Hoofdstuk 6
Ze werd wakker door het licht dat op haar gezicht viel. Alhoewel iemand de roomkleurige gordijnen gesloten had, wist ze zo ook wel dat het ochtend was. Ze hield haar ogen gesloten en genoot even van het zachte ochtendlicht, om het moment uit te stellen waarop ze de man naast haar in bed zou moeten aankijken. Hoe begroette je ’s ochtends je van je vervreemde man na een onstuimige nacht? Haar wangen begonnen te gloeien bij het besef dat er helemaal geen onstuimige nacht was geweest; ze was in slaap gevallen. Ze hield haar adem in en vroeg zich af wat Malachi daarvan vond. Tja, er was maar een manier om daar achter te komen… Ze beet op haar lip en keek naast zich.
Het bed was leeg. En niet zomaar leeg; de lakens en het kussen waren glad. Dus tenzij Malachi een paar centimeter boven de matras kon zweven, had hij er helemaal niet geslapen. Haar hart maakte een sprongetje, toen ze een papieren roos op het kussen zag, en toen ze het openvouwde, bleek het een briefje van Malachi te zijn; ze herkende zijn krachtige schuine handschrift meteen.
Lieverd,
Het spijt me dat ik je gisteravond niet heb wakker gemaakt, maar ik dacht dat je de slaap goed kon gebruiken. Ik moet een paar problemen op het werk oplossen. Het ontbijt staat voor je klaar dus neem waar je zin in hebt!
Terry komt vanmorgen langs. Als je nog iets nodig hebt, kun je hem alles vragen.
Malachi.
PS: bijna vergeten: de beveiligingscode is 2106. Hiermee kun je alle deuren en ramen openen. Die code vergeet je vast niet!
Ze las het berichtje nog een keer, en toen nog eens. Ze probeerde tussen de regels door te lezen en analyseerde elke letter en elk uitroepteken, maar de woorden bleven onveranderd en uiteindelijk liet ze het briefje op het laken naast zich vallen.
Natuurlijk zou ze die beveiligingscode niet vergeten; het was de datum van hun trouwdag. Hij wilde haar er op deze manier aan herinneren dat deze reis een toneelstukje was, een matte variant op de huwelijksreis die ze hadden kunnen hebben, als ze niet uit elkaar waren gegaan. Exit de zorgzame en openhartige Malachi van gisteravond.
Ze voelde zich plotseling net zo rusteloos als haar gedachten en duwde de lakens van zich af, waarna ze uit bed rolde en naar de badkamer strompelde. Eenmaal onder de warme douche bleef ze maar terugdenken aan hun gesprek tijdens de lunch. Het was zo verwarrend. Het drong maar niet goed tot haar door wat hij precies gezegd had; het was alsof ze met verschillende versies van dezelfde man had gepraat. Wie was nou de echte Malachi King? En hoe had ze destijds kunnen trouwen met een man van wie ze niets had geweten?
Ze wikkelde zich in een grote zachte handdoek en liep de slaapkamer weer binnen. Door het raam zag ze dat het opnieuw een prachtige dag was, op de perfectie locatie voor een huwelijksreis…
Misschien in een ander leven, met een andere man. Dit was een zakenreis. En het zou waarschijnlijk ook haar enige vakantie op een privé-eiland in de Caraïben zijn. Ze wilde vanaf nu van elk moment genieten.
Nadat ze haar nieuwe donkerrode bikini had aangetrokken, koos ze een kort gehaakt jurkje en felgekleurde sandaaltjes voor erbij. Ten slotte maakte ze een pirouette voor de spiegel. Ze wierp zichzelf een tevreden glimlachje toe en liep naar beneden.
Er was geen teken van Malachi in de keuken, maar het ontbijt stond inderdaad klaar op het houten aanrecht en met knorrende maag koos ze voor een amandelcroissant. Net op dat moment werd er op de deur geklopt. Eerst dacht ze domweg dat het Malachi was, maar waarom zou hij bij zijn eigen villa aankloppen? Pas toen herinnerde ze zich dat hij had aangekondigd dat Terry langs zou komen. Ze werd meteen verlegen en liep met tegenzin naar de voordeur, maar die wilde niet opengaan.
‘Sorry, Ms. Farrell…’ klonk Terry’s stem door de deur. ‘U hebt de code nodig.’
‘Ja, natuurlijk. Vergeten,’ zei ze, waarna ze snel haar trouwdatum in het numerieke paneeltje toetste. Ze vervloekte Malachi voor het kiezen van deze vier cijfers. Haar irritatie verdween, zodra ze Terry’s brede glimlach zag.
