Hoofdstuk 1

 

 

 

Ze had alle reden om tevreden te zijn, mijmerde Addie Farrell, haar blik gericht op het krantenartikel. Om te overleven hadden liefdadigheidsinstellingen zoals die van haar goede publiciteit hard nodig. Gelukkig deed haar stichting veel meer dan overleven. Het was nog maar vijf jaar geleden dat ze haar roeping had gevonden door kinderen in achterstandswijken kennis te laten maken met muziek, maar het liep allemaal zo goed, dat ze binnenkort misschien een tweede centrum zou kunnen openen.

Het krantenartikel was vol lof over de stichting; zelfs haar foto was flatteus. Waarom voelde ze zich dan toch zo down, vroeg ze zich af. Misschien kwam het doordat de glanzende rode krullen en de opgewonden blik op de foto aan een andere Addie deden denken, een Addie van lang, lang geleden. De Addie die ze een paar heerlijke maanden geweest was. Die ze nog steeds had kunnen zijn, als Malachi King haar hart niet gebroken had.

Niet meer aan denken, waarschuwde ze zichzelf. Het artikel was gewijd aan haar harde werk en repte met geen woord over haar waardeloze echtgenoot, laat staan over hun onbezonnen en kortstondige huwelijk.

Dat was verleden tijd.

Haar heden was een volkomen andere wereld dan die duistere plek waarin ze was weg gezonken, nadat Malachi haar hart had gebroken. Ze had ergere dingen doorstaan dan zijn ontrouw. Ze voelde haar spieren aanspannen bij de herinnering aan het auto-ongeluk waardoor haar droom om professioneel pianiste te worden, in duigen was gevallen. Het was een verwoestende periode geweest, maar ook toen was ze niet bij de pakken neer gaan zitten en inmiddels had ze de beste baan ter wereld; dankzij haar konden kinderen uit arme gezinnen kennismaken met muziek.

Met een zucht klapte ze haar laptop open en begon ze zich een weg door de onbeantwoorde e-mails te banen. Twintig minuten later reikte ze over haar bureau en pakte een stapel enveloppen uit het postvak. Zodra ze de bovenste envelop zag, stokte haar adem in haar keel. Ze herkende het logo meteen: King Industries. Het bedrijf van haar schatrijke, zeer aantrekkelijke en totaal van haar vervreemde echtgenoot, Malachi.

Ze hoorde het bloed ruisen in haar oren. Alhoewel ze de envelop het liefst met inhoud en al wilde verscheuren, opende ze hem met trillende handen. Pas na drie pogingen drongen de woorden tot haar door. Niet dat de brief slecht geschreven was, integendeel. Hij was beleefd en bondig en vertelde dat King Industries zijn financiële steun aan het Miami Music Project na vijf jaar zou stopzetten.

Haar ogen werden automatisch naar de handtekening onder aan de brief getrokken. Ze schrok ervan, alsof ze een klap in haar gezicht kreeg toen ze de naam van haar echtgenoot zag staan. Was dit soms een wrede grap? Malachi had vijf jaar lang niets van zich laten horen. Geen telefoontje, geen e-mail, geen sms’je. Niets.

Dit was de eerste keer dat hij contact met haar opnam sinds hun huwelijksdag. Nota bene met een standaardbrief waarin hij haar vertelde dat hij de financiering voor haar liefdadigheidsinstelling wilde stopzetten. Hij durfde het haar niet eens recht in haar gezicht te zeggen!

Haar hele lichaam trilde, en ze werd overmand door een hulpeloze razernij. Vond hij het dan niet genoeg dat hij haar dromen had verbrijzeld? Zijn hulp aan haar liefdadigheidsinstelling was het enige goede dat er uit hun huwelijk was voortgekomen, maar nu wilde hij ook dat de nek omdraaien.

Met kramp in haar buik dacht ze terug aan hun huwelijksdag, toen Malachi had gezworen om van haar te houden. En ze had elk woord geloofd. Maar het tegendeel was waar geweest; hij had haar en hun relatie gebruikt voor zijn imago. Hun huwelijk was niets meer dan een stunt die was bedacht door een miljardair die zo ver in het leven was gekomen door alles te pakken wat hij wilde.

