2
Ik hoef toch niet in mijn eentje te lijden?
Brooke liep de gang op van de afdeling verloskunde van NYU Langone Medical Center en trok het gordijntje achter zich dicht. Dat was nummer acht, nog drie te gaan. Ze bladerde in de resterende dossiers: een zwangere tiener, een vrouw met zwangerschapsdiabetes en een moeder die problemen had met de borstvoeding voor haar pasgeboren tweeling. Ze keek op haar horloge en maakte een rekensommetje: als alles zo soepel verliep als ze verwachtte, zou ze zowaar op een fatsoenlijke tijd weg kunnen.
‘Mevrouw Alter?’ riep haar patiënte van achter het gordijn.
Brooke liep terug naar binnen.
‘Ja, Alisha?’ Ze trok haar witte jas steviger om zich heen en begreep niet dat de jonge vrouw niet lag te bibberen in haar flinterdunne onderzoekshemd.
Alisha staarde handenwringend naar haar schoot en zei: ‘Die vitaminen die ik tijdens de zwangerschap moet slikken, die zo belangrijk zijn… ook al heb ik ze niet vanaf het begin geslikt…’
Brooke knikte. ‘Ik weet dat het niet meevalt om positief te blijven als je een stevige griep hebt,’ zei ze terwijl ze naar het bed van het meisje liep, ‘maar daardoor ben je in ieder geval wel bij ons terechtgekomen en heb je de kans gekregen om alsnog met vitaminen te beginnen en een planning te maken voor de rest van je zwangerschap.’
‘Ja, maar eh… hebben jullie niet iets van monsterverpakkingen voor me?’ Alisha meed haar blik.
‘O, ik denk dat dat geen probleem is.’ Brooke glimlachte vanwege haar patiënte, maar ze was kwaad op zichzelf omdat ze niet had gevraagd of Alisha de supplementen wel kon betalen. ‘Eens kijken, je hebt nog zestien weken te gaan… Ik zal de juiste hoeveelheid bij de zusterspost klaarleggen, is dat goed?’
Alisha keek opgelucht. ‘Dank u wel,’ zei ze zacht.
Brooke gaf een kneepje in de arm van het meisje en liep weer achter het gordijn vandaan. Nadat ze de vitaminepillen voor Alisha had klaargelegd, trok ze een sprintje naar het kale pauzekamertje van de diëtisten op de vijfde verdieping: een hok zonder ramen met een vierpersoons formica tafel, een kleine koelkast en een rij kledingkastjes. Als ze opschoot, kon ze snel wat te eten en een kop koffie naar binnen werken zonder te laat te komen voor haar volgende afspraak. Tot haar opluchting was de pauzeruimte verlaten en de koffiepot vol, en Brooke pakte een Tupperware-bakje met voorgesneden appelpartjes uit haar kastje en begon ze te besmeren met biologische pindakaas uit een kleine meeneemverpakking. Net toen ze haar mond vol had, ging haar telefoon.
‘Is er iets gebeurd?’ vroeg ze zonder begroeting. Het klonk gedempt door het eten.
Haar moeder zweeg even en zei toen: ‘Moet dat dan?’
‘Ik heb het nogal druk hier, mam, en je weet dat ik niet graag telefoneer op mijn werk.’ De ziekenhuisintercom overstemde de tweede helft van haar zin.
‘Wat was dat? Ik kan je niet verstaan.’
Brooke zuchtte. Niks, laat maar. Vertel het eens.’ Ze zag in gedachten haar moeder door het keukentje van haar appartment in Philadelphia ijsberen, in haar eeuwige kakibroek en op gezondheidssandalen, dezelfde stijl die ze al haar hele leven droeg. Hoewel ze haar dagen vulde met een oneindige stroom leesclubs, theaterclubjes en vrijwilligerswerk, leek het wel of haar moeder tegenwoordig veel te veel tijd over had, die ze grotendeels vulde met het bellen van haar kinderen, om hun te vragen waarom ze háár niet belden. Het was heel fijn dat haar moeder genoot van haar pensioen, maar voor Brooke was het een stuk gemakkelijker geweest toen ze nog dagelijks van zeven tot drie lesgaf.
‘Wacht even…’ Haar moeders stem stierf weg en maakte even plaats voor die van Oprah, voordat ook zij er abrupt het zwijgen toe deed. ‘Zo.’
‘Jee, je hebt Oprah afgezet. Dan moet het wel belangrijk zijn.’
‘Ze heeft alweer een interview met Jennifer Aniston. Ik kan er niet meer naar luisteren. Ze is over de breuk met Brad heen, ze vindt het heerlijk om veertigplusser te zijn en ze heeft zich nog nooit zo goed gevoeld. Dat weten we nu wel. Waarom moet ze daar dan steeds weer over beginnen?’
Brooke moest lachen. ‘Mam, vind je het goed als ik je vanavond terugbel? Ik heb nog maar een kwartier pauze.’
‘Natuurlijk, lieverd. Dan vertel ik je straks wel over je broer.’
‘Is er iets vervelends met Randy?’
‘Niks vervelends – integendeel. Maar ik weet dat je het druk hebt, dus we hebben het er straks wel over.’
‘Mam…’
‘Het was stom van me om je te bellen terwijl je dienst hebt. Ik had er niet…’
Brooke zuchtte diep en glimlachte in zichzelf. ‘Moet ik gaan smeken?’
‘Liefje, als het nu niet uitkomt, dan komt het niet uit. Ik spreek je wel als je wat minder gespannen bent.’
‘Oké mam, ik smeek je om me te vertellen wat er met Randy is. Letterlijk. Vertel me alsjeblieft wat er aan de hand is. Alsjeblieft.’
‘Nou, omdat je zo aandringt… Goed, ik zal het je vertellen. Randy en Michelle zijn in verwachting. Zo, je hebt het uit me gekregen.’
‘Wát zeg je?’
‘Zwanger, schat. Ze verwachten een kind. Het is nog heel pril – zeven weken, geloof ik – maar volgens de dokter ziet het er goed uit. Is het niet fantastisch?’
Brooke hoorde dat op de achtergrond de televisie weer werd aangezet, zachter deze keer, maar ze kon duidelijk de herkenbare lach van Oprah horen.
‘Fantastisch?’ Brooke legde het plastic mesje weg. ‘Ik weet niet of ik dat woord zou gebruiken. Ze hebben pas een half jaar iets met elkaar. Ze zijn niet getrouwd. Ze wonen niet eens samen!’
‘Sinds wanneer ben jij zo preuts?’ vroeg mevrouw Greene, en ze klakte met haar tong. ‘Als iemand me had verteld dat mijn hoogopgeleide, stadse dochter van dertig zo traditioneel ingesteld was, zou ik het niet geloofd hebben.’
‘Mam, zo “traditioneel” is het nou ook weer niet dat mensen wachten met het verwekken van kinderen tot ze een stabiele relatie hebben.’
‘Brooke, maak je niet zo druk. Niet iedereen is in de gelegenheid om al op zijn vijfentwintigste te trouwen – en misschien is dat maar goed ook. Randy is achtendertig en Michelle bijna veertig. Denk je dat iemand zich dan druk maakt om zo’n stom boterbriefje? We weten inmiddels allemaal dat dat ook weinig garanties biedt.’
Brookes hoofd vulde zich met de gedachte aan een aantal zaken: de scheiding van haar ouders bijna tien jaar geleden, nadat haar vader bij haar moeder was weggegaan voor de verpleegster van de middelbare school waar ze allebei lesgaven; de dag dat haar moeder tegen Brooke had gezegd, vlak na haar verloving met Julian, dat vrouwen tegenwoordig ook heel gelukkig konden zijn zonder te trouwen, en de vurige wens van haar moeder dat ze zou wachten met kinderen tot haar carrière rotsvast was. Het was interessant om te merken dat er voor Randy kennelijk heel andere regels en adviezen golden.
‘Weet je wat ik echt grappig vind?’ vroeg haar moeder meteen er achteraan. ‘De gedachte dat Cynthia en je vader misschien, heel misschien, ook wel een baby krijgen. Gezien haar jonge leeftijd, bedoel ik. Dan heb je een broer en een vader die allebei een kind verwachten. Hoeveel vrouwen kunnen dat nou zeggen, Brooke?’
