Beleggen,

het complete handboek

Van Simon A. Cohen zijn verschenen:

Beleggen (jaarboeken)

Beschermd beleggen met Simon A Cohen

Simon A. Cohen

met medewerking van Patrick Beijersbergen

Beleggen,

het complete handboek

Uitgeverij Business Contact

Amsterdam/Antwerpen

Nieuwe, geheel bijgewerkte en geactualiseerde editie

© 2007 Simon A. Cohen

Uitgeverij Business Contact, Amsterdam

Omslagontwerp: Studio Jan de Boer bNO

Boekverzorging: LINE UP boek en media bv

isbn 978 90 470 0140 9

D/2007/0108/306

nur 793

www.businesscontact.nl

www.simonacohen.nl

Inhoud

Voorwoord

7

Deel 1

1 Inleiding

9

2 De tien stellingen van Simon A. Cohen

11

3 De eerste stappen als belegger

12

4 De beurspagina

21

Deel 2 Beleggingssoorten

5 Aandelen

26

6 Rentedragende beleggingen in het algemeen

54

7 Spaarrekeningen en deposito’s

61

8 Obligaties

68

9 Edele metalen

88

10 Onroerend goed

94

11 Valuta’s

101

Deel 3 Analyse

12 De fundamentele analyse

107

13 De technische analyse

119

Bijlage 1 Waarderingsmodel voor aandelenkoersen 125

Bijlage 2 Portefeuilletheorie

130

Deel 4 Afgeleide beleggingen

14 Opties

138

15 Turbo’s, warrants en andere speciale producten 153

16 Termijncontracten

166

17 Converteerbare obligaties

181

18 Beleggingsfondsen

186

Deel 5 Profiel van de belegger

19 Persoonlijke omstandigheden

190

20 Benodigde inkomsten en koerswinst

193

21 Beleggingshorizon

200

22 Verhandelbaarheid

203

23 Risico en spreiding

205

24 Risico’s, verhandelbaarheid en benodigde bedragen 209

25 De taal van de belegger

219

26 Schema van beleggingsmogelijkheden

227

27 Tabellen

229

Register

239

Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten

Voorwoord

Als je geen geld hebt, heb je er ook geen zorgen over. Dan heb je niets te maken met waardeverlies, met de zorg hoe je er de meeste opbrengst van kunt halen, heb je geen problemen over belastingdruk en rente. Bovendien kun je jezelf de lijfspreuk aanmeten: Money is the root of all evil, Geld is de wortel van alle kwaad. Zonder geld heb je echter andere zorgen.

In onze moderne maatschappij is geld onmisbaar geworden. Geld is als het ware de motor waarop de economie loopt. In het particuliere leven dient geld als een spaarpot voor de oude dag, als een hulp voor de kinderen, als een appeltje voor de dorst, als een potje voor alles wat men zich zou willen aanschaffen dat niet direct uit de portemonnee kan worden betaald.

Men hoeft niet eens veel geld te bezitten om voor de vraag te komen staan: Hoe beheer ik dat het best? Hoe kan ik het veilig opbergen? Hoe kan ik me vrijwaren van waardeverlies? Immers, we weten allemaal dat het geld dat wij tien, twintig, dertig jaar geleden verdienden of bezaten, tegenwoordig veel minder waard is, met andere woorden: bijna alles is duurder dan vroeger. Hiermee komt men dan direct voor de vraag te staan: Hoe moet ik handelen om bijvoorbeeld de hoogste opbrengst van mijn geld te krijgen? Welke wegen staan er voor mij open? Die vragen gelden voor bijna iedereen, of men nu € 5.000 of € 100.000 bezit.

Zelfs een kind weet dat als hij zijn zakgeld in snoep omzet, hij daar maar een korte tijd plezier van kan hebben. Hij weet ook dat wanneer hij een fiets wil hebben, hij ervoor moet sparen. Hoe jong ook, hij komt voor de vraag te staan: Wat kan ik het best doen?

Daarover gaat nu dit boek, dat als het ware een cursus Beleggen is. Het dient als een wegwijzer in de wereld van het geld, dat, als men er zinvol mee omgaat, zeker niet de wortel van alle kwaad is. Er zijn tal van mogelijkheden om met dat geld om te gaan, om de waardevermindering die in de loop van de geschiedenis onafgebroken doorgaat, te ontlopen, om er de beste opbrengst van te maken en om er op een veilige manier mee te handelen.

Met dank aan Patrick Beijersbergen, hoofd Research van Simon A Cohen Vermogensbeheer, die de wijzigingen in deze nieuwe geactualiseerde druk tot stand heeft gebracht.

Ik hoop dat dit boek uw kennis zal verrijken en ik wens u veel succes met het beleggen van uw geld.

Simon A. Cohen

7

Deze bladzijde is met opzet leeg gelaten

Deel 1

1

Inleiding

Als u belegt, krijgt u te maken met een aantal zaken waarvan u achteraf zult denken: had ik nou toch maar anders gereageerd op de beurs. De ervaring die de auteur in meer dan dertig jaar heeft opgebouwd, laat een aantal kenmerkende zaken zien.

Het valt op dat veel mensen stellen – en zeker ook de vakmensen – dat beleggen in aandelen op de langere termijn veel meer rendement oplevert dan andere beleggingsmogelijkheden. Wat is langere termijn? Vaak hoort men zeggen dat op een termijn van tien jaar belegging in aandelen te allen tijde aantrekkelijker is dan belegging in obligaties.

Besef echter wel dat wij ook perioden van tien jaar hebben gekend waarbij de koersen per saldo niet zijn gestegen. Vanaf 1973, toen de olieboycot begon, tot 1983 – dus een periode van tien jaar – zijn de koersen uiteindelijk niet gestegen. En nog korter in ons geheugen: vlak voor het begin van de sluipende beurscrash na het jaar 2000, stonden de koersen van Nederlandse aandelen op een hoogtepunt dat op het moment dat dit werd gedrukt (in 2007) nog lang niet was geëvenaard. Het is dus niet zo dat men stellig kan beweren dat beleggen over een periode van tien jaar voor aandelen altijd de beste resultaten oplevert vergeleken met andere beleggingsmogelijkheden.

Ik zou willen stellen dat op een termijn van vijftien jaar of langer aandelenbeleggingen doorgaans gemiddeld betere rendementen bieden dan bijvoorbeeld obligaties. Hoe kan men optimaal profiteren van aandelenbeleggingen? Men kan natuurlijk wel voor vijftien jaar zijn beleggingshorizon uitstippelen. Maar wat te doen als over drie of over zeven jaar de beleggingen te gelde moeten worden gemaakt omdat men bepaalde betalingen wil of moet doen? Het is dan zeer aantrekkelijk om gebruik te maken van zogenoemde derivaten, bijvoorbeeld opties en dan vooral putopties, waarmee beleggingen tegen koersdalingen kunnen worden beschermd. Men kan zich beschermen tegen grote en tegen kleine verliezen.

Stel, u beschermt zich tegen een waardedaling van meer dan 15%, dan kan de waarde van uw belegging niet onder 85% van de belegging dalen. Het gevolg is dat u niet meer gedwongen bent om andere beleggingsmogelijkheden uit te zoeken vanwege risicospreiding. De belegging tezamen met die bescherming in de vorm van putopties voorkomt de noodzaak van spreiding. Het gevolg is dat u in feite uw gehele vermogen, indien u dat wenst, kunt beleggen in aantrekkelijke aandelen om op langere termijn daarmee waardegroei te bereiken.

Hierbij wil ik toch nog eens benadrukken dat men met beleggen met geleend geld zeer voorzichtig dient te zijn. Doe dat alleen maar als u zeker weet hoe lang uw polsstok is. Voorkom zo veel mogelijk het beleggen met geleend geld. Laat uw beleggingsbeslissing en uw keuze niet afhangen van fiscale motieven. Beleg alleen maar in zaken als ze aantrekkelijk zijn, ook zonder dat u daarmee een fiscale aftrekpost creëert of anderszins.

Als u in een jaar een relatief slecht of minder goed resultaat hebt geboekt dan u naar omstandigheden had kunnen bereiken, laat u zich dan niet van de wijs bren9

gen. De ervaring is dat vaak in een daaropvolgend jaar de resultaten juist heel goed kunnen zijn zonder de fondsen voor andere te ruilen.

Houd in ieder geval wel uw strategie aan zolang u de overtuiging hebt dat u daarin fundamenteel geen wijziging moet aanbrengen en laat u niet door meningen, ideeën en resultaten van anderen van de wijs brengen. Wees consistent met uw beleggingsaanpak. Zodra u overtuigd bent dat u een andere aanpak moet gaan toepassen, ga dan tot wijziging van de samenstelling van uw beleggingen over.

Een belangrijke voorwaarde is dat de beleggingen gemakkelijk te verkopen moeten zijn, dus snel liquideerbaar zijn. Een belangrijke maatstaf die ik zelf hanteer, is dat ik niet meer dan 40% van de beleggingen van de portefeuille vastleg in zaken die niet gemakkelijk te verkopen zijn. Dus steek niet het hele vermogen of een groot deel van het vermogen in een deposito dat meer dan een maand loopt, of in beleggingen die bij een bepaalde instelling een opzegtermijn van enige tijd kennen. Indien u aan uw geld wilt komen, moet dat ook voor een belangrijk deel kunnen.

Als u beleggingen gaat kopen op advies van anderen, of als u het beheer uitbesteedt, volg dan toch altijd uw eigen gevoel en luister naar uw eigen stem. Als uw intuïtie u zegt: het is toch niet helemaal zoals ik wil, of zoals het naar mijn gevoel zou moeten zijn, stel dan de aankoop of de opdracht daartoe uit totdat u duidelijk voelt en weet wat goed voor u is.

Advertenties en prospectussen, ook van gerenommeerde beleggingsinstellingen, dient u met de nodige zorgvuldigheid te bekijken. Laat het u duidelijk zijn wat de strategie is en wat de aanbieder van het product beoogt. Wees attent op de risico’s die u erbij loopt. Onderken de achtergronden van de beleggingen. Indien uw kennis tekortschiet, en dat zal best wel eens gebeuren, ga dan te rade bij een bevriende en betrouwbare relatie of instelling voor een tweede mening, omdat maar al te vaak in advertenties de suggestie wordt gewekt dat er alleen maar voordelen aan de aangeboden beleggingen verbonden zijn. Zeker de laatste jaren blijkt steeds, ook bij gerenommeerde instellingen, dat de risico’s groter zijn dan de reclame suggereert.

Laat u niet bevangen door angst. Angst is altijd een slechte raadgever, zeker ook bij beleggen. Zodra u onzeker wordt en er daardoor angst ontstaat, maak dan schoon schip en overweeg terdege wat u aan het doen bent. Doe alleen maar zaken met erkende instellingen, erkend door de overheid in het land waarin u actief bent, instellingen die onder toezicht staan van een ministerie van Financiën of van een instelling die door het ministerie is aangewezen of door de Centrale Bank.

Indien er beloftes worden gedaan, eis dan een verklaring hiervan op schrift voordat u tot actie overgaat.

Dit zijn allemaal waarschijnlijk bekende opmerkingen voor u. Het blijkt echter maar al te vaak dat de ervaren belegger één of een aantal van deze punten wel eens veronachtzaamt en dan achteraf, als de resultaten niet naar wens zijn verlopen, spijt heeft als haren op zijn hoofd omdat hij niet alert genoeg is geweest op deze beginselen voor beleggers.

10

2

De tien stellingen van Simon A. Cohen

1

Beleggen in aandelen van gerenommeerde ondernemingen is op lange termijn – doorgaans ten minste vijftien jaar – aantrekkelijker dan beleggen in obligaties.

2

Verlies als gevolg van koersdalingen op korte termijn kan worden beperkt door te beleggen in aandelen waarop putopties beschikbaar zijn.

3

Als gebruik wordt gemaakt van putopties ter bescherming tegen koersverlies, is het spreiden over andere soorten beleggingen, zoals deposito’s en obligaties, minder noodzakelijk.

4

Beleg niet te veel in zaken die niet gemakkelijk en direct te verkopen zijn.

5

Vermijd zo veel mogelijk het beleggen met geleend geld. Avontuurtjes op beleggings-gebied tasten uw gemoedsrust aan.

6

Laat uw beleggingsbeslissing en uw keuze niet afhangen van fiscale motieven. Beleg alleen maar in zaken die voor u aantrekkelijk zijn, ook als ze geen fiscale aftrekpost zijn.

7

Stippel uw eigen strategie uit; raadpleeg betrouwbare adviseurs, maar volg uw eigen inzicht.

8

Wees consequent in uw beleggingsaanpak; wissel niet te vaak van strategie. Soms is het nodig de strategie aan te passen aan veranderende omstandigheden.

9

Laat u zich niet meeslepen door de beurshandel. Deze verdient aan elke order. De beurshandel is vooral gebaat bij omzet.

10

Wantrouw ieder die koerswinst in het vooruitzicht stelt of garandeert en bedenk dat gunstige resultaten in het verleden geen garantie bieden voor de toekomst.

11

3

De eerste stappen als belegger

Wil men een zekere opbrengst van zijn geld hebben en die tevens zo veel mogelijk veilig stellen, dan staan daartoe verscheidene wegen open. Wij zullen die in dit boek stuk voor stuk behandelen en verklaren. Daarbij nemen wij als het ware de aanstaande belegger aan de hand om hem door dit zo langzamerhand sterk gegroeide doolhof te loodsen.

De meest vertrouwde weg is die van de spaarrekening. De gang naar de spaarbank, de gewone bank of het postkantoor is niet moeilijk. In vele gevallen is men er van jongs af aan mee vertrouwd geraakt.

Heeft men besloten tot een andere vorm van beleggen, dan weten velen niet hoe te beginnen en lijkt voor sommigen de drempel van de bank heel hoog te zijn. Met de routinematige handelingen, zoals het opnemen en storten van geld, het overboeken of het opnemen van vreemd geld heeft men geen enkele moeite. Velen daarentegen die wel belangstelling hebben voor beleggen, zien op tegen de moeite die de eerste stap op weg naar werkelijk beleggen vergt. Men weet dan niet hoe het kopen effecten

en verkopen van effecten (de verzamelnaam voor aandelen en obligaties) te werk gaat. Men kijkt op naar hen die ‘even een telefoontje naar de bank plegen om honderd aandelen Unilever te kopen’.

Deze drempelvrees is echter volstrekt overbodig. Beleggen via de bank vergt een kleinere moeite dan u misschien denkt. Eén telefoontje is namelijk genoeg om uw wensen kenbaar te maken en met beleggen te beginnen.

Welke beleggingen te nemen hangt af van heel veel factoren, die we alle in dit boek zullen bespreken. Om er alvast een paar te noemen: de financiële armslag van de belegger, zijn leeftijd, de samenstelling van zijn gezin, financiële verplichtingen nu en later, de bereidheid om risico’s te nemen, de belasting die hij moet betalen en uiteindelijk de wensen die hij heeft.

Tussenpersonen

Iemand die in effecten wil beleggen, hoeft niet zelf naar de beurs toe. Hij mag dat zelfs eigenhandig niet doen. Voor de daadwerkelijke handel moet hij op grond van tussenpersoon

de wet een tussenpersoon inschakelen die voor hem handelt. In het algemeen fungeren banken en commissionairs – lieden en firma’s die van deze handel hun beroep hebben gemaakt – als tussenpersoon voor iemand die effecten wil kopen of verkopen. Zij geven de koop en verkooporders van de klant door naar de beurs.

Voor een beleggende particulier is het gebruikelijk dat hij effecten koopt en verkoopt via de bank waar hij al klant is en waar hij een rekening heeft lopen. Een deel van het beleggend publiek doet zijn beurszaken via een commissionair. Het kenmerbank kende verschil tussen een bank en een commissionair is dat een bank naast beleggen commissionair

tal van andere financiële diensten aanbiedt. Een commissionair daarentegen houdt zich in hoofdzaak bezig met effectenhandel. Hetzelfde geldt trouwens ook voor de re

r misiers

zogenoemde remisiers. Een remisier geeft zijn orders door aan de commissionair of bank en handelt niet zelf op de beurs. De remisier krijgt hiervoor van de bank of commissionair een vergoeding in de vorm van een deel van de provisiekosten die aan de cliënt in rekening worden gebracht. Welke tussenpersoon men echter ook kiest, altijd ontvangt deze voor zijn bemiddeling een zeker loon of een zekere provisie per transactie.