In een poging wat te ontspannen, liet ze haar hoofd van links naar rechts rollen, als een bokser vlak voor hij in de boksring stapte. Misschien was het tijd dat iemand Malachi een lesje leerde. Als hij dacht dat hij hun huwelijk met deze brief definitief achter zich kon laten, had hij het mis. Er was veel veranderd in de vijf jaar sinds ze uit elkaar waren gegaan. Ze wist wat er achter zijn glimlach verborgen lag en ze was niet langer de dolverliefde jonge vrouw met wie hij destijds getrouwd was.

Ze kneep haar ogen tot spleetjes, pakte haar telefoon en toetste het nummer op de brief in.

‘Goedemorgen, King Industries. Hoe kan ik u helpen?’

Addies hart ging meteen tekeer. Ze haalde diep adem en zei snel: ‘Ik wil graag Mr. King spreken.’

‘Wie kan ik zeggen dat er belt?’

Ze voelde haar schouders verstijven, hield de telefoon krampachtig vast en beet op haar lip. Heel even overwoog ze om op te hangen. Toen sloot ze haar ogen en zei met droge mond haar naam. ‘Addie Farrell.’

Er volgde een korte stilte.

‘Het spijt me, Ms. Farrell, ik ben bang dat ik u niet in de agenda zie staan voor een afspraak.’

‘Die heb ik ook niet,’ zei ze, verrast en zelfs een beetje onder de indruk door de besliste klank in haar eigen stem. ‘Maar het is belangrijk… heel erg belangrijk dat ik hem spreek.’

‘Dat begrijp ik, Ms. Farrell.’ Het meisje klonk jong en een beetje nerveus. ‘Ik wil u graag helpen, maar Mr. King werkt alleen volgens afspraak.’

Ze vloekte inwendig. Natuurlijk. Malachi was de directeur. Al zijn telefoontjes gingen via zijn secretaresse en alleen de belangrijkste bellers werden doorverbonden. Ze klemde haar kaken opeen. Wie kon er nou belangrijker zijn dan zijn vrouw? Ergens in haar hoofd hoorde ze een stemmetje dat haar waarschuwde, maar het werd overstemd door het bonzen van haar hart. ‘Hij wil mij vast wel spreken,’ zei ze beheerst. ‘Zeg hem maar wie er belt.’

Weer bleef het even stil. ‘Dat kan ik helaas niet doen, Ms. Farrell,’ zei het meisje toen, ‘maar ik kan natuurlijk wel een afspraak voor u maken. Of als u liever een bericht achterlaat –’

‘Prima,’ besloot ze geërgerd. ‘Zeg maar dat zijn vrouw heeft gebeld. Ik wil hem er graag aan herinneren dat morgen ons vijfjarig huwelijksjubileum is.’ Plotseling werd ze overspoeld door een onverwacht maar heel prettig gevoel van genoegdoening. ‘Zou je dat berichtje door willen geven? Ik wacht wel even,’ zei ze poeslief.

 

Buiten het raam van de privéjet reikte de lichtblauwe hemel helemaal tot aan de horizon. Het was prachtig en indrukwekkend, maar Malachi King lette niet op het uitzicht. In plaats daarvan staarde hij naar het schermpje van zijn laptop en schoten zijn donkergrijze ogen over de ene kolom met cijfers na de andere.

‘Wat is er gebeurd aan tafel vijfentwintig?’ vroeg hij, opkijkend naar de gezette man van middelbare leeftijd die aan de andere kant van zijn bureau zat.

‘Er was een voorval. Een paar kerels hadden een vrijgezellenavond en werden een beetje baldadig, maar ik heb het opgelost. Niemand heeft er iets van gemerkt, Mr. King.’

‘Daar betaal ik je ook voor, Mike. Zodat niemand er iets van merkt.’ Malachi wierp een vluchtige maar bedenkelijke blik op zijn telefoon waarop een berichtje was verschenen. Kon hij de fouten van zijn ouders ook maar oplossen zonder dat iemand iets doorhad, maar helaas waren Henry en Serena King voorlopig nog niet van plan om hun decadente manier van leven op te geven. En aangezien hij hun enige zoon was, moest hij hun rotzooi achter hen opruimen.