‘Goedemorgen, Ms. Farrell. Hoe voelt u zich vandaag?’
Ze schudde hem de hand en beantwoordde zijn glimlach. ‘Prima, Terry. Dank je wel.’
‘Ik heb Mr. King vanmorgen gesproken, en hij vroeg of ik even langs wilde komen om te zien of u nog iets nodig had.’
‘Alles is in orde, maar voor ik het vergeet, wil je Leonda bedanken voor het heerlijke eten?’
Terry grijnsde. ‘Geen probleem, Ms. Farrell. Ze vindt het fantastisch dat u en Mr. King zo lang blijven. Normaal gesproken is hij hier net lang genoeg om de ochtendkrant te lezen. Trouwens, Mr. King vroeg of ik de kranten van vandaag wilde bezorgen.’ Hij tilde een tas op. ‘Er zitten ook wat tijdschriften tussen. Ik zal ze even voor u wegleggen, Ms. Farrell.’ Eenmaal in de keuken keek hij uit het raam naar de lucht. ‘Het is uitstekend weer. Misschien kunt u volgende week de schildpadden zien.’
‘Zijn er schildpadden?’ vroeg ze verheugd. ‘Gaan ze naar de lagune?’
‘Nee,’ antwoordde hij hoofdschuddend. ‘Schildpadden leggen hun eieren vlak bij open water zodat de jonkies zo snel mogelijk de oceaan bereiken.’ Toen hij haar teleurstelling bemerkte, voegde hij eraan toe: ‘Ze leggen hun eieren op Finlay’s Island. Dat kon u gisteren niet zien vanaf de boot, maar het is maar dertig minuten varen. Ik zal het nieuws in de gaten houden en laat het u meteen weten wanneer ze er zijn. Kan ik nog iets voor u betekenen?’
Addie knikte. Er was haar net iets te binnen geschoten. ‘Nou eigenlijk…’ zei ze aarzelend, ‘ik weet wel iets…’
Tien minuten later lag ze heerlijk op een ligstoel met een glas ice tea in haar ene hand en een roddelblad in haar andere. Ze had Terry gevraagd of hij hen een rondleiding op het eiland zou kunnen geven en ze voelde zich al kalmer, alsof ze weer een beetje de controle terug had.
Er viel een schaduw over haar gezicht. Meteen waren alle andere gedachten verdwenen, toen ze opkeek… recht in Malachi’s koele grijze ogen.
‘Goedemorgen,’ zei hij langzaam, terwijl zijn ogen over haar heen gleden.
Zijn oplettende blik gaf haar een ongemakkelijk gevoel. Hij droeg een linnen broek en een nauwsluitend marineblauw poloshirt dat de nadruk legde op zijn gespierde borst en armen. Hij zag er ontspannen en fris uit, ondanks de warme ochtend. ‘Goedemorgen,’ antwoordde ze. Ze zette haar glas op het tafeltje naast haar en wierp hem een glimlach toe die hopelijk nonchalant overkwam. ‘Ik hoop dat je het niet erg vindt dat ik al wat van het ontbijt heb genomen.’
‘Geen probleem.’ Hij keek achterom naar de villa. ‘Ik denk dat ik alleen wat fruit neem. Kan ik je nog ergens mee plezieren?’
‘Wat had je in gedachten?’ lispelde ze uitdagend.
Hij keek haar ietwat spottend aan. ‘Ik doelde op de ice tea, of nog iets anders om te eten.’
Ze bevochtigde haar lippen en vroeg zich af hoe het toch mogelijk was dat hij zo’n simpele vraag zo opwindend kon laten klinken. ‘Nee, dank je,’ mompelde ze. ‘Ik had al… iets. Je weet wel…’ De juiste woorden schoten haar niet te binnen, en dat kwam allemaal door hem. ‘Een broodje. Amandel. Een amandelcroissant,’ wist ze uit te brengen.
‘Dan ben ik zo terug,’ zei hij beheerst. Aan zijn plagende blik was duidelijk te zien dat hij heel goed wist wat hij met haar deed.
Ze beet haar kiezen opeen en voelde haar hart bonzen, terwijl ze verlangend en opgelucht tegelijk naar zijn brede rug keek. Al snel werd haar de adem ontnomen toen hij naast haar op de ligstoel ging zitten en ze de warmte van zijn bovenbeen tegen haar blote been voelde branden.
‘Waarom is alles hier lekkerder dan op het vasteland?’ Hij likte het sap van zijn vingers. ‘Ik weet dat suiker slecht voor je is, maar soms gaat er niets boven een suikerkick.’ Zijn ogen gleden langzaam over haar gezicht en stopten bij haar lippen. ‘Bijna niets.’