12

Laten beheren of zelf doen

Beleggers kunnen het beheer van hun vermogen ook uitbesteden. Banken, commissionairs en remisiers bieden als dienstverlening doorgaans ook de mogelijkheid om het vermogen voor de eigenaar van het geld te beheren. Daarvoor wordt een vergoeding gevraagd, die vaak afhankelijk is van de omvang van het vermogen. In feite hebben deze beheerders twee petten op. Zij bemiddelen namelijk ook in efeffe f cte

t np

n ro

r v

o isie

fecten en krijgen daarvoor effectenprovisie.

pro

r v

o isieonafhanke

k lijke

k

Daarnaast bestaan er nog zogenoemde provisieonafhankelijke vermogensbeheerders die geen (provisie)inkomsten ontvangen uit hoofde van de effectentransacties die voor de cliënt worden verricht. Zo’n vermogensbeheerder ontvangt slechts een vergoeding van de cliënt voor het beheer, die ook gerelateerd kan zijn aan het beleggingsresultaat.

Minimumbedragen

Met welk bedrag kunt u nu beleggen? Met € 50, € 500 of meer? Dit hangt geheel af van uw financiële positie. Bedenk echter wel dat hoe kleiner het bedrag is dat u belegt, des te (procentueel) hoger de provisie is die voor de transactie wordt berekend. Hoe groter de order, des te lager ligt de provisie verhoudingsgewijs in vergelijking met het bedrag van de order.

Hoe te beginnen

De aspirantbelegger die een keuze heeft gemaakt tussen aandelen, opties of obligaties, hoeft slechts telefonisch of in persoon contact op te nemen met de bank waar hij zijn rekening heeft lopen. De bankmedewerker geeft desgevraagd alle inlichtingen hoe het beleggen via de bank in zijn werk gaat. De belegger kan met hem bespreken welke mogelijkheden voor belegging in aanmerking komen en het risico dat ermee gemoeid is.

De bankmedewerker zal ook desgevraagd adviezen geven, waarbij het voor de belegger gewoon noodzakelijk is om zichzelf eerst op de hoogte te stellen. Immers, het is zijn geld dat met de transactie gemoeid is. Een extra advies kan hem wellicht op een andere mogelijkheid wijzen. Ongetwijfeld zal de bankmedewerker de zogenoemde huisfondsen van de bank zelf aanbevelen. Daar is op zich niets op tegen, maar de belegger weet na het volgen van de cursus in dit boek wel dat er meer mogelijkheden zijn.

Orders doorgeven

U hebt op een gegeven moment beslist dat u honderd aandelen Philips wilt kopen.

Dit geeft u dan telefonisch door aan een medewerker van de effectenafdeling van de bank. U kunt dan eerst opvragen wat de koers (de prijs) van een aandeel Philips op dat moment is. De banken zijn via de computer online met de beurs verbonden en hebben zo elk moment de actuele koersen op het scherm. Tijdens de uren dat de beurs geopend is, gaat de handel vrijwel onafgebroken door en de koersen kunnen mede daardoor voortdurend schommelen.

gelimiteerd, bestens

Tevens zal de bank u vragen of uw order gelimiteerd of bestens uitgevoerd moet worden. Een gelimiteerde order houdt in dat u een koerslimiet stelt, waarboven niet gekocht of waaronder niet verkocht mag worden. Een bestensorder wordt meestal uitgevoerd tegen de best mogelijke koers. U geeft daarbij ook door dat de order op dezelfde dag moet worden uitgevoerd.

13

Ook is het bij de gelimiteerde orders mogelijk om een order langer dan een dag te laten lopen. U geeft bijvoorbeeld op dat u een bepaald aandeel tegen een prijs van € 50 wilt kopen en beslist niet hoger. De koers is op dat moment € 52, zodat de order niet kan worden uitgevoerd. U laat de order doorlopen en zodra de prijs is gezakt tot € 50 of daaronder, wordt de transactie gesloten. Na een aantal weken zal u uw order moeten herzien wanneer blijkt dat deze door uw limitering niet kan worden uitgevoerd.

De bank geeft uw order zo snel mogelijk door aan de beurs, direct of indirect.

Bankfilialen geven de order namelijk eerst door aan hun hoofdkantoor, die vervolgens de order aan de beurs doorgeeft. Bij verkoop van uw honderd aandelen Philips hoeft u ook slechts uw bank de opdracht te geven tot verkoop. Daarbij kunt u weer opgeven of de order bestens of gelimiteerd moet worden uitgevoerd. Na verkoop hoeft u niets meer te doen. De verkoop wordt pas gedaan op het moment dat de koers op de beurs gelijk of hoger is dan de opgegeven limiet. De aandelen worden uit het effectendepot gelicht en het verkoopbedrag (aantal aandelen maal de verkoopkoers) wordt op uw rekening gestort. Ook dan worden er provisiekosten in rekening gebracht.

Verwerking en administratie van transacties

effe

f cte

t ndepot

Als u begint met beleggen, wordt er een zogenoemd effectendepot bij uw bank geopend. Hierin worden de effecten die u in bezit hebt, geadministreerd. De originele aandelen of obligaties krijgt u vanwege de kosten niet zelf in handen, de bank evenmin. Dat is in het verleden wel anders geweest. Toen werden na beurstransacties pakketten aandelen gewoon verhuisd van het ene bankkantoor naar het andere. Ze lagen dan ook daadwerkelijk in depot.

Dat systeem is vanwege veiligheid, het voorkomen van fraude en ter wille van het gemak al vele jaren geleden losgelaten en gewijzigd in administratieve handelingen. Na aankoop van bijvoorbeeld honderd aandelen Philips krijgt de koper een afschrift waarop staat dat er honderd aandelen Philips voor hem in het verzameldepot zijn opgenomen op de dag waarop de aandelen zijn gekocht. Evengoed als er geld op een rekening kan worden bij of afgeschreven, gebeurt dat ook met effecten.

effe

f cte

t nnota

Twee of drie dagen na uitvoering van de order krijgt u een effectennota van uw bank thuis gestuurd, waarop het aantal gekochte of verkochte aandelen van een fonds, de kosten en het eindbedrag zijn vermeld. Hierna volgt een voorbeeld.

14

Voorbeeld

Effecten

rek.nr. 00.00.29.111

Koop

Inzake:

aandelen Philips € 27

fondscode: 925

transactiedatum 01.02.07

beurs Amsterdam

Uitgevoerd st. 100 à € 27

Effectieve waarde

€ 2.700 debet

Provisie

€ 54 debet

Valuta 06.02.07

€ 2.754 debet

Bovenstaand bedrag boeken wij ten laste van 00.00.29.111

Kosten

pro

r v

o isie

De provisie die ten laste van uw rekening wordt gebracht, bestaat uit een percentage van het transactiebedrag. Voor aan of verkoop van buitenlandse effecten rekenen de banken een hogere provisie.

Indien u belegt in effecten via uw bank, betaalt u naast provisie bij aan en verkoop jaarlijks een bedrag voor het administreren en bewaren van effecten, het bebewa e

arloon

waarloon. Dit tarief bestaat enerzijds uit een bedrag (enkele euro’s) per fondsensoort en anderzijds uit een percentage van de totale beurswaarde van de effecten.

Hoe groter de beurswaarde, des te kleiner het percentage kosten. Ook wordt er een toeslag gerekend voor buitenlandse effecten.

Eens in het jaar krijgt u van de bank een overzicht met de effecten die u in bezit hebt. Als u in opties of termijncontracten handelt, stuurt de bank u regelmatig een positieov

o e

v rzicht

positieoverzicht. Hierin staat vermeld wat u bezit aan opties of termijncontracten.

Verder staan gegevens vermeld als aankoopwaarde en huidige waarde. Beleggen via uw bank gaat zeer eenvoudig in zijn werk. U hoeft alleen uw aan en verkooporders door te geven. Als u eenmaal de stap hebt gedaan, merkt u dat de drempel om te beginnen niet hoog was.

Beursorderlijnen en internet

In combinatie met de voortgaande automatisering van de handelssystemen van banken en commissionairs – waardoor het arbeidsintensieve karakter van de orderafhandeling is afgenomen – werd het daardoor mogelijk om de provisietarieven te verlagen. Desondanks wijken de provisietarieven van de verschillende banken echter nog altijd sterk van elkaar af.

beursord

r erlijn

In 1991 kwam de Postbank als eerste met een telefonische beursorderlijn voor aan en verkoopopdrachten, waarbij er geen mogelijkheid is om beleggingsadvies te krijgen. Vanwege de relatief geringe provisiekosten wonnen deze orderlijnen snel aan populariteit, vooral bij kleinere beleggers. Later kwam daar het beleggen via inte

t rnet

internet bij, waardoor de tarieven nog verder daalden.

De sterke groei van het aantal internetgebruikers heeft alle banken en vrijwel alle beursgenoteerde bedrijven ertoe aangezet om een website te ontwikkelen met informatie over de producten, diensten en activiteiten van de bedrijven. Bekende 15

succesverhalen in de financiële wereld zijn de Amerikaanse effectenbroker E*Trade en de internetbank van de Nederlandse ing Groep, ing Direct, die in landen over de hele wereld zijn financiële diensten aanbiedt. In Nederland zijn verschillende internetbanken, waaronder Alex (nu onderdeel van Rabobank) en Binck ook zeer succesvol. De traditionele banken hebben echter de tegenaanval ingezet en in 2006 maakte ingdochter Postbank de effectenaankopen via internet zelfs tijdelijk gratis.

Voor beleggers zijn websites in het algemeen uitermate geschikt om snel basisinformatie te verzamelen en een eerste indruk op te doen. Bovendien kan de onderneming tegen geringe kosten jaarverslagen en andere berichten verspreiden en op flexibele wijze informatie verschaffen over het eigen bedrijf.

Waarschuwing

De particuliere belegger heeft voor zijn aan- en verkopen in de meeste gevallen te maken met tussenpersonen. Het zijn lieden en instellingen die er hun beroep van maken om kopers en verkopers bij elkaar te brengen. Tussenpersonen zijn vaak deskundigen op hun terrein. Zij kunnen van advies dienen, maar uiteraard zijn zij gebaat bij het tot stand komen van een transactie, waarvoor zij een zekere provisie of commissie genieten.

Daarentegen kan de koper van een beleggingsproduct niet om een tussenpersoon heen omdat dit bij de wet is verboden. Zo kan de belegger niet zelf naar de effectenbeurs gaan om daar aandelen te kopen of te verkopen. Hij heeft daar de tussenkomst van een bank of commissionair, die daartoe bij de wet is aangewezen, voor nodig.

Fraudeurs en scharrelaars

In de jaren zeventig floreerde de handel in diamant. Daardoor werden tal van tussenpersonen naar deze markt getrokken aan wier deskundigheid en betrouwbaarheid wordt getwijfeld. Nog niet zo lang geleden kende de goederentermijnmarkt ook tussenpersonen, die een zeer agressieve verkoopmethode hanteerden. Verscheidene beleggers zijn daarvan de dupe geworden, met voor velen van hen grote financiële gevolgen.

In Nederland heeft men ook op het gebied van aandelen agressieve verkoop gepenny n sto

t cks

kend. Dit gold de zogenoemde pennystocks, aandelen met optisch zeer lage koersen van bijvoorbeeld een kwart of een halve dollar. Daardoor konden zij gemakkelijk aan de man worden gebracht. Verwarrend bij dit soort zaken is dat dergelijke aandelen wel op een officiële buitenlandse beurs worden genoteerd, maar de bemiddelaar legt boven op de prijs nog een flinke schep zogenoemde handelsmarge.

Ook op het gebied van belegging in buitenlands onroerend goed zijn grote teleurstellingen ondervonden. Zo zijn gevallen bekend van de aankoop van waardeloze woestijngrond in Amerika of van zwendel met aankopen van onroerend goed in andere landen, zoals in Spanje. Ook hebben zich enkele vervelende gevallen voorgedaan met beleggingen in valuta en tropisch hardhout. Er kan niet genoeg worden gewaarschuwd tegen het optreden van dergelijke tussenpersonen.

malafide handelare

r n

Steeds weer moet de belegger attent zijn op het bestaan van malafide handelaren die tussen de mazen van de regels door glippen. De belegger loopt daarbij het risico dat hij waardeloze ‘beleggingen’ heeft gekocht en dat hij gewoon zijn geld kwijt is. De belegger die dit soort teleurstellingen wil vermijden, moet zich te allen tijde wenden tot erkende en algemeen bekende en gerespecteerde dienstverlenende ondernemingen, zoals banken of als betrouwbaar bekendstaande commissiehuizen of 16

tussenpersonen. Het is raadzaam om in eigen omgeving en bijvoorbeeld bij de bankrelatie nadere gegevens over tussenpersonen op te vragen als u met hen in zee Au

A to

t rite

t it Financiële Markte

t n (afm)

wilt gaan. Bij de Autoriteit Financiële Markten afm) kunt u nadere inlichtingen inwinnen en uitzoeken of de tussenpersoon een vergunning heeft (020553 52 00

of www.afm.nl).

Toezicht

Ook banken kunnen als tussenpersoon optreden. De banken in Nederland staan dnb

onder toezicht van De Nederlandsche Bank (dnb), de centrale bank, zoals de gangbare term luidt. Deze ziet erop toe dat banken met hun kredietverlening niet over de schreef gaan. Per slot van rekening is het verlenen van krediet een van de belangrijkste activiteiten van een bank.

ecb

In samenwerking met de Europese Centrale Bank (ecb) ziet dnb erop toe dat de banken in verhouding tot hun eigen vermogen niet te veel kapitaal uitlenen. Gebeurt dat toch, dan tikt de centrale bank zo’n bank op de vingers. Om het toezicht te kunnen uitoefenen, moeten de banken wekelijks en maandelijks uitvoerige financiële gegevens aan de centrale bank verstrekken, die daaruit kan aflezen of een bank wel aan haar zogenoemde solvabiliteitseisen voldoet. Een bank wordt solvabel geacht als zij voldoende eigen vermogen (kapitaal plus reserves) heeft om de risico’s We

W t To

T ezicht Kre

r dietwe

w zen

verbonden aan het verlenen van krediet te kunnen opvangen. De Wet Toezicht Kredietwezen voorziet in een collectieve garantieregeling, die aan bepaalde crediteuren van de bank, zoals de particuliere rekeninghouders, zekerheid biedt omtrent hun aan de desbetreffende banken toevertrouwd geld.

Toch hebben in het verre en minder verre verleden enkele banken een scheve schaats gereden; wij noemen hier Van der Hoop, de Tilburgsche Hypotheekbank, Slavenburg’s Bank, al hebben bij deze laatste de klanten geen schade geleden; het ging daar voornamelijk om het laten wegwerken van zogenoemd ‘zwart’ geld.

In het buitenland ging de Britse Barings Bank over de kop doordat een van haar optiehandelaren in het Verre Oosten door speculatie enorme verliezen had veroorzaakt. Hier bleek het interne toezicht van de bank te falen. In dit laatste geval bleven de cliënten van de bank gevrijwaard van verlies door de overneming door de ing.

Ondanks deze incidenten mag worden aangenomen dat banken in Nederland en in de meeste industrielanden van de wereld veilige instituten zijn.

Kosten van beleggen

Hoewel ze steeds lager worden, krijgt wie gaat beleggen onvermijdelijk met kosbewaarloon ten te maken. Er is de transactieprovisie, het jaarlijkse bewaarloon, de beheerverbeheervergoeding goeding voor de managers van het beleggingsfonds of voor de vermogensbeheerder en de kosten voor het verwerken of herbeleggen van dividenduitkeringen. In totaal kan het flink oplopen maar het terugdringen van kosten is goed mogelijk en kan een belangrijk verschil maken in het uiteindelijke nettorendement van uw beleggingsportefeuille. Hierna wordt uiteengezet waarop u in dit verband speciaal moet letten.

Een actief beheerde portefeuille maakt vaak enkele tot in extreme gevallen wel tientallen procenten van de waarde van het belegd vermogen aan kosten, ieder jaar weer. Dat is een van de belangrijkste redenen dat veel beleggingsfondsen en vermogensbeheerders zo veel moeite hebben om de relevante index (benchmark) bij te houden, laat staan structureel te verslaan. Maar ook beleggers die doehetzelven 17

ontkomen er niet aan dat zij kosten afdragen aan de bank waar zij hun rekening aanhouden. Voor niets gaat immers de zon op. De oplettende belegger zorgt ervoor dat hij niet te veel betaalt.