Er werd op de deur geklopt, en beide mannen keken zwijgzaam maar goedkeurend toe, toen een slanke brunette in het uniform van King Industries’ eigen luchtvaartmaatschappij binnenkwam.

‘Uw koffie, Mr. King. Had u verder nog wensen?’

Malachi glimlachte en ademde scherp in, waarbij zijn blik iets te lang bleef hangen op haar heerlijke ronde bilpartij tegen de donkerblauwe stof van haar rok. Hij voelde zijn lichaam ontwaken.

Was dat niet een van de vele voordelen van een eigen vliegmaatschappij: seks met een bloedmooie vrouw op twaalfduizend meter hoogte? Het was in ieder geval stukken beter dan een film en een zakje pinda’s. Hij liet zijn blik over haar lichaam glijden. Ze was werkelijk een schoonheid, maar hij zou haar nooit verleiden. Niet alleen omdat ze voor hem werkte, maar ook omdat ze het hem te gemakkelijk maakte. Het zou hem amper moeite kosten om haar voor zich te winnen en daar zat geen enkele uitdaging in.

‘Nee, dank je, Victoria. Alleen koffie.’ Zijn intonatie was beleefd maar neutraal, waarmee hij duidelijk maakte dat hij haar naam nog wist, maar dat hun relatie nooit verder zou gaan dan dat. Hij wendde zich weer tot het hoofd van de beveiliging. ‘Het ziet er prima uit, Mike. Ik ga even tien minuten ontspannen. Geniet van de vlucht.’ Hij leunde achterover in zijn stoel. Toen hij de deur hoorde sluiten, pakte hij de hoorn van de telefoon op het bureau. ‘Geen telefoontjes meer, Chrissie.’

Terwijl hij zijn laptop dichtklapte, ademde hij langzaam uit. Nu kon hij eindelijk van het uitzicht genieten. Hij wist niet precies waarom, maar het was een soort gewoonte van hem geworden om een poosje toe te kijken hoe de hemel zich uitstrekte als een enorme blauwe koepel. Kwam het misschien door de kleuren? Hij fronste. Misschien kwam het doordat het hierboven sereen en stil was, in tegenstelling tot de chaos van zijn leven met zijn ouders.

Hij verschoof zijn gewicht in zijn stoel en voelde het toen voor het eerst; een zacht, drukkend gevoel, als een vinger tegen een beurse plek. Een herinnering aan ogen die precies diezelfde blauwe kleur hadden en steeds groter werden. Ogen die van licht naar donker gingen, van koel naar warm; ogen die een alarmbelletje bij hem deden af gaan.

Knarsetandend probeerde hij Addie, zijn vrouw, uit zijn hoofd te zetten, maar elk jaar werd hij nerveus naarmate deze maand vorderde. Morgen was de dag. Hij moest zijn best doen om zijn zenuwen tot bedaren te brengen.

Zodra zijn mobiele telefoon overging, schoot hij naar voren in zijn stoel. ‘Ik hoop maar dat het dringend is,’ zei hij geïrriteerd, zodra hij op de knop had gedrukt. ‘Of in ieder geval interessant genoeg om mij te storen.’

Er volgde een korte gespannen stilte, waarna hij zijn assistente hoorde zuchten.

‘Het spijt me, Mr. King. Ik wilde u niet tot last zijn, maar ze zei dat het belangrijk was en ze vond het niet erg om te wachten. Is dat in orde?’

Ze? Zijn moeder zeker. Malachi klemde zijn kaken opeen en voelde de irritatie onder zijn huid kruipen. Maar hij kon het zijn assistente niet kwalijk nemen; Serena King deed altijd net alsof een gescheurde vingernagel een diplomatieke ramp was. Hij dacht aan de stemming van zijn moeder en grimaste. Laat het alsjeblieft niet al te ranzig zijn. Of iets illegaals. ‘Het geeft niet, Chrissie. Verbind haar maar door,’ zei hij langzaam. Hij kon zijn moeder maar beter meteen te woord staan, want ze werd niet graag afgewimpeld als ze al even in de wacht had gestaan. En hij wilde zich haar woede niet op de hals halen.