Addie voelde vlinders in haar buik, gevolgd door een tintelend gevoel langs haar ruggengraat, toen hij zich over haar heen boog en haar zachtjes kuste. Haar rug welvend drukte ze zich tegen hem aan. Een immens genot overspoelde haar. Zodra Malachi haar losliet, ademde ze diep in.
‘En zo zeg je dus goedemorgen.’ Hij keek recht in haar verbaasde blauwe ogen en probeerde zijn hoofd leeg te maken om het bonzen in zijn lichaam tegen te gaan. Hij was van plan geweest om haar simpelweg een kus te geven en haar eraan te herinneren waarom ze hier was; op zijn ligstoel, aan zijn lagune, in die goddelijke bikini. Maar nu kostte het hem al zijn wilskracht om zijn armen niet om haar heen te slaan en haar ter plekke te verslinden.
Hij keek langs haar heen. Wat haatte hij het gevoel dat ze in hem losmaakte; hij wilde haar zo graag, dat het verlangen pijn deed. Maar als hij haar zou verleiden, zou hij te veel prijsgeven. En trouwens, hij had een kleine verrassing voor haar. Hij liet zijn adem langzaam ontsnappen.
Toen ze gisteren naar boven was gegaan om even op bed te gaan liggen, was hij het liefst achter haar aan gegaan. Maar hij had het niet gedaan. O, hij had het wel gewild – zeker wel – maar hij had het niet gekund. Zijn benen hadden niet willen gehoorzamen, alsof hij gevangen had gezeten in zijn eigen lichaam. Net zoals hij vroeger gevangen had gezeten in de feestjes van zijn ouders. Hoe had hij met die gedachten die in zijn hoofd hadden rondgespookt naar boven kunnen gaan? Wat had hem bezield om Addie over zijn ouders te vertellen? Hij had er juist alles aan gedaan om de pijn te vergeten en de herinneringen te begraven.
Stellig nam hij zich voor om die duistere tijd niet weer door te laten sijpelen in het heden…
‘Alles goed?’
Hij keek op en zag dat Addie hem bezorgd aankeek. Glimlachend probeerde hij de controle terug te krijgen. Hij liet zijn vingers langzaam over haar armen glijden; ze huiverde van zijn aanraking. ‘Natuurlijk. En met jou? Heb je goed geslapen?’
Haar gezicht was uitdrukkingsloos. ‘Ja.’ Enigszins aarzelend voegde ze eraan toe: ‘Sorry dat ik in slaap was gevallen. Blijkbaar was ik toch best moe.’ Ze fronste; het liefst wilde ze hem vragen waar hij had geslapen. ‘Hoe heb jij geslapen?’
Het was geen nacht die hij graag wilde herhalen, dacht hij somber. Slaap had een kleine rol gespeeld. Hij had er alles aan gedaan om zijn hoofd te legen voor hij naar haar toe was gegaan, maar zijn erotische gedachten waren bij elke stap heviger geworden; tegen de tijd dat hij eindelijk bij de slaapkamer was gekomen, had zijn lichaam strak gestaan van de opwinding.
Maar toen was ze diep in slaap geweest. In foetushouding op haar zij, had ze er kwetsbaar en heel onschuldig uitgezien. Hij had zijn timing vervloekt; hij zou nooit een slapende vrouw wakker maken om zijn seksuele verlangens te kunnen ontladen. Naast haar slapen was ook geen optie geweest, gezien het feit dat zijn hoofd boordevol seksuele fantasieën had gezeten. Hij had de rest van de nacht alleen in een van de vele logeerkamers liggen woelen en ook die ochtend was hij nog pijnlijk opgewonden geweest. Uiteindelijk had een lange koude douche zijn lichaam verdoofd.
‘Ik slaap altijd goed,’ loog hij, en hij vond het heerlijk, toen hij haar blik van nieuwsgierig in geïrriteerd zag veranderen. Zo hoorde het. Ze moest denken dat ze simpelweg een aangename afleiding was en geen onweerstaanbare verleiding. Hij had eindelijk de touwtjes weer in handen, stond op en keek uit over de lagune. ‘Kom mee.’ Hij stak zijn hand naar haar uit.
Ze keek geschrokken naar hem op. ‘Waarheen?’
Hij grijnsde. ‘Naar het water om te zwemmen, natuurlijk.’