Transactiekosten

Voor het aankopen van aandelen, obligaties en opties kan de particuliere belegger niet zonder een bank. De tarieven die de banken hiervoor in rekening brengen, verschillen aanmerkelijk. De Postbank stuntte in 2006 door het aankopen van Nederlandse effecten via internet (tijdelijk) gratis te maken. De Postbank wilde op deze manier marktaandeel terugwinnen van de sterk gegroeide internetbrokers.

Verkoopprovisie en bewaarloon worden natuurlijk wel gewoon in rekening gebracht, dus helemaal gratis is het niet.

Meestal rekent de bank een vast startbedrag voor iedere transactie, plus een percentage van de waarde van de aankoop. Dit percentage wordt dan lager als het aankoopbedrag groter wordt. In plaats van een vast startbedrag kan de bank ook een minimumbedrag hanteren. Hoe dan ook, het systeem houdt in dat het relatief kostbaar is om kleine orders in te leggen.

Een besparing op de gebruikelijke transactiekosten kan worden behaald door niet via een bankkantoor met zijn goedbetaalde adviseurs, maar zelf via internet te beleggen. Nadeel daarvan is natuurlijk wel dat er geen advies wordt gegeven en de kans bestaat dat u een onherstelbare fout maakt, door bijvoorbeeld te weinig of (veel) te veel aandelen te kopen. Als internetbelegger verricht u dezelfde handelingen als bij het doorgeven van beleggingsorders via een kantoor, maar dan met de computer. Banken die beleggen via internet aanbieden, hebben daarvoor wel allerlei beveiligingssystemen ingebouwd om fouten zo veel mogelijk uit te sluiten en de vertrouwelijke gegevens te bewaken.

Administratieve rompslomp

Er zijn meer nadelen aan beleggen via internet. Ten eerste gaat er veel administratieve rompslomp aan vooraf. Diverse contracten en codes moeten over en weer risico’s uitsluiten. Daarnaast is het volstrekt anoniem en is het dus belangrijk om voldoende kennis van beleggen te hebben, want er is geen op uw persoonlijke situatie toegesneden advies. Voor de beginnende belegger zijn er dus heel wat valkuilen.

Als u toevallig een groot bedrag op uw rekening hebt staan, of veel kredietruimte, kan een verkeerd ingetoetste fondscode u een flinke strop bezorgen. Bij een order die u via uw bankkantoor opgaf, zal bij een vergissing van degene die de order opgaf, de bank de kosten op zich nemen, maar op het internet is het ieder voor zich.

Toch is internetbankieren een snel groeiende markt. Een aantal banken, zoals Alex en BinckBank in Nederland en E*Trade in Amerika, richt zich zelfs volledig op deze nieuwe markt. Maar ook bij abn amro, ing, de Postbank, Rabobank en Robeco kan er via internet zelf worden belegd. Door de felle concurrentie zijn de tarieven weliswaar scherp gedaald, maar het blijft geld kosten.

18

Voorbeeld

De ing Bank had in 2006 de volgende tariefstaffel voor de aankoop van Nederlandse aandelen via internet:

Bedragen t/m € 2.250

0,70%

Over het meerdere t/m € 9.000

0,50%

Over het meerdere t/m € 450.000

0,40%

Over het meerdere t/m € 1,125 miljoen

0,30%

Bij orders groter dan € 1,125 miljoen

0,30%

Minimumprovisie per transactie

€ 10

Als men dus een aankooporder plaatst voor honderd aandelen Unilever bij een beurskoers van € 55, is de aankoopprovisie 0,7% over de eerste € 2.250 (dat is

€ 15,75), plus 0,5% over de rest van het bedrag (€ 5.500 minus € 2.250 =

€ 3.250), dat is € 16,25. De totale aankoopprovisie wordt dus € 32 (€ 15,75

plus € 16,25), ofwel bijna 0,6% van het aankoopbedrag.

Indien men (bij vergissing of bewust) een kleinere aankooporder plaatst voor bijvoorbeeld tien aandelen Unilever bij een beurskoers van € 55, is de aankoopprovisie niet 0,7% over die € 550 (dat is € 3,85), maar het door ing Bank gehanteerde minimumbedrag van € 10, bijna 2% van het aankoopbedrag. Dat betekent dat u dan al 2% achter de feiten aanloopt en dan moet er ooit ook nog verkocht worden tegen dezelfde tarieven.

Sommige banken werken met een zogenoemde flat fee, een vast percentage ongeacht de grootte van de order. Dat kan voordelig zijn indien u veel kleine orders wenst te plaatsen. Andere banken werken met een vast bedrag per beursorder, ongeacht de grootte van de order. Dat kan weer voordelig zijn indien u vaak (zeer) grote orders plaatst.

Simon A Cohen Vermogensbeheer heeft met een van haar depotbanken een gunstige flat fee afgesproken, zeer in het voordeel van vooral de kleinere effectendepots. Bij Nederlandse aandelen en obligaties is het tarief teruggedron-gen tot 0,1% van tegenwaarde van de order, plus € 5. Met banken die geen flat fee willen toestaan, wordt een flinke korting op de gebruikelijke tariefstructuur bedongen. Ook daarmee is de beheervergoeding snel terugverdiend. Men zou zelfs kunnen stellen dat het vermogensbeheer dankzij deze voordelen gewoon gratis is…

Churning

Banken zijn commerciële bedrijven en willen dus zo veel mogelijk geld verdienen.

Zij hebben er daarom belang bij dat de klant zo veel mogelijk muteert in zijn portefeuille, zodat de provisieinkomstenstroom maximaal is. Beleggingsadviseurs sturen daarom ook meestal aan op veranderingen in de portefeuille. Zij zullen niet snel bellen om te zeggen dat er niets hoeft te worden aangepast en als u belt, is er altijd wel een aandeel dat kan worden ingeruild voor een beter aandeel. Wetenschappelijk onderzoek heeft echter aangetoond dat het opvoeren van het aantal transacties over het algemeen leidt tot een lager rendement.

Denk niet dat u bij een vermogensbeheerder altijd beter af bent omdat hij en u dezelfde belangen hebben: het zo groot mogelijk worden van uw vermogen. Veel vermogensbeheerders krijgen van de banken waarmee zij samenwerken een zogekickback fee noemde kickback fee, een percentage van de over hun orders aan die bank betaalde provisies. Bij die vermogensbeheerders rinkelt de kassa dus steeds als zij iets aan de 19

portefeuilles veranderen, met alle nadelige gevolgen voor het rendement van dien.

Ook vermogensbeheerafdelingen van een commerciële bank worden uiteraard geprezen door het moederbedrijf als zij lekker actief muteren. Het is daarom belangrijk dat een vermogensbeheerder volstrekt onafhankelijk is en dat hij op geen enkele wijze een kickback ontvangt voor handelingen die niet per se in het belang van zijn klanten zijn.

Beleggingsfondsen

Het aankopen en weer verkopen van beleggingsfondsen is doorgaans goedkoper dan het verhandelen van individuele aandelen. Een nadeel van het beleggen in fondsen is echter dat er binnen het fonds (dus niet zichtbaar voor de bezitter ervan) beheerfee

ieder jaar weer kosten in rekening worden gebracht, de beheerfee. Meestal ligt deze ergens tussen de 0,5 en 1,5%. Daarnaast worden er binnen het fonds ook doorlopend kosten gemaakt voor transacties, die bij een actief beheerd fonds sterk kunnen oplopen.

expense ratio

Nederlandse beleggingsfondsen moeten daarom bekendmaken wat hun expense ratio is. Dat is een getal dat de kosten weergeeft als percentage van het beheerd vermogen. Omdat veel fondsen hun aan en verkopen echter netto afrekenen, vertelt de expense ratio niet het hele verhaal. Bij een nettokoop of verkoop zitten de kosten namelijk in de prijs verwerkt. Bovendien heeft zoals reeds gememoreerd onderzoek aangetoond dat meer transacties over het algemeen resulteren in een lager rendement. Als het aan de Autoriteit Financiële Markten (afm) ligt moeten alle beleggingsfondsen in de toekomst in hun prospectus vermelden hoe vaak er in de beleggingsportefeuille wordt gemuteerd, zodat beleggers een inschatting kunnen maken van deze verborgen kosten.

20

4

De beurspagina

De meeste landelijke dagbladen vermelden op hun financiële pagina’s overzichten van beurskoersen. Die overzichten zijn, op enkele uitzonderingen na, lang niet volledig, omdat een compleet overzicht van alle koersen in de kranten te veel ruimte zou vergen en die ruimte kost de kranten geld. De vermelding van de koersen (prijzen) van effecten dient dan ook te worden gezien als een dienstverlening aan de lezers. Aangezien het effectenbezit onder het grote publiek in de loop der jaren aanzienlijk is toegenomen – ook al omdat men voor slechts een klein bedrag al aandeelhouder kan worden in een onderneming – is die dienstverlening onmisbaar geworden.

Echter, de lezer dient wel te bedenken dat de vermelding van de koersen een momentopname is. Deze koersen vormen een goede indicatie, maar als u bijvoorbeeld op grond van die in de krant vermelde koersen een koop of verkooporder zou opgeven, is het niet zeker dat u ook die opdracht tegen de gepubliceerde koers krijgt afgerekend. Handel vindt namelijk voortdurend plaats en prijzen kunnen schommelen.

Desondanks hebt u aan de gepubliceerde koersen enig houvast. Daarom is het verstandig om bij koop en verkooporders in veel gevallen limieten op te geven.

Deze geven de grenzen aan van de prijzen waartegen u wilt kopen of verkopen.

De ochtendbladen vermelden de beurskoersen van de voorgaande beursdag. De avondbladen kunnen doorgaans de koersen opgeven tot een bepaald uur van de beurshandel, die meestal verder doorloopt dan het ogenblik waarop de kranten hun beurspagina afsluiten.

Ook geven de kranten vaak niet alle koersen aan hun lezers door vanwege de ruimte die de vermelding ervan vereist. Wel uitgebreide koersinformatie geven de Officiële Prijscourant

Officiële Prijscourant van de Amsterdamse effectenbeurs en Het Financieele Dag-Het Financieele Dagblad

blad. De koersen die op buitenlandse effectenbeurzen tot stand komen, worden slechts in zeer beperkte mate in de Nederlandse bladen gepubliceerd. Voor de Engelse beurzen is de beste leidraad The Financial Times, voor de Amerikaanse beurzen onder meer de Wall Street Journal, de Herald Tribune en de New York Times.

De indeling van de beurspagina

In dit hoofdstuk vindt u de verklaring van de diverse kolommen en rubrieken op de financiële pagina. De indeling – de opmaak of layout – van de kranten is niet overal dezelfde. De volgorde van de rubrieken die wij nu vermelden, hoeft u niet altijd zo in uw dagblad terug te vinden. Daarom zullen wij de indeling aanhouden zoals die wordt gehanteerd door Het Financieele Dagblad (Het fd). Deze krant is overal te koop en is voor alle professionele beleggers verplichte kost. Het fd gaat dagelijks uitgebreid in op nieuwsberichten over economie, beurzen en het bedrijfsleven.

21

aex-fondsen

De meest actieve aandelen hebben in het fd een prominente plaats. De Amsterdam Exchanges Index (aex) bestaat uit de 25 meest verhandelde Nederlandse aandelen die op de Amsterdamse effectenbeurs staan genoteerd. De meeste landelijke dagbladen beginnen hun overzichten ook met dit staatje. Daarna volgen de Midkapaandelen, de middelgrote aandelen van de Amsterdamse beurs.

In de overzichten wordt een schat aan gegevens vermeld in de vorm van kolommen.

Uiteraard wordt de naam van het fonds, het aandeel, vermeld (in het midden) en de koersen waartegen die aandelen op de laatste beursdag zijn verhandeld. In de kolommen wordt van links naar rechts eerst de hoogste koers van de afgelopen twaalf maanden vermeld, met de datum, daarna de laagste koers, de gemiddelde koers over de laatste veertig dagen en de koers van de voorgaande beursdag. Deze eerste vier kolommen vermelden dus de historische situatie; daarna volgen de feiten openingsko

k ers, slotko

k ers

van de laatste beursdag: openingskoers, hoogste, laagste en slotkoers. Rechts van de namen ten slotte staan van links naar rechts: het aantal aandelen dat die dag van eigenaar wisselde (omzet stuks), het aantal aandelen dat doorgaans wordt verhandeld (gemiddelde omzet), het dividendrendement, het totaalrendement en de koerswinstverhouding. Over de technische begrippen dividendrendement en de koerswinstverhouding volgt later in dit boek verdere uitleg. Het totaalrendement geeft aan hoeveel het aandeel de belegger heeft opgeleverd in het afgelopen jaar.

Al met al geeft dit kleine stukje krant een schat aan informatie. Staat het aandeel ruim boven zijn gemiddelde koers van de laatste veertig dagen? Dan is de kans groot dat het aandeel in een positieve trend zit. Is de omzet groter dan gemiddeld?

Dan is er waarschijnlijk belangrijk nieuws geweest rond het aandeel.

Voorbeeld uit Het Financieele Dagblad

(koerspagina met aex-aandelen en amx-aandelen)

22

Andere gegevens

Ook andere dagbladen die hun lezers uitvoerig van beursnieuws voorzien, geven vaak de hoogste en laagste koersen aan over een bepaalde verstreken periode. Let daarbij altijd goed op de duur van die periode, want de hoogste en laagste koersen kunnen betrekking hebben op de laatste twaalf maanden of op het tijdvak vanaf 1 januari van het lopende jaar. Voor de belegger kunnen deze gegevens van groot belang zijn. Indien de actuele beurskoers op het hoogste of het laagste punt staat van de vermelde periode, is vaak sprake van een duidelijk trend, waarover de belegger zich dient af te vragen waarom dat het geval is. Hij kan er zijn beleggingsbeslissing op aanpassen.

De Officiële Prijscourant geeft nog meer gegevens dan de landelijke dagbladen, zoals exacte informatie over dividenden, de zogenoemde successiekoers die belangrijk is voor de berekening van de waarde van effecten uit nalatenschappen en de zogenoemde fondscode van het aandeel op de beurs. Al deze informatie maakt de Officiële Prijscourant compleet, maar het is vaak informatie die een belegger in de dagelijkse praktijk niet direct nodig heeft.

Obligaties

Obligaties (schuldbewijzen) vormen een belangrijk deel van het arsenaal van beleggingsmogelijkheden. Er zijn dergelijke papieren in omloop afkomstig van honderden kapitaalvragers. Tot de belangrijkste daarvan behoort de staat, die regelmatig staatsleninge

g n

staatsleningen uitgeeft, waarop het publiek kan inschrijven. Naast de staat is de Bank voor Nederlandse Gemeenten (bng) een grote kapitaalvrager, alsmede verzekeringsmaatschappijen, banken, de industrie, de gezondheidszorg en hypotheekpandbriev e e

v n

banken. De stukken van deze laatste worden pandbrieven genoemd. De koersen van obligaties worden dagelijks gepubliceerd in de Officiële Prijscourant en ook in Voorbeeld uit Het Financieele Dagblad

(koerspagina met aex-aandelen en amx-aandelen)

23

de landelijke dagbladen. Publicatie in de dagbladen van alle obligatiekoersen vergt veel ruimte, dus het ene dagblad is uitvoeriger in deze koersinformatie dan het andere.

Krijgt men een uitvoerige opgave van obligaties en dergelijke onder ogen, zoals Het Financieele Dagblad die geeft, dan vindt de lezer de namen van de fondsen vermeld met daarbij het jaar van uitgifte en het jaar van aflossing, respectievelijk uitloting van de lening. Niet alleen worden de rente van de lening en de koersen van de dag in zo’n overzicht vermeld, vaak wordt een opgave gedaan van de effectieve rendementen.

Door de opgave van de effectieve rendementen, die zijn berekend op basis van de koersen van de dag, wordt veel rekenwerk bespaard. De Officiële Prijscourant gaat nog veel verder met het verstrekken van gegevens. Zo wordt de gemiddelde couponre

r ndement, , looptijd per fonds opgegeven, het couponrendement en het effectief rendement. Als effe

f ctief re

r ndement

vervroegde aflossing van de obligatielening mogelijk is, wordt op basis van de verkorte looptijd een apart effectief rendement berekend.