‘Mam…’
‘Serieus, lieverd, het is toch behoorlijk ironisch – hoewel, ik weet niet of “ironisch” het juiste woord is, maar het is zeker toevallig – dat de vrouw van je vader een jaar jonger is dan Michelle?’
‘Mam! Hou alsjeblieft op. Je weet best dat pa en Cynthia geen kinderen nemen – hij is verdorie bijna vijfenzestig en zij wil niet eens…’ Brooke hield glimlachend haar mond en schudde haar hoofd. ‘Ach trouwens, misschien heb je wel gelijk. Misschien doen pa en Cynthia er ook aan mee. Dan kunnen Randy en pa samen innige gesprekken voeren over voedingstijden en middagslaapjes. Schattig, hoor.’
Ze wachtte even en werd niet teleurgesteld.
Haar moeder snoof. ‘Schei toch uit. In de tijd dat jullie nog een baby waren heeft die kerel nooit een luier van dichtbij gezien, behalve in de Pampers-reclame. Mannen veranderen niet, Brooke. Je vader bemoeit zich niet met dat kind tot het oud genoeg is om zich een politieke mening te vormen. Maar voor je broer is er wel hoop, denk ik.’
‘Ja, laten we het hopen. Ik bel hem vanavond wel om hem te feliciteren, maar nu…’
‘Nee!’ krijste mevrouw Greene. ‘Dit gesprek heeft nooit plaatsgevonden. Ik heb hem beloofd jou niks te vertellen, dus reageer alsjeblieft verbaasd als hij je belt.’
Brooke zuchtte glimlachend. ‘Heel loyaal van je, mam. Wil dat zeggen dat je al mijn vertrouwelijke mededelingen ook doorbrieft aan Randy?’
‘Natuurlijk niet. Alleen als ze heel interessant zijn.’
‘Je wordt bedankt.’
‘Ik hou van je, lieverd. En denk erom: dit blijft onder ons.’
‘Beloofd. Erewoord.’
Brooke hing op en keek op haar horloge: vijf voor vijf. Nog vier minuten tot haar volgende consult. Ze wist dat ze niet meteen zou moeten bellen, maar ze kon gewoon niet wachten.
Zodra ze het nummer had ingetoetst, schoot het haar te binnen dat Randy soms na zijn werk op school bleef om het voetbalelftal te coachen, maar hij nam al na één keer rinkelen zijn telefoon op. ‘Hé Brookie, heb je nieuws?’
‘Of ík nieuws heb? Ik niet, nee. Maar het gaat er nu even om wat jij voor nieuws te melden hebt.’
‘Jezus! Ik heb haar acht hele minuten geleden ingelicht en ze heeft me gezwóren dat ik het jou zelf zou mogen vertellen.’
‘Ach ja, en ik heb gezworen dat ik niet tegen jou zou zeggen dat ze het toch heeft doorverteld, bla bla bla. Gefeliciteerd, grote broer van me!’
‘Dank je wel. We zijn allebei behoorlijk opgewonden. We hebben wel de zenuwen – het is een stuk sneller gegaan dan we hadden verwacht – maar we zien het helemaal zitten.’
Brooke hield even haar adem in. ‘Hoe bedoel je, sneller dan verwácht? Hadden jullie dit gepland dan?’
Randy moest lachen. Ze hoorde hem ‘een ogenblikje’ zeggen tegen iemand op de achtergrond, een leerling waarschijnlijk, en toen antwoordde hij: ‘Ja, ze is vorige maand gestopt met de pil. Volgens de dokter zou het zeker een paar maanden duren voordat haar cyclus weer regelmatig werd, en het was niet eens zeker dat ze zwanger kon worden, gezien haar leeftijd. We hadden nooit gedacht dat het meteen raak zou zijn…’
Het was onwerkelijk om haar grote broer – een gezworen vrijgezel die zijn huis vol had staan met oude voetbaltrofeeën en die meer vierkante meters had ingeruimd voor zijn pooltafel dan voor zijn keuken – te horen vertellen over menstruatiecycli, de pil en de mening van de dokter. Vooral omdat iedereen zijn geld zou hebben gezet op Brooke en Julian als de meest voor de hand liggende kandidaten om met zo’n belangrijke mededeling te komen…
‘Wauw. Wat kan ik nog meer zeggen? Wauw.’ Het was inderdaad het enige wat ze nu durfde te zeggen; ze was bang dat haar stem zou haperen en dat Randy dat verkeerd zou opvatten.
Ze was zo blij voor hem dat ze een brok in haar keel kreeg. Toegegeven, hij had altijd goed voor zichzelf gezorgd en had niet ongelukkig geleken, maar Brooke had zich vaak zorgen gemaakt omdat hij zo alleen was. Hij woonde in een buitenwijk, omringd door gezinnetjes, en al zijn oude studiegenoten hadden al lang kinderen. Haar band met Randy was niet zo hecht dat ze zulke dingen samen bespraken, maar ze had zich altijd afgevraagd of hij graag een gezin zou willen, of dat hij tevreden was met zijn leventje als single. Nu ze hem zo enthousiast hoorde praten, bevestigde dat voor haar dat hij er vreselijk naar verlangd moest hebben, en ze was bang dat ze in tranen zou uitbarsten.
‘Ja, cool hè? Zie je het al voor je, dat ik die kleine leer rugbyen? Ik ga al heel vroeg een bal voor hem kopen. Van leer, geen goedkope rommel. Tegen de tijd dat zijn handjes groot genoeg zijn, is hij er helemaal klaar voor.’
Brooke begon te lachen. ‘Je hebt er dus nog niet bij stilgestaan dat er ook een behoorlijk grote kans bestaat dat het een meisje is?’
‘Er zijn nog drie andere docenten op school die een kind verwachten, en zij krijgen allemaal een jongen,’ zei hij.
‘Interessant. Maar ben je ervan op de hoogte dat er geen natuurwet bestaat die garandeert dat het feit dat jullie dezelfde werkomgeving hebben er ook toe leidt dat jullie toekomstige kinderen allemaal van hetzelfde geslacht zijn?’
‘Daar ben ik nog niet zo zeker van…’
Ze moest weer lachen. ‘Willen jullie weten wat het is? Of is het te vroeg om die vraag te stellen?’
‘Nou, aangezien ik toch al weet dat het een jongetje is, is dat eigenlijk niet relevant. Maar Michelle wil dat het een verrassing blijft, dus we wachten af.’
‘Ha, leuk. Wanneer wordt de kleine verwacht?’
‘Op 25 oktober. Een Halloween-kindje. Dat brengt geluk, denk ik.’
‘Dat denk ik ook,’ zei Brooke. ‘Ik noteer het meteen op de kalender: 25 oktober word ik tante.’
‘Hé Brookie, hoe zit het met jullie? Het zou leuk zijn als we neefjes en nichtjes hadden in dezelfde leeftijdscategorie. Zit dat er nog in?’
Ze wist dat het voor Randy niet gemakkelijk was om haar zo’n persoonlijke vraag te stellen, dus ze keek wel uit om hem erop aan te vallen, maar hij had een gevoelige snaar geraakt. Toen Julian en zij gingen trouwen, respectievelijk zeventwintig en vijfentwintig jaar oud, had ze altijd gedacht dat ze rond haar dertigste een kind zouden krijgen. Maar haar dertigste verjaardag was al voorbij en ze waren er nog helemáál niet mee bezig. Een paar keer had ze het onderwerp bij Julian aangesneden, terloops, om hem én zichzelf niet te veel onder druk te zetten, maar zijn reactie was al even terloops geweest: ja, een baby zou leuk zijn, ‘ooit’, maar nu konden ze zich beter op hun carrière richten. Dus hoewel ze graag een kind wilde – eerlijk gezegd wilde ze niets liever, zeker nu, nu ze het nieuws van Randy had gehoord – maar ze had Julians tekst overgenomen.
‘O, ik wil zeker ooit een kind,’ zei ze zo nonchalant mogelijk, precies het tegenovergestelde van hoe ze zich voelde. ‘Maar dit is voor ons niet het juiste moment. We zijn erg op ons werk gericht, weet je wel?’