De lagune had de perfecte temperatuur en hoewel ze niet zo’n fan van zwemmen was, moest ze toegeven dat ze er volop van genoot. Het warme water voelde heerlijk aan en er was genoeg moois te zien, zoals piepkleine, glanzende vissen en schelpen in alle mogelijke tinten roze.
En Malachi…
Zijn lichaam, in niets anders dan een marineblauwe zwembroek, was zo verleidelijk dat ze haar blik er niet van af kon wenden. Ze keek steels naar hem, toen hij zich op het terras hees. Haar ogen volgden de waterdruppels die over zijn gebruinde huid rolden. Helaas keek hij net op dat moment haar kant op, en ze voelde haar wangen warm worden toen ze besefte dat ze betrapt was. Haar adem stokte in haar keel, toen hij weer in de lagune sprong en meteen naar haar toe zwom. Van een afstand was zijn schoonheid al adembenemend geweest, maar van dichtbij leek hij een elektromagnetisch veld te hebben dat al haar aandacht opslokte.
Er viel een schaduw op haar gezicht, en de wind liet het water golven. Geschrokken hapte ze naar adem, en ze stak automatisch haar handen naar hem uit. Boven hen zag ze de onmiskenbare schaduw van een helikopter die even in de lucht bleef cirkelen en vervolgens snel wegvloog.
‘Maak je geen zorgen.’ Malachi’s stem sneed door de plotselinge stilte die achterbleef nadat de helikopter was verdwenen. ‘Ze komen alleen even iets bezorgen.’
Ze knikte. Ze liet zijn arm geschrokken los, waarbij ze de spottende glinstering in zijn ogen probeerde te negeren. ‘Ik ga even wat zonnebrandcrème halen. Ik wil niet meteen verbranden op mijn eerste dag hier.’ Ze wendde haar blik af van zijn natte gespierde borst en gleed langs hem heen, waarna ze zich aan de rand van de lagune uit het water hees.
Hij had haar in een paar slagen ingehaald en streek zijn natte haar naar achteren. ‘Moet ik soms je rug insmeren?’ vroeg hij verleidelijk.
‘Nee, hoor. Niet nodig. Ik moet waarschijnlijk toch iets aantrekken.’ Ze pakte haar jurkje en trok het snel aan. Terwijl ze de helikopter in de verte nakeek, herinnerde ze zich haar plannen voor de dag. ‘Het leek me een leuk idee om het eiland te bekijken,’ zei ze, terwijl ze naar de villa liep. Ze deed er alles aan om aan zijn heerlijke halfnaakte lichaam te ontsnappen. ‘Gewoon een beetje verkennen.’ Er volgde een korte gespannen stilte. Toen ze opkeek, zag ze dat hij haar bestudeerde. Zijn gezichtsuitdrukking gaf niets prijs, maar ze herkende een fonkeling in zijn ogen waardoor haar hart een sprongetje maakte.
‘Waarom zouden we dat willen?’ vroeg hij zachtjes. ‘Alles lijkt toch op elkaar.’ Zijn ogen werden steeds donkerder. Hij stak zijn hand uit, liet zijn duim over haar sleutelbeen glijden en haakte hem onder het schouderbandje van haar jurk om haar ten slotte naar zich toe te trekken. ‘Er zijn veel interessantere plekjes die ik wil verkennen, en die bevinden zich recht voor me.’
Zijn strelende hand deed haar lichaam helemaal tintelen.
‘Trouwens, dat is waar ook. Ik heb een cadeautje voor je.’
Eenmaal binnen keek ze argwanend toe, terwijl hij de keuken doorkruiste en een prachtige roomkleurige cadeaubox met een gouden strik van het aanrecht pakte. ‘Dit is voor jou.’ Hij gaf het haar alsof het niets voorstelde.
Haar adem voelde heet en rauw in haar keel. Ze slikte. Waar kwam dat vandaan? Ze had het vanmorgen niet gezien.
Het was alsof hij haar gedachten kon lezen. ‘De helikopter heeft het net bezorgd.’
Ze probeerde zijn grijze ogen te doorgronden en voelde haar maag opspelen. Natuurlijk, dacht ze. Dit was weer zo’n waanzinnig en surrealistisch voorbeeld van zijn bizarre wereld, waarin elke gril meteen werd vervuld. In de hoop dat ze zelf niet zo’n gril was, keek ze naar de doos in haar handen. ‘Wat is het?’
‘Maak maar open.’
Met bonzend hart trok ze aan het lint. Het was nog een flinke puzzel om de strik los te krijgen. Toen het haar uiteindelijk lukte om het deksel op te tillen, zag ze tussen het dunne vloeipapier een zijden jurkje. Het was lichtgoud van kleur, met fijn roomkleurig kant en zag er peperduur uit. Ze keek er ademloos naar, te verbaasd om iets uit te brengen.