Net als bij de aandelenrubrieken geeft de Officiële Prijscourant de nominale waarde per fonds (de coupure, bijvoorbeeld € 1.000, $ 1.000), de vervaldag van de coupons, de successiekoers en de officiële fondscode.

Overige fondsen

In aparte overzichten worden meestal de converteerbare (in aandelen verwisselbare) obligaties vermeld en de buitenlandse obligaties. Voorts de niet officieel genoteerde fondsen en fondsen van een aangekondigde komende nieuwe uitgifte. Deze laatste zijn niet officieel genoteerd, maar zij worden, vooruitlopend op de uitgifte, wel as, if and when issued

verhandeld. Dit zijn de met een Engelse aanduiding vermelde ‘as, if and when issued’noteringen.

Opties

Slechts enkele dagbladen geven uitgebreide informatie over de koersen van de veropties handelde opties op de Euronext Optiebeurs in Amsterdam. Doorgaans laten de dagbladen de opties achterwege waarin niet is gehandeld.

Soms worden de hoogste en laagste koersen van de dag genoemd en zelfs de bied en laatprijzen, maar meestal volstaat men met de slotkoersen. Een waardevol gegeven kan de omzet per optiecontract zijn, bij grote uitschieters kan dat wijzen op een grote partij die zich indekt tegen een mogelijk nieuwsfeit dat op korte termijn wordt verwacht.

Gegevens over de noteringen staan uitvoerig in de Prijscourant en ook Het Financieele Dagblad geeft relatief veel informatie.

Termijnmarkt

financiële te

t rmijnmarkt

In een enkel dagblad worden prijzen vermeld van contracten op de financiële termijnmarkt, met name de futures op de index.

In de meeste dagbladen worden de voornaamste koersen gemeld van de beurs van New York en van enkele andere grote buitenlandse beurzen. Van dit alles is een zeer beperkte selectie gemaakt, omdat een dagelijkse opgave van alle koersen vele pagina’s zou vergen. Wel worden in aparte staatjes de bekendste indices van de buitenlandse beurzen gepubliceerd.

In Het Financieele Dagblad worden de tarieven vermeld die op deposito’s door de banken onderling worden berekend, de zogenoemde interbancaire deposito’s.

24

Valutakoersen

vre

r emd ge

g ld

De meeste dagbladen publiceren de koersen van vreemd geld, zowel bankpapier, dat men bij een bank of wisselkantoor kan opnemen, als de koersen van de wisselmarkt. Die laatste worden gehanteerd voor alle girale transacties die in buitenlands geld worden afgerekend.

valutako

k ersen

Bij de opgave van de valutakoersen worden twee noteringen gehanteerd. De ene heeft betrekking op de prijs die de cliënt aan de bank moet betalen bij aankoop, de andere op de prijs die men krijgt bij de verkoop van buitenlands geld aan de bank. De laatste is altijd lager dan de eerste; bij het bankpapier is dat verschil groot. Het verschil tussen aan en verkoopprijzen van bankpapier strijkt de bank op als een vergoeding voor het renteloos in kas hebben van vreemd geld. Daarom is het voor bijvoorbeeld een reiziger/toerist verstandiger om in het buitenland te pinnen bij een buitenlandse bank, dan om in eigen land veel buitenlands bankpapier contant te kopen. Pintransacties worden afgerekend als goedkope girale transacties, tegen de prijzen die gelden op de wisselmarkten, zoals die in de meeste dagbladen staan vermeld. De opslag en afslag op pintransacties is veel kleiner dan die op contant geld.

Uit de toelichtingen die wij hier hebben gegeven over de waarde en de inhoud van de financiële pagina’s van de dagbladen, van de Officiële Prijscourant en van Het Financieele Dagblad, kan de lezer die belang stelt in alles wat om hem heen en in de wereld gebeurt, in simpele cijfertjes de verwachting, de hoop en de teleurstelling van velen aflezen. Die cijfers, hoe koud en ongevoelig ze ook lijken te zijn, vormen de weerslag van wat zich in eigen land en in de wereld afspeelt. De financiële pagina’s bevatten een schat aan gegevens over het financieeleconomische leven, waar een ieder op welke wijze ook bij betrokken is.

25

Deel 2 Beleggingssoorten

5

Aandelen

aandeel

Een aandeel is precies wat het woord al zegt: het is een aandeel in een onderneming.

Zij heeft eigendomsbewijzen, aandelen genoemd, uitgegeven of met andere woorden: te koop aangeboden. Zo’n onderneming heeft dat gedaan om geld te krijgen, want weinigen zijn bereid om zomaar een deel van hun bezit aan anderen te verkopen, die daarmee ook een deel van de zeggenschap over dat bezit verwerven. Wanneer u namelijk een aandeel in een onderneming koopt, bent u in principe medemede-eige g naar

eigenaar geworden en hebt u ook het recht op zeggenschap verworven. Naast de uitgifte van aandelen zijn er meer mogelijkheden voor een bedrijf om aan geld te komen. Dat bedrijf kan naar de bank gaan om krediet op te nemen of het kan bij willekeurige personen of instellingen een lening sluiten.

Hiermee komen wij al direct bij twee belangrijke soorten van geldverkrijging: uitgifte van aandelen of het lenen door middel van de uitgifte van schuldbewijzen, obligaties genoemd. Het grote verschil tussen die twee is dat de houder van een aandeel meedeelt in het lief en leed van de onderneming. Wordt er winst gemaakt en is die winst zodanig dat er voor de aandeelhouders wat af kan, dan gebeurt dat in de vorm van een uitkering, die dividend wordt genoemd. Wordt er echter verlies geleden, dan wordt er doorgaans niets uitgekeerd, maar de houder van het aandeel, die als het ware een stukje van de onderneming bezit, kan niet worden aangesproken voor dat verlies. Hij kan nooit meer verliezen dan de waarde van zijn aandeel.

Bezit hij een obligatie, dan wordt daar periodiek – doorgaans een of twee keer per jaar – rente op betaald, rente die in de meeste gevallen vast staat bij de uitgifte van de obligatie. Ook de houder van zo’n obligatie is niet aansprakelijk voor een eventueel verlies dat de bewuste onderneming heeft geleden. Hij kan niet meer verliezen dan de waarde van zijn obligatie, die eigenlijk niets anders is dan een bewijs dat hij een bedrag aan die onderneming heeft geleend. Indien er zich geen calamiteiten, zoals een faillissement, voordoen, krijgt hij, na afloop van de termijn waarvoor de lening is aangegaan, zijn aan de onderneming geleende geld terug. Hij bezit dus geen stukje van de onderneming; hij heeft geen zeggenschap; hij is als het ware een geldschieter.

Aandelenbezit

In dit hoofdstuk zullen wij eerst het aandeel behandelen. Wij vermelden de diverse soorten van aandelen, de verschillende vormen van uitkeringen, de medezeggenschap van de aandeelhouder, zijn verhouding tot de leiding van de onderneming, de inlichtingen die hij over ‘zijn’ onderneming moet krijgen en welke wegen er voor hem openstaan om zijn zegje te kunnen doen, zijn bezit uit te breiden of te verkopen.

Zeg niet dat het bezitten van een of meer aandelen in een of meer ondernemingen niets voor u is. Er zijn voor weinig geld heel interessante aandelen te koop, zodat 26

het beeld van de rijke aandeelhouder die met zijn dikke sigaar de lakens wel eens zal uitdelen, definitief tot het verleden behoort.

En dan nog iets: wij zullen in dit boek steeds uitgaan van een mannelijke aandeelhouder. Dat is eigenlijk onjuist, want het aantal vrouwen dat deelneemt aan het geld en effectenverkeer in Nederland en daarbuiten, neemt hand over hand toe.

Echter, om steeds weer de aanduiding hij/zij te vermelden, is storend en overbodig.

Mede-eigenaar worden

Wij gaan er nu van uit dat u wat geld hebt gespaard en dat u probeert daarvan een zo goed mogelijke opbrengst te krijgen en bovendien probeert dat geld niet kwijt te raken. U hebt er hard voor gewerkt; u wilt een appeltje voor de dorst; u wilt geld achter de hand hebben voor uw opgroeiende kinderen, hun opleiding, hun studie.

Nu komt u bij het lezen van de krant, bij het volgen van het nieuws steeds weer in aanraking met dat ongrijpbare begrip: het bedrijfsleven. Dat is een verzamelnaam voor alle ondernemingen, van eenmansbedrijven tot grote bedrijven en alles wat daartussen zit.

Naarmate een bedrijf groeit, neemt ook de behoefte aan kapitaal toe en zoals wij al hebben gesteld: een van de middelen daartoe is de zeggenschap over dat bedrijf spreiden over een groot aantal mensen. Een van de mogelijkheden is het uitgeven van aandelen. Dat gebeurt door die onderneming in samenspraak met de bank waarmee zij zaken doet. Als die aandelen worden uitgegeven, bestaat de mogelijkeige g ndomsbew

e ijs

heid voor iedereen om een stukje van dat bedrijf te kopen. Dat stukje is een eigendomsbewijs, een aandeel.

Het kopen van een aandeel is erg eenvoudig. Een telefoontje naar de bank waar u uw rekening hebt lopen of naar een handelaar die er zijn beroep van maakt te handelen in aandelen, commissionair genoemd, is voldoende om in het bezit te komen van aandelen.

U bent met de aankoop van een aandeel weliswaar medeeigenaar, maar de zorg voor het bedrijf is in handen van de directie, die namens u als medeeigenaar dat bedrijf leidt, zorgt voor de productie, de verkoop, het personeel en uiteindelijk voor de te maken winst. Uw risico gaat niet verder dan de waarde van het aandeel dat u bezit. U kunt die hooguit verliezen en dan bent u niet meer kwijt dan het geld dat u ervoor hebt uitgegeven.

Blind vertrouwen

Toch kunnen bij u op de achtergrond gedachten meespelen zoals: Doet die directie het wel goed? Zorgt zij ervoor dat het geld dat ik erin heb gestoken, niet verloren gaat? Hoe gering ook uw aansprakelijkheid voor die onderneming, de directie ervan is wettelijk verplicht ten minste een maal per jaar verantwoording af te leggen aan de eigenaars, dus ook aan u. Een belangrijke uitingsvorm van deze zogeheten jaarve

v rslag

externe verslaggeving is het jaarverslag.

Daarin wordt onder meer uiteengezet wat er in het afgelopen jaar is gebeurd in en met het bedrijf. Het jaarverslag bevat de balans, de winst en verliesrekening en een uitgebreide toelichting daarop. Deze jaarrekening geeft een beeld van de financiële toestand van het bedrijf. Omdat dit slechts een momentopname is, is ook het verslag van de directie met daarin als het goed is een vooruitblik op de komende jaren, van belang. Daarbij dient de belegger zich wel te realiseren dat de directie natuurlijk bij voorkeur een ambitieus en soms zelfs rooskleurig toe27

komstbeeld schept, dus het is aan de belegger om in te schatten in hoeverre dit beeld realistisch is.

accountantsve

v rklaring

Tot de overige gegevens in het jaarverslag behoren onder andere de accountantsverklaring en gegevens omtrent de bestemming van de winst. U dient wel zelf het jaarverslag op te vragen bij de desbetreffende onderneming, dat u dan – ook wanneer u geen aandeelhouder bent – veelal kosteloos krijgt toegezonden. Sommige bedrijven hebben tevens aparte afdelingen in het leven geroepen, vaak onder de inv

n e

v sto

t r re

r lations

naam ‘investor relations’, speciaal voor de communicatie naar de aandeelhouders en geïnteresseerden toe.

Tal van bedrijven maken hiernaast tussentijds cijfers – veelal elk kwartaal – bekend of publiceren in de loop van het jaar bepaalde ontwikkelingen die voor hen van belang zijn of zijn geweest. De grote op de beurs genoteerde ondernemingen Fo

F ndsenre

r glement

zijn volgens het Fondsenreglement van Euronext (de Amsterdamse beurs) gehouden aan ten minste halfjaarlijkse informatievoorziening. Steeds meer publiceren zij vrijwillig ook kwartaalcijfers. De desbetreffende informatie wordt echter niet aan iedereen apart toegestuurd; zij wordt in bijna alle gevallen verstrekt aan persbureaus, kranten en de financiële analisten.

Publicaties

De journalisten publiceren in dag, week en maandbladen veelal die gegevens, zodat het grote publiek daarvan kennis kan nemen. De journalisten doen meer, in het bijzonder de gespecialiseerde journalisten, de financiële redacteuren, de beursredacteuren. Zij hebben de kennis en ervaring om dieper op bepaalde zaken in te gaan, om directies aan de tand te voelen, om gesprekken – interviews – met leidende figuren in het bedrijfsleven te voeren. Zij zijn door hun vak soms zeer goed in staat om op bepaalde kwesties vooruit te lopen, waarbij het intuïtief aanvoelen ervan in hun vak en daarmee in hun publicaties meespeelt. Het zijn vaak de journalisten die ontwikkelingen signaleren ver voordat zij bekend worden en dan spreken wij nog niet eens over de onafgebroken geruchtenstroom die het financiële wereldje in beweging houdt.

Van groot belang voor de aandeelhouder die meer wil weten dan wat de dagbladpers, die maar een betrekkelijk beperkte ruimte heeft voor het financiële nieuws, publiceert, zijn er meer gespecialiseerde publicaties, zoals bijvoorbeeld het eerder genoemde Het Financieele Dagblad, maar ook vakbladen zoals Beleggers Belangen en Effect, en internet. Op internet is een berg aan informatie te vinden, waaronder ook volop koersgegevens en nieuwsberichten.

Ten minste een maal per jaar worden door middel van advertenties in een of meer kranten de aandeelhouderseigenaars bijeengeroepen voor de zogenoemde alge

g mene ve

v rgadering van algemene vergadering van aandeelhouders (ava). Daarin legt de directie verantaandeelhouders woording af en vraagt zij aan de aandeelhouders als het ware om een goedkeuring om verder te gaan. U kunt uw stem verheffen als u het niet eens bent met het beleid van de directie of wanneer u wat meer inlichtingen wilt hebben.

De commissarissen

U staat er wat dat betreft formeel echter niet alleen voor. Een beperkt aantal mensen is gekozen, die vanwege hun kennis, hun ervaring, hun relaties maar soms ook hun belang in de onderneming zitting hebben genomen in een commissie die tot taak heeft toezicht te houden op de directie namens de aandeelhouders. Zij kunnen de directie op de vingers tikken als zij menen dat hun beleid niet goed is. Zij kunnen 28

adviezen geven en zij verschijnen ook tegelijk met de directie voor het front van de eigenaars in de vergadering van aandeelhouders.

Zij krijgen voor hun taak een zekere beloning, het commissarisloon. Zij tekenen vaak ook mede het financiële gedeelte van het jaarverslag dat de directie uitbrengt.

Dat jaarverslag dient, als het goed is, vergezeld te gaan van een verklaring van de accountant van het bedrijf, dat hij op bepaalde belangrijke punten instaat voor de betrouwbaarheid en de juistheid van de gepubliceerde gegevens. Als die accountantsverklaring er niet is, is dat een teken voor de eigenaars om ‘aan de bel te trekken’. Meestal hebben de commissarissen dat al gedaan, waarna er eventueel maatregelen zijn of worden genomen. In het ergste geval kan de directie worden ontslagen.

raad van commissarissen

De commissarissen van een onderneming gezamenlijk noemt men de raad van commissarissen (rvc). Zij kiezen uit hun midden een voorzitter, die doorgaans in de aandeelhoudersvergaderingen het woord voert, bijgestaan door de directie, die het dagelijks bestuur uitoefent. Bij grote ondernemingen kent men vaak ook de figuur ge

g delege

g erd

r commissaris

van gedelegeerd commissaris, die in de regel een meer frequent toezicht uitoefent op het bestuur. De raad van commissarissen is in feite het vertegenwoordigend lichaam van de aandeelhouders. Zijn functie is van groot belang, zowel voor de aandeelhouders als voor de directie. Immers, in die raad van commissarissen zitten mensen die bijvoorbeeld ‘de weg weten binnen de ministeries’, die ‘deuren kunnen doen openen’ bij banken, vakbewegingen, regeringsinstanties die anders gesloten blijven. Zij weten soms de weg naar het verkrijgen van bepaalde vergunningen en subsidies.