‘Tuurlijk,’ zei Randy, en Brooke vroeg zich af of hij wist hoe het echt zat. ‘Jullie moeten doen wat voor jullie het beste is.’
‘Ja. Zeg, eh… sorry dat ik zo gehaast ben, maar mijn pauze is voorbij en ik ben al laat voor een consult.’
‘Geeft niet, Brookie. Bedankt voor het bellen. En voor je enthousiasme.’
‘Doe niet zo raar. Jíj bedankt voor het geweldige nieuws. Je hebt mijn dag goedgemaakt – nee, mijn hele maand. Ik vind het fantastisch voor jullie! Ik bel vanavond nog wel om Michelle te feliciteren, goed?’
Ze hingen op en Brooke begon aan de tocht terug naar de vijfde verdieping. Ze bleef maar vol ongeloof haar hoofd schudden terwijl ze daar liep. Waarschijnlijk zag ze eruit als een gestoorde, maar dat zou amper de aandacht trekken in het ziekenhuis. Randy werd vader!
Het liefst had ze Julian gebeld om hem het nieuws te vertellen, maar hij had daarstraks heel gestrest geklonken en ze had nu sowieso geen tijd. Een van de andere voedingsdeskundigen was op vakantie en er was die ochtend een onverklaarbaar hoog aantal geboortes geweest – bijna twee keer zo veel als anders – waardoor haar dag om leek te vliegen. Gelukkig maar; hoe drukker ze het had, hoe minder tijd ze overhield om te beseffen hoe uitgeput ze was. Bovendien was het een heerlijke uitdaging, die bedrijvigheid op de afdeling, en ook al klaagde ze tegen Julian en haar moeder, stiekem genoot ze ervan: al die verschillende patiënten uit alle lagen van de bevolkings, die om de meest uiteenlopende redenen in het ziekenhuis waren, maar allemaal behoefte hadden aan iemand die een dieet voor hen kon samenstellen dat nauwkeurig was afgestemd op hun specifieke situatie of aandoening.
De cafeïne had de gewenste uitwerking, en Brooke handelde haar laatste drie afspraken snel en efficiënt af. Ze had net haar witte jas uitgetrokken en verruild voor een spijkerbroek en trui toen een van haar collega’s, Rebecca, in de koffiekamer kwam melden dat hun baas haar wilde spreken.
‘Nu?’ vroeg Brooke. Ze zag in gedachten haar avond al in het water vallen.
De dinsdag en donderdag waren heilig voor haar: het waren de enige twee dagen in de week dat ze niet vanuit het ziekenhuis naar de andere kant van de stad hoefde voor haar tweede baan als extern voedingsdeskundige aan Huntley Academy, een van de meest elitaire particuliere meisjesscholen in de Upper East Side. De ouders van een oud-leerling die aan anorexia was gestorven toen ze in de twintig was, hadden een fonds opgezet voor een experimenteel programma waarin twintig uur per week een voedingsdeskundige aanwezig was op school, om de meisjes bij te staan op het gebied van gezonde voeding en de manier waarop ze tegen hun figuur aan keken. Brooke was de tweede werknemer binnen dat tamelijk nieuwe programma, en al had ze de baan aanvankelijk alleen aangenomen om het gezamenlijke inkomen van Julian en haar aan te vullen, ze merkte dat ze langzamerhand gehecht begon te raken aan de leerlingen. Natuurlijk kreeg ze wel eens genoeg van de woede, de pijnlijke situaties en de niet-aflatende obsessie met eten, maar ze probeerde zichzelf er altijd aan te herinneren dat deze jonge patiënten niet beter wisten. Bovendien had de baan een bonus: ze kon ervaring opdoen met tieners en pubers, iets waar het haar nog aan ontbrak.
Maar op dinsdag en donderdag werkte ze dus alleen in het ziekenhuis, van negen tot zes. De andere drie dagen van de week begon ze eerder, in verband met haar tweede baan. Dan was ze van zeven uur ’s morgens tot drie uur ’s middags in het ziekenhuis te vinden, waarna ze twee treinen en een bus dwars door de stad nam naar Huntley, waar ze leerlingen – en soms hun ouders – ontving tot een uur of zeven ’s avonds. Hoe vroeg ze zichzelf ook dwong om naar bed te gaan en hoeveel koffie ze ook naar binnen goot na het opstaan, ze was voortdurend uitgeput. Het leven met twee banen was slopend, maar ze schatte dat ze nog maar een jaar hoefde te werken voordat ze genoeg ervaring zou hebben opgedaan om een eigen praktijk als pre- en postnatale voedingsdeskundige te openen, iets waarvan ze al droomde sinds de allereerste dag van haar studie en waar ze sinds die tijd ijverig naartoe aan het werken was.
Rebecca knikte medelevend. ‘Ze vroeg of je wilde langskomen voor je vertrekt.’
Brooke pakte snel haar spullen bij elkaar en ging weer naar de vijfde verdieping.
‘Margaret?’ riep ze toen ze op de deur van het kantoor klopte. ‘Rebecca zei dat je me wilde spreken.’
‘Kom binnen, kom binnen,’ zei haar baas, en ze schoof wat papieren opzij op haar bureau. ‘Sorry dat ik je ophoud, maar ik nam aan dat je wel de tijd zou willen nemen voor goed nieuws.’
Brooke liet zich in de stoel tegenover Margaret zakken en wachtte af.
‘Ik ben klaar met de berekeningen van alle patiëntenevaluaties en het doet me deugd je te melden dat jij de hoogste cijfers hebt gekregen van alle medewerkers van de afdeling diëtetiek.’
‘Echt waar?’ Brooke kon haast niet geloven dat ze, met zes collega’s, op de eerste plaats was gekomen.
‘De anderen kwamen niet eens in de buurt.’ Margaret deed afwezig wat lippenbalsem op, smakte even haar lippen op elkaar en richtte haar blik toen weer op de papieren. ‘Eenennegentig procent van je patiënten noemt je consulten “uitstekend” en de andere negen procent vond ze “goed”. De nummer twee op de lijst had een percentage “uitstekend” van tweeëntachtig.’
‘Goh,’ zei Brooke. Ze was zich ervan bewust dat ze nu moest proberen bescheiden over te komen, maar ze kon de glimlach niet van haar gezicht af krijgen. ‘Wat een goed nieuws. Daar ben ik heel blij mee.’
‘Wij ook, Brooke. Buitengewoon blij, en ik wilde je laten weten dat je prestaties niet onopgemerkt blijven. Je krijgt nog steeds patiënten van de intensive care, maar vanaf volgende week mag je van de psychiatrische afdeling overstappen naar neonatologie. Ik neem aan dat je het daar wel mee eens bent?’
‘O ja, dat zou ik heel fijn vinden!’
‘Zoals je weet, hebben twee van je collega’s een hogere senioriteit dan jij, maar niemand anders heeft jouw achtergrond en ervaring. Ik denk dat je er zeer geschikt voor bent.’
Brooke kon er niets aan doen: ze straalde. Eindelijk wierp het vruchten af, haar extra studiejaar voedingsleer gericht op kinderen, tieners en pasgeborenen, en haar vrijwillige dubbele stage op de kinderafdeling. ‘Margaret, ik weet niet hoe ik je moet bedanken. Voor alles. Beter nieuws had je me niet kunnen bezorgen.’
Haar baas begon te lachen. ‘Nog een fijne avond. Ik zie je morgen.’
Terwijl ze naar de metro liep, zond Brooke stilzwijgend een bedankje naar boven, zowel voor haar semipromotie als voor het feit – bijna nog fijner – dat ze van die gevreesde diensten op psychiatrie af was.
Nadat ze was uitgestapt op Times Square baande ze zich snel een weg door de mensenmeningte naar de uitgang van de metro, waarbij ze strategisch koos voor haar vaste trap aan de kant van 43rd Street, die het dichtst bij haar appartement lag. Er ging geen dag voorbij dat ze hun oude flat in Brooklyn niet miste; ze had vrijwel alles leuk gevonden aan Brooklyn Heights en vond bijna alles in Midtown West vreselijk – maar zelfs zij moest toegeven dat de dagelijkse reis van en naar hun werk voor Julian en voor haar iets minder hels was geworden.
