34
De kogels troffen Bourne met zoveel kracht dat hij omklapte. Een brandende pijn joeg door zijn lijf; hij moest even buiten kennis zijn geweest, want het eerste wat hij zag was dat Arkadin naar de rand van de krater was geklommen en op hem neerkeek met een vreemde blik waarin medelijden te zien was, misschien wel teleurstelling.
‘Kijk eens aan,’ zei hij terwijl hij op Bourne toe stapte, ‘Karpov gaat nergens meer heen en de mannen van Perlis zijn dood, zo niet al begraven. Ze zijn er allebei geweest. Dus nu gaat het tussen jou en mij, de eerste en de laatste afgestudeerde van Treadstone. Maar jij zweeft ook al op de drempel van de dood, nietwaar?’ Hij bukte. ‘Je bent medeplichtig aan de dood van Devra en dat heb ik je betaald gezet, maar er is nog iets wat ik wil weten voor je sterft. Hoeveel afgestudeerden zijn er nog? Tien? Twintig? Meer nog?’
Bourne kon nauwelijks praten, hij voelde zich als verlamd. Het jasje dat hij van Boris had gekregen was aan de voorkant helemaal besmeurd met bloed.
‘Ik weet het niet,’ wist hij eruit te persen. Ademhalen viel hem nog moeilijker dan hij had verwacht en de pijn was onvoorstelbaar. Nu hij het hart van het web had bereikt, nu hij wist wie de sluwe spin was die hier zijn subtiele draden spon, voelde hij zich hulpeloos.
‘Je weet het niet.’ Arkadin knikte zijn hoofd spottend opzij. ‘Ik zal je vertellen wat ik weet en, anders dan jij, wil ik het graag delen. Ik neem aan dat jij denkt dat ik de Folteraar heb ingehuurd, maar niets is zo ver bezijden de waarheid. Waarom zou ik iemand inhuren om iets van mij over te nemen terwijl ik sta te popelen om het zelf te doen? Dat snijdt toch geen hout? Maar dit snijdt wel hout: de Folteraar is ingehuurd door Willard. Ja, dat klopt, de man die jou op Bali weer heeft opgelapt, nadat je op wat voor manier dan ook een kogel in je hartstreek had overleefd. Hoe heb je dat trouwens voor elkaar gekregen? Maakt niet uit. Als je zo meteen dood bent, is het verder niet van belang.’
Granaten floten door de lucht – mogelijk mortiergranaten van de Iraniërs – en ontploften aan weerszijden van hen, op minder dan honderd meter afstand. Arkadin vertrok geen spier en knipperde niet eens met zijn ogen. Hij wachtte alleen even tot het geschreeuw wat afnam.
‘Waar was ik ook alweer? O, ja, Willard. Ik heb nog een nieuwsflits voor je: Willard wist dat ik in leven was en hij wist ook dat ik degene was die op Bali de trekker had overgehaald. Hoe wist hij dat? Typische Treadstone-methode: hij ondervroeg de man die ik had ingehuurd om te controleren of je werkelijk dood was. Hij belde me met de telefoon van mijn eigen vent, wat een lef heeft die klootzak!’
Niet ver daarvandaan kwamen motoren tot leven. De wieken van de Black Hawk begonnen te draaien. Nu wist Bourne waar Perlis gebleven was.
‘Je vraagt je af waarom hij je dat niet verteld heeft, neem ik aan. Hij was je aan het testen, zoals hij mij ook aan het testen was. Hij wilde zien hoe lang jij erover zou doen om mij op het spoor te komen, want hij wist al hoe lang het mij had gekost om jou te vinden.’ Arkadin leunde achterover op zijn hurken.
‘Slim onderkruipseltje, dat moet ik toegeven.’
‘Nu we elkaar wat beter hebben leren kennen, kunnen we er ook een punt achter zetten. Ik kan maar een beperkte hoeveelheid tijd doorbrengen met mijn dubbelganger zonder maagpijn te krijgen.’
Hij kwam overeind. ‘Ik ga je laten kruipen, maar weet niet helemaal zeker of je dat in je huidige toestand wel lukt.’
Op dat moment schoot Bourne overeind alsof hij verrezen was uit de dood, en hij stoof op hem af.