‘Ja, sir.’ Het meisje aarzelde. ‘En een fijne trouwdag morgen, Mr. King.’

Geschrokken knarste hij zo hard met zijn tanden, dat hij even bang was dat hij er een zou breken. Er was maar één andere persoon die wist dat het morgen hun trouwdag was, en dat was zeker niet zijn moeder; hij had ervoor gezorgd dat zijn ouders niet op de hoogte waren geweest van zijn huwelijk. Hij ademde langzaam uit. ‘Ik denk dat we elkaar niet helemaal goed begrijpen.’ Toen hij omlaagkeek, zag hij dat hij zijn hand om de armleuning had geklemd en dat zijn knokkels wit waren. ‘Wie heb je precies aan de lijn, Chrissie?’

Ze schraapte haar keel. ‘H-Het spijt me, Mr. King,’ stamelde ze, ‘maar ik dacht dat u het wel wist. Uw vrouw, Ms. Farrell.’

Hij kreeg het spontaan benauwd. Waarom koos Addie na al die jaren dit moment om hem te bellen? Er schoten allerlei emoties door zijn hoofd – irritatie, nieuwsgierigheid, bezorgdheid – maar toen rechtte hij zijn rug. ‘Wat een leuke verrassing,’ zei hij gemaakt opgewekt. ‘Verbind haar maar snel door.’ Hij hoorde een klik in de telefoonlijn en voelde zijn maag samentrekken, toen hij de lichte maar afgebeten stem van zijn vrouw hoorde, voor het eerst sinds hun bruiloft…

‘Malachi? Met mij, Addie.’

‘Zoiets had ik al vernomen,’ zei hij zacht.

Het was vijf jaar geleden, maar hij liet niet merken hoe vreemd het was om haar stem weer te horen. Dat zou hij ook nooit prijsgeven. Na jarenlang pokeren wist hij als geen ander hoe belangrijk het was om je geheimen voor je te houden.

‘Dat is lang geleden, schat,’ voegde hij eraan toe. ‘Waar heb ik deze eer aan te danken?’

Het was alsof de muren van haar kantoor op haar af kwamen. In haar haast om hem te bellen, had ze zich niet afgevraagd hoe hij zou reageren. Hij klonk zoals hij altijd klonk; afstandelijk en beheerst. Alsof er geen vijf jaren voorbij waren gegaan. Ze knarste met haar tanden. Wat had ze dan verwacht? Woede? Razernij? Dat waren emoties, en Malachi King toonde nooit emoties.

Haar handen voelden ineens klam aan en toen ze haar ogen sloot, klemde ze haar vingers nog steviger om de telefoon. Ze moest zich erbij neerleggen dat er heel wat meer voor nodig was dan zijn van hem vervreemde vrouw om Malachi van zijn stuk te brengen. Zelfs toen hun huwelijk was gestrand, was hij het oog van de storm geweest; kalm en afstandelijk.

Maar dat was toen. Ze belde hem niet om hun gedeelde verleden op te rakelen; ze belde vanwege zijn verachtelijke gedrag van nu en de invloed op de toekomst van kinderen. Ze ademde uit en opende haar ogen.

‘Hoe kun je het woord “eer” gebruiken na wat je gedaan hebt? En doe niet zo verbaasd. Ik heb je tien minuten geleden een e-mail gestuurd –’

Ze was zo kwaad, dat ze over haar woorden struikelde. De pijn was weer even levendig als vijf jaar geleden. Maar ze had zijn bedrog dan ook nooit goed kunnen verwerken; zelfs haar werk had nooit de leegte kunnen vullen die hij had achtergelaten. Er ging een rilling door haar lichaam, en ze was blij dat hij haar gezicht niet kon zien, want dan zou hij meteen weten wat voor invloed hij nog steeds op haar had. ‘Ik weet dat je je niet zo goed kunt inleven in anderen, Malachi, en dat je het mededogen van een haai hebt, maar ik had nooit verwacht dat jij zo laag kon zinken.’