Het verbaasde haar dat Walter, haar driekleurige spaniël met een zwarte vlek rondom één oog, niet blafte toen ze haar sleutel in het slot van de voordeur stak. Hij kwam ook niet aangehold om haar te begroeten.
‘Walter Alter! Waar zit je?’ Ze maakte kusgeluidjes en wachtte af. Ergens in het appartement klonk muziek.
‘We zitten in de huiskamer,’ riep Julian terug. Zijn antwoord ging vergezeld van wild gekef van Walter.
Brooke liet haar tas vallen zodra ze binnen was, schopte haar hakken uit en zag toen dat de keuken aanmerkelijk schoner was dan ze hem had achtergelaten.
‘Hé! Ik wist niet dat jij vanavond vroeg thuis zou zijn,’ zei ze toen ze naast Julian op de bak ging zitten. Ze boog zich naar hem toe om hem te kussen, maar Walter kwam ertussen en likte aan haar mond.
‘Hmm, dank je wel, Walter. Ik voel me echt welkom.’
Julian zette het geluid van de televisie uit en keek haar aan. ‘Ik wil ook best aan je gezicht likken, hoor. Waarschijnlijk kan mijn tong niet tippen aan die van een spaniël, maar ik wil het graag proberen.’ Hij grijnsde naar haar, en Brooke verwonderde zich over de vlinders die ze nog steeds voelde als hij zo glimlachte, na al die jaren nog.
‘Verleidelijk, moet ik zeggen.’ Ze dook om Walter heen en slaagde er zowaar in Julian op zijn mond te kussen, die vlekkerig was van de wijn. ‘Je klonk zo gestrest daarstraks. Ik ging ervan uit dat je veel later thuis zou zijn. Er is toch niets gebeurd?’
Hij stond op, liep naar de keuken en kwam terug met een tweede wijnglas, dat hij inschonk en aan Brooke gaf. ‘Nee, hoor. Ik besefte vanmiddag toen we hadden opgehangen dat het al bijna een week geleden is dat we een avond samen zijn geweest. Daar wilde ik wat aan doen.’
‘Echt waar?’ Ze had al dagenlang dezelfde gedachte, maar ze had niet willen klagen nu Julian op een cruciaal punt in het productieproces was aanbeland.
Hij knikte. ‘Ik mis je, Roek.’
Ze sloeg haar armen om zijn nek en kuste hem nogmaals. ‘Ik mis jou ook. Ik ben zo blij dat je vanavond vroeg naar huis gekomen bent. Zullen we noedels gaan eten?’
Met het oog op hun budget kookten Julian en zij zo vaak mogelijk zelf, maar ze waren het erover eens dat het goedkope noedeltentje op de hoek niet echt telde als uit eten gaan.
‘Vind je het erg om thuis te blijven? Ik heb me verheugd op een rustig avondje samen.’ Hij nam nog een slokje wijn.
‘Tuurlijk, prima. Ik zal het goed met je maken…’
‘O jee, nou komt het.’
‘Ik ga wel staan sloven boven dat warme fornuis om een heerlijke, voedzame maaltijd voor je te bereiden als jij belooft straks een half uur lang mijn rug en mijn voeten te masseren.’
‘Sloven boven een warm fornuis? Jij hebt binnen twee minuten een roerbakschotel met kip op tafel staan. Dat is geen eerlijke ruil.’
Brooke haalde haar schouders op. ‘Dan niet. Er staat nog een pak cornflakes, maar de melk is op, geloof ik. Ach, je kunt altijd nog popcorn maken.’
Julian zei tegen Walter: ‘Jij beseft niet hoe goed je het hebt, jongen. Jou laat ze niet werken in ruil voor je brokken.’
‘De prijs is zojuist gestegen naar een half uur.’
‘Het was al een half uur,’ zei Julian klaaglijk.
‘Dat was in totáál. Nu is het een half uur voeten en een half uur rug.’
Julian deed alsof hij een afweging maakte. ‘Als je er drie kwartier van maakt…’
‘Iedere poging tot afdingen voegt alleen maar extra tijd toe.’
Hij stak zijn handen op. ‘Dan hebben we helaas geen deal.’
‘O nee? Ga je vanavond voor jezelf zorgen?’ vroeg ze met een grijns. Julian leverde een gelijke bijdrage als het ging om schoonmaken, rekeningen betalen en de zorg voor de hond, maar koken kon hij niet, en dat wist hij zelf ook.
‘Toevallig wel, ja. Voor ons allebei, eigenlijk. Sterker nog: ik heb voor je gekookt vanavond.’
‘Wat zeg je?’
‘Je hebt me wel gehoord.’ Ergens in de keuken begon een timer te piepen. ‘En het is net klaar. Gaat u zitten,’ zei hij hoogdravend, met een zogenaamd Brits accent.
‘Ik zit al.’ Ze leunde achterover op de bank en legde haar voeten op de salontafel.
‘O ja,’ riep Julian opgewekt vanuit hun krappe keukentje. ‘Ik zie dat je de chique eetkamer al hebt gevonden. Mooi zo.’
‘Kan ik je ergens mee helpen?’
Julian kwam teruggelopen met een glazen ovenschaal tussen twee ovenwanten. ‘Eenmaal penne al forno voor mijn liefje…’ Hij wilde de schaal op het onbehandelde hout zetten; Brooke kon nog net op tijd met een geschrokken kreet opspringen om een onderzetter te gaan pakken. Julian begon de dampende pasta op te scheppen.
Brooke kon er alleen maar naar staren. ‘Ga je me nu vertellen dat je al ons hele huwelijk lang een verhouding hebt met een andere vrouw en wil je me zo om vergiffenis vragen?’
Julian zei grinnikend: ‘Mond dicht en eten jij.’
Ze ging weer zitten en schepte sla op terwijl Julian nog meer pasta op haar bord deed. ‘Schat, het ziet er verrukkelijk uit. Waar heb je dat geleerd? En waarom doe je dit niet iedere avond?’
Hij lachte schaapachtig. ‘Het zou kunnen dat ik de pasta vandaag kant-en-klaar heb gekocht en hem alleen in de oven heb gezet. Dat zou kunnen. Maar dan heb ik hem wel met liefde gekocht en opgewarmd.’
Brooke hief haar wijnglas en wachtte tot Julian met haar proostte. ‘Het kan niet beter,’ zei ze, en ze meende het. ‘Echt, het kan niet beter.’
Onder het eten vertelde Brooke hem over Randy en Michelle, en het deed haar goed om te zien hoe blij hij was; hij ging zelfs zo ver om voor te stellen dat ze naar Pennsylvania zouden rijden om op hun nieuwe nichtje of neefje te passen. Julian praatte haar bij over de plannen van Sony nu het album bijna af was en hij vertelde haar over de nieuwe manager die hij in de arm had genomen, op aanbeveling van zijn agent.
‘Het is de allerbeste, zeggen ze. Hij heeft de reputatie soms wat al te ambitieus te zijn, maar dat lijkt me juist wel een pluspunt voor een manager.’
‘Hoe kwam hij op je over tijdens het sollicitatiegesprek?’
Daar dacht Julian even over na. ‘Ik geloof dat “sollicitatiegesprek” niet het juiste woord is. Hij had eigenlijk al een heel plan voor me uitgewerkt. We staan op een kritiek punt, zegt hij, en het wordt tijd dat we “de boel een duwtje in de juiste richting geven”.’
‘Ik wil hem heel graag ontmoeten,’ zei Brooke.
‘Ja. Hij heeft duidelijk dat gladde van Hollywood – je weet wel, altijd proberen je van je beste kant te laten zien en zo – maar zijn zelfvertrouwen bevalt me wel.’
Julian verdeelde het laatste beetje wijn uit de fles gelijk over hun glazen en leunde weer achterover in zijn stoel. ‘Hoe gaat het in het ziekenhuis? Heb je weer een hectische dag gehad?’
‘Dat wel, maar… ik heb de hoogste patiëntenevaluatiescore van de hele afdeling gehaald en nu krijg ik meer diensten op de kinderafdeling.’ Ze nam nog een slokje wijn; het was de hoofdpijn van de volgende dag wel waard.