‘Vind je het mooi?’
Ze knikte. ‘Het is prachtig, Malachi. Ik vind de kleur schitterend,’ zei ze uiteindelijk met rode wangen. ‘Maar ik heb niets voor jou.’ En wat zou ze hem ook kunnen geven? Hij had niet alleen alles, maar hechtte nergens enige waarde aan, behalve aan winnen.
‘O, dat is niet waar,’ zei hij loom. Hij keek op en bestudeerde haar rode, geschrokken gezicht; haar lichaam werd overspoeld door een kloppende warmte, toen hij zijn hongerige ogen over haar lichaam liet glijden. ‘Trek het eens aan.’
Zijn toon was zacht, en ze merkte amper de autoritaire klank in zijn verleidelijke stem op. Hij gebruikte zijn lichaam en haar reactie erop als een wapen, waarbij elke kus en elke streling ingezet werd om zijn zin te krijgen. Maar zij wilde wat hij wilde. Waarom vroeg ze anders: ‘Wat? Hier? Nu?’
Zijn ogen waren donker en triomfantelijk, als die van een marathonloper die eindelijk de finish in zicht had. Hij knikte. ‘Ja. Hier. Nu.’ Heel even genoot hij van zijn eigen woorden. ‘Hoe kan ik hem anders van je lichaam scheuren?’ voegde hij er ten slotte aan toe.
Er klopte iets niet. Het jurkje was een cadeau; een spontaan gebaar dat hen allebei genot zou schenken. Of toch niet? Er was geen enkele reden om aan hem te twijfelen, maar toch vertrouwde ze hem niet. Waarom gaf hij haar vandaag dit cadeau? Waarom niet in het vliegtuig? Of gisteren?
Hij sloeg haar in stilte gade en verborg zijn emoties. Hij beschouwde haar reactie als bewijs van zijn allesoverheersende uitstraling. Het hoorde allemaal bij het spel; het spel van verleiden. En Malachi deed er alles aan om elk spel te winnen.
Ze zag dat hij haar aandachtig in zich opnam, en opeens wist ze waarom. Zijn ogen brandden niet als die van een minnaar; in plaats daarvan fonkelden ze met een berekenende kilheid die een rilling over haar rug liet lopen. Ze hief haar kin en duwde woedend haar schouders naar achteren. ‘Waarom bewaren we hem niet voor later?’ opperde ze afstandelijk.
‘Later?’ herhaalde hij fronsend.
‘Ja.’ Ze keek hem recht in de ogen. ‘Ik wilde nog graag het eiland verkennen. Ik had met Terry afgesproken dat hij ons vanmorgen een rondleiding zou geven.’
Zijn blik werd in een fractie van een seconde keihard. ‘Zeg het af,’ gebood hij arrogant.
Deze keer was er geen twijfel over mogelijk; het was een bevel.
Ze keek hem kwaad aan en schrok van haar eigen woede. ‘Nee.’
Er volgde een lange gespannen stilte.
Uitdrukkingsloos staarde hij haar aan. Dit was niet de bedoeling. Dacht ze nou echt dat zij de regels bepaalde tijdens deze reis? Of dat het hem iets interesseerde hoe het eiland er verder uitzag? Ze was er maar voor één reden, en het werd hoog tijd dat hij haar daaraan herinnerde. ‘Dan doe ik dat,’ zei hij bits. ‘Ik weet niet wat voor rare ideeën je allemaal hebt, maar ik zal je nog even haarfijn uitleggen waarom we hier zijn, en het heeft niets met het eiland te maken.’
Hij voelde een spiertje trekken in zijn kaak. Hij wilde haar laten zien dat hij koel en afstandelijk kon blijven terwijl zij naar hem hunkerde, maar in plaats daarvan gedroeg hij zich als een puber die een blauwtje had gelopen. ‘Het enige wat ik wil verkennen, is jouw lichaam. In die lingerie.’ Hij gebaarde naar zijn cadeautje in haar hand.
‘Je bent een monster,’ zei ze met bevende stem.
‘En jij bent hypocriet. Wat doe je toch moeilijk.’ Het kwam er woedend uit. ‘We hadden een afspraak. En die staat nog steeds.’
‘Maar hier ben ik nooit mee akkoord gegaan, dat jij met je vingers knipt als een soort gefrustreerde dictator.’
‘Overdrijf niet zo! In mijn huis gelden eenvoudige regels, schatje. Opgeven of spelen.’