Geschokt richtte Arkadin opnieuw zijn SIG en schoot. Weer werd Bourne van de sokken geblazen, maar weer krabbelde hij overeind op een knie, daarna wist hij opnieuw te gaan staan.
‘Christus,’ zei Arkadin. In zijn ogen verscheen een gejaagde en gevaarlijke blik. ‘Wat ben je verdomme?’
Bourne probeerde het pistool te pakken te krijgen. Precies op dat moment klonk een schot. Arkadin tolde in het rond. Bloed droop uit een wond in zijn schouder. Hij schreeuwde, haalde uit naar Bourne, en vuurde toen twee schoten af op Boris Karpov, die ondanks zijn gebroken been tegen de wand van de zwartgeblakerde krater was opgekropen. Arkadins SIG produceerde een holle klik, het magazijn was leeg.
De Black Hawk steeg op en begon machinegeweersalvo’s af te vuren op de resterende manschappen van Arkadin. Voor de schutter aan boord van de helikopter maakte het kennelijk niet uit dat Arkadins mannen nog steeds in gevecht waren met de Iraanse bewakers – beide groepen werden systematisch neergemaaid.
Arkadin smeet de nutteloze SIG in Bournes gezicht en rende op de restanten van zijn manschappen af. Bourne kwam drie stappen achter hem aan en viel toen weer op zijn knieën. Zijn hart leek uiteen te spatten. Ondanks het kogelvrije kevlar-vest en de pakken varkensbloed die hij op aandringen van Karpov onder zijn jas had aangetrokken, had de inslagkracht van de vier schoten die Arkadin op hem had afgevuurd zijn oude wond weer opengetrokken. Hij kon nauwelijks ademhalen. De Black Hawk zwenkte om een nieuw salvo af te vuren op de mannen op de grond, maar inmiddels had Arkadin een projectiel in de raketwerper op zijn schouder geschoven. Bourne wist dat het voor Arkadin van essentieel belang was om de restanten van zijn manschappen te beschermen, zonder hen kon hij niets uitrichten, want in zijn eentje kon hij de olievelden niet bezet houden. Voor Bourne was dit een gelukkige meevaller, want zonder de tussenkomst van Arkadin was het slechts een kwestie van tijd geweest voor Perlis hem in het oog had gekregen en zijn schutter op hem had afgestuurd.
Met een uiterste krachtsinspanning, puur op wilskracht, kwam Bourne overeind, hij hipte op een kluwen dode soldaten af. Hij pakte een AK-47 beet en richtte die op Arkadin. Toen hij de trekker overhaalde, bleek het magazijn echter leeg. Hij wierp het geweer weg en wist bij een van de soldaten een Luger los te wringen uit het holster, controleerde of het pistool geladen was en rende toen in de richting van Arkadin, die met zijn benen in spreidstand stond, met de raketwerper op zijn rechterschouder.
Machinegeweersalvo’s uit de Black Hawk spoten door de lucht terwijl Bourne op hem af rende en de trekker van de Luger overhaalde, wat Arkadin dwong de raket rennend af te schieten. Misschien was de raketwerper beschadigd, of het projectiel, want het miste de helikopter. Zonder zijn pas te vertragen smeet Arkadin de raketwerper van zich af, en bijna in één vloeiende beweging trok hij een machinepistool van de schouder van een gesneuvelde soldaat. Nog steeds doorrennend vuurde hij op Bourne, wat deze dwong om dekking te zoeken. Arkadin bleef doorschieten tot de munitie op was, daarna kwam Bourne weer overeind en ook hij begon nu te rennen, hoewel hij vrijwel buiten adem was. Ook hij schoot al rennend, maar Arkadin verdween in een pluim dikke zwarte rook. Boven hun hoofd steeg de helikopter van Black River op en verdween in de richting van de olievelden.
Voor zover Bourne kon zien was er geen levende medewerker van Black River meer aanwezig en de manschappen van Arkadin lagen verstrooid over de rokende aarde. Bourne rende de rook in, maar zijn ogen begonnen meteen te tranen, zijn longen zwoegden en zijn ademhaling voelde onregelmatig. Op dat moment voelde hij iets op zich afkomen vanuit de zwarte rookwolken, en hij dook omlaag, net niet helemaal op tijd.
