Hoofdstuk 2
Antonio keek op toen Victoria een kan water op zijn tafel zette. Hij had het telefoongesprek beëindigd en zat nu wat papieren van zijn architect door te nemen over de plannen voor de nieuwe boetieks die op de plaats van dit restaurant zouden komen.
‘Dank u.’ Hij knikte even en richtte zich toen weer op zijn papieren. Even later merkte hij echter dat ze nog steeds naast hem stond.
‘Was er nog iets?’ Hij keek haar vragend aan.
‘Nou ja, eigenlijk wel. Zou ik u even kunnen spreken?’
Hij antwoordde niet meteen, maar leunde achterover en keek haar afwachtend aan.
Ze schraapte haar keel. ‘U bent toch mijn nieuwe buurman? Antonio Cavelli, de hotelmagnaat?’
Hij boog zijn hoofd.
‘Het doet me veel plezier u te ontmoeten. Mag ik even bij u komen zitten?’ Zonder op antwoord te wachten nam ze tegenover hem plaats en keek hem wat angstig aan. ‘Het zit zo. Ik heb u een paar zakelijke voorstellen gemaild. Hebt u die ontvangen?’
Hij trok zijn wenkbrauwen op. ‘Nee.’
‘Omdat mijn restaurant praktisch aan uw hotel vastzit, dacht ik dat we misschien samen zaken konden doen.’ Terwijl ze sprak, leunde ze naar voren om voor hen beiden een glas water in te schenken.
Ondanks alles was Antonio geïntrigeerd. Het viel hem op dat er een complete transformatie plaatsvond zodra ze over zaken begon. Tijdens het gesprek gingen haar groene ogen sprankelen, ontspande haar lichaam zich en bleek ze zeer welbespraakt te zijn. Ze had vastgesteld dat een zij-ingang naar zijn hotel gunstig was voor hem, en deed een voorstel waarbij haar restaurant werd opgenomen in zijn bedrijf. Ze had al een heel plan uitgewerkt, dat verrassend knap in elkaar stak. Het was duidelijk dat ze goed met cijfers overweg kon en heel scherpzinnig was, maar dit wilde hij niet.
Zodra ze zweeg, stak hij zijn hand op. ‘Ms. Heart.’
Ze glimlachte verwachtingsvol. ‘Noem me alsjeblieft Victoria.’
‘Victoria, sorry, maar ik ben niet geïnteresseerd –’
‘Maar u zou profijt hebben van die ingang en –’
‘Dan nog, ik ben niet geïnteresseerd,’ zei hij beslist. Hij zag de teleurstelling in haar ogen.
‘Echt niet?’ Even zweeg ze. ‘Ik dacht dat u misschien mijn e-mails had gekregen en daarom hier kwam lunchen.’
‘Ik heb geen enkele e-mail van je gekregen,’ vertelde hij haar eerlijk. ‘Ik moest hiernaast wat werkzaamheden inspecteren en lunch hier alleen omdat dat zo uitkwam.’
‘Ik begrijp het.’ Ze beet op haar onderlip. Het viel hem op dat ze heel zachte lippen had en een mooi gevormde mond.
‘Maar nu u toch hier bent: mag ik u mijn plan meegeven?’ Hoopvol keek ze hem aan. ‘Het ligt in mijn kantoor. Zal ik het voor u bij de receptie leggen?’
Ze was vasthoudend, dat moest hij haar nageven. ‘Ik zal het meenemen, maar wat mij betreft gebeurt er niks mee.’
‘Nou ja, je weet nooit; misschien verandert u van gedachten als u het bekijkt.’ Ze glimlachte naar hem.
Zijn eten werd gebracht en Victoria stond op. ‘Bedankt dat u naar me geluisterd hebt. Eet smakelijk.’
Na haar afspraak bij de bank haalde Victoria Nathan bij de crèche op. Daarna wandelde ze zoals gewoonlijk met hem in de buggy door het park.
Het zonlicht scheen gefilterd door het gebladerte op het pad en de eucalyptusbomen verspreidden een aangename geur. Moeilijk te geloven dat op zo’n mooie septemberdag haar leven instortte. De bank had namelijk ‘nee’ tegen haar gezegd en nu had ze geen enkele hoop meer.