Ze staarde hem vol ongeloof aan. Vergeleek hij hun maand samen nou echt met een potje kaarten? ‘Dit is geen pokerspel,’ riep ze verontwaardigd uit. ‘Je vermorzelt al mijn gevoelens.’
Hij haalde zijn schouders op. ‘Dat interesseert me niet.’
Zijn houding en de hooghartige klank in zijn stem maakten iets in haar los. Haar adem stokte. ‘Prima,’ snauwde ze, ‘jij je zin.’ Ze trok haar jurk over haar hoofd uit, scheurde haar bikinitopje los en duwde het bijbehorende broekje omlaag over haar heupen. Daar stond ze dan, poedelnaakt.
‘Wat bezielt je in vredesnaam?’
‘Hoezo? Ik maak me vast klaar voor alle seks. Daarom ben ik hier toch?’ Alhoewel haar stem trilde, bleef ze hem recht aankijken. Ze trok het onderjurkje over haar hoofd aan en het kon haar niet schelen of het ragfijne zijde daarbij zou scheuren. ‘Waar zullen we het doen? Op de tafel? Op het strand?’
Wat mankeerde haar toch? Hij schudde zijn hoofd en probeerde zijn woede en verwarring te beheersen. ‘Stel je niet zo aan.’ Ze had geen enkele reden om zich zo te gedragen; ze was immers akkoord gegaan met zijn voorstel. En dat voorstel draaide om seks, niet om deze rauwe emotie. Waarom deed ze dan zo moeilijk?
‘Ik stel me niet aan,’ zei ze mat. ‘Ik ben eerlijk. Maar eerlijkheid staat niet in jouw woordenboek, of wel soms?’
‘Ik heb nooit gezegd dat je hier alleen voor de seks bent.’ Zijn stem was ruw en hard. Hij vloekte binnensmonds en haalde een trillende hand door zijn vochtige haar, net op het moment dat er op de deur werd geklopt. Hij draaide zich fronsend om en opende zijn mond om iets te zeggen, maar Addie was hem voor.
‘Natuurlijk niet. Je zegt nooit wat je eigenlijk bedoelt. Waarom zou het vandaag anders zijn?’ Ze legde haar wijsvinger tegen haar voorhoofd en deed alsof ze diep nadacht. ‘O, ik weet het weer. Omdat ik niet zomaar iemand ben. Ik ben je vrouw.’
‘En ik ben je man. En je bent me nog een huwelijksreis schuldig. Ik eis altijd mijn schulden op.’
‘Je bent mijn man niet. Je bent gewoon een man die me chanteert voor seks.’
Hij stapte op haar af met een keiharde blik in zijn ogen en zijn armen langs zijn lichaam alsof hij door onzichtbare handen werd tegengehouden. ‘Als ik jou chanteer, waarom moet ík dan betalen?’
Ze schudde haar hoofd en balde haar handen tot vuisten. ‘Dat is het enige waar je om geeft, hè? Geld. En om winnen. Je ademt die casinolucht al zo lang in, dat je denkt dat alles in het leven een potje poker is. Daarom doe je dit. Daarom is deze reis een soort ziek fantasiespelletje van je. Je kunt het niet helpen.’
Met een woedende reactie achter in zijn keel, staarde hij haar aan. Haar beschuldigingen doorboorden zijn huid als een giftige pijl. Dit was niet de bedoeling. Hij had zich gewoon willen bewijzen, maar op een of andere manier was hij de nachtmerrie geworden waar hij zijn hele leven aan had willen ontsnappen. In een poging die verontrustende gedachte te negeren, ademde hij diep in. ‘Het is geen spel –’
‘O, jawel,’ viel ze hem in de rede. ‘Je hebt het alleen niet door. Je vindt het normaal om de van jou vervreemde vrouw zo te manipuleren dat ze je minnares wordt. Of was je even vergeten dat we nog steeds getrouwd waren?’
Zijn ogen waren keihard en glommen als gepolijst staal. ‘Dat was ik niet vergeten, maar ik had niets meer van je vernomen sinds je uitbarsting tijdens de huwelijksreceptie. Het verbaast me dat je erover begint.’
‘Waarom zou ik contact met je hebben opgenomen?’ Haar ogen vlamden van pijn en woede. ‘Je had tegen me gelogen.’
‘Ik had niet gelogen,’ begon hij, maar ze negeerde hem volkomen.
‘En toen ik er met je over wilde praten, wilde je er niets over horen –’
‘Het was onze bruiloft.’ Zijn gezicht leek wel een beeldhouwwerk. ‘Ik dacht dat we op dat moment wel iets anders aan ons hoofd hadden. Zoals ons feest.’