Malachi klapte met een frons zijn laptop open. Uitdrukkingsloos tikte hij op de toetsen om zijn e-mails door te spitten. ‘Ik weet hoe je je voelt, schat,’ zei hij zachtjes, ‘en ik zou je graag willen helpen. Maar helaas weet ik niet waar je me van beschuldigt.’

Ondanks zijn neutrale toon, voelde hij zich aangedaan door haar woede. Na vijf jaar radiostilte belde ze hem ineens op om hem de huid vol te schelden over zijn gebrek aan mededogen. Op een of andere manier haalde ze zijn leven weer overhoop, en hij vond het zowel verrassend als verontrustend dat ze daar nog steeds toe in staat was.

Zijn verrassing verdween als sneeuw voor de zon, toen hij zag waarom ze zo kwaad was. Hij leunde achterover en staarde naar het scherm, zijn ogen gefixeerd op de naam van zijn vrouw in zijn inbox. In principe was hun gesprek nu afgelopen. Hij kon deze kwestie simpelweg overdragen aan de afdeling maatschappelijke zaken, en dat zou hij uiteindelijk ook wel doen, maar dan zou hij er helemaal geen plezier aan beleven. Zijn ogen fonkelden.

‘Misschien ben je vergeten dat ik een enorm bedrijf moet leiden,’ zei hij op denigrerende toon. ‘Je kunt me beter uitleggen wat ik volgens jou heb misdaan.’

Geïrriteerd bedacht ze dat hij haar eerst alle financiële zekerheid had afgenomen, en nu deed hij ook nog eens alsof zijn neus bloedde. Bij hun eerste kennismaking, vijf jaar geleden, was ze misschien idealistisch en naïef geweest, maar dankzij Malachi wist ze inmiddels wel beter. ‘Schei toch uit. Denk je soms dat ik achterlijk ben? Hier klets je je niet zomaar uit, Malachi. Dit is niet een van je kaartspelletjes.’

‘Zeg dat wel. Kaartspellen hebben regels. En de spelers schreeuwen geen ongefundeerde beschuldigingen naar elkaar.’

De uitdagende klank in zijn stem deed haar hart in haar keel bonzen. Ze hield de telefoon zo stevig vast, dat haar vingers pijn deden. ‘Ze zijn niet ongefundeerd. En ik schreeuw niet,’ beet ze hem toe. Alhoewel hij het bloed onder haar nagels vandaan haalde, wist ze haar woede te temperen. ‘Jij hebt de brief ondertekend, Malachi. Hij ligt hier voor me.’

‘Ik onderteken zoveel brieven,’ zei hij achteloos. ‘Van alles. De stomerij. Een bibliotheekboek dat te laat teruggebracht is.’

Addie knarste met haar tanden. Ze had hem kwaad opgebeld in de wetenschap dat ze volledig in haar recht stond, maar hij deed alsof haar woede onterecht was en maakte haar nog belachelijk ook. Erger nog, alles in haar lijf reageerde op de plagerige klank in zijn stem.

Ze dacht aan vroeger, aan de man van wie ze had gehouden; niet alleen vanwege zijn knappe uiterlijk, maar ook omdat hij leuk en grappig was. En omdat hij voortdurend met haar flirtte.

Haar hart ging weer tekeer.

Denk ook aan de leugens die die knappe man vertelde, sprak ze zichzelf vermanend toe. Met name de leugens die hij voor het altaar had verteld. Als ze weer begon te dagdromen over de charmante kant van haar echtgenoot, moest ze ook aan die leugens denken en hoe ze dankzij hem een tijd lang niet uit haar bed had kunnen komen.

Ze hief haar kin. ‘Je weet donders goed dat het over het centrum gaat, dus doe niet zo schijnheilig. Alsof het niet jouw idee was om de financiering stop te zetten.’

Malachi staarde naar zijn scherm en ging er eens goed voor zitten. Tot een paar minuten geleden was haar brief inderdaad slechts een van de talloze brieven geweest die hij elke week onder zijn neus kreeg geschoven. En ja, hij had zijn handtekening gezet. Maar dacht ze nou echt dat hij uit wraak de financiering voor haar liefdadigheidsinstelling stopzette? Zijn gezicht vertrok. Hij vond het maar niets dat ze zo min over hem dacht.

