<

>Hoofdstuk 13

 

 

 

Hij hield haar stevig vast en onderbrak haar huilbui niet. De slanke schouders onder zijn armen schokten. Hij boog zijn hoofd boven het zachte bruine haar en ademde de geur in, zoals hij haar verdriet zou hebben ingeademd als dat mogelijk was.

Hij verspilde geen energie aan piekeren over de wonderlijke aanblik die ze moesten vormen. Al zijn gedachten werden geabsorbeerd door deze vrouw. Ze was hem zo dierbaar. Hij had haar sterke karakter bewonderd, haar schoonheid, haar succes, de carrière die ze had opgebouwd. De breekbaarheid van nu wekte een nieuwe emotie in hem. Zijn hartstochten kwamen naar de oppervlakte en maakten hem fel beschermend. Hij zou iedereen die haar iets wilde aandoen, kunnen vermoorden.

Lang nadat alle tranen waren vergoten, hield hij haar nog vast. Het initiatief moest nu van haar uitgaan. De violette kleur van de hemel verdiepte zich tot indigo en vervolgens tot zwart. Nog steeds zaten ze daar met de armen om elkaar heengeslagen.

Toen ze haar hoofd hief, wendde ze haar blik af, veegde ze langs de mascarastrepen op haar wangen en streek ze haar haren glad. Hij maakte geen eind aan de verzorgende gebaren en zei evenmin dat ze mooi was. Hij vond haar mooi, al zag ze er nog zo slordig uit. Hij wist dat ze het nu niet zou willen horen. Ze zou er verlegen van worden, verlegen voor hem en beschaamd om het verlies van haar zelfbeheersing. Hij gaf haar de vrije hand. Zij zou de koers en het tempo bepalen.

'Loop je met me mee?' vroeg ze.

Hij stond op en gaf haar een hand. Ze nam die aan, maar liet hem na een paar passen weer vallen. Hij pakte hem niet opnieuw, al wilde hij haar nog zo graag vasthouden in een symbolisch beschermend gebaar. Ze liepen langzaam zonder te praten, keken in etalages wanneer iets in het oog sprong. Alleen een glimlach, een zachte zucht of een nadrukkelijke blik werd gebruikt als contact.

Hij had er geen idee van hoe lang of hoe ver ze liepen. Het deed er niet toe. Hij was dan ook vaag verbaasd toen ze bleef staan en hem aankeek. 'Heb je honger?'

Hij glimlachtte. 'Een beetje. En jij?'

'Ja.'

'Dan nodig ik je graag uit voor het diner.'

'Waar?'

'Kies maar.'

'Goed.'

Het eerste restaurant dat ze passeerden, kwam niet in aanmerking. Het was te druk en te lawaaiig. In het volgende bleken alleen broodjes verkrijgbaar en daarvoor had ze te veel honger.

Het derde restaurant leek volmaakt. Het was typisch Frans, met geruite kleedjes, op iedere tafel kaarsen en één eenzame narcis in een vaas. Het terras was voor de nacht gesloten, maar de lage eetzaal suggereerde welkome intimiteit.

Zodra de garçon hen naar het tafeltje had gebracht, zei Keely: 'Wil je me even excuseren?'

'Natuurlijk.' Dax ging niet zitten voordat ze was verdwenen achter de smalle deur die naar de achterzijde van het restaurant leidde. Toen ze bij de tafel terugkwam, zag hij dat ze haar gezicht had schoongemaakt, haar haren geborsteld en nieuwe lippenstift had aangebracht. Zonder haar aan te raken trok hij een stoel voor haar naar achteren.

Ze nam hapjes van een stuk stokbrood. 'Ik wist niet dat jij Frans sprak.'

Hij glimlachte nederig tegen haar. 'Een van mijn vele verborgen kwaliteiten.'

'Wat heb je tegen hem gezegd?'

'De ober?'

'Nee, de man die mij volgde.'

Hij werd even afgeleid door de tong die langs haar lippen gleed om een broodkruimel te achterhalen en bepaalde met moeite zijn aandacht weer bij de vraag. 'Eh... oh dat, dat staat niet in een woordenboek,' antwoordde hij lachend. 'Weet je al wat je wilt eten?' Tegelijkertijd sloeg hij het veel gebruikte menu open.