De dubbele vuistslag van Arkadin trof hem op de schouder, wat hem om zijn as deed tollen. De Luger was nu even nutteloos, en Arkadin plaatste een stoot tegen de zijkant van Bournes hoofd, waardoor hij nog verder aan het wankelen raakte. Bourne had het gevoel dat zowel zijn hoofd als zijn borst elk moment konden exploderen, maar toen Arkadin op de Luger afdook, gaf hij hem een lel met de loop, wat een lange en bloederige wond op de wang van Arkadin open ritste, zo diep dat hij bot kon zien.
Arkadin wankelde achterover, de dikke zwarte wolk in, en Bourne vuurde de laatste drie schoten uit de Luger af. Hij waadde door de rook, op zoek naar zijn vijand, en wankelde uiteindelijk de rookpluim weer uit. Hij keek in alle richtingen, maar Arkadin was nergens te zien.
Meteen zakte hij weer op zijn knieën, geveld door de pijn in zijn borst. Zijn hoofd hing omlaag, de pijn trok nu zijn hele lijf door. In zijn geest zag hij het vuur door hem heen kruipen, het dreigde hem volledig te verteren, en hij dacht aan wat Tracy had gezegd, toen ze in zijn armen lag te sterven: ‘In ons zwartste uur worden we levend verslonden door onze geheimen.’
En toen verscheen in het hart van dat vuur een gezicht – een gezicht van vuur. Het was het gelaat van Shiva, de god van vernietiging en verrijzenis. Was het Shiva zelf die hem weer overeind tilde? Dat zou hij nooit weten, want op het ene moment verkeerde hij aan de rand van de ineenstorting, terwijl hij even later weer op zijn benen stond, zwabberend weliswaar.
Direct zag hij Boris aan de rand van de krater liggen, zijn hoofd gedrenkt in bloed.
Bourne verdrong zijn eigen pijn en groef zijn handen onder de oksels van Karpov. Zo trok hij hem omhoog. Terwijl de lichtspoorkogels over zijn hoofd floten, zakte hij door zijn knieën om Boris over zijn schouder te kunnen trekken. Hij beet op zijn tanden om de vernietigende pijnen te doorstaan, en begon zijn weg te zoeken langs lijken en stervenden, nog smeulende resten mens, in de richting van de Russische helikopter.
Diverse keren moest hij stilhouden, vanwege de kogelregen uit een machinegeweer of omdat de pijn zijn hart omklemde als een te strak aangedraaide schroef en hij nauwelijks adem kon halen. Even moest hij steunen op één knie en toen klauwde de zwartgeblakerde hand van een soldaat – uit welk kamp viel onmogelijk op te maken – zich vast in de stof van zijn broek. Bourne probeerde die hand weg te vegen, maar de vingers bleven aan hem plakken, alsof ze ingesmeerd waren met lijm. Overal om hem heen leken half verbrijzelde gezichten zich naar hem toe te wenden, schreeuwend in het zwijgende lijden van hun doodsstrijd. Allemaal waren ze nu eender, deze slachtoffers van geweld dat in essentie altijd zinloos was. Alles waar zij voor stonden was nu onbeduidend gemaakt door de inwerking van bloed, vuur en chaos, die niet alleen hun menselijkheid hadden uitgewist, maar ook hun overtuigingen, dat wat hen dreef, of dat nu politiek was, religie of gewoon geld. Allemaal waren ze nu op één hoop gegooid, onder de lage hemel die uitpuilde van de as van hun landgenoten en hun vijanden.