Ook al had ze diep in haar hart geweten dat ze haar lening niet zouden verlengen, toch was ze vreselijk teleurgesteld. Nu leek haar alles waar ze zo hard voor had gewerkt door de vingers te glippen. Wat moest ze in hemelsnaam tegen haar personeel zeggen? Ze leken er het volste vertrouwen in te hebben dat ze een oplossing zou vinden. Hoe had dit kunnen gebeuren? Hoe kon ze het ene moment de eigenaar zijn van een goedlopend restaurant en het volgende moment failliet dreigen te gaan? Het was er geleidelijk ingeslopen, als een sluipende ziekte.
Nathan zat ongeduldig te draaien in zijn buggy. Hij praatte nog niet goed, maar wist heel goed duidelijk te maken dat hij eruit wilde.
Ze maakte de riempjes los. ‘Oké, lieverd, loop maar even rond.’ Hij glimlachte naar haar, en zijn donkere ondeugende ogen sprankelden. Gelukkig had ze Nathan nog. Hij was het allerbelangrijkste in haar leven. Al het andere kon opgelost worden.
Maar wat zou er met hen gebeuren? De angst kronkelde als een slang in haar binnenste. Alles wat ze had, zat in de zaak. Als kind had ze armoede gekend. Haar ouders hadden geprobeerd te verhullen dat ze de eindjes aan elkaar moesten knopen, maar ze herinnerde zich de harde realiteit maar al te goed. Op haar dertiende was haar vader overleden, en zij en haar moeder waren noodgedwongen naar een kleine flat in Londen verhuisd. Het was een afschuwelijke tijd geweest; nog geen jaar later was ook haar moeder overleden, en was Victoria opgevangen door sociale instanties. Toen ze haar moeders zus in Australië hadden gevonden, was ze daarheen gestuurd.
Ze had haar tante Noreen nog nooit ontmoet en was vreselijk nerveus geweest toen ze in Sydney uit het vliegtuig was gestapt. Het enige wat ze had geweten, was dat haar moeder en tante geen hechte band hadden. Ze had gehoopt op een lieve tante die op haar moeder leek, iemand die haar kon helpen haar eenzaamheid te vergeten. Maar het was direct duidelijk gebleken dat Noreen geen sentimenteel type was en er helemaal geen zin in had om voor een verdrietig meisje van veertien te zorgen. Van meet af aan had ze duidelijk gemaakt dit louter uit plichtsbesef te doen. Van een hartelijke omhelzing of enig medeleven was geen sprake geweest. Victoria was begroet met een koele handdruk.
Noreen was destijds eind veertig geweest, single en een geweldige zakenvrouw, eigenares van een klein restaurant aan de Bondi Beach. Victoria had ze daar bijna meteen aan het werk gezet. ‘Je zult moeten werken voor de kost, jongedame,’ had ze gezegd, haar een schort toewerpend. ‘Tijdens schoolweken ben je twee avonden vrij, verder begin je om halfzeven.’
Het waren zware jaren geweest met onmogelijke werktijden, maar Victoria had gedaan wat ze moest doen en had daarbij een natuurlijke aanleg voor koken en zakendoen aan de dag gelegd. Noreen was tevreden geweest. Op zakelijk gebied had ze Victoria veel bijgebracht, en ze had haar gestimuleerd een commerciële opleiding te volgen en een horecadiploma te halen.
Op haar twintigste runde Victoria Noreens zaak in haar eentje, lange zware dagen makend, met weinig tijd voor zichzelf. Toen was ze Lee tegengekomen, tien jaar ouder dan zij en een gewaardeerd zakenman. Terugkijkend besefte ze hoe naïef het van haar was geweest om voor zijn gladde praatjes te vallen. Maar ze was erg eenzaam geweest, en hij had haar het gevoel gegeven dat ze bijzonder was, had haar bewonderd en interesse voor haar getoond. Ze was gretig geweest.
Maar het was een grote vergissing gebleken. Zodra ze met hem naar bed was geweest, had hij zijn belangstelling verloren en haar gedumpt voor een volgende scharrel. Vol schaamte dacht ze terug aan het moment waarop ze hem had verteld dat ze zwanger was. Kalm had hij haar een cheque toegestopt, met de mededeling dat ze een abortus moest regelen.
