4

De trein ratelde en siste als een draak toen Elin erheen liep, met de hand van haar zusje in de hare geklemd. Sofia huilde hardop en zelfs Kirsten snoof en veegde haar ogen af. Maar Elin vond het een opluchting dat ze oom Sven zo lang als ze leefde nooit meer zou zien en ze vergoot geen enkele traan.

Ze hielp Sofia aan boord en leidde haar door het gangpad tussen de rijen stoelen. Kirsten was het eerst ingestapt en had een paar stoelen tegenover elkaar gevonden. 'Kom maar tegenover me zitten, Sofia,' zei ze. 'Als je achteruit rijdt, kun je meer zien. '

Sofia schudde haar hoofd en leunde tegen Elin aan op zoek naar troost. Toen ineens de fluit snerpte, gilde Sofia van schrik. Elin trok haar tegen zich aan. Geen van drieën hadden ze ooit in een trein gezeten.

'Alles komt goed,' troostte Elin. 'Je zult het zien. '

Ze deed haar best om zich dapper voor te doen voor haar zusjes, maar vanbinnen zat een koude plek waarvan ze niet dacht dat hij ooit weer warm zou worden. Het was te laat om van gedachten te veranderen. Ze kon niet meer terug. Ze vroeg zich af of papa zich zo had gevoeld toen het ijs onder zijn voeten was versplinterd en hij in het donkere, bodemloze meer was verdwenen.

Elin kon nog steeds niet geloven dat ze wegging van huis. Ze hield van hun kleine boerderij, hoe arm en sjofel ook, ze hield van de bossen en de beekjes en de glooiende heuvels om het land van haar familie. Na mama's dood hadden ze zo hard gewerkt om de boerderij draaiende te houden. Mama zei altijd dat de kostbaarste schatten van een vrouw haar thuis en haar gezin waren, en Elin geloofde het met haar hele hart. Maar ze kon niet blijven. Ze moest Kirsten en Sofia meenemen naar een veilige plek. Zij kenden nog steeds niet de ware reden dat ze van huis weggingen. Niemand wist het.

Kirsten schoof het raam open en leunde naar buiten, ze keek achterom terwijl de trein het station uit stoomde, naar hun dorp en de naburige landbouwgrond die vervaagden in de afnemende mist. De tranen stroomden over haar wangen. Elin keek de andere kant op, naar hun toekomst, en weigerde achterom te kijken. 'Alles komt goed. Helemaal goed,' zei ze, al twijfelde ze eraan of Sofia haar geloofde.

Niet alleen Elin was verdoofd van verdriet — zij allemaal. Ze staarde naar het langsrazende landschap om zich haar vaderland in te prenten. In Amerika kon alles er wel heel anders uitzien.

'Het wordt hier koud,' zei Elin na een poosje. Sofia wreef haar armen om het warm te krijgen. 'Je kunt het raam beter dichtdoen, Kirsten. '

Ze trok het dicht en ging weer zitten. Ze hadden al meer dan een uur gereisd, maar nog steeds rolden de tranen over Kirstens wangen.

'Gaat het?' vroeg Elin haar.

Kirsten veegde haar gezicht af met de duimen van haar handen. 'Best. Ik krijg tranen in mijn ogen van de koude lucht. '

'Ik hoor dat er in Amerika een hoop ongetrouwde mannen zijn,' zei Elin, om Kirsten aan het lachen te maken. Maar ze werd kwaad.

'In ons dorp waren ook genoeg ongetrouwde mannen, maar die zouden nooit met ons getrouwd zijn. Omdat het hele dorp over ons fluistert en omdat ze zeggen dat... ' Kirsten keek naar Sofia en zweeg abrupt. Sofia wist nog steeds niet dat de dood van hun vader geen ongeluk was geweest. Maar Kirsten had al te veel gezegd.

'Wat bedoel je?' vroeg Sofia. 'Waarom fluisteren de mensen over ons? Vertel me waar ze over praten. ' Elin zocht nog naar een manier om Sofia's vragen te ontwijken, toen Kirsten haar een uitweg bood.

'Ik wil niet praten over trouwen,' zei ze.

'Later,' fluisterde Elin tegen Sofia, met een vinger tegen haar lippen. Hopelijk was Sofia het dan vergeten.