‘Je hebt gelijk, ik heb de brief ondertekend,’ zei hij koeltjes. ‘Maar zoals ik al zei, ik onderteken elke week een paar honderd brieven. Ik kan ze onmogelijk allemaal lezen, laat staan zelf schrijven. Op de persoonlijke brieven na.’

‘Zoals een brief aan je vrouw?’ opperde ze nijdig.

Hij staarde recht voor zich uit, geraakt door haar woorden. Precies daar, waar ze wilde. ‘Oké, die heb ik verdiend.’

Ze voelde zich opeens bijna schuldig. ‘Ja, inderdaad.’ Als hij echt niet op de hoogte was van de brief, kon dat zijn nonchalante gedrag verklaren. Maar had hij haar naam dan niet zien staan? Of de naam van haar liefdadigheidsinstelling? Ze hoorde hem zuchten.

‘Ik begrijp hoe dit overkomt, maar het is in feite heel eenvoudig. We bieden nieuwe liefdadigheidsinstellingen een bepaalde periode financiële steun, in jouw geval vijf jaar. Tegen die tijd moet het project op eigen benen kunnen staan zodat de financiering niet langer nodig is. Die brief was slechts een formaliteit.’

Een formaliteit? Haar gezicht vertrok in een grimas. Wat een perfecte voetnoot bij een huwelijk dat niets meer was dan een zakelijke strategie.

‘Goed,’ zei hij zachtjes. ‘Was dat alles? Is alles weer in orde? Of was er nog iets wat je wilde bespreken?’

Ze voelde een knoop in haar maag toen ze de uitdaging in zijn stem hoorde, alsof hij wachtte tot ze toe zou happen. Verdorie! Als Malachi over hun relatie wilde praten, mocht hij daar zelf over beginnen. Ze had hem alleen gebeld omdat ze geen keus had gehad. Maar ze was niet van plan om gezellig met hem te keuvelen en ze was al helemaal niet van plan om hun huwelijk te bespreken.

Of wel soms?

Haar wangen gloeiden. Het was erg impulsief van haar geweest om hem te bellen. Ze had gedacht dat hij haar had willen treiteren met de brief en ze had zich laten meeslepen door haar woede en verontwaardiging. Maar haar woede was grotendeels weggeëbd en langzaam maar zeker begon de waarheid tot haar door te dringen.

Ze had de brief ook gewoon kunnen negeren. Of een advocaat contact kunnen laten opnemen met King Industries. Of ze had iemand anders kunnen benaderen dan Malachi. Maar dat had ze allemaal niet gedaan omdat ze diep vanbinnen, voorbij de pijn en de schaamte, hem dolgraag had willen spreken. Ze huiverde. Het was roekeloos en dom van haar geweest, maar ze kon zich dat ene moment van zwakte vast wel vergeven. Het was immers niet meer dan normaal dat een teleurgestelde vrouw zich nog jarenlang vastklampte aan de liefde die had kunnen zijn.

Ze ademde scherp in. ‘Nee, het is helemaal niet in orde. Ik begrijp dat je er niet zelf voor gekozen hebt om de financiering stop te zetten, maar het wordt wel degelijk stopgezet.’

Ondanks haar uitbarsting ging haar hart als een razende tekeer achter haar ribben. Ze vond het gemakkelijker om op haar strepen te staan als ze werd gedreven door woede, maar bij Malachi moest ze juist subtiel te werk gaan. Blijf neutraal en hou je bij de feiten, sprak ze zichzelf toe. ‘Daarom wil ik graag dat je van gedachten verandert,’ zei ze standvastig.

Malachi leunde grijnzend achterover. Het was een redelijk verzoek, maar niets meer dan dat. En alleen hij kon het verzoek goedkeuren. Of niet. ‘Zoals ik al heb uitgelegd,’ begon hij, ‘krijg ik talloze verzoeken om financiële steun. Je kent zelf vast ontelbaar veel goede liefdadigheidsinstellingen in Miami.’