Het liefst had ze de cheque verscheurd. Ze wilde geen abortus, maar ze wilde ook niet dat Noreen haar buiten zou gooien, wat ze had gedreigd te doen als Victoria het kind had willen houden. Daarom had ze het geld gebruikt als aanbetaling voor de huur van een zit-slaapkamer.
Haar tante was woedend geweest: ‘Precies je moeder! Denk maar niet dat je kunt terugkomen als het niet gaat. Ik wil niets meer met je te maken hebben.’
‘Prima. Ik kom toch niet terug. En mijn moeder mag dan van mij in verwachting zijn geweest toen ze met mijn vader trouwde, maar ze hielden veel van elkaar. Maar dat soort gevoelens begrijpt u toch niet.’
‘Of ik die begrijp! Je moeder ging ervandoor met de enige man om wie ik ooit heb gegeven, strikte hem toen ze zwanger raakte…’ Die bittere woorden verklaarden veel: Noreens koele houding, haar soms hevige minachting voor Victoria, de verhulde hoon.
Daarna had ze Noreen nooit meer gezien. Twee maanden later, op haar eenentwintigste verjaardag, kreeg ze een brief van een advocaat. Haar moeder bleek een levensverzekering te hebben afgesloten. Het uitgekeerde geld was belegd en in een trust bewaard voor Victoria. Ze had hartstochtelijk gehuild. Het was een kostbaar laatste cadeau van haar moeder geweest op een moment dat ze het verschrikkelijk hard nodig had. Ze had besloten dat ze het zou gebruiken om een beter leven voor haar en haar kind te creëren.
En dat had ze gedaan. Omdat ze besefte dat ze het geld voor zich moest laten werken, had ze besloten een eigen zaak te beginnen. Ze had een klein pand gevonden, waarin ze thee en koffie serveerde met eigengemaakt gebak. Tegen de tijd dat Nathan was geboren, had ze een meisje in kunnen huren om haar te helpen. Een halfjaar later volgde uitbreiding, en dankzij een lening van de bank had ze haar zaak om weten te toveren tot een goedlopend restaurant, met een klein eenkamerappartement ernaast voor haar en Nathan.
In een brief aan Noreen had ze geschreven dat het goed met haar ging. Ze had zelfs een paar foto’s van Nathan bijgesloten. Haar tante had echter nooit iets van zich laten horen, waarschijnlijk uit angst dat Victoria om hulp zou vragen.
Dat zou ze nooit doen. Ze was een overlever. Moest je kijken wat ze al bereikt had! Ze zou altijd een manier vinden om voor Nathan te zorgen en om van hem te houden.
Nathan wilde zelf de buggy duwen, en ze moest glimlachen om zijn wankele maar vastberaden stapjes. Hij was pas twee, maar al net zo’n doordouwertje als zij. Toen haar mobieltje ging, viste ze het hoopvol uit haar zak. Misschien was het Antonio Cavelli – misschien had hij haar plan bekeken en was hij van gedachten veranderd.
‘Ms. Heart, met Tom Roberts van Lancier Enterprises. Ik wil u even herinneren aan uw afspraak om halfvier.’
Natuurlijk was het Antonio Cavelli niet; hij had gezegd dat hij geen interesse had. Ze was echter nog niet van plan om toe te geven. Al helemaal niet aan Lancier! ‘O, Mr. Roberts. Ik heb vanochtend aan uw secretaresse doorgegeven dat ik het niet red, omdat ik geen oppas heb voor mijn zoontje. Kunnen we later in de week afspreken?’
‘Dat kan niet, Ms. Heart.’ De man klonk woedend. ‘Ik stel voor dat u uw kind meebrengt. We moeten vandaag de voorwaarden bespreken, anders ben ik bang dat het genereuze aanbod morgen van tafel is.’
‘Hoe gaat het?’
Tom Roberts had net opgehangen en sprong nerveus op bij het horen van Antonio’s stem. ‘Alles onder controle.’ Hij klonk beslist, maar zag er verward en geagiteerd uit.
‘Ik neem aan dat Ms. Heart nog steeds de boot afhoudt?’
‘Ze probeert me te ontlopen, maar ik kan haar wel aan.’