'Bestel jij maar. Ik ben dol op coq au vin.'

'Je hebt geluk. Hier staat het.' Hij wees op het menu. ‘Coq au vin, salade?' Ze knikte. 'Soep?'

'Nee, ik denk van niet.'

De kelner kwam dichterbij. Als zijn smoking glom van ouderdom en de manchetten een beetje gerafeld waren, merkten ze het niet. Dax bestelde. Geen van beiden zou zich zelfs ooit kunnen herinneren hoe de man eruit zag. Ze keken alleen naar elkaar.

'Wil je iets drinken?' vroeg Dax.

'Nee. Straks na het diner wel koffie.'

'Goed.' Hij zette zijn ellebogen op tafel en drukte zijn kin op zijn vuisten.

Ze keek door het gordijn naar de gestage stroom verkeer op de boulevard. 'Hoe wist je waar je me kon vinden?'

Hij wilde wel dat ze hem aankeek. Haar stem klonk gereserveerd, haar gelatenheid was moordend. 'Ik kwam Betty en Bill Allway in de hal tegen. Ze vertelden me wat ze met je hadden besproken. Ik dacht dat je misschien... iemand nodig had. Toen ik het kantoor binnenging dat ze me wezen, was je al weg. Ik ben als een gek achter je aangerend. Met die lange benen van jou kom je een heel eind.'

Zijn poging tot humor werkte. Ze draaide lachend haar hoofd om om hem aan te kijken.

'Hoe dan ook,' vervolgde hij, aangemoedigd. 'Ik volgde je alleen om te zien of je wel in orde was. Pas toen ik die vent opdringerig zag worden, heb ik ingegrepen.'

'Je kwam net op tijd.'

'Weet je wel zeker dat het geen gemaakte schuchterheid was? Misschien heb ik iets moois bedorven.' Het eerste grapje had gewerkt, dus deed hij nog een poging.

Ook ditmaal had hij succes. Ze lachte weer en hij zag aan het opmerkelijk verschil in haar houding dat ze begon te ontspannen.

Tegen de tijd dat hun salade arriveerde, voerden ze een rustig gesprek, hoewel niet over wat hen naar Parijs had gebracht, naar dit café.

'Hij zou beledigd zijn als we geen wijn bij het diner nemen. We zijn hier in Parijs, weet je,' fluisterde Dax, samenzweerderig over de tafel leunend.

'Pas op, je krijgt vinaigrette op je das.'

Hij keek snel omlaag. 'Oh, sorry.' Hij tipte de druppel op zijn vinger en likte die af. 'En de wijn?'

Keely keek naar de kelner, die verwachtingsvol in de buurt bleef rondhangen. Ze vermoedde dat hij uitstekend Engels verstond. 'Goed,' gaf ze toe. 'Als je denkt dat hij beledigd zal zijn...'

Dax wenkte de kelner. Nog voordat Dax zijn hand weer had neergelegd, stond de man al bij hen. De bestelling werd opgegeven en bevestigd in het Frans. Keely zat er peinzend bij en keek toe.

De kelner verdween naar de achterkant van het restaurant en kwam griezelig snel terug, met op een blad een karaf gekoelde witte wijn.

'Dit is de huiswijn. Gegarandeerd goed. Dat zegt hij tenminste,' vertelde Dax. Hij volgde het proefritueel, waarbij hij komisch de wijn door zijn mond liet rondgaan als was het mondwater. Hij rolde met zijn ogen. De ober probeerde verbluft te kijken, maar vond de voorstelling zo vermakelijk dat hij naar Keely glimlachte alsof zij samen een koppige zonderling te gast hadden.

Dax slikte hoorbaar. 'Fantastisch!' riep hij uit, met een gebaar naar de ober om de glazen te vullen. De man deed dat en liet de karaf op tafel staan.

'Oh, Dax, ik herinner me net Mr. Parker. Wat heb je hem verteld?'

'Dat ik last had van het tijdsverschil. Ik heb ook voor jou excuses aangeboden.'

'Dank je.'

Het eten was uitstekend. De kip was volmaakt, net als de kleine aardappeltjes, sperzieboontjes en worteltjes. De lege borden waren nog niet goed en wel afgeruimd, of de kelner bracht glazen met chocolademousse, die gegarneerd was met slagroom en geschaafde chocola. Zij kon maar de helft van het machtige dessert aan. Dax nam de rest voor zijn rekening, klagend dat ze de room er allemaal al af had gegeten.