Eindelijk wist hij zich aan de greep van de soldaat te ontworstelen en kon hij verder wankelen op zijn pijnlijke tocht door het zwartgeblakerde landschap. Zichtbaarheid werd een probleem, nu een vieze olieachtige rook de toch al smerige atmosfeer nog verder kwam verpesten. Als in een droom leek de Russische helikopter zich steeds scherper af te tekenen om dan weer te vervagen, eerst bijna binnen handbereik, daarna weer duizenden meters ver weg. Hij rende verder, hield stil, bukte hijgend voorover en rende toen weer verder, als Sisyfus die het rotsblok steeds bijna tot de top gerold krijgt, zonder die top ooit te bereiken. Zijn doel leek nog kilometers ver, en dus ging hij door, voetje voor voetje, strompelend en schrijdend onder het loodzware gewicht, zigzaggend door de zone des doods die het minioorlogje had aangericht. Eindelijk zag hij, met bijna barstende longen en tranende ogen, dat de mannen van Boris zich uit de dekking van hun helikopter waagden om hem en hun gevallen commandant tegemoet te komen. Ze haalden hem van Bournes gevoelloze schouder en die zakte meteen door zijn knieën. Twee van Boris’ mannen tilden hem overeind en goten wat water bij hem naar binnen.
Maar er stond hem nog meer slecht nieuws te wachten. De bemanning had zich gedwongen gezien de Havoc op te geven. De raketinslag had het toestel vleugellam gemaakt. Bourne keek in het rond terwijl hij weer op adem probeerde te komen en gebaarde hen in de richting van het toestel van Air Afrika, dat op driehonderd meter afstand geparkeerd stond.
Bij het toestel en de entreetrap kwamen ze niemand tegen. De deur stond gapend open. Binnen bleek waarom. De bemanning was vastgebonden met een prop in de mond, vermoedelijk door Arkadin en zijn mannen. Bourne gaf bevel ze te bevrijden.
Ze legden de kolonel neer op de vloer van het Air Afrikatoestel en de arts boog zich over hem heen om met zijn onderzoek te beginnen.
Na vijf zorgelijke minuten van testen en tasten keek hij omhoog, naar Bourne en naar de andere mannen die daar rondhingen. ‘Het is een simpele beenbreuk zonder complicaties,’ zei hij. ‘Ook de wond had erger kunnen zijn. De kogel is langs een zijde van zijn hoofd geschampt maar heeft de schedel niet doen barsten. Tot zover het goede nieuws.’ Zijn handen bleven in de weer met de gevallen commandant. ‘Het slechte nieuws is dat hij een ernstige hersenschudding heeft. Er is zich druk aan het opbouwen in zijn hersenen. Ik moet die druk verlichten door een klein gaatje te boren.’ Hij wees op een plek aan de rechterslaap van Boris. ‘Precies hier.’ Hij bekeek Bourne nog eens beter en klakte met zijn tong. ‘Ik kan alleen maar de allereerste hulp bieden. We moeten hem zo snel mogelijk in een ziekenhuis zien te krijgen.’
Bourne liep naar de cockpit en gaf de piloot en de navigator van Air Afrika opdracht terug te vliegen naar Khartoum. Ze begonnen meteen de checklist af te werken voor de terugvlucht. Een voor een kwamen de motoren tot leven.
‘Doet u alstublieft de gordel om,’ zei de arts toen Bourne terug kwam lopen. ‘Zodra ik de toestand van kolonel Karpov stabiel heb gekregen, kom ik naar u toe.’
Bourne was niet in de positie om tegen te sputteren. Hij stortte neer in een stoel, rukte zijn jasje uit en ontdeed zich van de pakken varkensbloed die de kogels van Arkadin hadden opengereten. Hij zegde een zwijgend gebed voor de zielenrust van het varken dat zijn leven gegeven had om het zijne te redden en kon niet beletten dat voor zijn geestesoog het grote, uit hout gesneden varken opdoemde dat hij bij het zwembad op Bali had gezien. Hij deed ook zijn kevlar-vest uit en sloot zijn veiligheidsriem, maar zijn blik week geen moment van de uitgestrekte gestalte van Karpov. Karpov zag er dodelijk bleek uit, overal was bloed. Voor het eerst in Bournes allesbehalve feilloze herinnering zag hij er echt kwetsbaar uit. Bourne vroeg zich af of hij er in Moira’s ogen ook zo had uitgezien nadat hij in Tenganan was neergeschoten.
Terwijl ze al over de startbaan reden, kreeg hij de tegenwoordigheid van geest om Soraya op te bellen met zijn satelliettelefoon om haar uit te leggen wat er gebeurd was.