Julian lachte breed. ‘Wat een goed nieuws, Roek. Het verbaast me niets, maar het is wel heel fijn. Ik ben hartstikke trots op je.’ Hij boog zich over de tafel heen om haar te kussen.
Brooke deed de afwas en ging daarna in bad terwijl Julian iets afmaakte voor de nieuwe website die hij aan het opzetten was, en ze troffen elkaar weer op de bank, allebei in een flanellen pyjamabroek en een T-shirt. Julian trok het dekentje over hun benen en pakte de afstandsbediening.
‘Filmpje?’ vroeg hij.
Ze keek naar het klokje op de dvd-speler: kwart over tien. ‘Ik vind het een beetje laat om er nu nog een op te zetten, maar we kunnen wel een aflevering van Grey’s Anatomy kijken.’
Hij keek haar vol afgrijzen aan. ‘Dat meen je niet. Laat je geweten het toe om mij daarmee op te zadelen nadat ik voor je heb gekookt?’
Ze schudde glimlachend haar hoofd. ‘Volgen mij was er geen sprake van koken, maar je hebt gelijk. Vanavond mag jij kiezen.’
Julian koos voor een recente aflevering van CSI. ‘Kom eens hier, dan masseer ik je voeten onder het kijken.’
Brooke draaide zich om, zodat ze haar benen bij hem op schoot kon leggen. Ze had wel kunnen spinnen van genot. Op televisie onderzochten de rechercheurs het verminkte lijk van een vermeende prostituee die was aangetroffen op een vuilstortplaats even buiten Las Vegas. Julian keek aandachtig. Ze was niet zo dol als hij op moord- en misdaadgedoe met al die technische snufjes – hij kon de hele nacht door kijken hoe ze moordenaars opspoorden door te scannen en te laseren en te traceren – maar vanavond vond ze het niet erg. Ze vond het fijn om stilletjes naast haar echtgenoot te zitten en zich te concentreren op het heerlijke gevoel van zijn voetmassage.
‘Ik hou van je,’ zei ze, en ze legde haar hoofd op de armleuning en sloot haar ogen.
‘Ik ook van jou, Brooke. En nu je mond houden, ik zit te kijken.’
Maar ze was al weggedommeld.
Ze was net klaar met aankleden toen Julian hun slaapkamer binnenkwam. Ondanks het feit dat het zondag was, zag hij er vreselijk gestrest uit.
‘We moeten nu gaan, anders komen we te laat,’ zei hij, en hij griste een paar sneakers uit hun gezamenlijke kast. ‘Je weet dat mijn moeder er een hekel aan heeft als mensen te laat komen.’
‘Ja ja, ik ben bijna klaar,’ zei ze, en ze probeerde zich er niet druk om te maken dat ze nog nazweette van de vijf kilometer hardlopen een uur eerder. Ze liep achter Julian aan de slaapkamer uit, trok de wollen jas aan die hij haar aangaf en volgde hem naar buiten.
‘Ik weet nog steeds niet goed waarom je vader en Cynthia vandaag in de stad zijn,’ zei Julian toen ze, half op een drafje, van hun appartement naar het metrostation van Times Square liepen. De trein reed binnen op het moment dat ze het perron op liepen.
‘Het is vandaag hun trouwdag,’ antwoordde Brooke schouderophalend. Het was ongewoon koud voor een ochtend in maart en ze snakte naar een beker thee van het stalletje op de hoek, maar ze hadden geen seconde over.
‘En dus komen ze hierheen? Op een ijskoude winterdag?’
Brooke zuchtte. ‘Hier is meer te beleven dan in Philadelphia, denk ik. Het schijnt dat Cynthia The Lion King nog nooit heeft gezien, en mijn vader vond het wel een mooie gelegenheid om met ons af te spreken. Ik ben blij dat je hun het nieuws persoonlijk kunt vertellen…’
Ze gluurde naar Julian en zag hem glimlachen, heel even maar. Hij was terecht trots op zichzelf, dacht ze. Hij had zojuist het beste nieuws in zijn hele carrière gekregen, en hij had het verdiend.
‘We kunnen rustig alvast zeggen dat mijn ouders niet bepaald enthousiast zullen reageren, maar die van jou begrijpen het misschien wel,’ zei hij.
‘Mijn vader zegt nu al tegen iedereen die het horen wil dat jij het songwriterstalent hebt van Bob Dylan, en een stem die anderen aan het huilen maakt,’ zei ze lachend. ‘Dus hij zal gegarandeerd laaiend enthousiast zijn.’
Julian gaf een kneepje in haar hand. Zijn opwinding was tastbaar.
Brooke wist er moeizaam een lachje uit te persen terwijl ze overstapten op lijn 6.
‘Wat is er?’ vroeg Julian.
‘O, niks. Ik kijk er zo naar uit om het hun allemaal te vertellen dat ik bijna niet kan wachten. Ik zie er alleen een beetje tegenop om met alle ouders in één ruimte te moeten zitten.’
‘Zo erg zal het toch niet zijn? Ze hebben elkaar allemaal al eerder ontmoet.’
Brooke zuchtte diep. ‘Dat weet ik wel, maar altijd in grote gezelschappen: op onze bruiloft en op feestdagen. Nooit één op één, zoals nu. Mijn vader praat alleen maar over football en de verwachtingen voor de Philadelphia Eagles van het volgende seizoen. Cynthia verheugt zich nota bene op The Lion King, en in haar ogen is een uitstapje naar New York niet compleet zonder een lunch bij de Russian Tea Room. Dan hebben we jouw ouders: de meest felle, intimiderende New Yorkers die ik ooit heb meegemaakt, die nul-komma-nul van football weten en geen enkele musical meer hebben gezien sinds de jaren zestig, en die niets eten dat niet is klaargemaakt door een beroemde chef-kok. Dus zeg jij het maar: wat hebben zij elkaar te vertellen?’
Julian gaf een kneepje in haar nek. ‘Het is maar een brunch, schat. Koffie met een paar bagels en we zijn weer weg. Het zal heus wel meevallen.’
‘Ja hoor, met mijn vader en Cynthia die non-stop heel opgewekt zitten te kwetteren terwijl jouw ouders ijzig en afkeurend zwijgen. Dat wordt een heerlijke zondagochtend.’
‘Cynthia kan met mijn ouders over hun werk praten,’ opperde Julian gedwee. Hij trok er een gezicht bij alsof hij wilde zeggen: Ik geloof er zelf ook niks van. Brooke begon te lachen.
‘Zeg me dat ik dat verkeerd verstaan heb!’ zei ze, en ze moest zo hard lachen dat ze er tranen van in haar ogen kreeg. Ze stapten uit in 77th Street, vlak bij Lexington Avenue, en liepen in de richting van Park Avenue.
‘Het kan toch!’
‘Grapjas.’ Brooke boog zich naar hem toe om hem een kus op zijn wang te geven. ‘Cynthia is verpleegster op een middelbare school. Ze houdt zich bezig met leerlingen die een zere keel of buikpijn hebben. Die weet echt niet of je voor diepere lachrimpels beter botox of restylane kunt toepassen. Hun professionele achtergrond verschilt behoorlijk.’
Julian reageerde quasibeledigd. ‘Vergeet niet dat mijn moeder tevens benoemd is tot een van de beste spataderverwijderaars van het land,’ zei hij grijnzend. ‘Dat was heel wat, hoor.’
‘Dat weet ik. Heel wat.’
‘Goed, de boodschap is duidelijk. Maar mijn vader kan met iedereen een gesprek voeren, je weet hoe makkelijk hij is. Cynthia vindt hem vast heel leuk.’
‘Je vader is een fijne man,’ gaf Brooke toe. Ze pakte Julians hand toen ze bijna bij het gebouw waren waar de familie Alters woonde. ‘Maar hij is en blijft een wereldwijd vermaard specialist in borstvergrotingen. Het is toch logisch dat je als vrouw denkt dat hij voortdurend je borsten bekijkt en dat hij ze nooit goed genoeg vindt.’
‘Brooke, wat een onzin. Denk je soms ook dat iedere tandarts die je in zijn vrije tijd tegenkomt naar je gebit staat te gluren?’