De karaf wijn was inmiddels leeg. Ze zaten mild gestemd en tevreden aan de koffie. De glazen waren weggehaald door een eerbiedige ondergeschikte van hun kelner. Toen alleen nog de druipende kaars en de hangende narcis midden op de tafel tussen hen waren overgebleven, wist Keely dat het moment was aangebroken om te praten.

'Dax,' begon ze langzaam. 'Ik weet dat je het nooit zou vragen, maar je zult toch wel willen weten wat ik voel.'

'Je hebt in beide opzichtengelijk. Ik zou het nooit vragen. En of je het me al dan niet wilt vertellen, moet je zelf uitmaken. Mijn enige taak is bij je zijn als jij mij nodig hebt.'

Ze sloeg vochtige ogen naar hem op; haar mond beefde verraderlijk. 'Ik heb je nodig.'

'En ik ben er.' Hij wilde over de tafel heen haar handen in de zijne nemen, maar dat gebaar werd afgebroken bij het zien van haar gevouwen handen op de tafelrand.

'Ik weet niet of wat ik ga zeggen wel logisch en samenhangend is. Ik heb mijn gedachten nog niet op een rijtje gezet, dus misschien kraam ik wel onzin uit.'

'Dat is niet erg.'

Ze haalde diep adem. 'Ik denk dat ik geen aardig mens ben. Vandaag was ik ziek van teleurstelling. Maar het verdriet dat ik voelde omdat Mark niet één van die soldaten was, was niet voor hem. Het was voor mezelf.'

Ze liet zich tegen de rugleuning met spijlen vallen en speelde met het tafelkleed, dat ze tussen haar vingers plooide. 'Het enige dat ik kon bedenken toen ik besefte dat hij niet één van die zesentwintig mannen was was, dat mijn werk er nog niet op zat. Het is niet alleen dat hij niet onder de levenden was, maar ook dat ik nog steeds niet weet of hij soms dood is. Ik kom nergens op die manier, ik blijf in een kringetje ronddraaien.'

Even keek ze op om te zien of hij wel luisterde. Ze had zich er geen zorgen over hoeven te maken. Hij keek haar de woorden uit de mond.

'En toen die meelijwekkende mannen een kamer vol van ons zo dapper aankeken, zo vermoeid ook, zag ik in hoe egoïstisch ik ben. De hele middag hebben we naar hun ervaringen geluisterd. Steeds weer benadrukten ze dat ze het leven namen zoals het kwam, het noodzakelijke deden om te overleven. Dat omvat alle aspecten van het leven, nietwaar?'

Ze verwachtte geen antwoord, dus gaf hij het ook niet.

Ze wierp hem een snelle blik toe en likte even langs haar lippen voordat ze vervolgde: 'Wat ik bedoel is, dat sommigen van de vermisten volgens hen niet zo nodig meer naar huis hoefden. Als Mark daar nu eens een leven heeft opgebouwd dat hij niet meer in de steek wil laten? Misschien heeft hij een vrouw en kinderen. Misschien leeft hij al jaren met haar samen. Dan is zij en niet ik zijn echte vrouw. Ik moest de onloochenbare waarheid over mezelf vandaag wel onder ogen zien, zeker nadat ik Bill en Betty samen had gezien. Wat ik in wezen mis, is niet Mark. Hoogst waarschijnlijk is hij dood; hoewel niet officieel, voor mij toch in ieder geval al jaren. Wat ik mis, is de status getrouwd te zijn. Als Mark er niet was geweest, van wie ik indertijd erg veel hield, had ik misschien jarenlang gekozen voor een leven alleen. En als hij als gesneuveld was opgegeven, had ik misschien gekozen voor een nieuw huwelijk. Zoals het nu is, had ik geen keuze. Ik ben gewend geraakt aan het feit dat ik misschien weduwe ben. Waar ik me niet mee kan verzoenen is, dat ik het niet weet. Het lot heeft me beroofd van de keuze richting te geven aan mijn leven.' Ze keek hem aan en smeekte met haar ogen om begrip. 'Het is mijn leven, Dax, en ik wil het niet verspillen.'