‘Hm-m.’ Even dacht Antonio terug aan de manier waarop ze hem die middag met haar idee had benaderd en hem met die grote groene intelligente ogen had aangekeken. Hij slenterde naar het faxapparaat naast Toms bureau en pakte de documenten die zijn advocaat had gestuurd. Hoe eerder hij zijn vader van zijn aandelen in het bedrijf verloste, hoe beter, dacht hij kwaad, terwijl hij de papieren vluchtig doorlas. De oude man moest wel volslagen krankzinnig zijn geworden, of hij haalde een grap uit en lachte zich een deuk ten koste van hem. Luc Cavelli had nooit om anderen gegeven. Hij vond zichzelf daar veel te belangrijk voor en leek nu geobsedeerd te zijn door het idee dat Antonio voor een volgende generatie in de familie Cavelli moest zorgen.
Antonio schudde zijn hoofd. Eens had hij tegen zijn vader gezegd dat hij niet van plan was ooit te trouwen, en dat meende hij. Hij kende zijn beperkingen en wist dat hij geen type was om zich te settelen; daarvoor genoot hij te veel van zijn vrijheid. Wat dat betreft leek hij waarschijnlijk op zijn vader. Maar in tegenstelling tot die laatste dacht hij na over de gevolgen van zijn handelingen, en hij vond het belangrijk om eerlijk te zijn tegenover zichzelf en de vrouwen met wie hij uitging. De puinhoop van het huwelijk van zijn ouders was een maar al te duidelijke waarschuwing.
Het idee dat hij een onschuldig kind op deze wereld moest zetten om een paar aandelen in een bedrijf te bemachtigen, of om de ambities van zijn vader waar te maken! Nou, dat kon pa wel op zijn buik schrijven. Niets schepte zoveel verantwoordelijkheid als een kind. Die ouwe had echt zijn verstand verloren als hij ook maar één moment dacht dat Antonio daaraan zou beginnen.
Maar wat betekende het voor de toekomst van het bedrijf als die ouwe echt gek geworden was? Híj kon zonder kleerscheuren teruggaan naar zijn andere bedrijf, maar bij Cavelli werkten nog duizenden andere mensen.
‘Hoe dan ook, ik heb haar gezegd dat de deal morgen van tafel is als ze niet komt,’ zei Tom zelfvoldaan.
Antonio luisterde nauwelijks. Hij stond met zijn rug naar Tom, de brief van zijn vader lezend, en de bijgevoegde documenten.
Ik word er niet jonger op, Antonio. Het enige wat ik van je vraag is dat je trouwt en me een kleinkind schenkt. Daarna draag ik met plezier al mijn aandelen in de zaak aan je over.
‘Ze draaide trouwens snel bij. Ze weet dat we een verdomd goed bod doen.’ Tom dreunde maar door.
‘Geweldig…’ mompelde Antonio afwezig, een blik uit het raam werpend. Er stopte net een taxi, waaruit Victoria Heart stapte. Tom leek gelijk te krijgen. Mooi, dat was dan één probleem minder. Hij wilde zich al omdraaien toen hij zag dat ze een kind op haar arm had en stond te worstelen om een buggy van de achterbank te pakken. ‘Ik wist niet dat Ms. Heart een kind had.’
‘Ja, ze is een alleenstaande moeder. Ik heb wat graafwerk verricht. Ze is nooit getrouwd geweest, er is geen man in beeld en ze krijgt geen alimentatie.’ Toms stem klonk spottend. ‘Nog een reden waarom ze ons aanbod niet kan afslaan.’
Antonio zweeg.
‘Laat het maar aan mij over,’ zei Tom monter. ‘Binnen een uur ligt de deal getekend op uw bureau.’
‘Ik ben van gedachten veranderd…’
‘Pardon?’
‘Ik ben van gedachten veranderd. Zeg zo dadelijk tegen Ms. Heart dat de deal van tafel is en laat haar naar mijn kantoor komen.’
‘Maar…’ Tom werd zo rood als een biet. ‘Maar…’
Glimlachend verdween Antonio naar zijn kantoor. Hij had de perfecte oplossing gevonden voor het probleem met zijn vader. En die oplossing was Victoria Heart.