Ze verzonken weer in stilzwijgen, mijlen van elkaar verwijderd, al zaten ze met hun schouders en knieën tegen elkaar. Ze waren nog nooit van hun leven zo ver van huis geweest. Naarmate de uren verstreken en de trein hen steeds verder wegbracht, begon het landschap langzaam te veranderen en er steeds minder bekend uit te zien. Elin deed haar ogen dicht om aan thuis te denken, bang dat ze zou vergeten hoe het eruitzag.

'Slaap je?' vroeg Kirsten na een tijdje.

'Nee, ik rust alleen. ' Elin richtte zich op en reikte naar de tas met voorraad die ze hadden ingepakt. 'Wil iemand iets eten?'

Kirsten schudde haar hoofd.

'Nee, dank je,' zei Sofia.

Elin hoorde aan Sofia's stroeve antwoord dat ze nog steeds boos was omdat ze geen antwoord gaven op haar vragen. Sofia kon langer blijven mokken dan iedereen die Elin kende.

Kirsten stond op en ging in het gangpad staan om zich uit te rekken. 'Ik ga op verkenning uit. Kom mee, Sofia. '

'Nee, dank je. '

'Ik denk niet dat je mag rondzwerven,' zei Elin.

'Waarom niet? Ik kan toch niet verdwalen, tenzij ik uit de trein val?'

'Daar gaat het niet om. We weten niet wat voor mensen er aan boord zijn. Blijf maar liever hier. '

Kirsten draaide zich om en liep met grote stappen naar het eind van het gangpad. Elin hield haar adem in en hoopte dat haar zus niet zou proberen de deur open te maken en naar het volgende passagiersrijtuig te gaan. Maar Kirsten draaide zich om en beende in de andere richting door hun hele rijtuig voordat ze terugkeerde naar haar plaats en er gepikeerd op neerzonk.

Waarom moesten Kirsten en Sofia zo moeilijk doen — en nog wel nu? Maandenlang was Elin doodsbenauwd geweest, ze had niet durven geloven dat ze echt konden ontsnappen. Het was een uitputtingsslag geweest om haar zussen te beschermen tegen oom Sven, ze had voortdurend op haar hoede moeten zijn. Maar nu had ze een bekende angst verwisseld voor een massa onbekende angsten. Wat als oom Lars een nog groter monster was dan oom Sven?

Maar nee, oom Lars had hun overtocht betaald en alles geregeld. Hij zou deze zware last van Elins schouders nemen en hen alledrie een nieuw thuis verschaffen. De belofte van rust en verlichting en een dak boven haar hoofd had Elin op de been gehouden. Als haar zussen dat maar konden begrijpen en dankbaar zijn voor de keuzes die ze had gemaakt, in plaats van te mokken.

Ze overhandigde Kirsten een stuk knackebröd uit de tas. Sofia schudde haar hoofd toen Elin haar wat aanbood. 'Neem ten minste een hapje,' hield Elin aan, terwijl ze Sofia een klein stukje in de hand stopte. 'Anders eten de muizen het op. '

Onwillig knabbelde Sofia aan een stuk. Elin had ook niet veel trek. Ze had zo'n buikpijn dat het leek of ze een berg stenen had ingeslikt.

'Smaakt het brood in Amerika hetzelfde?' vroeg Sofia even later.

'Natuurlijk, gekkie. 'Elin porde haar zachtjes tussen de ribben. 'Wie het bakt bepaalt de smaak, niet de plaats waar het gebakken wordt. '

Er vielen tranen op Sofia's stukje brood. 'Ik heb een hekel aan Amerika. '

'Ach, doe niet zo kinderachtig,' zei Kirsten. 'Als je de rest van je leven zo blijft mopperen, betaal ik zelf je terugreis naar Zweden. Denk je dat het voor ons makkelijk is?'Elin hoorde onderdrukte tranen in Kirstens stem.

'Hoor eens, over een paar maanden zijn we blij dat we weggegaan zijn,' zei Elin. 'Je wilde toch niet de rest van je leven knechtje spelen voor tante Karin? De loopneuzen en natte billen van haar kinderen afvegen?'

'Van tante Karin mochten we tenminste opstaan en rondlopen,' zei Kirsten. 'Nu zijn we jouw knechtjes. '

'Kunnen we alsjeblieft ophouden met ruziemaken?' zei Elin zuchtend. 'Alsjeblieft?'

Sofia snoof als antwoord. Kirsten brak nog een stuk van het knapperige brood en kauwde langzaam.