Lange tijd zeiden ze niets. De kelner, waakzaam als ooit, kwam niet dichterbij. Iets in de manier waarop die man naar die vrouw keek en zij naar hem, de manier waarop ze afgesloten leken van de omgeving, hield hem discreet op een afstand.

Dax was uiteindelijk degene die de zware stilte verbrak. 'Je hebt het mis, Keely. Het klopt wel degelijk. En je hebt toch verdorie wel recht op een paar egoïstische gedachten. Jij bezit een ongewone deugd waarvan je je niet eens bewust bent.'

Ze hief haar hoofd en zocht zijn smeulende blik aan de andere kant van de tafel. 'Wat dan?'

'Je bent volmaakt eerlijk tegenover jezelf, en nu ook tegenover mij. Maar weinigen van ons zijn bereid hun tekortkomingen toe te geven, of ze zelfs maar te erkennen. Jij belijdt een aanvechtbaar egoïsme, terwijl een echte egoïst iets dergelijks niet eens in zijn hoofd zou halen.'

'Dat zeg je alleen om me gerust te stellen, me van mijn schuldgevoel af te helpen.'

'Nee.'

'Weet je het zeker?'

'Ja, ik probeer ook eerlijk te zijn.'

Toen ze zuchtte, dacht hij in die zucht opluchting te bespeuren. Ze probeerde een glimlach. 'Maar het was wel onsamenhangend.'

Hij begreep haar poging het plechtige moment te overbruggen. 'Een beetje,' zei hij met een glimlach.

'Ik zit gevoelsmatig nog steeds op de wip omtrent... alles.'

'Dat zal ook wel zo blijven, Keely.'

'Ja.' Haar stem werd melancholiek. Ze staarde even diep in gedachten uit het raam voordat ze hem weer aankeek. 'Dank je wel, dat jij... jij bent.'

'Ik heb niets gedaan.'

'Je hebt geluisterd.'

'Dat is niet veel.'

'Toch wel.'

Om zijn verlegenheid om de lof die hij niet verdiende te bemantelen, zei hij: 'Zullen we gaan, of wil je nog iets anders?'

'Nee, dank je.'

Ze stonden op en Dax legde een stapeltje Franse bankbiljetten midden op de tafel. Hij groette de ober en volgde Keely naar de deur.

'Wat nu?' vroeg hij, haar kameraadschappelijk bij de arm nemend. 'Iets gaan bekijken, een nachtclub, of naar huis en naar bed?'

Het duurde even voordat hij besefte dat ze zijn leidende hand weerstond. Hij keek om naar de plaats waar ze op het trottoir was blijven staan, tussen de zich voorthaastende Parijzenaars.

Zijn ogen vingen de hare en hielden ze vast. Hij deed twee stappen terug, tot hij vlug bij haar stond, en keek in haar ogen op zoek naar wat hij zo wanhopig graag wilde zien. 'Keely?'

Haar ogen knipperden niet. Zo mogelijk werden ze nog groter, dieper, donkerder, tot hij verdronk in de groene diepten. 'Ik wil jou,' fluisterde ze. 'Ik heb jou nodig, helemaal.' Hij kon het niet horen, maar las haar de woorden van de lippen.

Ze zag hem slikken. Zijn adamsappel schoot even heen en weer. Hij had haar niet verkeerd begrepen. Zijn handen kwamen omhoog en legden zich op haar schouders. Hij kwam nog een stap dichterbij, zodat ze de stof van zijn kleren langs de hare voelde strijken.

'Je weet...' Hij probeerde de woorden eruit te krijgen, maar ze bleven hem in de keel steken. Hij moest een tweede poging doen. 'Je weet dat ik dat liever wil dan wat ook ter wereld. En ik zou mezelf haten als ik je van gedachten had doen veranderen. Maar, Keely, je bent op dit moment uitzonderlijk kwetsbaar en geëmotioneerd. We hebben net een intiem dineetje achter de rug met kaarslicht en wijn, hier in Parijs, de meest romantische stad ter wereld. Ik wil niet dat je ooit op deze avond terugkijkt en denkt dat ik misbruik heb gemaakt van jou en je geestestoestand.' Zijn greep werd steviger, zijn stem dringender, ademloos bijna. 'Weet je het zeker, Keely? Want als wij samen naar een kamer gaan en het ons een beetje gemakkelijk maken, ben ik niet meer te houden, daar kun je van overtuigd zijn. Weet je het zeker?'