Wanneer plotseling een commissaris aftreedt, dient er een ‘rood lichtje te branden’ als een teken dat er wat aan de hand is. Er kan sprake zijn van een gewoon meningsverschil, maar er kan ook iets fundamenteels mis zijn. Wanneer zoiets aan de oppervlakte komt, zal het bestuur van de effectenbeurs ingrijpen en op straffe van bepaalde sancties het bedrijf dwingen om opening van zaken te geven.

Vereniging van Effectenbezitters

Ook u als aandeelhouder kunt in het geweer komen. Als een grote groep aandeelhouders, die samen een flink belang in de bewuste onderneming hebben, hun hoofden bijeensteken, kunnen zij een buitengewone vergadering van aandeelhouders beleggen en daarin de directie ter verantwoording roepen en opening van zaken eisen. Zij behoeven dat niet als privépersoon te doen; zij kunnen daartoe een orga

Ve

V re

r niging van Effe

f cte

t nbezitte

t rs

nisatie, de al jaren bestaande Vereniging van Effectenbezitters (veb, telefoonnummer 070 – 313 00 00 of info@veb.net), die is voortgekomen uit de Vereniging Effectenbescherming, vragen namens hen actie te voeren. U hebt als aandeelhouder een stem in het kapittel. U bent in de aandeelhoudersvergadering stemgerechtigd.

Die vereniging kan, als zij daartoe aanleiding ziet, de stemmen van de ongeruste of ontevreden aandeelhouders verzamelen en zo in de vergadering van aandeelhouders een machtsblok vormen. Ook kunnen aandeelhouders die de zaak niet vertrouwen, Ondernemingskamer

naar de rechter stappen. Zij dienen dan een verzoek in bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof in Amsterdam om een onderzoek in te stellen.

Ondernemingsraad

U zou kunnen zeggen dat als de verzamelde aandeelhouders zouden besluiten om de hele zaak waarin zij belang hebben te verkopen om zodoende geld te krijgen, de 29

onderneming aan de hoogste bieder moet worden verkocht. Zo eenvoudig gaat dat echter niet. U hebt weliswaar een machtspositie, maar in de loop van de jaren is het besef gegroeid dat de onderneming nog een andere taak heeft dan het zakendoen, het produceren en het maken van winst. De onderneming, waar mensen werken en hun brood verdienen, is ook werkgever. Als zodanig is zij medeverantwoordelijk voor het welzijn van de mensen die er hun werkkracht aan geven.

Een bedrijf kan niet zomaar worden verkocht, waarna tal van werknemers met hun gezinnen op straat zouden komen te staan. De wetgever heeft voor deze mogelijkheid een stokje gestoken, want elke onderneming vanaf een bepaald aantal ondernemingsraad

werknemers is verplicht er een ondernemingsraad op na te houden.

Die ondernemingsraad wordt gekozen door en uit de in de onderneming werkzame personen en dient te worden geraadpleegd als er bijvoorbeeld belangrijke benoemingen, bijvoorbeeld van directeuren, moeten worden gedaan. Zij dient ook te worden ingelicht en geraadpleegd bij belangrijke beslissingen die de toekomst van de onderneming raken. Te denken valt bijvoorbeeld aan grote interne reorganisaties, aan het opheffen van een of meer afdelingen, aan het samengaan met andere bedrijven.

De taak en positie van de ondernemingsraad is bij de wet geregeld. Daarmee is ook een deeltaak van de onderneming vastgelegd; zij is een kapitalistische organisatie die een belangrijke maatschappelijke functie heeft en waarin aandeelhouders en werknemers hun zegje kunnen en moeten doen.

Corporate governance

Soms echter worden de aandeelhouders in het uitoefenen van macht beperkt doordat bijvoorbeeld in de statuten van de onderneming beperkende maatregelen staan vermeld. Bovendien is in het buitenland – daarbij denken wij vooral aan Amerika –

het besef van het belang van de aandeelhouder voor ondernemingen over het algemeen zeer sterk tot ontwikkeling gekomen. Bij vrijwel al het doen en laten van de bedrijven neemt het idee om daarmee waarde toe te voegen voor de aandeelhouder in de vorm van een goede koersontwikkeling van de aandelen, een centrale plaats

’share

r holder’-benadering

in. Dit wordt ook wel de ‘shareholder’benadering genoemd. Maar omdat, zoals gezegd, een onderneming uit veel meer bestaat dan aandeelhouders alleen, komt men ook wel de opvatting tegen dat een onderneming een zo goed mogelijk oog zou

’stake

k holder’-benadering

moeten hebben voor al haar belanghebbenden (de ‘stakeholder’benadering).

Over het algemeen kunnen wij echter stellen dat de meeste aandacht uitgaat naar de ‘shareholder’benadering, vooral in Amerika. Mede door de Amerikaanse situatie – maar ook door onvrede – is in Nederland de laatste jaren een roep ontstaan om meer invloed van de aandeelhouders op het ondernemingsbeleid van vooral de beursgenoteerde vennootschappen. Voorstanders hiervan menen onder meer dat dit zowel de aandeelhouders als de desbetreffende ondernemingen ten goede zal kocorporate t gov

o e

v rnance

men. Dit thema wordt ook wel ‘corporate governance’ genoemd.

In 2003 werd een commissie onder leiding van Morris Tabaksblatt gevraagd om een gedragscode te ontwikkelen voor beursgenoteerde ondernemingen en hun aandeelhouders. In december 2003 publiceerde de commissieTabaksblatt uiteindelijk deze Nederlandse gedragscode, die vanaf 2004 in werking trad. De code bevat meer dan honderd regels over onder andere taak, werkwijze, hoogte en samenstelling van de beloning van bestuurders en commissarissen. Daarnaast wordt de positie van de aandeelhoudersvergadering versterkt. De code schrijft bijvoorbeeld voor dat een commissaris niet meer dan vijf verschillende commissariaten mag hebben, bestuurders worden nog maar benoemd voor een termijn van vier jaar en de ‘gouden hand30

druk’ mag maximaal één jaarsalaris zijn. Bij de code geldt de ‘pas toe of leg uit’regel: beursgenoteerde ondernemingen dienen in het jaarverslag aan te geven of zij de codevoorschriften toepassen en zo niet, waarom niet. Deze ‘pas toe of leg uit’regel is wettelijk vastgelegd. Eind 2004 werd de Monitoring Commissie Corporate Governance Code opgericht. Deze commissie gaat na in hoeverre de code door de beursgenoteerde ondernemingen wordt nageleefd. De Nederlandse corporate governance code wordt sindsdien vaak aangeduid als de codeTabaksblatt. Veel bedrijven leven de regels steeds beter na. Het doel om te komen tot verbeterde transparantie in de jaarrekening, betere verantwoording van de raad van commissarissen en een versterking van de zeggenschap en bescherming van aandeelhouders is dankzij de codeTabaksblatt een stuk dichterbij gekomen.

Effectenbeurs

effe

f cte

t nbeurs

Aandelen worden verhandeld op een ‘marktplaats’, effectenbeurs genoemd. Daar komen zelfstandige handelaars, commissionairs en vertegenwoordigers van banken en effectenhuizen samen om waardepapieren, waaronder uw aandelen, te kopen of te verkopen. In het verleden kwamen zij ook altijd fysiek samen, tegenwoordig gaat vrijwel alles virtueel, via internet of een ander netwerk.

Beursplein 5

De Amsterdamse beurs wordt vaak betiteld met ‘Het Damrak’ of Beursplein 5, een inham van de brede weg die het Damrak heet. De grote beurs in New York wordt vaak aangeduid met Wall Street. De Amsterdamse beurshandel heeft een grote historie achter de rug, die terugloopt tot aan de vijftiende eeuw. Bij het ont

Amste

t rd

r am Exc

x hange

g s

staan van Amsterdam Exchanges N.V. (aex) per 1 januari 1997 zijn de effectenbeurs, de optiebeurs en de agrarische termijnmarkt onder één noemer gekomen.

Sinds oktober 1998 zijn zij voor het eerst in hun geschiedenis tevens in hetzelfde gebouw gehuisvest, namelijk in de Beurs van Jos Cuypers. Na de fusie met de beurzen van Parijs en Brussel tot Euronext, en later met de New York Stock Exchange is het Damrak een onderdeel van de grootste beursorganisatie in de wereld.

Beurstijden

In het verleden kon er op de Amsterdamse effectenbeurs maar enkele uren per dag worden gehandeld, met uitzondering van aandelen van enkele grote internationale ondernemingen, zoals destijds Unilever, Koninklijke Nederlandsche Petroleum Maatschappij, kortweg Koninklijke Olie (nu Shell), Philips en Akzo. In dergelijke ondernemingen kon vrijwel de gehele dag, tot ’s avonds negen à tien uur – afhankelijk van zomer en wintertijd – worden gehandeld. Dat was de zogenoemde telefonische handel, waarin enkele voor en nabeursmakelaars waren gespecialiseerd.

Er was in deze aandelen vaak flinke handel, omdat grote pakketten van de genoemde aandelen zich in buitenlandse handen bevonden, met name in de Verenigde Staten, en daar ging de beurs open als die in Amsterdam sloot.

Om de beurshandel een grotere armslag te geven vindt de beurshandel in Amsterdam tegenwoordig van ’s ochtends negen tot ’s middags half zes plaats. Naar verwachting zullen deze handelsuren in de toekomst verder worden verruimd.

Door de almaar toenemende automatisering en technologische ontwikkelingen zullen wij in de toekomst nieuwe en uitgebreidere mogelijkheden tot handel, bijvoorbeeld via internet, zien. Nu de Europese Economische en Monetaire Unie (emu) een feit is, valt er overigens ook het een en ander aan samenwerking tussen Europese beurzen te verwachten. Deze ontwikkelingen zullen naar verwachting gaan leiden tot lagere transactiekosten en uitgebreidere beleggingsmogelijkheden.

31

Strenge reglementen

De beurzen in de wereld worden geleid door besturen, zo ook die in Amsterdam.

Die beurzen kennen strenge reglementen waaraan bedrijven en handelaren zich moeten houden. Wanneer er sprake zou zijn van grootscheepse fraude, is de naam van die beurs in de wereld voor lange tijd verknoeid en eenmaal geschokt vertrouwen in de wereld van het geld keert niet gauw terug. De Amsterdamse effectenbeurs Ve

V re

r niging vo

v or de effe

f cte

t nhandel

is gereglementeerd door de Vereniging voor de effectenhandel en staat onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten (afm). De afm is ingesteld door het ministerie van Financiën en zij houdt toezicht op het Nederlandse effectenwezen.

commissaris van de note

t ring

De beurs kent ook de figuur van de commissaris van de notering, die samenwerkt met de afdeling Toezicht beurshandel. Dat is een man die doorkneed is in het vak en die namens het beursbestuur kan ingrijpen in de handel als blijkt dat er volgens hem iets niet klopt. Dat hoeft niet zozeer fraude te zijn. Hij kan de handel doen stoppen; hij kan zelfs handel die al is uitgevoerd, terugdraaien. Zoiets gebeurt bijvoorbeeld als een onderneming een belangrijke publicatie doet die niet bij iedereen tegelijk bekend is. Een onderneming die van plan is om een bepaalde belangrijke mededeling te doen, zal dan vaak de dag en zelfs het uur bekendmaken waarop die mededeling wordt gedaan.

De handelaren kunnen zich erop instellen en de commissaris van de notering kan zijn maatregelen nemen. Hij moet ervoor zorgen dat iedereen die dat wil, tegelijk met alle anderen het belangrijke nieuws te weten komt, zodat hij niet bevoordeeld of achtergesteld wordt.

Ook de andere grote beurzen in de wereld, zoals de beurzen van New York, Londen en Frankfurt, hebben toezichthoudende mensen en instellingen, want vertrouwen moet in deze handel altijd bovenaan staan.

Dat dit onderwerp continu aandacht nodig heeft, bleek onder meer uit de Ambeursfraude sterdamse beursfraude die in 1997 aan het licht kwam. Hoewel individuele rekeninghouders niet gedupeerd zijn, gaat het in enkele gevallen om kwalijke vergrijpen, die overigens niet altijd bewezen zijn, van onder meer exeffectenhandelaren. Het heeft er echter wel toe geleid dat er hard aan verbeterde regelgeving wordt gewerkt, om de kansen hierop tot een minimum te beperken. Zo is in 1999 het Dutch Secudsi rities Institute (dsi) opgericht, dat zich richt op het bevorderen van de kwaliteit en de integriteit van personen die in de effectenbranche actief zijn. Hiertoe zijn acht registers ingericht, waarin effectenspecialisten die voldoen aan de gestelde criteria voor deskundigheid en betrouwbaarheid, zijn opgenomen. Daarnaast zijn er drie commissies ingesteld ter behandeling van klachten van beleggers. Op de website van de dsi (www.dsi.nl) zijn onder meer de registers in te zien en kunt u verdere informatie vinden.

Hoe komt de koers tot stand?

De prijs die u betaalt voor bijvoorbeeld een aandeel, is afhankelijk van verscheidene factoren. Is het aandeel gewild, zijn er veel kopers, dan stijgt de prijs. Zijn er veel mensen die de aandelen willen verkopen, dan daalt de prijs. De prijs van een aandeel is dan ook afhankelijk van vraag en aanbod. Is er relatief veel vraag en aanbod – en navenante handel – in een bepaald aandeel, dan wordt wel van een liquide markt gesproken. Computerprogramma’s brengen continu kooporders en verkooporders bij elkaar en zodra er op een bepaalde prijs gehandeld kan worden, ontstaat er een ‘notering’. Als er geen kopers zijn die evenveel of meer willen betalen dan de goedkoopste verkoper vraagt, is er geen handel. Zo komt het voor dat 32

in sommige aandelen slechts een paar keer per uur een notering wordt opgemaakt, terwijl er in liquide aandelen, zoals Shell of Unilever, soms wel iedere seconde een notering plaatsvindt.

Zolang er net zo veel kopers als verkopers zijn, is het niet moeilijk om een koers te bepalen. Zeker als kopers en verkopers orders opgeven die niet aan een bepaalde limiete

t n

prijs gebonden zijn. Vaak echter geeft men zogenoemde limieten op, dat wil zeggen dat bij een koop of verkooporder wordt opgegeven: er mag niet boven een bepaalde door mij vastgestelde prijs worden gekocht of in geval van verkoop: er mag niet beneden een bepaalde prijs worden verkocht.

In zulke gevallen limiteren kopers en verkopers hun opdrachten. Zij doen dat zeker als zij weten dat er in de aandelen die zij willen hebben of willen verkopen, doorgaans een beperkte handel plaatsvindt. Dan kan namelijk plotselinge vraag of onverwacht groot aanbod een sterke schommeling van de koers tot gevolg hebben en erg onvoordelig voor de opdrachtgever uitvallen. Geeft men aandelen voor verkoop op met een limiet, dan zal de opdracht niet worden uitgevoerd als de koers van de aandelen daaronder ligt. Evenzeer zal een gelimiteerde kooporder niet worden uitgevoerd als de beursnotering boven de limiet blijft.

Aan de orders kunnen tevens bepaalde voorwaarden worden verbonden, zoals de mogelijkheid dat de order geldt totdat hij wordt herroepen (doorlopende order) of dat de order alleen voor een bepaalde periode geldt (dag, week of maandorder).

Vaagheid is uitgesloten. Een order om een keertje ongeveer honderd aandelen te kopen voor ongeveer € 10,– wordt nooit geaccepteerd door de bank. Koop vandaag 95 aandelen voor maximaal € 10,25 wel.

Bestens

Geeft men aan de bank of commissionair in effecten een koop of verkooporder op beste

t nsord

r ers

zonder limiet, dan worden dat bestensorders genoemd. Zulke orders worden opgegeven als de belegger geen al te grote koersschommelingen verwacht en hoe dan ook bepaalde aandelen wil hebben of wil verkopen. De belegger hoopt dan dat er op die dag voor hem zo gunstig mogelijk wordt gehandeld. Als de belegger een opdracht geeft waarbij de koers wordt gelimiteerd, is hij er niet zeker van dat die opdracht ook wordt uitgevoerd.