‘Ik neem contact op met generaal LeBowe, de commandant van de geallieerde strijdkrachten en zeg hem dat hij pas op de plaats moet maken,’ zei Soraya. ‘Hij is een fatsoenlijk mens, hij zal wel naar me willen luisteren. Vooral als ik hem vertel dat we morgenochtend genoeg hard bewijs hebben dat de Kowsar 3 niet is afgevuurd door Iraanse terroristen maar door Black River.’
‘Veel mensen in de regering van de Verenigde Staten zullen rondlopen met eierstruif in het haar,’ verzuchtte Bourne lusteloos.
‘Met wat we nu in handen hebben hoop ik echt dat het voor een aantal van hen niet blijft bij eierstruif,’ zei Soraya. ‘Hoe dan ook, dat zou niet voor de eerste keer zijn en zeker niet voor de laatste keer.’
Ergens van buiten hoorde hij drie harde knallen. Door het perspexruitje zag hij dat Perlis een afscheidsgeschenk had achtergelaten: de Black Hawk had een raket afgevuurd op elk van de drie oliebronnen. Alle drie stonden ze nu in brand. Zonder twijfel wilde hij er zeker van zijn dat ze in geen enkel geval in handen van Arkadin zouden vallen, voor het geval die het zou overleven.
‘Jason, je hebt me verteld dat het goed komt met kolonel Karpov, maar hoe zit het met jou?’
Vanuit de passagiersruimte van het zojuist opgestegen toestel wist Bourne even niet wat hij moest zeggen.
Hoe vaak moet je sterven, dacht hij, voor je leert hoe je moet leven?
Zodra Moira het pakketje openscheurde met de titaniumplaatjes dat Soraya haar had gestuurd, wist ze dat ze nu het laatste stukje bewijsmateriaal in handen had waarmee ze Noah en Black River definitief kon uitschakelen. Dit waren inderdaad de identiteitsplaatjes van Black River. Ze decodeerde de namen en serienummers van de vier medewerkers en bracht de plaatjes, samen met de laptop van Humphry Bamber, waar Bardem op stond, naar de enige man die ze, voor zover ze dat wist, volledig kon vertrouwen: Frederick Willard.
Willard nam het bewijsmateriaal in ontvangst met een beheerste hoeveelheid vreugde en een merkwaardige gelijkmoedigheid, waaruit, zo scheen haar toe, een bepaalde mate van voorkennis te distilleren viel. Geleidelijk presenteerde Willard het bewijsmateriaal tegen Black River aan een veelheid van bronnen, om ervoor te zorgen dat het niet opzettelijk zoekgemaakt kon worden of anderszins verdonkeremaand.
Soraya en Amun Chalthoum keerden terug naar Caïro. Hoewel Soraya’s mensen een overstelpende hoeveelheid bewijsmateriaal hadden weten te vinden over de identiteit van Chalthoums vijand was het in persoonlijk opzicht voor hen geen gelukkige periode. Soraya besefte dat hij Egypte nooit zou verlaten en zich alleen in zijn geboorteland gelukkig kon voelen. Bovendien had hij nog een aantal politieke conflicten uit te vechten en ze wist dat hij zich daar, ook zonder haar steun, nooit aan zou onttrekken. Ze wist ook dat zijzelf nooit zou vertrekken uit Amerika om hier bij hem te gaan wonen.
‘Wat gaan we doen, Amun?’ vroeg ze.
‘Ik weet het niet, azizti. Ik hou van je zoals ik nog nooit van iemand heb gehouden. Jou te verliezen is een onverdraaglijke gedachte.’ Hij pakte haar hand vast. ‘Kom hierheen. Trek bij mij in. We trouwen en jij krijgt baby’s en die voeden we samen op.’
Ze moest lachen en schudde haar hoofd. ‘Je weet dat ik hier niet gelukkig zou zijn.’
‘Denk eens aan die prachtige kinderen die we zouden krijgen, azizti.’
Weer moest ze lachen. ‘Gekkerd.’ Ze zoende hem op de lippen. Ze had het bedoeld als een vriendschappelijk zoentje, maar het werd iets anders, iets diepers, een langdurige extase.