‘Dat is zo,’ beaamde ze, ‘maar het werk dat wij verrichten met de kinderen is van onschatbare waarde en uniek in de stad.’

Hij stond op, rekte zich uit en onderdrukte een geeuw. Hij had helemaal geen zin om dit gesprek nog langer te voeren. Het bedrag in kwestie was niets vergeleken met de miljarden die er in zijn bedrijf omgingen. Hij kon in een paar minuten een nieuwe overeenkomst laten opstellen, zelf ondertekenen en voorgoed van Addie af zijn. Maar hij kon ook weigeren de financiering te verlengen en de hele zaak doorschuiven naar zijn advocaten. In beide gevallen zou het gesprek in slechts een paar tellen zijn afgelopen en zou ze voorgoed uit zijn leven verdwijnen. Hij aarzelde. Nu ze eindelijk contact met hem had opgenomen, was hij absoluut niet van plan om meteen weer afscheid te nemen.

‘Dat is zo,’ zei hij uiteindelijk, ‘maar de omstandigheden moeten wel heel bijzonder zijn als ik je financiering wil verlengen.’

De telefoon brandde in haar hand, als een slang die te gevaarlijk was om vast te houden. Er volgde een lange geladen stilte. Weer bevochtigde ze haar lippen. ‘Wat voor omstandigheden?’ vroeg ze gespannen. Ze was bang dat ze wanhopig klonk, en dat was wel het laatste wat ze wilde. Hij moest juist denken dat het prima met haar ging. Uitstekend, zelfs. Hij moest haar zien als beeldschoon en succesvol, en vooral onbereikbaar. Ze ademde scherp in en keek naar de brief op haar bureau. ‘Wat voor omstandigheden?’ herhaalde ze, ditmaal met vaste stem.

Even staarde hij zwijgend naar buiten, waar de zon een zachte gouden gloed over de hemel wierp. Het zou een prachtige dag worden. Er speelde een glimlachje om zijn lippen. ‘Ik weet het niet,’ antwoordde hij. ‘Ik denk dat ik de kwestie eens onder de loep moet nemen…’ Hij wachtte even en genoot van de bijna tastbare spanning. ‘Sterker nog, ik denk dat ik de aanvrager zelf moet spreken. Onder vier ogen.’

Ze hield haar adem in. Haar lichaam leek helemaal week te worden. ‘N-Nee,’ stamelde ze. ‘Dat lijkt me geen goed idee.’

‘Maar mij wel. Ik geef mijn geld niet aan de eerste de beste aanvrager.’

‘Ik bén niet de eerste de beste,’ beet ze hem toe. ‘Ik ben je vrouw.’

En te laat besefte ze dat ze recht in zijn val was gelopen.

‘Nog een goede reden om af te spreken,’ zei hij langzaam. ‘Dan kunnen we ook over ons huwelijk praten.’

Het was alsof alle zuurstof uit haar kantoor was gezogen. Was hij gek geworden? ‘Nee, dat weiger ik. Het heeft geen zin om het verleden op te rakelen,’ zei ze met trillende stem. ‘We moeten accepteren dat het een vergissing was.’

‘Maar was dat echt wel zo?’

Addie grimaste. Hun huwelijk was een volstrekte ramp geweest, en dat wist Malachi ook. ‘Ja, het was een grote fout.’ Ze sprak te snel; de woorden stroomden als een waterval over haar lippen. ‘Ik weet niet wat me bezielde.’

‘Echt niet?’

Zijn woorden kwamen langzaam en met een verhitte ondertoon over zijn lippen. Die hitte kroop onder haar huid en wikkelde zich zo snel om haar hart, dat ze haast geen adem meer kreeg.

‘Meestal scheurden we elkaar meteen de kleren van het lijf,’ merkte hij na een korte stilte op.

Addie slikte. Haar handpalmen voelden klam aan. ‘Dat weet ik niet meer,’ fluisterde ze.

‘Ik geloof er niets van,’ zei hij zachtjes. ‘Je bent die keer in de lift vast niet vergeten.’