Romantiek vierde kennelijk nog steeds hoogtij in Parijs. Er werd zelfs geapplaudisseerd door voorbijgangers toen ze op haar tenen ging staan, haar handen rond zijn gezicht legde en hem zacht op de mond kuste.

 

Ze schreven zich in in een klein familiehotel aan een zijstraat van de Boulevard Saint-Germain. Het was maar vier verdiepingen hoog, en op de tweede verdieping lagen diverse zitkamers en een keuken voor gebruik van de gasten onder bepaalde voorwaarden, die de ongeduldige Dax en Keely uit en te na werden voorgehouden.

Ze werden langs een houten trap naar de derde verdieping gebracht. Elke verdieping was twee kamers diep, met een tussengang; er waren acht kamers op iedere verdieping, de betimmering was van eiken. Het behang was ouderwets. De lopers in de gangen waren imitaties van perzische tapijten. Alles was smetteloos schoon.

Dax converseerde in vloeiend Frans met de gastvrouw, een gezette vrouw met appelwangen wier dikke witte haar nonchalant was opgestoken. Hij vertaalde de woorden en vertelde Keely dat ze geluk hadden dat een van de bewoners die dag was vertrokken. Ze kregen de hoekkamer met twee ramen. Met een glimlach voor Dax volgde ze snel de eigenares, die met verbazingwekkend lichte stap de gang door liep.

De kamer had inderdaad twee ramen aan weerszijden van één van de hoeken. Ze kregen te zien hoe ze de luiken konden openen als het raam eenmaal was opgeschoven. De badkamerdeur werd geopend en er werd hun gedemonstreerd hoe de kranen werkten, hoe het toilet werd doorgespoeld, hoe de handdouche boven het smalle bad moest worden gehanteerd en waarvoor het bidet bedoeld was. Keely's wangen brandden; ze weigerde Dax' vermaakte ogen te ontmoeten.

Pas toen ze ervan overtuigd was dat ze niets meer nodig hadden, geen extra handdoeken, geen extra deken, geen wijn of koffie, vertrok de eigenares. Ze wees vastberaden maar hoffelijk Dax' fooi van de hand en deed de deur dicht nadat ze hen welterusten had gewenst.

Eenmaal alleen kregen ze plotseling last van schuchterheid en zenuwen. Hun ogen wisten niet waar ze kijken moesten. Beiden wisten niets te zeggen. Hun handen leken leeg en nutteloos.

Keely trok uiteindelijk haar jas uit en drapeerde die over een ouderwetse schommelstoel in een van de hoeken. De kussens pasten bij de ecrukleurige sprei die het bed bedekte. De franje van de sprei hing af tot op de geboende houten vloer.

Keely ging aan de kant, zodat ook Dax zijn lichtgewicht jas kon uittrekken en over de andere armleuning van de schommelstoel kon hangen. Er was een ladenkast met een ingelijste ovale spiegel erboven. Keely liep erheen en keek zonder iets te zien naar haar spiegelbeeld voordat ze haar haren fatsoeneerde. Dax stond bij het raam te spelen met het handvat.

Ze draaiden zich zonder iets te zeggen gelijktijdig naar elkaar om. Als geprogrammeerd liepen ze op elkaar toe, elkaar ontmoetend in het midden van de kamer. Hij hief zijn hand op om haar wang te liefkozen. Ze stoven uiteen door een timide klopje op de deur, dat hun als gebons in de oren klonk.

Dax trok de deur open. Met uitbundige verontschuldigingen overhandigde de gastvrouw hem een boeket verse bloemen in een vaas van aardewerk. Ze had de bloemen die ochtend geschikt maar vergeten ze boven te brengen. Dax nam het aan, bedankte haar en sloot de deur weer.

Hij bleef onhandig met de bloemen in zijn handen staan, alsof hij niet wist wat hij ermee moest doen.

'Wat mooi,' zei ze. 'Waarom zet je ze niet op de ladenkast?'