‘Hoe bedoelt u dat de deal van tafel is?’ Vol afgrijzen keek Victoria naar de accountant, en ze voelde het bloed uit haar gezicht trekken. Ze had gedacht dat haar zaak aan Lancier verkopen het ergste was wat haar kon overkomen, maar inmiddels wist ze beter. Als deze deal niet doorging, ging ze zeker failliet.
‘Mijn baas is van gedachten veranderd.’ Tom Roberts haalde zijn schouders op. ‘Ik zei toch dat u niet moest dralen – ik heb u gewaarschuwd.’
Victoria zette Nathan op haar andere arm toen hij begon te wurmen. Ze deed haar uiterste best om rustig te blijven, maar toen ze de man kalm met zijn papieren zag schuiven, had ze het bijna niet meer. ‘Maar we hebben elkaar net nog aan de telefoon gesproken!’
‘Ik heb er niks meer mee te maken. Bespreek het maar met de eigenaar van het bedrijf. Hij zei dat u kon doorlopen naar zijn kantoor, de deur aan het eind –’
Ze wachtte niet tot hij zijn zin had beëindigd, maar stormde de kamer uit en stoof de hal door. Dit moest opgelost worden, en wel meteen. Zonder te kloppen beende ze het grote zonverlichte kantoor in. Toen haar blik die van de man achter het bureau ontmoette, dacht ze even dat ze een parallel universum was binnen getreden.
Antonio Cavelli! Wat deed híj hier? Perplex bleef ze staan, zich vastklampend aan het kind in haar armen alsof alleen hij haar nog kon redden.
Antonio daarentegen leek heel ontspannen; hij zat achterovergeleund in zijn leren stoel in het Italiaans met iemand te bellen en gebaarde terloops dat ze tegenover hem plaats moest nemen. ‘Ik ben zo klaar,’ zei hij in het Engels tegen haar, waarna hij verder ging met zijn gesprek.
Victoria verroerde zich niet.
‘Voor zover ik kan zien, is dit de perfecte oplossing,’ zei hij in het Italiaans tegen zijn advocaat, terwijl zijn blik over Victoria gleed, van de neus van haar platte schoenen naar de verre van flatteuze kuitlange rok. Even liet hij hem rusten op haar linkerhand, om zich ervan te verzekeren dat ze geen trouwring droeg. Hij glimlachte. ‘Begrijp me niet verkeerd, Roberto. Dit wordt slechts een huwelijk op papier, puur zakelijk. We scheiden zodra de aandelen van mij zijn. Het ideale is dat ze al een kind heeft.’ Zijn blik rustte op het jongetje in haar armen, dat ze beschermend tegen haar slanke lichaam hield.
‘Ik heb de documenten gelezen, Roberto. Hij is vergeten als voorwaarde te stellen dat het kind een bloedverwant van de familie Cavelli moet zijn. Hij heeft zelfs niks over de naam gezegd. Dus je begrijpt: een verstandshuwelijk met een vrouw die al een kind heeft, is perfect.’ Hij glimlachte triomfantelijk bij de voorstelling die hij zich maakte van de afschuw op zijn vaders gezicht zodra die besefte dat hij een fout had gemaakt. De wraak was zoet. Hij kon haast niet wachten om in het huwelijksbootje te stappen en deze vrouw als zijn echtgenote te presenteren.
‘Ik wil dat je direct een waterdicht contract en huwelijkse voorwaarden opstelt, Roberto.’ Naar voren leunend bladerde hij door de agenda op zijn bureau. ‘Ik vlieg maandag terug naar Italië. Dus ik zou die middag met haar kunnen trou– Ja, voor de vlucht heb ik een paar uur vrij. Dan heb je een week om je toverkunst op de wettelijke kant van het verhaal los te laten. Ik zorg dat ik alle details krijg, de volledige naam van het kind en zo, en dan bel ik je terug.’
Zodra hij had opgehangen viel de stilte als een deken van ijs over hen heen. Woest keek ze hem aan, haar groene ogen smal als van een kat in het nauw: alert en klaar om uit te halen.
‘Ga zitten.’ Hij wuifde naar een stoel tegenover hem, maar ze verroerde zich niet.
‘Wat is hier gaande?’ vroeg ze scherp. ‘Ik neem aan dat u de man achter de overname van mijn restaurant bent?’ Fier stak ze haar kin in de lucht. ‘En dat u zich hebt schuilgehouden achter de naam van een ander bedrijf?’