Voorbeeld

De volgende koop- en verkooporders zijn voor opening van de beurs binnengeko-men voor aandeel X:

Kopen

Verkopen

4000 stuks à € 20,19

4800 stuks à € 20,14

3800 stuks à € 20,18

4200 stuks à € 20,15

4000 stuks à € 20,17

4500 stuks à € 20,16

4400 stuks à € 20,16

4700 stuks à € 20,17

4800 stuks à € 20,15

4800 stuks à € 20,18

5300 stuks à € 20,14

5000 stuks à € 20,19

bestens 1000 stuks

bestens 800 stuks

33

Bij de verschillende koersnoteringen doen zich nu de volgende situaties voor: Koers

Kopen

Verkopen

Verschil

€ 20,19

5.000

28.800

23.800 (tekort)

€ 20,18

8.800

23.800

15.000 (tekort)

€ 20,17

12.800

19.000

6.200 (tekort)

€ 20,16

17.200

14.300

2.900 (overschot)

€ 20,15

22.000

9.800

12.200 (overschot)

€ 20,14

27.300

5.600

21.700 (overschot)

Bij een koers van € 20,16 zijn de aanbieders van 14.300 stukken (= 4800 +

4200 + 4500 + 800) bereid tot verkoop en zijn gegadigden voor 17.200 stukken (= 4000 + 3800 + 4000 + 4400 + 1000) bereid tot koop. Bij deze koers kan het grootste aantal aandelen worden verhandeld, waardoor deze koers het meest in aanmerking komt. Indien men de koers op € 20,16 vaststelt, komt men nog 2900 stukken te kort. Deze stukken blijven in het boek staan aan de biedkant.

De stelling na de openingstransactie is dan € 20,16 (bieden) om € 20,17

(laten). Als er nu een bestenskooporder binnenkomt, zal de volgende koers dus

€ 20,17 zijn.

De liquidity provider

Tot 1994 nam de hoekman een prominente plaats in op de beurs. Dit was een tussenpersoon die zorgde voor het samenbrengen van vraag en aanbod in een aantal hem toegewezen beursfondsen. De hoekman zorgde op basis van de hem bekende orders voor een zo goed mogelijk verloop van de handel en zocht op voorgaande manier de koers waarop vraag en aanbod zo veel mogelijk met elkaar in overeenstemming zijn. Daarnaast had de hoekman, of het hoekmansbedrijf, de verantwoordelijkheid om te zorgen voor een ordelijk koersverloop, wat inhoudt dat de hoekman eventueel zelf ook positie in fondsen kan innemen om al te grote schommelingen in de markt op te vangen. Door het oprichten van Euronext, de fusie tussen de beurzen van Parijs, Brussel en Amsterdam, is de functie van hoekman in Amsterdam komen te vervallen. In New York wordt er op de New York Stock Exchange nog wel gebruikgemaakt van hoekmannen, maar dat heeft waarschijnlijk ook zijn langste tijd gehad. Tegenwoordig zijn er in Amsterdam liquidity providers. Dit zijn beurshandelaren (banken en aandelenbrokers) die zich verplicht hebben om voor eigen rekening in het centraal orderboek aan en verkooporders te plaatsen. Zij zorgen er tegenwoordig voor dat er voldoende kopers en verkopers zijn zodat orders doorlopend kunnen worden uitgevoerd. Vooral voor de handel in kleinere beursfondsen zijn de liquidity providers belangrijk.

Afwikkeling van transacties

clearing

Alle transacties worden afgehandeld via een zogenoemde clearingmethode, die is ondergebracht bij Euronext Clearing & Depositary. Dit computersysteem zorgt ervoor dat alle effectennota’s kort na de orderuitvoering bij de beleggers zijn. De betaling wordt dan tegelijkertijd uitgevoerd; daarover krijgt men dagafschriften van de bank. Een belangrijke functie van de clearing is het bieden van garantie, die noodzakelijk is voor de handel. Als een commissiehuis zijn verplichtingen niet kan 34

nakomen, niet betaalt of geen effecten levert, staat Euronext Clearing & Depositary garant. Door het geld of de effecten voor te schieten zorgt deze er dan voor dat de afwikkeling van de transactie toch plaatsvindt. Een ander belangrijk onderdeel van de Euronext Clearing & Depositary is het Necigef, dat belast is met het verzorgen van het effectengiroverkeer en het bewaren, beheren en administreren van effecten, ten behoeve van de aangesloten instellingen.

Cum en ex dividend

cum

Aandelenkoersen worden cum of ex dividend genoteerd. Cum dividend betekent dat de koers inclusief het voorgestelde dividend wordt genoteerd. Op de dag van de algemene vergadering van aandeelhouders wordt het door de directie voorgestelde dividend ter goedkeuring aan de vergadering voorgelegd. In de meeste gevallen keurt de vergadering dit goed. De dag na de vergadering wordt het aandeel van ex dividend

de onderneming ex dividend genoteerd. Dit betekent dat u uit moet gaan van de laatste koers minus de waarde van het (contante) dividend. Wanneer u op zo’n datum na de algemene vergadering van aandeelhouders naar de koers van het aandeel kijkt, lijkt het of de koers een hele duikeling heeft gemaakt. Nogmaals, dat lijkt dus zo. Daarom staat er bij de notering altijd een tekentje waardoor men kan zien dat de koers ex dividend is. Het kan gebeuren dat er tijdens de aandeelhoudersvergadering belangrijke gegevens bekend worden gemaakt, die een positieve of negatieve invloed op de onderneming, de winst of de koers van het aandeel kunnen hebben. Bij positief nieuws kan dan extra vraag naar de aandelen komen. Hierdoor kan het gebeuren dat het dividend geheel of gedeeltelijk wordt ingehaald. Er is dan van een ‘koersdaling’ geen sprake.

N.B. De daadwerkelijke overboeking van dividend – de dividendbetaling – vindt doorgaans pas na enkele weken plaats.

Voorbeeld

Stel, de koers van het aandeel is € 40. Het contant dividend is vastgesteld op

€ 1. Normaliter zou de eerste ex-dividendnotering € 40 – € 1 = € 39 zijn.

Mocht er nu positief nieuws naar voren zijn gekomen, dan kan de koers ex dividend bijvoorbeeld € 39,50 of € 40 of wellicht nog hoger zijn. Het dividend is dan gedeeltelijk of geheel ingehaald.

De naamloze vennootschap

Wat zijn het nu voor bedrijven waarvan u een stukje kunt bezitten, waarin u kunt deelnemen? Dat kan zeker niet bij alle bedrijven die er bestaan en dat zijn vele honderdduizenden. Immers, niet elk bedrijf is rijp om er een belang in te nemen. Kleine bedrijven (firma’s) komen bijvoorbeeld minder in aanmerking voor deelneming. Dat beslote

t n ve

v nnootschappen

geldt ook voor de bv’s, de besloten vennootschappen. Zij kennen een besloten, vaak beperkte kring van eigenaren. Er zijn tal van firma’s die zijn omgevormd tot bv, maar dat is dan gedaan om veelal belastingtechnische en juridische redenen. Als wij het hebben over deelneming in een bedrijf waarvan de aandelen op de beurs worden naamloze ve

v nnootschap

verhandeld, hebben wij het over de nv, de naamloze vennootschap.

Dat naamloze duidt op de bezitters, de eigenaars van de onderneming. Zij hebben hun bezit doorgaans gekocht op de beurs en zijn voor de wet naamloos. Zij kunnen dus juridisch niet worden aangesproken voor het geval van verliezen die zijn geleden, of door fraude door de directie. Bovendien kunnen die naamloze eige35

naarsaandeelhouders elk ogenblik van hun bezit af, want evenals een telefoontje naar uw bank voldoende is om een aandeel te kopen en daarmee een eigendomsbewijs te bezitten, even eenvoudig is het om door middel van een telefoontje naar de bank met het verzoek om uw aandeel te verkopen van dat bezit af te komen.

structuurve

v nnootschappen

Grote vennootschappen worden ook wel structuurvennootschappen genoemd, naar de zogenoemde Struktuurwet uit de jaren zeventig. In deze vennootschappen zijn bijvoorbeeld vergaande bevoegdheden aan de raad van commissarissen toegekend; zo wordt het bestuur van de onderneming door de rvc benoemd en niet door de algemene vergadering van aandeelhouders (ava). Overigens is het idee van de

‘nv’, waarbij aandeelhouders beperkt aansprakelijk zijn, namelijk alleen over hun eigen ingebrachte vermogen, van groot belang geweest voor de ontwikkeling van de aandelenmarkten sinds dit systeem aan het begin van de negentiende eeuw zijn intrede deed in Amerika.

Kapitaal gevraagd

De nv’s die hebben besloten om meer eigenaars toe te laten en dus om aandelen uit te geven, doen dat om kapitaal te krijgen waarmee zij verder kunnen werken. Dat kapitaal hebben zij nodig voor de gewone bedrijfsvoering, voor nieuwe machines, vrachtauto’s, nieuwe fabrieken of kantoren, voor uitbreiding van de productie, kortom voor alles wat een onderneming levendig moet houden en moet laten groeien.

Met dat kapitaal van de aandeelhouders wordt dus gewerkt. Er wordt, als het volgens plan loopt, nieuw geld mee verdiend. Er komen nieuwe producten, waar het publiek belangstelling voor heeft of voor moet krijgen. Daartoe beperkt de onderneming zich niet alleen tot het kleine grondgebied van Nederland. Zeker nu de grenzen in Europa weg zijn gevallen door de Europese eenwording en er één grote gemeenschap is ontstaan met vele miljoenen potentiële klanten, die allemaal bepaalde behoeften hebben, is het voor sommige ondernemingen een absolute noodzaak om de vleugels uit te slaan. Immers, er zijn op die markt meer kapers op de kust en het zijn dan ook doorgaans de sterken en de beteren en de meest inventieven die het hoofd boven water kunnen houden. Deze ontwikkeling doet zich overigens niet alleen in Europa voor, overal zien wij een tendens tot uitbreiding van de activiteiten van bedrijven over de hele wereld.

Wil zo’n onderneming meer eigenaren trekken, dan kan zij een beursnotering aanvragen. Daarvoor moet de onderneming aan tal van eisen voldoen. Daar wordt strikt de hand aan gehouden. Voor u als (toekomstig) aandeelbezitter is het prettig om te weten dat die onderneming voor wat de beurseisen betreft, goed in de gaten wordt gehouden.

Consequenties

Als een onderneming besluit om naar de beurs te gaan, geeft zij daarmee een stuk zeggenschap prijs aan mensen die zij doorgaans niet kent. De onderneming weet dus niet welke eigenarenaandeelhouders zij binnenhaalt. Dat schept bepaalde consequenties. Zo zou een meerderheid van die onbekenden op maatregelen kunnen aansturen die de vroegere eigenaars onwelgevallig zijn. Te denken valt daarbij aan concurrentie, die altijd in het bedrijfsleven op de loer ligt.

Tal van ondernemingen hebben daarom in hun statuten beperkende bepalingen corporate

t gov

o e

v rnance

staan, die overigens in het kader van corporate governance ter discussie staan.

Tal van bedrijven hebben bijzondere soorten aandelen uitgegeven waaraan bepaalde rechten zijn verbonden, zoals het recht van benoeming in de directie. Ook administratiekanto

t or

kent men bedrijven die hun aandelen in een aparte onderneming hebben ondergebracht, vaak administratiekantoor genoemd, die tegenover die ‘pot’ van aandelen 36

eigen aandelen uitgeeft. De koper daarvan heeft dan wel stemrecht, maar alleen in het administratiekantoor en niet rechtstreeks in de onderneming. Dit soort beschermingsconstructies wordt sinds de aanbevelingen van de commissieTabaksblatt meer en meer als onwenselijk of zelfs onwettig gezien.

De bekendmaking van de prijs

De prijzen die voor de aandelen worden betaald, worden elke dag als er beurshandel is, gepubliceerd. Dat gebeurt in de meeste dagbladen – volledig of soms onvolledig, want de volledige beursnotering vergt veel ruimte in de krant. Bovendien kunt u op de beurs zelf aan de hand van een kolossaal scherm de prijsbewegingen zien. Maar ook op uw televisiescherm kunt u verscheidene beurskoersen via teletekst volgen, alsook die van diverse buitenlandse beurzen zoals van Londen en New York.

De prijs van een aandeel, in de praktijk koers genoemd, hangt af van tal van mogelijke factoren. Wij hebben al gesteld dat de prijs afhankelijk is van vraag en aanbod. Veel vraag doet de prijs stijgen; veel aanbod laat de prijs zakken. Werkt een onderneming goed, wordt er behoorlijke winst gemaakt, zijn de producten van die onderneming gevraagd, kunnen die producten de strijd van de concurrenten aan, is de directie capabel om de onderneming te leiden, om haar mensen te stimuleren, om nieuwe wegen in te slaan en daardoor meer klanten te trekken, is er arbeidsrust, keert de onderneming een deel van haar winst uit aan de aandeelhouders, dan kunt u er zeker van zijn dat er vraag is naar haar aandelen. Maar los van de concrete gang van zaken kan het beurssentiment grote invloed hebben op de koers, die in hoge mate onvoorspelbaar is.

Dividend

Die winstuitkering is niet zomaar een loos en vriendelijk gebaar, zij is een beloning voor het feit dat u als particulier door de aankoop van een aandeel geld voor die onderneming beschikbaar hebt gesteld waarmee de onderneming op haar beurt dividend

werkt. Die winstuitkering wordt dividend genoemd.

Dividend wordt dus betaald uit de gemaakte winst, maar dat is niet altijd het geval. Soms wordt dividend betaald uit de in het verleden opgebouwde reserves.

Dat gebeurt dan doorgaans als de onderneming een zodanig vertrouwen in de toekomst heeft dat zij een deel van die reserves beschikbaar stelt aan de kapitaalverschaffers, de aandeelhouders.

Doorgaans wordt niet alle winst die er is gemaakt, uitgekeerd. Winst is namelijk nodig om het bedrijf gaande te houden, om nieuwe machines te kopen ter vervanging van oude, versleten machines of om nieuwe technieken in te voeren. Denk in dit verband maar aan de voortdurende automatisering. Bijblijven kost nu eenmaal geld en een deel daarvan wordt gehaald uit de gemaakte winst.

Als u als aandeelhouder vindt dat u te weinig vergoeding krijgt, kunt u uw stem aandeelhoudersve

v rgadering

verheffen op de aandeelhoudersvergadering. De informatie die daar wordt verstrekt, is van groot belang voor de waardebepaling van de aandelen. En als u niet tevreden bent, bent u helemaal vrij om uw bezit te verkopen.

Dat dividend, die winstuitkering, is bovendien een vergoeding voor het risico dat u loopt, ook al kunt u hoogstens het bedrag verliezen dat u voor het gekochte aandeel hebt betaald. Dit risico zit vast aan elke onderneming. Gaat het met een bedrijf de verkeerde kant op, wordt er niet voldoende verdiend, groeien de schulden boven het hoofd van de leiding en moet die leiding faillissement aanvragen, dan zal het in de meeste gevallen gebeuren dat aandeelhouders geen cent krijgen.

37

Immers, bij een faillissement wordt door de intussen benoemde bewindvoerder de stand van zaken opgemaakt. Is er nog kapitaal of wordt er kapitaal verkregen uit de verkoop van de bezittingen, dan komen eerst de belastingdienst en de bedrijfsvereniging aan bod om hun vorderingen op te eisen. Is er nog geld over, dan komen de overige schuldeisers aan de beurt, zoals leveranciers van machines en grondstoffen, banken en kredietgevers, zoals houders van obligaties. Is er dan nog geld over, dan wordt de rest verdeeld onder de eigenaars, de aandeelhouders. Zij zitten als het ware in de laatste koets.

De praktijk van het beleggen

Wij zijn nu zo ver dat wij met u de praktijk ingaan. Onderweg komen wij tal van begrippen en mogelijkheden tegen die om een nadere toelichting vragen. Die zullen wij stap voor stap behandelen, zodat u thuis raakt in de financiële wereld en niet verdwaalt in het woud van feiten en cijfers. Dat is belangrijk genoeg, want per slot van rekening is uw geld ermee gemoeid.

De beslissing

Dat brengt ons meteen al bij de vraag: Wat bent u van plan te doen met uw geld?

Die vraag moet u zelf zien te beantwoorden, want niemand kan daarover oordelen.

Dat moet u zelf doen.