Er kroop een rilling over haar ruggengraat. Natuurlijk was ze dat niet vergeten; hoe Malachi’s hand onder haar jurk was geglipt en zij koortsig aan zijn riem had getrokken. ‘Niet dat het iets met deze discussie te maken heeft, maar dat was lang geleden, dus nee, ik weet het niet meer,’ loog ze. ‘In tegenstelling tot jouw leven draait dat van mij, net als dat van de meeste anderen, niet alleen maar om seks.’

‘Echt? Dan ben je of ontzettend naïef of een slechte leugenaar.’ Het was aan zijn stem te horen dat hij ervan genoot. ‘Alle mensen worden gedreven door seks,’ verkondigde hij. ‘Waar was onze relatie anders op gebaseerd? Onze gezamenlijke voorliefde voor vis?’

Een doffe pijn verspreidde zich in haar borst. Nee. Naïef als ze was geweest, had zij gehoopt en gedacht dat hun relatie gebaseerd was op liefde. Maar liefde vereiste eerlijkheid en vertrouwen, geen geheimen en leugens. En zij hadden geen van beiden de ander ooit de waarheid verteld. ‘Ik hou niet meer van vis,’ beet ze hem toe. ‘Ik ben ook niet geïnteresseerd in je oppervlakkige mening over relaties. En ik wil ze al helemaal niet onder vier ogen met je bespreken. Of welk onderwerp dan ook.’

‘Echt niet?’ vroeg hij met die lome sexy klank in zijn stem die haar bloed stroperig maakte. ‘Jammer. Ik hoopte dat je met me wilde lunchen zodat we je financiering konden bespreken. Je wilt toch nog steeds dat ik je financiering verleng, of niet soms, schat?’

Ze stond op en duwde haar stoel daarbij zo hard naar achteren, dat hij op de vloer viel. ‘Ik wil niet met je lunchen, Malachi.’

‘Een etentje, dan?’ opperde hij smalend. Met opzet negeerde hij de woede in haar stem. ‘Waar hou je van? Frans? Of heb je soms zin in ceviche? Er is net een geweldig nieuw Peruviaans restaurant geopend.’

Haar hand gleed wrijvend over haar voorhoofd, waar een ader pijnlijk klopte. ‘Ik hoef geen Frans of Peruviaans,’ viel ze geïrriteerd uit. ‘En ik wil niet met je lunchen of dineren of ontbijten of wat dan ook.’

‘Jammer.’ Zijn stem klonk duister en bedreigend. ‘Want dat is de enige manier waarop je je financiering kunt terugkrijgen.’

‘Prima,’ snauwde ze. ‘Dan haal ik mijn geld wel ergens anders vandaan.’

‘Vast wel,’ zei hij zacht. ‘Je was altijd al erg creatief, als ik het me goed herinner.’

Ze kon haar woede niet langer beheersen. ‘Je bent walgelijk! Ik wil je nooit meer spreken!’

‘Tja, dit vind ik een beetje verwarrend. Hebben we nu afgesproken om te gaan lunchen of dineren?’

Met een kreet van frustratie en woede verbrak ze de verbinding.

Malachi lachte nog steeds, toen hij zijn telefoon op zijn bureau legde. Hij tuurde bedachtzaam door zijn kantoortje in het vliegtuig en vroeg zich af hoe Addie gekleed zou gaan bij hun ontmoeting. Want hoewel ze tegenstribbelde, was hij vastbesloten haar weer te spreken. Zijn hart bonsde en zijn bloed stroomde langzaam door zijn aderen. Afgezien van haar woedende toon, had hij nog iets anders in haar stem gehoord: angst. Ze was bang. Bang voor de band die ze deelden, en haar reactie daarop.

En terecht.

Zijn grijze ogen fonkelden, toen hij de opwinding in zijn lichaam voelde en er een tinteling over zijn rug liep. Als hij iets geleerd had van hun relatie, dan was het wel dat Addie alles behalve saai was. Integendeel; ze was opstandig en eigenwijs en impulsief, wat inhield dat de lunch – of het diner – hoe dan ook zou plaatsvinden. Nu hoefde hij alleen nog een restaurant en een stropdas te kiezen.

Met een zucht van voldoening leunde hij achterover in zijn stoel om eindelijk van het uitzicht te genieten.