‘Ja.’
‘Of dat iedere psycholoog die je op een feestje ontmoet je analyseert?’
‘Zeker weten, honderd procent, geen twijfel mogelijk.’
‘Dat slaat echt nergens op.’
‘Jouw vader is acht uur per dag bezig met borsten: onderzoeken, betasten en evalueren. Ik wil niet zeggen dat hij een gluurder is of zo, maar het zit nu eenmaal in zijn instinct om borsten te beoordelen. En vrouwen voelen dat, wilde ik alleen maar zeggen.’
‘Dat roept natuurlijk maar één vraag bij me op.’
‘O?’ Ze keek vluchtig op haar horloge toen de luifel van de entree in zicht kwam.
‘Heb je het gevoel dat hij jouw borsten bekijkt als hij je ziet?’ Die arme Julian leek zo aangedaan bij de gedachte alleen al dat Brooke hem het liefst een knuffel had gegeven.
‘Nee schat, natuurlijk niet,’ fluisterde ze, en ze leunde even tegen hem aan. ‘Tenminste, nu niet meer, na al die jaren. Hij kent de situatie en hij weet dat hij ze nooit in handen zal krijgen. Volgens mij heeft hij zich daar nu wel bij neergelegd.’
‘Je borsten zijn precies goed, Brooke. Echt waar,’ zei Julian automatisch.
‘Dat weet ik. Daarom bood je vader me ten tijde van onze verloving natuurlijk aan om ze tegen kostprijs onder handen te nemen.’
‘Hij bood de diensten van zijn colléga aan, en niet omdat hij het nodig vond.’
‘Wat dan, omdat hij dacht dat jíj het nodig vond?’ Brooke wist dat dat helemaal niet het geval was; ze hadden het er vele malen over gehad en ze begreep best dat dokter Alter zijn diensten had aangeboden zoals een kleermaker korting geboden zou hebben op het maken van een pak – maar toch zat het haar dwars.
‘Brooke…’
‘Sorry. Ik heb gewoon honger. En ik ben nerveus.’
‘Het wordt vast lang niet zo erg als jij denkt.’
De portier begroette Julian met een high five en een joviale mep op zijn rug. Pas toen hij hen de lift in had geholpen en ze naar de achttiende verdieping zoefden, drong het tot Brooke door dat ze niets hadden meegebracht.
‘We moeten gauw ergens bonbons of bloemen of zoiets gaan halen,’ zei ze, en ze trok Julian ongeduldig aan zijn arm.
‘Welnee, Roek, het geeft niet. Het zijn mijn óúders, het kan ze echt niet schelen.’
‘Dat denk je maar. Als jij echt gelooft dat het je moeder niet opvalt dat we met lege handen komen, dan lijd je aan waanideeën.’
‘We zijn er zelf toch? Dat is het enige wat telt.’
‘Goed, maak jij jezelf dat maar lekker wijs.’
Julian klopte aan en de voordeur zwaaide open. Daar in de deuropening, glimlachend, stond Carmen, al dertig jaar het kindermeisje en de huishoudster van de familie Alter. Op een bijzonder intiem moment, aan het begin van hun relatie, had Julian Brooke in vertrouwen verteld dat hij Carmen tot zijn vijfde verjaardag ‘mama’ had genoemd, puur omdat hij niet beter wist.
Carmen sloeg meteen haar armen om Julian heen. ‘Hoe gaat het met mijn schatje?’ vroeg ze aan hem, nadat ze Brooke had begroet met een glimlach en een kus op haar wang. ‘Geeft je vrouw je wel genoeg te eten?’
Brooke gaf Carmen een kneepje in haar arm en vroeg zich voor de duizendste keer af waarom Carmen niet écht Julians moeder was, waarna ze zei: ‘Ziet hij eruit alsof hij omkomt van de honger, Carmen? Ik moet soms de vork uit zijn hand wrikken.’
‘Zo mag ik het horen,’ zei Carmen, en ze keek vol trots naar Julian.
Uit de eetkamer aan het einde van de gang klonk een schelle stem: ‘Carmen, meisje, stuur de kinderen eens door. En vergeet niet de stelen schuin af te snijden voordat je de bloemen in een vaas zet. Neem die nieuwe maar, van Michael Aram.’
Carmen keek om zich heen op zoek naar bloemen, maar Brooke stak alleen maar haar lege handen uit. Ze wierp Julian een veelbetekenende blik toe.
‘Zeg maar niks,’ mompelde hij.
‘Goed, ik zal niet zeggen: “Zie je nou wel?” Omdat ik van je hou.’
Julian ging haar voor naar de huiskamer – Brooke had gehoopt dat ze dat gedeelte zouden overslaan en meteen aan tafel zouden gaan – waar beide ouderparen tegenover elkaar zaten op identieke, ingetogen, ultramoderne banken.
‘Brooke, Julian.’ Zijn moeder glimlachte, maar ging niet staan. ‘Fijn dat jullie je bij ons voegen.’
Brooke vatte dat op als kritiek op hun late komst. ‘Sorry dat we zo laat zijn, Elizabeth. De metro is altijd…’
‘Ach, jullie zijn er nu toch,’ zei dokter Alter, die een beetje verwijfd beide handen om een groot glas sinaasappelsap geklemd hield, precies zoals ze zich voorstelde dat hij al die borsten beetpakte.
‘Brooke! Julian! Alles goed?’ Brookes vader sprong op en nam hen beiden in een grote omhelzing. Het was duidelijk dat hij het campgehalte opschroefde voor het oog van de familie Alters, maar Brooke kon het hem niet echt kwalijk nemen.
‘Hallo, pap.’ Ze beantwoordde zijn omhelzing en liep toen naar Cynthia toe, die klem zat achter al die lijven en onhandig half staand, half zitten haar armen om Brooke heen sloeg. ‘Hoi Cynthia, leuk om je te zien.’
‘Vind ik ook, Brooke. Wat is het heerlijk om in de stad te zijn! Je vader en ik hadden het er net over dat we niet eens meer weten wanneer we voor het laatst in New York zijn geweest.’
Pas op dat moment kreeg Brooke de gelegenheid om Cynthia’s verschijning in zich op te nemen. Ze droeg een brandweerrood broekpak, waarschijnlijk van polyester, met een witte blouse, zwarte lakleren flatjes en drie rijen nepparels om haar hals. Het geheel werd afgemaakt met een torenhoge toef krulletjes, stijf van de haarlak. Ze zag eruit alsof ze een belangrijke toespraak van Hillary Clinton bijwoonde en vastbesloten was op op te vallen in een zee van donkere pakken. Brooke wist dat Cynthia alleen maar probeerde te beantwoorden aan het beeld dat ze had van rijke vrouwen in Manhattan, maar ze sloeg de plank volledig mis, zeker in het strakke, Aziatisch aandoende appartement van de familie Alters. Julians moeder was twintig jaar ouder dan Cynthia, maar ze zag er tien jaar jonger uit, in haar nauwsluitende donkere spijkerbroek, met een vederlichte kasjmier omslagdoek over een mouwloos stretchtuniekje. Ze droeg er fijne ballerina’s onder met een discreet Chanel-logo en haar enige accessoires waren een gouden armbandje en haar gigantsiche diamanten ring. Haar gezicht had een gezonde bruine gloed en was heel licht opgemaakt, en haar haar viel soepel over haar rug. Brooke voelde zich meteen schuldig: ze wist hoe geïntimideerd Cynthia zich moest voelen – per slot van rekening voelde Brooke zich ook altijd geïntimideerd in aanwezigheid van haar schoonmoeder – maar ook opgelaten vanwege haar enorme inschattingsfout. Zelfs Brookes vader leek zich er pijnlijk van bewust dat zijn kakibroek en stropdas misplaatst waren naast de polo met korte mouwen van dokter Alter.
‘Julian, lieverd, ik weet dat jij een bloody mary wilt. Brooke, voor jou een mimosa?’ vroeg Elizabeth Alter. Het was een eenvoudige vraag, maar zoals alles wat uit de mond van deze vrouw kwam leek het een strikvraag.
‘Eigenlijk wil ik ook wel een bloody mary.’