'Wie heeft oom Sven en tante Karin eigenlijk gevraagd om bij ons te komen wonen?' vroeg Kirsten met haar mond vol. 'We konden het best redden in ons eentje, maar zodra zij bij ons introkken is alles veranderd. De boerderij is van Nils, hoor. Zij hebben hem ingepikt. '

'Nils zei dat hij hem niet wilde,' zei Sofia. 'Dat heb ik hem horen zeggen. Ik denk dat hij ook geen last van ons wilde hebben. '

'Nou ja, dat is allemaal verleden tijd,' zei Elin met een handgebaar. 'Van nu af aan gaan we vooruit kijken, niet achterom. Oom Lars moet heel rijk zijn daar in Amerika als hij al die kaartjes voor ons kon kopen. En hij was mama's lievelingsbroer. Hij zal ons behandelen als zijn eigen dochters, niet als knechtjes. '

'Ik denk dat we geen dag van ons leven meer hoeven te werken,' zei Kirsten. 'We hoeven nooit meer koeien te melken als we een glas melk willen en we hoeven de kippen niet van hun nest te duwen als we eieren willen. Alles komt uit de winkels. '

'Wat moeten we dan de hele dag doen?' vroeg Sofia. Haar zachte stem deed Elin denken aan vallende sneeuwvlokken.

'Niets. Net als mevrouw Olsson in het dorp, met dienstmeisjes om al ons werk te doen. ' Kirsten zakte lusteloos onderuit in haar stoel en deed of ze een met uitgestoken pink een theekopje optilde.

'Kirsten! Je petticoat is te zien,' zei Elin, die hem over haar enkels trok.

Kirsten lette niet op haar. 'Binnenkort zijn we vergeten dat we ooit in een rokerig oud huisje woonden op een vervallen boerderij. '

'Het was niet vervallen!' zei Sofia.

'Best. Geloof maar wat je wilt. ' Kirsten ging rechtop zitten en herschikte gepikeerd haar rokken. 'Straks zijn we al die stomme, lelijke mensen in dat stomme, lelijke stadje vergeten. '

Laat in de middag bereikte de trein de stad Göteborg. Elin staarde uit het raam naar een stad die zo groot was dat het een hele tijd duurde om van de buitenwijken naar het station in het stadscentrum te reizen. Kirsten had het raam opengeschoven om naar buiten te leunen, maar ze deed het gauw weer dicht.

'Bah! Het stinkt hier naar rotte vis. '

'Tja, de stad ligt aan de zee,' zei Elin. 'De vismarkt is heel beroemd. '

Papa had Göteborg eens bezocht en hij had de stad zo mooi beschreven aan Elin — de roep van de zeemeeuwen, de zucht van golven, de smaak van zout die zo zwaar in de lucht hing dat je hem op je lippen kon proeven. Maar sindsdien moest de stad veranderd zijn. Elin hoorde geen zeemeeuwen, alleen het krijsen en ratelen en sissen van de trein. Ze proefde geen zout, alleen de stank van vis en roet en dampen.

Kirsten stond op voordat de trein stilstond en klemde haar tas tegen zich aan alsof ze klaar was om de benen te nemen. Elin wachtte tot het rijtuig stilhield, maar ook toen ze opstond bleef ze het gevoel houden dat ze nog in beweging was.

'De White Star Stoombootmaatschappij heeft een wagen naar uw trein gestuurd,' zei de conducteur toen ze uitstapten. 'Ze vervoeren u naar een pension in de buurt van de pier om vannacht te logeren. '

'Zie je wel? Oom Lars heeft aan alles gedacht,' zei Elin. 'En alles is betaald ook. ' Ze hoopte haar zusjes — en zichzelf — gerust te stellen dat er goed voor hen werd gezorgd.

Het perron schudde onder haar voeten toen een andere trein het station uit pufte. Dragers hadden alle bagage op het perron opgestapeld en de reizigers zochten in de berg naar hun bezittingen. Ook Elin zocht, maar ze kon hun hutkoffer niet vinden. Ook toen de berg bagage was verdwenen, was er geen spoor van te bekennen.

Haar keel werd dichtgeschroefd van paniek. Ze liep langs de hele lengte van het perron en terug, ze bekeek alle kisten, maar geen ervan was de hare. Wat moesten ze beginnen zonder hun hutkoffer? Alles wat ze bezaten zat erin, en al hun eten voor de reis. Ze snelde terug naar haar wachtende zusjes.