U moet zich dan afvragen: Wat wil ik eigenlijk? Kan ik, gezien de samenstelling van mijn gezin, gezien de verplichtingen die ik heb lopen, zoals een hypotheek op mijn huis, de afbetaling van een auto, het spaarpotje dat ik hoe dan ook wil houden en wil spekken voor bijzondere uitgaven, zoals vakanties, het schilderen van mijn huis, de opleiding van mijn kinderen, geld opzij leggen en kan ik daarmee een risico nemen door het kopen van een of meer aandelen, een risico dat wij hiervoor al hebben geschetst?

Het zijn allemaal punten die u zorgvuldig moet afwegen, want als u aandelen risicodrage

g nd kapitaal

koopt, dan – zo luidt de term – hebt u risicodragend kapitaal. Maar dit alles overwegend hebt u het besluit genomen om bijvoorbeeld in aandelen te stappen. Er zijn veel meer mogelijkheden om wat met uw geld te doen. Wij komen hierop in de loop van dit boek uitvoerig terug. Maar nu eerst: het aandeel.

De waarde van de onderneming

Zoals wij al hebben gezegd, wordt de prijs van een aandeel bepaald door vraag en aanbod. Toch ligt daar een keiharde beoordeling aan ten grondslag, namelijk hoe staat de onderneming ervoor waarin u van plan bent deel te nemen? Die grondslag jaarre

r ke

k ning

wordt gevormd door de jaarrekening – de balans en de winst en verliesrekening.

Immers, daaruit kan men zich een oordeel vormen hoe de bewuste onderneming er financieel voor staat.

38

Voorbeeld

Een eenvoudig voorbeeld van een balans ziet er als volgt uit (in duizenden euro’s):

Debet (Activa)

Credit (Passiva)

bezittingen

schulden

Vaste activa o.a. gebou-

750

Aandelenkapitaal

450

wen, grond, machines

(aandelen die aan

anderen zijn verkocht)

Leningen

700

Kas, vorderingen aan

500

Leveranciers

100

klanten, voorraden

------------

------------

1.250

1.250

De balans weerspiegelt de financiële situatie van een bedrijf, bezien op een bepaald tijdstip. Wij komen nu meteen op een paar belangrijke termen. Activa en passiva zijn Latijnse woorden. Onder activa worden onder meer verstaan: tegoeden, geld dat de onderneming bezit in de vorm van contanten of bank en girorekeningen, gebouwen, grond, goederen. Onder passiva worden verstaan: schulden, maar ook opgebouwde reserves. Dat is een zuiver boekhoudkundige kwestie, want een balans moet, zoals het woord al zegt, in evenwicht zijn. Wat aan de ene kant van de weegschaal staat, moet ook aan de andere kant staan. Daarom worden ter wille van dat evenwicht de reserves aan de andere kant van de weegschaal geplaatst om het hele zaakje in evenwicht te houden.

Een andere term die voor u van belang is voor het beoordelen van de sterkte van een onderneming, is het begrip vermogen. De aandelen die de onderneming heeft eige

g n ve

v rmoge

g n

uitgegeven onder het publiek, worden eigen vermogen genoemd. Immers, dat publiek heeft zijn geld aan de onderneming beschikbaar gesteld en in feite hoeft die onderneming dat geld niet terug te betalen. Het kan dus worden gerekend tot het eigen vermogen. Daaronder vallen ook de opgebouwde reserves.

vre

r emd ve

v rmoge

g n

Alle schulden worden gebundeld onder het begrip vreemd vermogen. Daaronder vallen dus de schulden aan de bank, aan degenen die geld aan de onderneming hebben uitgeleend – geld dat te eniger tijd moet worden terugbetaald –, schulden aan leveranciers van grondstoffen, machines en dergelijke, belastingschuld, hypotheek.

Dat vreemd vermogen wordt bovendien nog gedeeld in twee begrippen: kort(lopend) en lang(lopend) vreemd vermogen. Die woorden spreken voor zichzelf. Kort vreemd vermogen zijn schulden die op korte termijn (doorgaans korter dan een jaar) moeten worden betaald en lang vreemd vermogen kan jarenlang uitstaan, zoals leningen waarop de onderneming jaarlijks een vergoeding betaalt, rente genoemd.

Winst- en verliesrekening

winst- en ve

v rliesre

r ke

k ning

Onder de jaarrekening valt bovendien de winst en verliesrekening. Dat is een opgave van de hele bedrijfsgang van een onderneming over een bepaalde periode.

Daaruit kan men aflezen of die onderneming winst heeft gemaakt of verlies heeft 39

geleden. Ook hier moeten beide kanten van deze rekening in evenwicht zijn. Dat evenwicht wordt dan gevormd door de gemaakte winst of het geleden verlies.

Voorbeeld

Debet (uitgaven)

Credit (ontvangsten)

Kosten, zoals die van de aankoop van

Opbrengst van verkopen

grondstoffen, kosten die zijn gemaakt

om iets te produceren

Huur

Ontvangen rente

Lonen en salarissen

Reiskosten

Verblijfskosten

Betaalde rente

Is nu het totaal van de debetkant groter dan het totaal van de creditkant, dan is er verlies geleden. Dat verschil wordt dan geplaatst aan de creditkant, weer om het hele geval in evenwicht te krijgen, want de totaaltelling aan beide zijden moet gelijk zijn.

Is het totaal van de creditkant groter dan dat van de debetkant, dan is er winst gemaakt en wordt het verschil aan de debetkant gezet om evenwicht te krijgen.

Het is duidelijk dat de jaarrekening een heel belangrijk onderdeel vormt van de waardering van de onderneming en dus ook van de waardering van het aandeel.

Uiteraard is het van belang of in de loop van de afgelopen jaren die onderneming winst heeft gemaakt of dat het ene jaar gunstig is uitgevallen om een volgend jaar weer in de misère te zitten. Jaarrekening en geschiedenis van de onderneming geven een zeker inzicht.

Daarbij komt nog een heel belangrijk punt, namelijk de vraag of die onderneming sterk genoeg is om de concurrentie te weerstaan; zijn haar producten veel gevraagd en – heel belangrijk – ziet de toekomst er goed uit?

De jaarrekening is evenwel van zo groot belang dat wij hier later in dit boek nog uitvoerig op terugkomen.

Winst of verlies

U bent nu zo ver dat u een beetje inzicht hebt gekregen in de onderneming waaraan u geld toevertrouwt, in de hoop er een redelijke of behoorlijke opbrengst van te krijgen, dan wel om het te doen vermeerderen door winst op te strijken. Dat laatste gebeurt als u voor bijvoorbeeld € 50 een aandeel hebt gekocht en dit na enige tijd weer verkoopt voor € 60. U kunt dus die winst incasseren. Stel dat u een aandeel hebt gekocht voor € 50 en u hebt plotseling geld nodig en u wordt daardoor als het ware gedwongen om uw aandeel weer te verkopen, dan kan het gebeuren dat op de beurs dat aandeel minder waard is geworden, bijvoorbeeld € 40. Als u nu verkoopt, ontvangt u in principe € 40 en moet u dat verlies maar slikken. Eigenlijk verliest u meer, want zowel bij aankoop als bij verkoop worden door de bank of de commissionair kosten berekend.

40

De koerswaarde en de nominale waarde

De waarde van een aandeel wordt uitgedrukt in een bedrag dat u – zoals wij al hebben gesteld – kunt aflezen in de koersenlijst van uw krant, op teletekst of via internet.

Vroeger werd die koers uitgedrukt in een percentage. Men kende dan hoofdzakelijk aandelen van ƒ 1.000. Een onderneming met een aandelenkapitaal van ƒ 1 miljoen had dat aandelenkapitaal dus verdeeld in duizend aandelen van ƒ 1.000

nominale waard

r e. ko

k erswaard

r e

elk, nominale waardegenoemd. De echte waarde, koerswaarde, werd dan uitgedrukt in een percentage van die nominale waarde. In het zojuist genoemde voorbeeld zou u dus voor uw aandeel 100% hebben betaald en zou u bij verkoop er 80% voor terug hebben gekregen. Van dat principe is men in de loop der jaren geleidelijk helemaal afgestapt.

De theorie

Om nu te weten of u met bijvoorbeeld € 20 te veel betaalt of dat u er een koopje aan hebt, moeten we even in de theorie duiken. De waarde van een aandeel hangt niet alleen af van wat erop wordt uitgekeerd in de vorm van dividend, het hangt ook af van de waarde van het bezit, na aftrek van de schulden. Die waarde wordt boekwaard

r e

de boekwaarde of de intrinsieke waarde genoemd. Zoals wij al eerder hebben gesteld, spelen nog meer zaken mee dan alleen de waarde die uit de boeken blijkt.

Voorbeeld

Een onderneming heeft een aandelenkapitaal van € 10 miljoen, verdeeld in een miljoen aandelen van € 10 elk. Uit de financiële stukken blijkt dat hier een nettobezit tegenover staat van € 13 miljoen. In theorie is dat aandeel dan € 13

waard (intrinsiek). Als de kansen van de bewuste onderneming in de toekomst hoog worden aangeslagen, is men op de beurs best bereid om er meer, soms veel meer, voor te betalen dan € 13.

Dat is ook het geval als men vermoedt dat er in de onderneming meer waarde zit dan uit de boeken blijkt. Zo kunnen bijvoorbeeld een fabriek, een stuk grond of een kantoorgebouw in de praktijk een veel hogere waarde hebben dan waarvoor zij in de boeken staan.

Bovendien kan in de koers van een aandeel ook begrepen zijn de kans op grote opdrachten in de toekomst, waaruit veel winst kan ontstaan.

Bij dit alles komt dan nog het punt of er een grote vraag is naar de aandelen van die onderneming, waarbij er ook vraag uit het buitenland kan binnenkomen.

Door de grote internationale verbindingen van ons bedrijfsleven zijn Nederlandse bedrijven overal in de wereld bekend geworden, zeker wanneer zij kwaliteitspro-ducten afleveren of belangrijke werken uitvoeren, zoals de aanleg van vliegvel-den, het uitdiepen van havens, de bouw van fabrieken of de aanleg van pijplei-dingen.

Koers-winstverhouding

De vraag of men nu precies de prijs betaalt voor wat een aandeel in een bedrijf echt waard is, moet ontkennend worden beantwoord. De waarde hangt van zo veel verschillende factoren af dat zij niet altijd volledig te beredeneren valt. Er is een 41

ko

k ers-winstve

v rhouding

zekere houvast in de zogenoemde koerswinstverhouding. Dat is de term die uit Amerika is komen overwaaien. In het Nederlands wordt hij afgekort met de letters k/w, in het Engels met p/e, welke staan voor price/earnings ratio.

De term geeft aan hoeveel maal men bereid is de winst per aandeel die het bedrijf maakt, te betalen. Stel dat de gerealiseerde winst per aandeel € 2,50 bedraagt en de beurskoers is € 50, dan is de koerswinstverhouding 20 (koers (50) : winst (2,50) = 20). Men is dus bereid om een prijs voor het aandeel te betalen die gelijk is aan twintig maal de gerealiseerde winst. Voor een ander bedrijf kan dat vijf maal zijn, voor weer een ander vijftig maal. Dit hangt onder meer af van:

• het verloop van de winstontwikkeling in voorgaande jaren;

• verwachtingen voor de komende jaren;

• de positie van de onderneming op het gebied waar zij werkt;

• de gang van zaken in het lopende jaar;

• de kwetsbaarheid van de producten en de risico’s die werken in het buitenland met zich meebrengt;

• de financiële kracht en de financiële armslag van het bedrijf;

• de kwaliteit van de leiding.

De koerswinstverhouding wordt uitgedrukt in één cijfer, dat wordt verkregen door de koers van een aandeel te delen door de winst per aandeel. Hoe hoger de koerswinstverhouding, hoe beter de kansen voor de toekomst worden aangeslagen, maar ook: hoe duurder het aandeel.

Sommige kranten publiceren dagelijks bij de koersen van een aantal aandelen ook de koerswinstverhouding. Koerswinstverhoudingen worden soms ook wel ve

v rwachte

t winst

uitgedrukt in termen van de verwachte winst, bijvoorbeeld voor het komende jaar.

Hoewel deze te verwachten winst nog onzeker is, kan het zeker nuttig zijn om naar deze koerswinstverhouding te kijken. Immers, het zijn voor een belangrijk deel de toekomstige verwachte winsten en dividenden die de aantrekkelijkheid van een aandeel bepalen. Er zijn tal van bedrijven die (nog) geen winst maken, waardoor een koerswinstvergelijking niet mogelijk is. Soms wordt dan gekeken naar de winst voor aftrek van posten zoals belasting, rente, afschrijvingen en aanpassing van de ebitda

goodwill op de balans, de zogenoemde ebitda. Deze maatstaf zegt echter niet altijd alles over de kans dat in de toekomst ‘echte’ winsten zullen worden gerealiseerd.

Dividend

De winst die een bedrijf maakt, wordt vrijwel altijd voor een deel, of sporadisch in zijn geheel, bestemd voor uitkering aan aandeelhouders. Deze uitkering noemt men dividend. De algemene vergadering van aandeelhouders ontvangt van de directie een voorstel tot dividenduitkering. Stel dat een onderneming € 500.000 wil bestemmen voor dividenduitkering. Staan er een miljoen aandelen uit, dan wordt na goedkeuring door de aandeelhouders per aandeel € 0,50 aan dividend uitgekeerd. Hierdividendbelasting van wordt al direct 25% dividendbelasting ingehouden.

Deze belasting kan de Nederlandse aandeelhouder bij zijn belastingaangifte opgeven en verrekenen met de vermogensrendementsheffing van box 3 tegen 1,2%.

De koers van een aandeel hangt, naast veel andere punten, af van de hoogte van het jaarlijks uit te keren dividend. Immers, een belegger stelt door de aankoop van een aandeel als het ware geld beschikbaar. De aandeelhouder wil daarvoor uiteraard een vergoeding hebben. Hij neemt met de aankoop het risico dat het bedrijf waarin is deelgenomen, niet in staat is om een dividend uit te keren, omdat bijvoorbeeld de winst te laag is of omdat er verlies is geleden. Indien er geen winst is ge42

maakt, zal normaliter de directie aan de algemene vergadering van aandeelhouders voorstellen om het dividend in dat jaar te passeren. De aandeelhouder koopt een aandeel om het dividend, maar ook om de kans op koerswinst die hij maakt wanneer het aandeel via de effectenbeurs wordt verkocht.

Wil de belegger dit risico niet lopen, dan kan beter worden overgegaan tot bijvoorbeeld het kopen van een obligatie of het geld op een spaarrekening zetten. Het risico is evenwel het zout in de pap. Wij komen hier later op terug.

Interim-dividend en slotdividend

Grotere ondernemingen keren ook wel tussentijds een dividend uit. Dit noemt men inte

t rim-dividend

dan een interimdividend. Dit betreft dan een gedeelte van het totaal uit te keren slotdividend

dividend. Het totale dividend minus het interimdividend wordt dan het slotdividend genoemd.

Dit dividend volgt dus altijd na het interimdividend. Met de hoogte van het vastgestelde interimdividend geeft een onderneming doorgaans haar verwachting weer van het uiteindelijk vast te stellen totale dividend. Overigens wordt het slotdividend pas vastgesteld na goedkeuring door de algemene vergadering van aandeelhouders.

Stockdividend

Een dividend kan worden uitbetaald in contanten maar het is ook mogelijk een sto

t ckdividend

uitkering te doen in aandelen. In zo’n geval spreekt men van een stockdividend.

Een belangrijke aanleiding voor een dergelijk dividend is dat de onderneming om welke reden dan ook liever haar contante middelen in kas wil houden, maar toch wat voor haar aandeelhouders wil doen. Bovendien heeft de onderneming dan wel optimistische verwachtingen omtrent de winst en de toekomstige uit te keren dividenden.

Immers, door vergroting van het aandelenkapitaal – als gevolg van het stockdividend – is meer winst nodig om een ongewijzigd dividend per aandeel over dat vergrote kapitaal te kunnen uitkeren.

Voorbeeld stockdividend

Een onderneming gaat over tot het vaststellen van een stockdividend van € 2

per aandeel. Elk aandeel heeft een nominale waarde van € 20. Daarvoor wordt één dividendbewijs aangewezen. Immers, bij elk aandeel hoort doorgaans een vel met genummerde dividendbewijzen. Tien van die dividendbewijzen geven in dit geval recht op één nieuw aandeel.