Toen ze elkaar eindelijk loslieten zei ze: ‘Ik heb een idee. We ontmoeten elkaar elk jaar een week, steeds op een andere plek, waar je maar wilt.’
Hij keek haar lang aan. ‘Azizti, iets anders zit er voor ons niet in, hè?’
‘Is het niet genoeg? Het moet genoeg zijn, dat moet je inzien.’
‘Ik zie het heel goed in.’ Hij slaakte een zucht en klemde haar stevig tegen zich aan. ‘We gaan er gewoon voor zorgen dat het genoeg is, denk je niet?’
Drie dagen later raasde het Black River-schandaal als een wervelstorm door het nieuws en door het internet. Het overschaduwde zelfs het ontbinden van de geallieerde strijdmacht aan de grenzen van Iran, want dat was al doodgeanalyseerd door de deskundigen van de praatprogramma’s.
‘Het is zover,’ zei Peter Marks, ‘Black River en minister Halliday gaan allebei voor de bijl.’
Hij was verbaasd toen Willard daarop reageerde met een ondoorgrondelijke blik. ‘Ik hoop dat je niet staat te springen om onder onze afspraak uit te komen, goudhaantje.’
Die cryptische opmerking werd een paar uur later al duidelijk, toen minister van Defensie Bud Halliday een persconferentie hield om de rol te veroordelen van Black River in wat hij omschreef als een ‘verpletterende vorm van machtsmisbruik die de perken van de officiële doelstelling van het bedrijf zo ver te buiten gaat dat stappen zijn gezet om het te ontbinden. Ik heb persoonlijk gesproken met de minister van Justitie en die heeft me bericht dat er momenteel zowel strafrechtelijke als civiele vorderingen worden uitgewerkt tegen medewerkers van Black River, onder wie ook de leidinggevenden. Ik wil het Amerikaanse volk volstrekt duidelijk maken, zonder enig voorbehoud, dat de NSA besloten heeft om Black River in te schakelen, in goed vertrouwen, en op grond van de stellige verklaring van deze organisatie dat men contact had met de leiders van een democratische beweging in Iran en dat men met hen een overeenkomst had gesloten. Er is documentatie verschaft over data, tijdstippen, namen van de leiders en besproken onderwerpen, die ik integraal heb overgedragen aan de minister van Justitie als bewijsmateriaal tegen Black River. Ik wil het Amerikaanse volk de strikte verzekering geven dat noch ikzelf noch wie dan ook binnen de NSA op enig moment heeft geweten dat al deze documentatie louter berust op verzinsels van Black River. Op dit moment wordt een commissie van deskundigen ingesteld om de hele zaak te onderzoeken. Ik beloof u vandaag plechtig dat de uitvoerders van dit onvoorstelbare complot gestraft zullen worden met alle middelen die de wet daartoe ter beschikking staan.’
Het zal niet verbazen dat Hallidays openbare verklaring nooit werd gelogenstraft: nooit werd aangetoond dat er meer banden bestonden tussen Black River en NSA – en vooral Halliday – dan deze zelf had erkend. Tot verbazing van Marks werden alleen Kerry Mangold en Dick Braun door de minister van Justitie vervolgd als leidinggevenden. De naam van Oliver Liss, de derde man in het driemanschap van Black River, viel nooit ofte nimmer.
Toen Marks daar vragen over stelde aan Willard, stuitte hij weer op diezelfde ondoorgrondelijke blik, wat hem noopte om Google af te grazen op verhalen over Black River. Wat hij na uitputtend speurwerk boven tafel wist te krijgen was een miniem artikeltje in The Washington Post van een paar weken terug, waarin stond dat Liss plotseling ‘om persoonlijke redenen’ zijn ontslag had ingediend bij het bedrijf waar hij medeoprichter van was. Wat hij ook probeerde, nergens wist Marks ook maar de minste aanwijzing te achterhalen wat die persoonlijke redenen zouden kunnen inhouden.
Op dat moment vertelde Willard hem, met een vette grijns, dat die redenen ook helemaal niet bestonden.
‘Ik hoop dat je gereed bent om met het werk te beginnen,’ zei Willard, ‘want Treadstone heeft weer het nodige te doen.’