'Ja.' Hij leek dankbaar voor het idee en haastte zich de vaas op de kast te zetten, alsof hij zich eraan brandde. Hij bekeek het boeket nog even, als gold het een meesterstuk. 'Ze staan mooi hier.'

'Ja.'

Hij draaide zich weer naar haar om. 'Eh... wil jij misschien eerst... Ga jij maar het eerst naar de badkamer.'

Ze keek naar de badkamerdeur. 'Ik weet niet zeker of ik wel... waarom ga jij niet het eerst?'

Hij glimlachte gespannen; eigenlijk eerder een kort, nerveus trekken van zijn mond. 'Goed, ik ben zo terug.'

De deur ging achter hem dicht; even later hoorde ze het water stromen. Ze vroeg zich af wat hij wel aan het doen kon zijn waarvoor hij zo vreselijk veel water nodig had.

Verbijsterd keek ze de kamer rond. Wat moest ze nu doen? Zich uitkleden? In bed stappen? Alles uitrekken, of maar een deel? Ze kon haar eigen domheid niet geloven. Ze was dertig en ze wist niet eens wat er nu van haar werd verwacht!

Ze besloot de gulden middenweg te kiezen en slechts enkele kledingstukken uit te trekken. Dat wees op belangstelling, maar niet op agressie. Met dat in gedachten, stapte ze uit haar schoenen en maakte haar ceintuur los.

Wat moest ze ermee? De kast? Ja.

Ze liep naar de smalle deur en opende die, zette de schoenen keurig onder in de kast en hing haar ceintuur aan een haakje aan de binnenkant van de deur. Wat nu? Een panty was wel het minst sexy kledingstuk dat ze zich kon voorstellen. Beter om hem nu uit te trekken, dan er straks problemen mee te hebben.

De kranen in de badkamer werden onverwacht dichtgedraaid. Ze raakt in paniek, bang dat hij zou binnenkomen en haar betrappen in een weinig sierlijke houding terwijl ze haar panty uittrok. Ze rukte hem van haar benen en kneedde er een bal van. De knop van de badkamerdeur rammelde luid. Ze mikte de panty in de kast en sloeg de deur dicht, net op het moment dat Dax binnenkwam.

Hij keek haar bevreemd aan. 'Helemaal klaar,' zei hij. 'Jij mag.'

'Dank je.' Ze greep haar tas en schoof langs hem heen naar de beslotenheid van de badkamer. Taal noch teken van al het water dat hij had laten stromen. Hij had het bad zeker gedroogd met de natte handdoek die aan de gordijnroede rond het bad hing.

Ten overvloede waste ze haar handen en borstelde ze haar haren. Ze tipte parfum uit het flesje in haar tas achter haar oren en in haar hals. Had ze eerder op de avond maar niet gehuild. Haar ogen vertoonden nog sporen van tranen, maar dat viel niet te verhelpen. Ze haalde eens diep adem, verliet de badkamer en knipte het licht achter zich uit.

Dax had de plafondverlichting uitgedaan en alleen de lamp naast het bed laten branden. Het bed was opengeslagen. Het linnen was sneeuwwit in het zachte licht.

Dax had zijn overhemd uitgetrokken; zijn voeten waren bloot. Aangezien er geen uitgetrokken kledingstukken te zien waren, vroeg ze zich af of hij de panty soms had zien liggen bij het weghangen van zijn kleren.

Ze deponeerde haar tas in de schommelstoel, boven op haar jas. Toen ze zich omdraaide, bleek hij vlak achter haar te staan.

Hij was adembenemend, brede schouders helden af naar een brede, gespierde borst. Zijn ribben werden strak omvat door de huid en liep af naar een vlakke maag en een smalle taille. Het geheel was in een fascinerend patroon begroeid met donker, springerig haar.

Was het haar fantasie, of voelde ze werkelijk een trilling in de hand die vanaf haar kruin langs haar hoofd en oor naar haar schouder gleed? Met nog steeds enige tussenruimte, bukte hij zich voor een zachte kus op haar mond. Die kus was een ondraaglijk teder aanraken van zijn lippen, die de hare vasthielden en zich bewogen. De lippen gingen vaneen, tongen raakten elkaar, monden gingen open. Het vuur laaide op.

'Keely,' fluisterde hij tegen haar lippen. Zijn handen gleden op en neer langs haar rug. 'Ik heb hier zo lang op gewacht en ik kan niet geloven dat het nu werkelijkheid wordt.'