‘Nauurlijk.’ Julians moeder perste haar lippen op elkaar bij wijze van ondefinieerbare drankkeuze-afwijzing. Brooke wist tot op de dag van vandaag niet of de afkeer die haar schoonmoeder van haar had werd veroorzaakt door het feit dat Brooke Julians muzikale ambities steunde of dat zijn moeder haar los daarvan ook afkeurenswaardig vond.
Omdat ze niets te kiezen hadden, namen ze plaats op de laatste twee vrije stoelen: van hout, met een hoge, rechte rug, niet bepaald uitnodigend. Ze zaten tegenover elkaar, maar wel tussen twee banken ingeklemd. Ze voelde zich kwetsbaar en opgelaten en probeerde snel een gesprek op gang te brengen.
‘Hoe was het deze week?’ vroeg ze aan meneer en mevrouw Alter, en ze glimlachte naar Carmen toen ze haar hoge glas met dikke bloody mary in ontvangst nam, compleet met een schijfje citroen en een steel bleekselderij. Ze moest zich inhouden om het niet in één teug leeg te drinken. ‘Net zo druk als anders?’
‘Poeh, ik kan me gewoon niet voorstellen dat u het volhoudt!’ zei Cynthia net iets te hard. ‘Brooke heeft me verteld hoeveel, eh… behandelingen u op een dag hebt. Je zou er doodmoe van worden! Als er bij mij op school keelontsteking heerst, sta ik al op instorten, maar jullie…! Potverdorie, dat moet een gekkenhuis zijn.’
Er brak een brede, aanmatigende glimlach door op het gezicht van Elizabeth Alter. ‘Ach ja, we hebben het nog altijd druk. Maar dat is toch niet interessant om te horen! Ik wil veel liever weten hoe het met de kinderen gaat. Brooke? Julian?’
Cynthia zonk diep weg in haar stoel, berispt als een klein kind. Het arme mens bevond zich in een mijnenveld en had geen idee welke kant ze op moest. Afwezig wreef ze over haar voorhoofd en ze zag er plotseling erg moe uit. ‘Ja, natuurlijk. Hoe gaat het met jullie?’
Brooke wist wel beter dan gedetailleerd over haar eigen werk te vertellen. Ook al was haar schoonmoeder degene die destijds een toelatingsgesprek voor haar had geregeld op Huntley, dat had ze pas gedaan nadat ze alles in het werk had gezet om Brooke te interesseren voor een carrière bij een tijdschrift of een veilinghuis, of in de mode of de pr. En als Brooke dan toch zo nodig iets wilde doen met haar studie voedingsleer, waarom werd ze dan geen adviseur bij Vogue of privéconsulente voor het legioen vriendinnen van mevrouw Alter in de Upper East Side? Alles met een beetje glamour was beter dan – in haar woorden – ‘zo’n aftands ziekenhuisje waar het wemelt van de daklozen en alcoholisten’.
Julian had ervaring met dit soort situaties en hij schoot te hulp. ‘Ik heb jullie iets te vertellen,’ zei hij met een kuchje.
Plotseling vond Brooke het zo spannend voor hem dat ze het bijna niet meer hield, en ze werd overmand door een vlaag van paniek. Ze betrapte zich erop dat ze vurig hoopte dat hij niets zou zeggen over zijn presentatie, want hij zou zonder twijfel teleurgesteld worden door hun reactie en dat kon ze niet aanzien. Niemand riep die instinctieve beschermingsdrang zo sterk bij haar op als Julians ouders: bij de gedachte alleen al aan wat ze zouden zeggen had ze hem het liefst bij de hand gepakt en mee naar huis gesleurd, waar ze hem kon afschermen voor hun hatelijkheden en, erger nog, hun onverschilligheid.
Ze zwegen allemaal even toen Carmen binnenkwam met een nieuwe karaf versgeperst grapefruitsap en richtten daarna hun aandacht weer op Julian.
‘Ik eh… heb net van Leo, mijn nieuwe manager, gehoord dat Sony deze week een presentatie met me wil geven. Donderdag, om precies te zijn.’
Er viel een korte stilte, waarin iedereen verwachtte dat de anderen iets zouden zeggen, en Brookes vader was de eerste die het woord nam. ‘Goh, ik weet niet precies wat zo’n presentatie inhoudt, maar het lijkt me goed nieuws. Gefeliciteerd, jongen!’ zei hij, en hij boog zich langs Cynthia heen om Julian een klopje op zijn rug te geven.
Dokter Alter, geërgerd om de joviale toon van Brookes vader, tuurde kwaad in zijn kop koffie alvorens zich tot Julian te wenden. ‘Zou je ons leken niet eens uitleggen wat dat wil zeggen?’ zei hij.
‘Ja, betekent het dat er eindelijk iemand naar je muziek gaat luisteren?’ vroeg Julians moeder; ze trok haar benen onder zich als een klein meisje en keek haar zoon glimlachend aan. Iedereen negeerde zorgvuldig het nadrukkelijk uitgesproken ‘eindelijk’ – behalve Julian, van wiens gezicht was af te lezen dat het hard was aangekomen, en Brooke, die dat had gezien.
Na al die jaren was ze eraan gewend geraakt om Julians ouders de vreselijkste dingen te horen zeggen, maar dat maakte het niet minder ergerlijk. Toen ze pas verkering had gehad met Julian, had hij langzaam onthuld hoezeer zijn ouders zijn manier van leven en zijn keuzes afkeurden. Bij de verloving hadden ze zichtbaar bezwaar gehad tegen de eenvoudige gouden ring die Julian Brooke per se had willen geven, in plaats van een van de ‘erfstukken van de familie Alter’ waarop zijn moeder had aangedrongen. Zelfs toen Brooke en Julian er uiteindelijk mee hadden ingestemd om in het huis van de familie Alter in de Hamptons te trouwen, hadden zijn ouders vol afschuw gereageerd op hun wens om de bruiloft klein en bescheiden te houden, in het laagseizoen. Na hun huwelijk en in de jaren daarna, toen Julians ouders zich wat vrijelijker gingen gedragen ten opzichte van haar, had ze tijdens talloze etentjes, brunches en feestdagen gezien hoeveel schade ze konden aanrichten.
‘Het komt er in grote lijnen op neer dat Sony weet dat het album bijna af is en dat het hun tot nu toe goed bevalt. Ze organiseren een presentatie voor mensen uit het vak, om me voor te stellen tijdens een soort privéoptreden, en dan peilen ze de reacties.’ Julian, die normaal gesproken nog te bescheiden was om Brooke te vertellen dat hij een goede dag had gehad in de studio, straalde nu van trots. Ze had hem ter plekke willen zoenen.
‘Ik weet niet zo veel van het muziekwereldje, maar dat lijkt me een belangrijk teken van vertrouwen,’ zei Brookes vader, en hij hief zijn glas.
Julian kreeg de glimlach niet meer van zijn gezicht. ‘Inderdaad,’ zei hij met een brede grijns. ‘Dit is het best denkbare scenario op dit moment. En ik hoop…’
Hij brak zijn zin af toen de telefoon ging en zijn moeder onmiddellijk op zoek ging naar het toestel. ‘Verdorie, waar is dat ding? Dat zal L’Olivier zijn om een tijd af te spreken voor morgen. Ogenblik, lieverd. Als ik nu de reservering niet bevestig, heb ik morgenavond voor het diner geen bloemen.’ En met die woorden stond ze op van de bank en verdween in de keuken.
‘Je weet hoe je moeder is met haar bloemen,’ zei dokter Alter. Hij nam een slokje van zijn koffie, en het was niet duidelijk of hij Julians aankondiging zelfs maar had gehoord. ‘Morgen komen de Bennetts en de Kamens eten en ze maakt zich vreselijk druk over de planning. Jezus, je zou bijna denken dat de keuze tussen gevulde zeetong en geroosterde lamsribbetjes een zaak van landsbelang is. En dan de bloemen! Vorig weekend heeft ze de halve dag met die fegelas doorgebracht en ze twijfelt nog steeds. Ik heb het al zo vaak gezegd: de bloemen interesseren geen mens, niemand ziet ze. De mensen geven uitgebreide trouwfeesten en besteden tienduizenden dollars aan hele bergen orchideeën of wat er tegenwoordig ook in de mode mag zijn, en wie heeft er oog voor die rommel? Enorme geldverspilling, als je het mij vraagt. Geef dat bedrag liever uit aan eersteklas eten en drank – daar genieten de mensen tenminste van.’ Hij nam nog een slok, keek de kamer rond en kneep zijn ogen tot spleetjes. ‘Waar hadden we het over?’