'Onze hutkoffer is er niet! Help me zoeken!'

Een paar eindeloze, adembenemende minuten renden Elin en Kirsten in paniek rond, terwijl Sofia ineengedoken van zelfmedelijden zich op een bank neer liet zinken.

'Waarom help je ons niet?' vroeg Kirsten haar.

'Omdat ik hoop dat hij achtergebleven is. Dan kunnen we de volgende trein naar huis nemen. '

Elin vroeg zich af of oom Sven de koffer met opzet had achtergehouden om haar te straffen en te zorgen dat ze naar huis terugkwamen. De gedachte maakte haar razend.

'We gaan niet terug, Sofia. Ik laat nog liever alles achter en doe het een paar weken zonder eten dan dat we teruggaan. '

Maar kon ze echt alles achterlaten? In gedachten nam Elin de inhoud van de hutkoffer door en probeerde zich te herinneren wat ze hadden ingepakt. Kleren en winterjassen en beddengoed konden ze vervangen — al had Elin geen idee waar het geld om nieuwe spullen te kopen vandaan moest komen. Ze had ook een paar erfstukken van thuis ingepakt, al had ze belangrijke dingen moeten opofferen om ruimte te maken: de koperen koffieketel die mama altijd gebruikte als ze gasten hadden; haar gezangen-boek; linnen handdoeken en schorten en tafellopers die mama geborduurd had voor haar uitzet; een houten vijzel en stamper die papa had uitgesneden; een kom beschilderd met Noorse patronen, een wit linnen tafellaken dat van hun grootmoeder was geweest. Niets van grote waarde, maar het verlies van de hutkoffer zou het zoveelste verlies betekenen.

'Daar is hij,' schreeuwde Kirsten ineens. Elin snelde naar haar toe en ze vonden hun vermiste hutkoffer verstopt achter een van de wagens van White Star. Haar schouders zakten van opluchting. Ze gebaarde naar Sofia, die nog steeds op de bank zat.

'Kom! We hebben hem gevonden!'

Sofia stond op en sleepte zich naar het wachtende rijtuig. De avond was gevallen en het was te donker om veel van de stad te zien toen ze naar het logement reden waar de stoombootmaatschappij voor had gezorgd. Elin was uitgeput. Ze deed haar ogen dicht en luisterde naar Kirsten en Sofia die naast haar zachtjes zaten te praten.

'Waarom wil je niet naar Amerika verhuizen?' vroeg Kirsten haar.

'Ik wil gewoon niet. Oom Sven zei dat ik jou en Elin zonder mij moest laten gaan. Hij zei dat ik bij hem mocht blijven. '

Sofia's woorden deden Elins hart bonzen. 'Hij is niet zo aardig als jij denkt,' zei ze met onvaste stem.

'Hij is de reden dat Nils van huis is weggegaan, weet je nog?' voegde Kirsten eraan toe. 'En ik hoorde hem zeggen dat Elin de volgende was. Hij wilde zorgen dat ze wegging om een baan in de stad te zoeken. '

'En daarom moesten we dus maar allemaal verhuizen?' vroeg Sofia. 'Dat is niet logisch. '

'Ik geef het op, Sofia,' zei Kirsten. 'Voel je dan maar ellendig, als je dat zo graag wilt. ' De rest van de rit zei niemand iets.

Hun kamer in het pension stonk naar opgedroogd zweet. Kirsten probeerde het kleine raampje open te zetten, maar het wilde niet meegeven. Ze kleedden zich alledrie uit tot op hun ondergoed en na zorgvuldig hun nette kleren te hebben uitgespreid zodat ze niet zouden kreukelen, stapten Sofia en Kirsten in bed. Maar Elin was te ontstemd om te slapen. Ze draaide de gaslamp uit en stak een kaars aan.

'Vinden jullie het erg als ik nog wat schrijf? Ik beloof dat ik het niet te laat zal maken. '

'Als je de kamer maar niet in brand laat vliegen,' zei Kirsten voordat ze het kussen over haar hoofd trok.

Elin sloeg haar dagboek open en begon te schrijven.