‘Welk feest? Wilde je soms vieren dat je me voor schut had gezet? Of dat ik mezelf voor schut had gezet? En nu doe ik het weer.’
‘Doe rustig.’ Zijn fonkelende ogen lieten haar geen moment los. ‘Terry kan je horen.’
‘En dat zou je niet willen, of wel soms?’ Haar hart ging zo hard tekeer, dat ze zichzelf bijna niet kon verstaan. ‘Je wilt niet dat mensen horen hoe je echt bent. Hoe je mensen gebruikt en misbruikt. En kwetst.’
‘Addie –’
‘Nee, je hebt wel genoeg gezegd.’ Ze dwong zichzelf om hem aan te kijken. ‘Hoe haal je dit in je hoofd? Waarom denk je dat je me zo kunt behandelen… als een hoer?’ Het woord bleef in haar keel steken, en opeens kon het haar allemaal niets meer schelen. De afspraak met Malachi kon haar gestolen worden. Haar hartslag suisde in haar oren. Ze keek naar het onderjurkje dat klam aan haar huid plakte. ‘Weet je, ik dacht dat er geen ergere pijn bestond dan de pijn die ik voelde toen ik hoorde dat ik door het ongeluk geen professionele pianocarrière kon hebben.’ De pijn was vijf jaar geleden veel erger geweest, dacht ze afgestompt. Toen ze eindelijk had beseft hoe Malachi haar had gemanipuleerd, had de pijn als een echte, fysieke wond gevoeld. ‘Het betekende het einde van alles.’ Haar stem trilde, en ze ademde diep in, voorbij de brok in haar keel. ‘Maar ik ging de confrontatie aan. En het ongeluk bracht uiteindelijk iets moois voort. Maar nu jij me zo behandelt… Het is alsof ik er helemaal niet toe doe. Alsof ik niets voorstel.’
Het was waar. Ze had zich nog nooit zo waardeloos gevoeld.
‘Ik weet niet eens meer wie ik ben.’ Ze slikte en probeerde de juiste woorden te vinden. ‘Ik weet alleen dat ik mezelf niet mag, de persoon die ik ben geworden…’ Haar stem stierf weg.
Malachi voelde zich beroerd. Hij wist van haar ongeluk, maar hij had nooit geweten dat het haar van haar dromen beroofd had. Ze had het hem moeten vertellen. Maar waarom zou ze dat ook hebben gedaan? Hij had haar al meteen duidelijk gemaakt dat zijn verleden verboden terrein was en hij had haar nooit naar haar verleden gevraagd. Hij staarde haar zwijgend aan. Ze zag er gebroken uit, trillend en bleek. Haar mooie blauwe ogen straalden niets dan pijn uit. Maar het waren haar handen die ze beschermend tegen haar borst drukte die hem lieten huiveren.
Hij haatte het om haar zo te zien en vond het vreselijk dat het zijn schuld was. Beschaamd besefte hij dat het ook zijn schuld was dat hun huwelijk een spel was geworden. Hij had haar gevangen en probeerde haar zo te manipuleren dat ze precies deed wat hij wilde. Het ergste was dat hij precies wist hoe dat voelde, en toch kwetste hij haar zoals hij gekwetst was. ‘Addie…’ Hij reikte een hand naar haar uit en raakte haar voorzichtig aan. Zijn hart brak, toen ze verstijfde en een stap achteruit deed.
‘Ik kan dit niet,’ fluisterde ze.
Geschrokken zag hij de tranen in haar ogen. Nooit eerder had hij haar zien huilen, en hij voelde een brok in zijn keel. Hij wilde haar pijn niet voelen; hij wilde niets voelen. Maar hij had haar gekwetst en voor het eerst in lange tijd wilde hij de confrontatie aangaan met de pijn. Met haar pijn. De confrontatie aangaan en de pijn weghalen.
Hij deed een stap naar haar toe. ‘Luister naar me, schat.’
Ze wendde haar blik af en ontweek zijn aanraking.
Wat moest hij zeggen? Hij voelde een koude doffe pijn door zijn aderen stromen. Zijn hele leven lang was hij emotionele confrontaties uit de weg gegaan en nu hij Addies verdrietige gezicht zag, voelde hij de pijn vooral in zijn hart. Zijn hunkering verbleekte bij zijn verlangen om haar te troosten. Het liefst wilde hij zijn daden ongedaan maken. Hij ademde diep in. ‘Ik ben geen goed mens, Addie. Dat weet ik. Maar het is nooit mijn bedoeling geweest om je te kwetsen. En ik kan het je bewijzen, als je dat toelaat. Alsjeblieft, Addie. Ik wil het goedmaken.’