'Dat wordt het.' Toen hij dichterbij kwam, voelde ze dat de hoeken en vlakken van zijn lichaam zich aanpasten aan het hare. 'Dax,' zei ze bezorgd, 'ik ben zenuwachtig.'

Zijn lachje vol zelfspot streek zacht langs haar oor. 'Ik ook.'

'Jij?'

'Ja.' Zijn vingers verdwenen in haar haren en dwongen haar hoofd achterover. 'Maar ik wil met je vrijen, Keely, met jou.' Zijn mond eiste de hare op in alles verterende kus. Zijn adem in haar oor had een koude huivering langs haar ruggegraat gestuurd. Instinctief zocht ze de warmte die alle eenzaamheid van die dag, van haar hele leven, verdreef. Zijn armen gleden om haar heen. Ze wist wat het was gekoesterd te worden. Haar vrees en bezorgdheid verdwenen. Dit was Dax. Ze wilde dit even graag als hij. Dit was geen concurrentiestrijd, maar een gedeelde ervaring. Als het zover was, zou ze precies weten wat ze moest doen.

Hij deed een stap achteruit en keek haar diep in de ogen. Langzaam gleed zijn hand naar de rits van haar jurk. Zijn gretige vingers kregen eindelijk het haakje uit het oogje en trokken kwellend traag het lipje van de rits omlaag. Geen moment lieten zijn ogen de hare los. De enig zichtbare beweging was die van het dansende vuur van verlangen.

Toen de rits open was, trok hij de twee achterpanden van haar jurk over haar schouders en langs haar armen omlaag. In plaats van het kledingstuk op de vloer te laten vallen, bukte hij zich. Ze legde een hand op zijn blote schouder om haar evenwicht te bewaren en stapte eruit. Hij richtte zich op, vouwde de jurk en legde hem op het voetenbankje voor de schommelstoel.

Zijn ogen toonden uiterste discipline toen hij zich naar haar omdraaide en haar aankeek, niet naar haar lichaam, maar naar haar ogen. Zijn handen sloten zich rond haar keel, zijn duimen streken langs haar lippen. Ze gingen iets vaneen en zijn vingers volgden de rij volmaakt witte tanden. Hij voelde een zacht vibratie in haar keel, waar zijn duimen langs gleden tot aan haar sleutelbeenderen. Hij volgde die met zijn gevoelige vingers en verbaasde zich over de tere structuur.

Tien vingertoppen gleden zo langzaam verder, dat ze haar ogen sloot en hem zwijgend smeekte voort te maken. Tegelijkertijd genoot ze ervan dat hij het zo rustig aan deed.

Zijn vingers gleden langs de welving van haar borsten. Een heerlijke gewaarwording, huid op huid. Het was echter niet genoeg. Beiden verlangden naar meer. Zijn handen omvatten nu haar borsten. Pas op dat moment maakten zijn ogen zich van haar gezicht los en keken ze naar wat zijn handen deden.

Hij maakte de voorsluiting van haar perzikkleurige beha los. Zijn ogen vergastten zich aan haar borsten, die vanonder de stof te voorschijn kwamen.

Keely had verwacht dat hij haar weer zou omarmen. Het verbaasde haar dan ook toen zijn handen de hare pakten, ze rond zijn nek legden en achter zijn hoofd kruisten. Zijn vingers streelden de onderkant van haar armen, langs haar borsten naar haar rug, zodat hij haar dicht tegen zich aan kon trekken. 'Keely, je voelt zo heerlijk aan,' fluisterde hij met iets te weinig adem.

Ze begroef haar gezicht tegen zijn schouder en bewoog zich zwoel tegen hem aan. Het springerige haar kietelde haar huid en deed al haar zenuwuiteinden lachen van pure vreugde.

Hij kuste haar. Ze voelde aan de aandrang van zijn mond dat hij leed en genoot van dezelfde opzwepende begeerte die haar hele lichaam deed tintelen. Zijn mond onderzocht de hare grondig, daalde af naar haar hals en vervolgens naar haar borsten.

'Ik wil je proeven, Keely.'

'Ja, Dax.'