Cynthia was zo lief hem te hulp te schieten en de spanning van het moment te verjagen. ‘Dat is wel het beste nieuws dat ik in jaren heb gehoord!’ riep ze overdreven enthousiast uit. Brookes vader knikte al even geestdriftig. ‘Waar wordt die presentatie gehouden? Hoeveel mensen zijn er uitgenodigd? Weet je al welke nummers je gaat spelen?’ Cynthia bestookte hem met vragen, en deze keer vond Brooke het verhoor niet irritant. Het waren allemaal dingen die Julians ouders hadden moeten vragen, maar dat zouden ze nooit doen. Julian was zichtbaar blij met zo veel belangstelling.
‘Het is in een klein, intiem tentje downtown en volgens mijn agent worden er zo’n vijftig mensen uit het muziekwereldje uitgenodigd: tv- en radioboekers, platenbazen en een paar medewerkers van MTV, dat soort dingen. Er zal wel niets bijzonders uit voortkomen, maar het is een goed teken dat het label blij is met het album.’
‘Zoiets doen ze zelden voor debuutartiesten,’ verkondigde Brooke vol trots. ‘Julian is veel te bescheiden. Het is niet niks.’
‘Nou, dát is tenminste goed nieuws,’ zei zijn moeder, en ze nam weer plaats op de bank.
Julians kaak verstakte en hij balde zijn vuisten. ‘Mam, ze steunen me al maanden bij de totstandkoming van het album. De hoogste bazen wilden wat meer nadruk op de gitaar, maar verder is het prima verlopen, dus ik snap niet wat je daar mee wilt zeggen.’
Elizabeth Alter keek haar zoon aan en leek even niet te begrijpen waar hij op doelde. ‘Ach lieverd, ik had het over L’Olivier. Het is goed nieuws dat ze genoeg van de callalelies hebben die ik graag wilde, en mijn favoriete bloemschikker is beschikbaar om ze hier te komen plaatsen. Wat ben je toch snel op je teentjes getrapt.’
Brookes vader wierp haar een blik toe alsof hij wilde zeggen: Wie is die vrouw? Brooke haalde haar schouders op. Net als Julian had ze zich erbij neergelegd dat zijn ouders nooit zouden veranderen. Dat was de reden dat ze honderd procent achter hem had gestaan toen hij hun aanbod afsloeg om voor het pasgetrouwde stel een appartement in de Upper East Side te kopen, vlak bij dat van hen. Het was tevens de reden dat ze ervoor had gekozen om twee banen aan te houden, in plaats van de ‘toelage’ aan te nemen die Julians ouders ooit hadden voorgesteld, want ze begreep dat die nooit geheel vrijblijvend zou zijn.
Tegen de tijd dat Carmen kwam zeggen dat de brunch klaar was, was Julian heel stil geworden en helemaal in zichzelf gekeerd – als een schildpad, zei Brooke altijd – en zag Cynthia er verkreukeld en uitgeput uit in haar polyester broekpak. Zelfs Brookes vader, die nog steeds naarstig op zoek was naar een neutraal gespreksonderwerp (‘Wat een ongelooflijk strenge winter hebben we dit jaar, hè?’ en: ‘Hou je van honkbal, William? Je zou verwachten dat je als New Yorker voor de Yanks bent, maar ik weet dat iemands voorkeur voor een bepaald team niet altijd wordt bepaald door de plaats waar hij vandaan komt…’) leek verslagen. Onder normale omstandigheden zou Brooke zich verantwoordelijk hebben gevoeld voor het ongemak van de anderen – ze waren per slot van rekening allemaal hier vanwege Julian en haar – maar vandaag liet ze het los. Ik hoef toch niet in mijn eentje te lijden? dacht ze, en ze verontschuldigde zich om naar het toilet te gaan, maar ze sloop meteen door naar de keuken.
‘Hoe gaat het daarbinnen, liefje?’ vroeg Carmen, die abrikozenjam in een zilveren schaaltje schepte.
Brooke stak haar lege bloody mary-glas uit en trok er een smekend gezicht bij.
‘Is het zo erg?’ vroeg Carmen lachend, en ze gebaarde dat Brooke zelf de wodka uit de vriezer moest pakken, waarna ze tomatensap inschonk en er tabasco bij deed. ‘Redden je ouders het een beetje? Cynthia lijkt me heel aardig.’
‘Ja, het is een schat. Ze zijn volwassen en ze hebben zelf de idiote keuze gemaakt om hierheen te komen. Ik maak me meer zorgen om Julian.’
‘Voor hem is het niet nieuw, lieverd. Niemand kan die twee zo goed aan als hij.’
Brooke zuchtte. ‘Dat weet ik wel, maar naderhand is hij nog dagenlang terneergeslagen.’
Carmen stak een stengel bleekselderij in de dikke bloody mary en gaf het glas aan Brooke. ‘Versterking,’ zei ze, en ze drukte een kus op haar voorhoofd. ‘Ga maar gauw terug om je man in bescherming te nemen.’
De eigenlijke brunch was niet half zo erg als het borreluur dat eraan voorafgegaan was. Julians moeder deed nog even moeilijk over de vulling van de crêpes (hoewel iedereen Carmens chocoladevulling heerlijk vond, vond Elizabeth die veel te dikmakend voor een brunchgerecht) en dokter Alter verdween een hele tijd naar zijn werkkamer, maar het gevolg was wel dat ze ruim een uur lang geen van beiden hun zoon beledigden. Het afscheid verliep heerlijk pijnloos, maar tegen de tijd dat Julian en Brooke haar vader en Cynthia in een taxi hadden gezet, zag ze dat Julian teruggetrokken en ongelukkig was.
‘Gaat het een beetje, schat? Mijn vader en Cynthia vonden het geweldig nieuws. En zelf kan ik…’
‘Ik wil het er niet over hebben, oké?’
Ze liepen een paar minuten zwijgend verder.
‘We hebben nog een hele dag voor ons liggen. Geen verplichtingen. Zullen we naar een museum gaan, nu we hier toch zijn?’ Brooke pakte zijn hand en trok zachtjes aan zijn arm toen ze naar de metro liepen.
‘Nee, ik heb nu geen zin in de zondagsdrukte.’
Ze dacht even na. ‘Je wilt die 3D-film in het IMAX-theater al een hele tijd zien. Ik vind het niet erg om mee te gaan,’ loog ze. Als de nood hoog was, moest je wat voor elkaar overhebben.
‘Het is al goed, Brooke, echt,’ zei Julian zacht, en hij trok aan zijn wollen sjaal. Ze wist dat hij nu degene was die loog.
‘Mag ik Nola uitnodigen voor de presentatie? Het lijkt me fantastisch, en je weet dat ze geen gelegenheid voorbij laat gaan om te schitteren.’
‘Van mij wel, maar Leo zegt dat ze het heel klein willen houden en ik heb Trent ook al gevraagd. Hij heeft nog maar een paar weken dienst in New York en hij werkt zich rot. Die jongen kan wel een avondje uit gebruiken, dacht ik zo.’
Ze praatten nog wat over de presentatie en bespraken wat Julian zou aantrekken, welke nummers hij zou spelen en in welke volgorde. Ze was blij dat ze hem uit zijn schulp kreeg, en tegen de tijd dat ze bij hun appartment aankwamen, leek Julian bijna weer zichzelf te zijn.
‘Heb ik je al verteld hoe trots ik op je ben?’ vroeg Brooke toen ze in hun eigen lift stapten, allebei zichtbaar opgelucht dat ze weer thuis waren.
‘Ja,’ zei Julian met een flauw lachje.
‘Kom binnen, schat,’ zei Brooke, en ze trok hem aan de hand de gang in. ‘Dan wordt het tijd dat ik het je ook laat blijken.’