‘Hoe wil je dat doen?’ vroeg ze kortaf. ‘Moet je zien wat we elkaar aandoen. Wat we van ons huwelijk gemaakt hebben.’
‘Maar zo hoeft het niet te zijn.’
Ze hoorde hem inademen, en toen ze opkeek zag ze dat zijn blik strak op haar gericht was.
‘We kunnen opnieuw beginnen.’ Hij hield zijn adem in en wachtte, tot ze uiteindelijk opkeek.
‘Ik weet niet wat je daarmee bedoelt. Maar je kunt beter even met Terry praten. Hij heeft vast iets beters te doen dan hier voor de deur te staan wachten.’
Hij knikte en liep snel naar de gang, waar ze de deur hoorde opengaan, gevolgd door een fluisterend gesprek. Niet veel later ging de deur weer dicht.
‘Terry is weg. Wil je dat ik ook wegga?’
Zijn gezicht was hard en toch leek hij minder vol van zichzelf dan anders, alsof hij onzeker was over haar reactie. Ze keek hem zwijgend aan. Bespeelde hij haar nu? Of wilde hij het echt goed maken? Uiteindelijk schudde ze haar hoofd. ‘Nee, ik wil niet dat je weggaat.’
Hij ademde zachtjes uit. ‘Ik meende wat ik zei, schat. Dat we opnieuw kunnen beginnen.’ Zijn hand gleed liefdevol over haar wang. ‘Ik wil dat het weer goedkomt tussen ons.’
‘Bedenk eens waarom ik hier ben, Malachi.’ Ze beet op haar lip. ‘Ik heb mijn lichaam aan je verkocht.’
Hij schudde zijn hoofd. ‘Bekijk het zo: ik kan je me maar een maand veroorloven.’
Ze wierp hem een zwakke glimlach toe. ‘Leuk geprobeerd. Ik merk het meteen als iemand bluft.’
‘Ik bluf niet. Jij bent een Royal Flush, schat.’ Alhoewel haar gezichtsuitdrukking milder werd, zag hij haar pijn. Enigszins in paniek pakte hij haar handen vast. ‘Het spijt me. Dat was lomp. Ik weet dat je het waarschijnlijk niet gelooft, maar ik denk echt niet altijd aan poker.’ Hij aarzelde. ‘Soms denk ik aan jou. Best vaak, eigenlijk.’ Hij voelde haar handen verstijven en keek haar diep in de ogen. ‘Niet zulke gedachten.’ Hij verstrengelde zijn vingers met die van haar. ‘Ik denk aan jou. Als persoon.’
Verwarring maakte zich van haar meester. Was dit echt haar afstandelijke echtgenoot? Hij was ineens allesbehalve afstandelijk. Hij zag er zelfs nerveus uit, alsof hij niet precies wist wat hij zei of deed. Ze beet op haar lip. ‘Wie ben ik dan?’
‘Je bent een dromer. Maar meer nog, ben je een vechter. Moet je zien, je bent na je ongeluk alleen maar sterker geworden. Je moest je passie opgeven, maar je bent niet bij de pakken neer gaan zitten. Je hebt een liefdadigheidsinstelling in het leven geroepen. De meeste mensen zouden het gewoon hebben opgegeven.’
Ze keek hem wantrouwig aan. ‘Jij niet.’ Haar stem was zacht, maar trilde niet meer.
Een sprankje hoop bloeide op. Misschien had hij dan toch niet alles verpest. ‘Nee, maar het zou me niet sterker hebben gemaakt. Of een beter mens.’ Maar dit draaide niet om hem, het draaide om Addie. ‘Ik vind je een van de dapperste mensen die ik ken, schat,’ fluisterde hij. ‘En het spijt me dat ik me zo afschuwelijk heb gedragen.’ Hij liet zijn hand verleidelijk over haar schouder glijden. ‘Echt waar. Ik weet dat het niet genoeg is, maar het is een begin, of niet soms?’ Hij ademde langzaam uit. ‘Kunnen we opnieuw beginnen? Alsjeblieft?’
Het bleef een hele tijd stil, toen knikte ze.
Het liefst wilde hij haar tegen zich aan drukken, maar in plaats daarvan pakte hij haar kleren van de vloer. ‘Hier. Kleed je maar weer aan.’ Hij wachtte tot ze aangekleed was, alvorens zijn armen om haar heen te slaan. ‘Dank je.’ Hij drukte een teder kusje op haar kruin. ‘Zullen we het eiland gaan verkennen?’