‘Ik ben Lancier. Ik ben eigenaar van het bedrijf.’
‘Dan bent u dat vanmiddag zeker gemakshalve vergeten te vertellen!’
‘Ik was in je restaurant om te lunchen, niet om zaken te bespreken.’ Hij leunde achterover en keek haar kalm aan. ‘Zoals je weet heeft mijn accountant, Tom Roberts, hier in Australië mijn zaken geregeld. Ik ben zojuist uit Italië teruggekomen om alles te bekijken.’
‘En u hebt besloten dat u mijn restaurant niet wilt overnemen?’ Ze klonk nu zachter, alle woede overschaduwd door een zorgelijke blik.
‘Ik ben van gedachten veranderd, ja.’ Hij werd enigszins afgeleid doordat het kind zich omdraaide en hem kalm aankeek met zijn donkere ogen.
‘Zou u me willen vertellen waarom?’ fluisterde ze verslagen, het kind naar haar andere heup verplaatsend. Heel even schoof het vormeloze jasje opzij en ving hij een glimp op van een zo te zien goedgevormd lichaam. Opnieuw gleed zijn keurende blik langzaam over haar heen, maar het flodderige jasje zat alweer op zijn plaats. ‘Ik wilde net mijn redenen gaan uitleggen.’ Hij wees naar de stoel. ‘Ga zitten, Victoria.’
Hun blikken ontmoetten elkaar, en haar ogen schoten vuur. Hij besefte dat ze zijn vluchtige interesse had gemerkt. Ze bloosde onder haar woede. Hij zou zich beter moeten beheersen. ‘Ga zitten, Victoria,’ herhaalde hij, kort en zakelijk.
Enigszins aarzelend voldeed ze aan zijn verzoek. Na even te hebben gezwegen, vroeg ze plotseling: ‘Hebt u mijn plan bekeken?’ Haar kin schoot de lucht in, maar ze bloosde nog steeds. Antonio vond het wel amusant. Hij was gewend om met wereldwijze vrouwen om te gaan en haar reactie intrigeerde hem. Verstrooid vroeg hij zich af hoe ze eruit zou zien zonder die veel te grote onflatteuze bril.
‘Plan?’ herhaalde hij toen. Even wist hij niet meer waar ze het over had. Toen herinnerde hij zich de map die hij eerder die dag had meegekregen. ‘Aha, dat… nee. Ik dacht dat ik vanochtend duidelijk was geweest.’
‘Maar –’
‘Victoria, ik heb een plan dat je uit de penarie kan helpen, maar ik heb nu weinig tijd. Over twintig minuten heb ik een belangrijke vergadering, dus laten we er even vaart achter zetten.’ Toen hij ongeduldig naar voren leunde, kroop ze terug in haar stoel.
‘Vertel eens, ben je getrouwd?’ vroeg hij abrupt.
‘Getrouwd?’ Verward schudde ze haar hoofd. ‘Nee, waarom?’
‘En woon je alleen? Of is er een man in je leven?’
‘Dat… gaat u niks aan!’ stamelde ze. ‘Waar gáát dit over?’
‘Nee dus, neem ik aan.’ Hij negeerde haar vraag en stak zijn hand op toen ze hem in de rede wilde vallen. ‘Je hebt gelijk, dat gaat me niks aan,’ gaf hij toe. ‘Maar ik wil je een voorstel doen.’
‘Wat voor voorstel?’ vroeg ze nerveus. Maar ze slaagde erin hem uitdagend aan te blijven kijken. ‘Goed, misschien kunt u wat duidelijker zijn. Wilt u mijn restaurant overnemen of niet?’
‘Eerlijk gezegd heb ik je restaurant nooit willen kopen. Ik wilde alleen dat je wegging uit het pand, omdat ik andere plannen heb voor die plek.’
‘Bedoelt u dat u het pand wilt slopen?’