Na een lange, uitputtende reisdag zijn we nu in een pension in Göteborg. Onze krappe, smalle kamer met zijn kale muren en smalle bedden is heel toepasselijk. Alles wat mijn leven ooit verwarmde en beschermde is weggevallen, en wat ervan over is heb ik in onze hutkoffer gepakt. Ik voel me naakt en rillerig als een schaap van papa nadat het geschoren is. Ik houd mezelf voor dat ik nu lichter ben, en vrijer. Eens vind ik toch alles terug wat ik ben kwijtgeraakt? Ik zal weer een thuis en een familie hebben. Misschien zal alles een andere vorm aannemen, zoals de geschoren wol van een lam terugkomt als een paar wanten of een sjaal of een warme wintertrui, maar ik ben vastbesloten om me nooit meer zo naakt en verloren te voelen. Morgen varen we over de Noordzee naar een stad die Hull heet, in Engeland. Dan stappen we in een andere trein en reizen over het Engelse platteland naar Liverpool. Daar gaan we aan boord van een stoomschip voor de reis van twee weken over de Atlantische Oceaan naar New York in Amerika. Maar daar is onze reis nog niet ten einde. We moeten weer een andere trein nemen naar oom Lars in Chicago. Ik weet nog dat ik hem één keer heb ontmoet, toen ik nog heel klein was, en hij ons dorp verliet om zijn fortuin te gaan zoeken in Amerika.

Ze wachtte even, nadenkend wat ze er nog meer aan toe moest voegen. Kirsten sliep al, maar Sofia deed maar alsof. Ze had haar gezicht in het slappe, grijze kussen gestopt om het geluid te smoren, maar Elin wist dat ze huilde. Elin wilde onder de dekens kruipen en ook huilen, maar ze moest sterk blijven voor haar zusjes. Ze haalde diep adem en blies langzaam uit in een poging haar angst daarmee los te laten.

Hoewel Sofia en Kirsten bij me zijn, voel ik me verloren en alleen. Als ik een andere keus had gehad dan deze lange, onvoorstelbare reis naar een ver land, had ik die graag aangegrepen. Maar voordat mama stierf, smeekte ze me op mijn zusjes te passen, en de enige weg die me nog open stond, de enige manier waarop ik dat kon doen, was thuis weg te gaan en hen mee te nemen naar Amerika. In zekere zin heb ik het gevoel dat ik haar in de steek gelaten heb, maar ik wist gewoon niet wat ik anders moest doen en ik moest een beslissing nemen. Ik hoop dat het de juiste was.

Elin deed haar ogen dicht. Ze wilde dat ze kon bidden zoals mama altijd deed, maar tussen haar en God was een diepe kloof vol met schuldgevoel en verdriet. Hij wist alle vreselijke dingen die ze had gedaan. Ook boosheid vulde de kloof. Waarom had God haar niet beschermd tegen oom Sven? Maar nee, Elin was gedwongen geweest zelf een weg te vinden om te ontsnappen. Als zij oom Lars niet had geschreven en hem gesmeekt hen naar Amerika te laten komen, waren ze nooit gered. Zij was degene die had moeten bedenken hoe zij en haar zusjes een nieuw leven moesten beginnen. En nu moest ze de moed vinden om het te doen. Ze boog zich weer over haar dagboek.

Ik wilde dat ik niet de oudste zus was. Ik wilde dat iemand anders zich over mij ontfermen, en dat ik niet gedwongen was om voor de anderen te zorgen. Als ik maar niet alle beslissingen hoefde te nemen en de eerste stappen zetten en moedig zijn en dapper en vindingrijk. Ik begrijp hoe Sofia zich voelt, want ook ik zou morgen graag weer in de trein stappen en naar huis gaan — naar huis zoals het vijf jaar geleden was. Het enige wat ik wil is daar binnen zitten en sokken breien voor het vuur en luisteren naar mama die hardop voorleest uit haar bijbeltje terwijl de geur van vers gebakken brood de kamer vult. Maar dat leven is weg. Ik ben de oudste zus. Sofia en Kirsten vertrouwen op mij. We kunnen niet terug. Bovendien ben ik net zo goed op de vlucht voor mijn eigen veiligheid als voor die van hen. Ik heb geen

idee wat we zullen vinden aan het eind van onze reis, maar het kan nooit erger zijn dan wat ik heb achtergelaten... toch?

Ze veegde een traan weg die op haar dagboek was gevallen, sloeg het dicht en doofde de kaars. Ze hoopte dat het beddengoed warm was, want ze had het zo vreselijk koud. Ze kon niet ophouden met bibberen.