Toen hij zich boog, leunde ze tegen zijn arm om steun te vinden. Haar hoofd hing achterover en haar rug kromde zich, terwijl zijn open mond eerst als toevallig langs haar borsten dwaalde, vervolgens de tepel vond en die liefkoosde.

Ze had nooit iets zo erotisch meegemaakt. Was van alle mannen ter wereld juist Dax de enige die wist hoe hij zijn lippen en tong moest gebruiken, zijn hele mond, om onbeschrijfelijk genot te schenken? Het leek wel of een draad haar borst verbond met het geheimste deel van haar lichaam.

Haar vingers gleden van zijn nek naar boven, door zijn dikke zwarte haar. Ze voelde haar armen zakken, want hij boog zich nog dieper om de onderkant van haar borsten te kussen, verder omlaag de dwalen en met zijn lippen haar ribben te tellen.

Op zijn knieën gezeten, liet hij zijn handen langs de satijnen onderrok glijden, die dezelfde perzikkleur had als haar beha. Hij drukte zijn mond op haar maag, zijn adem drong warm door de dunne stof heen.

De tailleband van elastiek gleed langs haar buik en over haar heupen; de onderrok viel als een hoopje kant rond haar enkels. Zijn handen omspanden haar naakte middel terwijl zijn duimen tegen haar navel drukten. Ze gleden verder naar haar rug, zijn mond nam de plaats van zijn duimen in en besteedde vurig aandacht aan het ondiepe kuiltje. Hij kuste die zoals hij haar mond had gekust.

Zijn palmen gleden onder de dunne stof van haar slipje, volgden de welving van haar heupen. Het slipje ging dezelfde weg als de onderrok, over haar heupen en dijbenen en langs haar kuiten tot op de vloer. De ontblote huid werd vereerd met vreemde ogen, handen en mond. Met zijn tong brandmerkte hij de huid van haar maag, heupen en dijbenen, tot ze het niet langer kon verdragen en haar knieën knikten tegen zijn borst.

Hij was erop voorbereid, kwam snel overeind, tilde haar op en droeg haar naar het bed, waar ze voorzichtig werd neergelegd, als was ze een breekbaar kunstobject.

Hij liet haar net lang genoeg los om zich van zijn kleren te ontdoen. De rits van zijn broek raspte zacht in de stilte. Met één snelle beweging waren broek en ondergoed verdwenen en stond hij, glorieus naakt en hongerig, op haar neer te kijken. Als het Dax niet was geweest, zou de hunkerende, glazige blik in zijn ogen haar angst aangejaagd hebben. In plaats daarvan voelde ze een honger ten antwoord, diep in haar buik.

'Keely, mooie Keely,' zei hij, terwijl hij zich langzaam liet zakken. Ze absorbeerde zijn gewicht, paste haar lichaam aan onder het zijne en maakte hem opnieuw bewust van de precisie waarmee ze elkaar aanvulden.

Een schrille uitroep, één die bijna iets maagdelijks had, alarmeerde hem. 'Oh, Keely!' riep hij bezorgd. Hij drukte haar hoofd beschermend tegen zijn schouder. 'Lieveling, heb ik je pijn gedaan?'

'Nee, nee,' fluisterde ze. 'Alsjeblieft, Dax, dit is fantastisch... alsjeblieft, Dax...'

Opnieuw werd het web van magie gesponnen. Haar armen doken onder de zijne door, vervlochten zich ermee. Stijf gevouwen vingers lagen aan weerskanten van haar hoofd op het kussen, been tegen been, buik tegen buik in een oerwoud ritme. Monden zogen zich aan elkaar vast, gedachten waaierden uit. Levenssappen werden uitgewisseld.

Diep onder de indruk lagen ze naderhand doodstil naast elkaar, zijn hoofd naast het hare op het kussen. Lange momenten gingen voorbij waarin ze genoten van de intimiteit van hun klamme lichamen. Zijn stem leek van ver weg te komen, ook al voelde ze zijn lippen bewegen op haar oor. 'Hier heb ik voor geleefd, Keely, voor dit moment. Hiervoor ben ik geboren, om zo met jou samen te zijn, begrijp je dat?'

Ze kon slechts knikken. Ze begreep het, want ze voelde precies hetzelfde. Ze was alleen te diep onder de indruk van het moment om iets te zeggen.