Het is nu aan de aandeelhouder of hij zijn bezit wil vergroten met dat nieuwe aandeel of dat hij liever contanten wil hebben. Dan kan hij namelijk zijn stockdividenden op de beurs verkopen, want ook in stockdividenden wordt gehandeld en vindt notering plaats. Een telefoontje naar uw bankier is voldoende om dat te regelen.

Het is mogelijk dat u in de onderneming die dat stockdividend uitkeert, niet tien of een veelvoud van tien aandelen bezit. Er zullen dan door de bank automatisch stockdividenden worden bijgekocht, waarvoor uw rekening wordt belast, of stockdividenden worden verkocht. U krijgt dan de opbrengst op uw rekening, na aftrek van kosten.

In de regel worden hoeveelheden onder de helft van het benodigde aantal dividendbewijzen ter omwisseling in nieuwe aandelen verkocht en daarboven bijgekocht.

43

Kijken wij naar het vorige voorbeeld, dan worden bij een aantal van veertien aandelen tien stockdividenden omgewisseld in één nieuw aandeel en worden vier stockdividenden verkocht. Bij een bezitter van bijvoorbeeld achttien aandelen worden er twee stockdividenden bijgekocht om zodoende twintig stockdividenden te verwisselen in twee nieuwe aandelen. Wil de aandeelhouder geen uitbreiding in aandelen van bedoelde onderneming, dan kan hij de stockdividenden door verkoop op de effectenbeurs te gelde maken.

Het voordeel voor de onderneming van uitkering van een stockdividend is dat een belangrijk deel van de winst niet in contanten hoeft te worden uitgekeerd, maar dat dit aan het eigen vermogen kan worden toegevoegd. Dit houdt dus uitbreiding in van het eigen vermogen en dat versterkt weer de groeimogelijkhe-den van de onderneming.

De aandeelhouder zal zich nu moeten afvragen of de onderneming wel voldoende winstcapaciteit heeft om, ondanks de uitbreiding van het aandelenkapitaal, het dividend in het lopende of het komende jaar ten minste te kunnen handhaven. Immers, door de uitkering van een stockdividend – in dit geval van 10% –

wordt het aandelenkapitaal met 10% vergroot. Met andere woorden, bij een ongewijzigde winst treedt door de vergroting van het aantal aandelen verwate-ring van de winst per aandeel op. Om een onveranderd dividend per aandeel over dat vergrote kapitaal te kunnen uitkeren, moet dus meer winst worden gemaakt.

Keuzedividend

Naast uitkeringen in contanten en/of in aandelen is nog een aantal variaties mogelijk. Wij noemen hier: a� dividenduitkering geheel in contanten óf geheel in aandelen, ter keuze aan de aandeelhouder;

b� dividenduitkering vindt geheel plaats in contanten óf gedeeltelijk in contanten en gedeeltelijk in de vorm van een stockdividend. Ook hier mag de aandeelhouder weer kiezen.

In beide gevallen spreken we dan over een keuzedividend. Bijvoorbeeld ad a. € 2,50

of 5% stockdividend en ad b. bij een dividend van totaal € 5, € 5 in contanten of bijvoorbeeld € 2,50 + 2% stockdividend.

Dividend uit reserves

Tot dusver zijn wij ervan uitgegaan dat dividend – vergoeding voor de aandeelhouders, de kapitaalverschaffers – uit de gemaakte winst wordt betaald. Het is ook ke

k uzedividend

mogelijk dat dividend wordt uitgekeerd uit reserves. In de loop van de jaren vormt een bedrijf reserves, als het tenminste goed gaat met de zaken. Ze zijn als het ware een potje waaruit kan worden geput als dat nodig mocht zijn. Zo zijn er reserves voor in de toekomst te betalen belastingen, voor aanschaf van machines, voor uitbreidingen, kortom voor alles wat in de nabije en de verre toekomst ligt. Dat is nodig, want zakendoen betekent ook vooruitzien.

Het kan zijn dat een bedrijf in een jaar door toevallige omstandigheden weinig winst maakt, maar goede verwachtingen heeft voor de nabije toekomst. In dat geval re

r serve

v s

kan het voorkomen dat zo’n bedrijf het dividend betaalt uit de opgebouwde reserves. Voor de aandeelhouders maakt dat niets uit, want van zo’n dividend moet 25%

dividendbelasting worden betaald, die doorgaans al bij de uitkering wordt ingehouden.

44

Agioreserve

agiore

r serve

v

Een heel bijzondere reserve is de zogenoemde agioreserve. Dat is een reserve die de aandeelhouder als het ware aan een bedrijf cadeau heeft gedaan. Dat is als volgt gebeurd. Een bedrijf heeft een miljoen aandelen uitstaan van elk € 10 en heeft dus een kapitaal – eigen vermogen – van € 10 miljoen. Die aandelen zijn indertijd uitgegeven tegen 100%, dus er is voor elk aandeel van € 10 ook € 10 betaald. Nu is in de loop van de tijd het aandeel in koers (prijs) gestegen tot € 15. Het bedrijf is gegroeid en heeft meer geld nodig voor toekomstige uitbreidingen. Het gaat dan bijvoorbeeld nog eens een miljoen aandelen uitgeven, ditmaal tegen de koers van

€ 15 of 150%. Als al die nieuwe aandelen zijn geplaatst, ontvangt het bedrijf € 15

miljoen, waarmee het verder kan werken. Als de nieuwe aandelen zouden zijn geplaatst tegen 100%, zou men € 10 miljoen hebben ontvangen. Dat extra van € 5

miljoen wordt nu gestopt in een speciale reserve, agioreserve.

Het is een potje dat de aandeelhouders dus bijeen hebben gebracht en dat men aanmerkt als eigen vermogen. Als het bedrijf ten tijde van het oude belastingstelsel, vóór het jaar 2000, uit die agioreserve een uitkering deed, mochten aandeelhouders die uitkering belastingvrij ontvangen in de vorm van stockdividend, feitelijk als een sigaar uit eigen doos. Thans is deze uitkering niet meer belastingvrij.

Bonus

Een andere vorm van stockdividend – dividend in de vorm van aandelen – is een bonus. Het verschil tussen stockdividend en bonus is dat een stockdividend ten bonusdividend

laste wordt gebracht van de jaarwinst en een bonus ten laste van de reserves. In principe wordt dan een gedeelte van de reserves overgeheveld naar het aandelenkapitaal. Aangezien reserves behoren tot het eigen vermogen van een onderneming, verandert er hierin niets.

De aandeelhouder verkrijgt bij een stockdividend uitbreiding van zijn aandelenbezit. Wordt het dividend in aandelen uitgekeerd uit de agioreserve, dan heet dat een agiobonus.

Herkapitalisatie

Er zijn bedrijven met een aandelenkapitaal van € 10 miljoen, die per jaar € 200

miljoen winst maken. De koers van die aandelen is dan zo hoog dat zij maar door een beperkt aantal kapitaalkrachtige beleggers kunnen worden gekocht. Door dat kapitaal tot € 50 miljoen te vergroten zakt de prijs van het aandeel. Zo’n bedrijf herkapitalisatie

past dan een systeem toe dat herkapitalisatie heet. De bonusuitkering die hierbij plaatsvindt, wordt herkapitalisatiebonus genoemd.

Omdat de prijs van de aandelen nadat herkapitalisatie heeft plaatsgevonden zakt, komen de aandelen binnen het financiële bereik van een veel grotere groep beleggers. Dit bevordert de verhandelbaarheid.

Split-up (splitsing)

Een andere vorm tot vergroting van verhandelbaarheid van de aandelen van een bedrijf is verkleining van de nominale waarde van het aandeel. Ook hier geldt dat dan een grotere groep beleggers belang kan nemen in het bedrijf. Een splitup heeft om deze reden vaak, maar niet altijd, een positief effect op de (gesplitste) beurskoers.

45

Voorbeeld

Een bedrijf heeft aandelen uitstaan met een nominale waarde van € 50 elk. Het bedrijf gaat over tot een split-up van 10:1. Dit betekent dat een oud aandeel van

€ 50 nominaal wordt verwisseld in tien aandelen van € 5 nominaal. Het aandelenkapitaal blijft ongewijzigd, maar het aantal aandelen wordt vertienvou-digd. Bij eenzelfde resultaat wordt de winst per nieuw aandeel dan een tiende van de winst per oud aandeel. Verhoudingsgewijs blijft de winst per aandeel hetzelfde.

Claimemissie

In plaats ven een dividendbewijs kan een bedrijf ook besluiten een claim uit te keren. Dat is bijvoorbeeld het geval als een bedrijf nieuwe aandelen op de beurs wil uitgeven om zo eigen vermogen aan te trekken. Om inschrijving op deze nieuw uit te geven aandelen aantrekkelijk te maken plaatst het bedrijf nieuwe aandelen vaak tegen een koers die onder de beurswaarde van de bestaande aandelen ligt. Om te voorkomen dat bestaande aandeelhouders benadeeld worden – de koers van de bestaande aandelen zal namelijk meestal dalen bij een emissie – kunnen zij het recht van voorkeur krijgen om de nieuwe aandelen te kopen. Dat voorkeursrecht wordt claimre

r cht

claimrecht genoemd. Om daarvan gebruik te maken wordt door het bewuste bedrijf een bepaald dividendbewijs aangewezen. Tegen inlevering van een aantal van die dividendbewijzen, die dan claims worden genoemd, kan bijvoorbeeld worden ingeschreven op de nieuwe aandelen. Zulke claimrechten, dividendbewijzen met dat speciale voorkeursrecht, worden apart op de effectenbeurs verhandeld.

Voorbeeld

Onderneming X stelt bestaande aandeelhouders in de gelegenheid om in te schrijven op nieuw uit te geven aandelen van haar onderneming.

De inschrijvingsprijs is vastgesteld op € 70 per aandeel. Men heeft vijf claims nodig om op één nieuw aandeel te kunnen inschrijven. Met bijvoorbeeld honderd aandelen in bezit kan men derhalve op twintig nieuwe aandelen inschrijven onder bijbetaling van € 1.400. De claims zijn verhandelbaar vanaf het moment dat de inschrijving openstaat tot de laatste dag.

Van de eerste dag van verhandeling af zal het aandeel ex claim noteren. De waarde van de claim is het verschil tussen de (cum claim) beurskoers minus de inschrijvingsprijs, vervolgens wordt daarop gedeeld het aantal benodigde claims plus 1. Stel dat de aandelenkoers op de dag vooraf aan de claimhandel € 76

was, dus € 6 boven de inschrijvingsprijs, dan bedraagt de waarde van een claim (€ 76 minus € 70) / 6 claims = € 1. Feitelijk moet er dus bij de berekening van de claimwaarde een extra claim worden opgeteld bij het benodigde aantal claims, omdat de beurskoers van € 76 nog inclusief 1 claim is. Het aantal van 5

+ 1 claims geeft recht op € 6, dus € 1 per claim.

Het werk van de bank

Dat hoeft u zelf niet allemaal te doen. De bank doet al dat werk voor u en zal uw rekening belasten voor de storting die nodig is voor het verkrijgen van de nieuwe aandelen.

46

De bank bewaart overigens ook al uw effecten, zorgt voor de incassering van de dividenden, de inhouding van de dividendbelasting, die in Nederland 25% bedraagt, en de administratie van uw effectenbezit. De bank zal u ook berichten als u voor de keus komt te staan een door de onderneming waarin u een belang heeft, aangekondigd keuzedividend te ontvangen in contanten of in de vorm van aandelen. U hoeft dan alleen maar de bank te berichten wat u wilt. Die aankondigingen gebeuren automatisch, dus zonder dat u enige actie hoeft te ondernemen. De bank doet dit werk niet voor niets.

bewa

e

arloon

Zij rekent een zogenoemd bewaarloon en zal daarvoor uw rekening belasten.

Soorten aandelen

De aandeelhouder heeft bepaalde rechten:

• het recht, zij het soms in beperkte mate, op zeggenschap;

• het recht op een jaarlijks dividend. Het hangt evenwel af van de behaalde winst hoeveel dividend u krijgt. Aangezien u als aandeelhouder ook deelt in het leed van de onderneming waarin u belang hebt, kan het voorkomen dat u geen dividend ontvangt als er bijvoorbeeld verlies wordt geleden.

Tot dusver hebben wij het gehad over gewone aandelen. Er zijn evenwel meer soorten aandelen. Het dividend daarop hoeft niet af te hangen van de hoogte van de gemaakte winst.

Certificaten van aandelen

Certificaten (van aandelen) zijn papieren die de originele aandelen vertegenwoordigen. De originele aandelen worden beheerd door een zogenoemd administratiege g eft certificate

t n uit

kantoor. Dit geeft tegenover de originele aandelen de certificaten uit.

Certificaten zijn ontstaan om verschillende redenen. Vroeger stonden aandelen van ondernemingen op naam van de eigenaar. Wilde hij verkopen, dan moest dat worden aangetekend in een aandelenregister, waarin de naam van de nieuwe koper dan werd genoteerd. Die overschrijving van de ene eigenaar naar de andere kostte veel tijd. Om de snelheid van de handel te bevorderen werden deze aandelenopnaam bij een administratiekantoor gedeponeerd, dat dan op zijn beurt die certificaten aan toonder uitgaf.

Het komt bij bepaalde ondernemingen – vaak familiebedrijven – nog voor dat er zo’n aandelenregister bestaat om de eenvoudige reden dat de familie wil weten wie de aandelen bezit en of er familieleden zijn die ze willen verkopen. Zo’n familie kan, als de nieuwe koper haar onwelgevallig is, die verkoop blokkeren.

Ook een verkleining van de coupures of nominale waarde – zoals bij een aandeaandelensplitsing lensplitsing – gaf aanleiding tot certificering.

Een ander voorbeeld zien wij al heel lang bij Amerikaanse effecten, waarbij de originele aandelen op naam van het administratiekantoor in Amerika bleven liggen en de certificaten ervan bij ons werden uitgegeven en verhandeld.

De soorten

• royeerbare certificaten;

• nietroyeerbare certificaten.

Een onderscheid valt te maken tussen royeerbare en nietroyeerbare certificaten.

47

ro

r y

o e

y erbare

r certificate

t n

De bezitter van royeerbare certificaten kan die verwisselen in originele aandelen. Dat doet hij als hij bijvoorbeeld zelf zijn stem in de aandeelhoudersvergadering wil uitbrengen en dit niet wil overlaten aan het administratiekantoor.

Een bedrijf dat zowel originele aandelen als certificaten heeft uitstaan, kan twee soorten aandeelhoudersvergaderingen uitschrijven: een voor de houders van de originele aandelen en een voor de certificaathouders. Doorgaans zijn die vergaderingen gecombineerd en geeft de uitoefening van het stemrecht geen problemen.

niet-ro

r y

o e

y erbare

r certificate

t n

In het geval van nietroyeerbare certificaten kan de certificaathouder deze niet royeren en dus niet verwisselen in de originele aandelen. Hij kan dan ook niet het stemrecht in de vergadering van houders van originele aandelen uitoefenen. De certificaathouder wordt dan in de aandeelhoudersvergadering vertegenwoordigd door het administratiekantoor.

Het administratiekantoor zorgt voorts voor:

• incassering van dividenden;

• betaalbaarstelling van deze dividenden aan de certificaathouders;

• uitoefening van het stemrecht in het belang van de certificaathouders.

Tegenwoordig gelden nietroyeerbare certificaten voor de uitgevende onderneming als belangrijke bescherming tegen ongewenste overnemingen. Dat kan wanneer er sprake is van ongewenste inmenging in de bedrijfsuitoefening. Wij noemen bijvoorbeeld bedrijven waar het landsbelang mee gemoeid is of bedrijven die een bepaalde politieke richting hebben en waar een ongewenste overneming kan leiden tot een politieke ommezwaai.

Prioriteitsaandelen

priorite

t itsaandelen

Een aantal bedrijven kent zogenoemde prioriteitsaandelen. Dat zijn aandelen die vaak bij de oprichting zijn uitgereikt aan de oprichters met de bedoeling dat zij de prioriteit hebben, het voorkeursrecht bij benoemingen van directieleden dan wel van toezichthouders op hen, de commissarissen. Deze aandelen zijn uiteraard in vaste handen en staan op naam.

Naarmate in de loop van de jaren de ondernemingen die deze aandelen hebben, groeien, is het doorgaans niet langer houdbaar dat het recht van voorkeur bij belangrijke benoemingen in handen blijft van een klein groepje mensen, afstammelinoprichte t rsbew

e ijzen