook horen?’
Logan sloot zijn ogen en hoorde hoe ze huilde.
Wat moest hij doen? Toestaan dat ze Aberdeen overspoelden met automatische wapens? Dan zou niet alleen Wiktorja te lijden hebben, maar god mocht weten hoeveel mensen. Een niets-en niemand ontziende drugsoorlog. Machinegeweren in Mastrick. Pistolen in Holburn Street. Kogels in Bon Accord Square.
‘Grigor, misschien moet je de andere arm ook…’
‘Nee! Het is niet veilig. Ze weten dat de boot eraan komt: de Buckie Ballad. Ze worden opgewacht door een arrestatieteam.’
Er klonk gevloek in het Pools, gevolgd door een gedempte conversatie.
‘Hallo?’
Logan keek op zijn horloge – 01:03 – ze probeerden waarschijnlijk de vissersboot te bereiken, om die te laten terugkeren naar het midden van de Noordzee totdat ze een andere plek hadden gevonden waar ze hun wapens veilig aan land konden brengen.
‘Ben je er nog?’
Stilte.
‘Hallo?’
De portofoon in Logans zak kwam tot leven en een stem zei: ‘De havenautoriteit zegt dat ze de Buckie Ballad over de radio hebben…’ Er viel een stilte en daarna vervolgde de stem: ‘Ze leggen niet aan. Ze komen op zijn vroegst pas op woensdag terug.’
‘Doe niet zo lollig!’ zei Steel.
‘De kapitein zegt dat ze een tip gehad hebben over schelvis, ongeveer honderd kilometer buiten Peterhead: hij heeft een slechte vangst gehad, dus gaan ze dat eerst nog proberen.’
‘Zorg dat die klootzak hier komt!’
‘En hoe zouden we dat moeten doen?’
Kravchenko kwam terug aan de telefoon. ‘Goed zo, brigadier. Je bent een goede kerel. Maar Grigor is nu een beetje teleurgesteld, ja?’
Logan keek hoe inspecteur Steel uit de Fiat stapte en met haar vuist op het roestige dak van de rammelbak begon te bonzen. ‘Weet ik veel? Bel de kustwacht, verdomme, maar doe iets!’
Hij draaide het volume van de portofoon lager zodat hij haar niet langer tekeer hoorde gaan. ‘Ik heb bewezen dat je me kunt vertrouwen. Dus nu kun je Wiktorja vrijlaten.’
‘Ik geloof dat je alleen maar meewerkt omdat Grigor haar pijn doet. Dus ik hou hoofdagent Jaroszewicz nog een tijdje.’
‘Ik heb gedaan wat je wilde!’ En nu was Logan verantwoordelijk voor een op drift geraakte scheepslading vuurwapens. Ze zouden het spul ergens anders aan land brengen en als er mensen zouden sterven dan was dat allemaal zijn schuld. Hij voelde zich weer misselijk worden…
‘De volgende keer zullen we zien of je ook kunt meewerken zonder dat haar botten worden gebroken, ja? Misschien is er dan wél vertrouwen.’
‘Maar…’
‘Ik spreek je later.’
Logan hoorde de kiestoon: Kravchenko had opgehangen.
Logan sloot zijn ogen, vloekte en stopte de mobiele telefoon terug in zijn zak. Hij bleef een tijdje staan, haalde een paar keer diep adem en probeerde de storm in zijn ingewanden tot bedaren te brengen. Toen hij zich wat beter voelde, rechtte hij zijn rug. Het werd tijd dat hij terugging naar de auto om de gevolgen onder ogen te zien van wat hij had aangericht.
‘Hoe moet ik dat nou verdomme weten?’ Inspecteur Steel leunde achterover in een van bezoekersstoelen van commissaris Bain en wreef over haar gezicht, waardoor haar huidplooien een vreemde, bewegende topografische kaart vormden. ‘Iemand moet gelekt hebben. Iemand heeft die Poolse eikel verteld dat we op hem stonden te wachten.’
Bain, die achter zijn bureau zat, zag eruit alsof hij speciaal om twee uur ’s nachts naar het werk was gesleept om een potje te komen schreeuwen. Hij zag er verlept, vermoeid en kwaad uit. ‘Ik heb het operationele team persoonlijk samengesteld.’
‘Nou, dan heb je je in een van die gasten dus lelijk vergist, nietwaar?’
Logan, die achter in de kamer stond, probeerde er niet zo schuldig uit te zien als hij zich voelde.
‘Jij…’ Bain wees over het bureau naar Steel. ‘Jij hebt sowieso al genoeg problemen, inspecteur. Je had me bezworen dat je goed voor Rory Simpson kon zorgen…’
‘O, begin je daar nou weer over, Bill? Daar hebben we het toch al over gehad?’
‘… en nou zijn allebei zijn ogen uitgestoken! Ik moest al die journalisten en de hele wereld tijdens de persconferentie vertellen dat er een Poolse politieambtenaar is ontvoerd en dat de kroongetuige in de Oedipus-zaak de ogen zijn uitgestoken terwijl jíj verantwoordelijk was voor zijn veiligheid! Heb je enig idee van de civiele procedures die ons te wachten staan? De media maken gehakt van ons!’
Logan deed een stap naar voren. ‘Het was haar schuld niet, het was de mijne. Toen ze het huis van de inspecteur binnendrongen was ík degene die belast was met de bescherming van de getuige. Inspecteur Steel…’
‘Ja, en ze hebben mijn hele huis kort en klein geslagen!’
‘Inspecteur Steel is niet verantwoordelijk voor wat er met Rory Simpson is gebeurd. Ik ben daarvoor verantwoordelijk.’
Bain keek hem woedend aan. ‘Hou je mond en ga zitten.’
Logan gehoorzaamde.
‘Momenteel hangt jullie allebei een schorsing boven het hoofd.’
‘Dat is oneerlijk, verdomme!’ protesteerde Steel.
‘Als die onzin met die Buckie Ballad nu nog wat had opgeleverd, maar dat is óók al niks geworden. Er is een grens aan wat ik voor mijn rekening kan nemen, en die is overschreden toen Rory Simpson werd aangevallen en hem de ogen werden uitgestoken.’
De inspecteur keek alsof ze nog iets wilde gaan zeggen, maar Bain sloeg met zijn hand op het bureau. ‘Jullie melden je morgen allebei om zeven uur ’s ochtends bij Interne Zaken. Jullie werken volledig mee met het onderzoek. En vervolgens dragen jullie alle lopende onderzoeken over aan hoofdinspecteur Finnie.’
‘Wat?’ Logan schoot rechtop in zijn stoel. ‘Dat kun je niet doen, hij is…’
‘Hoofdinspecteur Finnie is onderwerp geweest van een grondig onderzoek en gezuiverd van alle blaam, brigadier, en dat is meer dan ik van jou kan zeggen. Ik heb hem op jouw voorspraak buiten deze operatie gehouden, en kijk eens wat een catastrofe het is geworden!’
‘Maar hij…’
‘Genoeg! Ik wil er geen woord meer over horen. Ga naar huis. En denk er dan maar eens goed over na of je eigenlijk wel geschikt bent om politie werk te doen.’