‘Daar komt het wel op neer, ja, maar ik zal je rijkelijk belonen.’ Hij wierp een blik op zijn horloge. Meer tijd kon hij hier niet aan verspillen. ‘Ik stel het volgende voor: ik verplaats je restaurant naar een plek van jouw keuze binnen de stad en betaal alle onkosten, inclusief het salaris van je personeel tijdens de overgangsperiode, de hele inrichting van het nieuwe pand, plus advertentiekosten, en ik zal je ruimschoots schadeloosstellen voor het ongemak. Zullen we zeggen twee keer het bedrag dat we je in eerste instantie boden?’
Ze zette grote ogen op. ‘Dit moet een valstrik zijn,’ zei ze schor. ‘Waarom bent u ineens bereid zoveel te betalen?’
‘Omdat ik wil dat je iets voor me terugdoet.’
Het kind schoof ongeduldig heen en weer, probeerde van haar schoot af te komen, maar ze hield hem stevig vast. ‘Naast dat ik u mijn mooie restaurant laat slopen, bedoelt u?’
‘Volgens mij maak ik dat al goed met een heel genereus aanbod,’ antwoordde hij simpel. ‘Je zit voor de rest van je leven gebakken als ik je steun in je nieuwe onderneming. Nee, ik wil een beetje tijd van je.’
Op haar hoede keek ze hem aan, afwachtend.
‘Ik heb een echtgenote nodig.’
‘Sorry, zei u… een echtgenote?’
Hij glimlachte. ‘Kijk niet zo bezorgd, dit is een huwelijk voor zakelijke doeleinden. Ik wil je niet in mijn bed, en het is een keurige overeenkomst.’
Ze schudde haar hoofd en leek ondertussen na te denken. ‘Dus… leg het nog eens uit. Waarom hebt u precies een echtgenote nodig? En waarom vraagt u mij dit te doen?’
‘Omdat dat zo goed uitkomt. Ik heb voor een korte periode een kant-en-klaar gezin nodig, onvoorwaardelijk en zonder complicaties. Jij voldoet prima.’ Hij reikte naar zijn agenda. ‘Het is een kwestie van op de juiste tijd op de juiste plek zijn,’ voegde hij er glimlachend aan toe, terwijl hij begon te bladeren.
‘Nou, dan bof ik.’ Haar stem klonk zacht en gespannen. ‘Maar misschien kunt u me vertellen wat die zakelijke redenen precies zijn?’
‘Daar hoef jij je niet druk om te maken, Victoria. Die zijn ingewikkeld en hebben te maken met de overdracht van aandelen binnen mijn bedrijf.’
Met een ruk hief ze haar hoofd op om hem woest aan te kijken. ‘Te ingewikkeld voor iemand zoals ik… wilt u dat soms zeggen?’
‘Helemaal niet. Je bent duidelijk een intelligente vrouw, dus laat ik het anders zeggen: het gaat je niets aan.’
Ze slikte nerveus. ‘Ik heb een kind waar ik rekening mee moet houden, en zijn welzijn komt voor mij op de allereerste plaats. En aangezien u me vraagt met u te trouwen, heb ik toch het recht om te weten wat er precies gaande is?’
‘Ik dacht dat ik duidelijk was: dit is geen echt huwelijksaanzoek. Ik ben niet in jou of je kind persoonlijk geïnteresseerd. Het is puur zakelijk.’
‘Ja, dat is duidelijk.’ Haar wangen werden vuurrood. ‘Maar toch moet ik meer weten –’
‘Het enige wat je moet weten, is dat de regeling volkomen legaal is en dat ik jou en je zoon met de grootste zorg en eerbied zal behandelen zolang jullie onder mijn dak wonen en wij getrouwd zijn.’
‘Onder uw dak…’ Ze schudde haar hoofd, en er scheen iets van paniek in haar ogen. ‘Nee, dat denk ik niet. Een stuk papier voor u ondertekenen is één ding, maar bij u intrekken…’
Antonio keek haar vaag geamuseerd aan. Vrouwen stonden in de rij om bij hem in te trekken, en hij hoefde maar met zijn vingers te knippen of ze zouden direct met hem trouwen. En deze weinig aantrekkelijke vrouw zat hem aan te kijken alsof hij een of ander monster was. Ongelooflijk! Dat maakte haar trouwens des te geschikter, dacht hij, opnieuw een blik op zijn agenda werpend. Nooit zou hij een van die andere vrouwen hiervoor vragen. Dat zou veel te veel complicaties met zich meebrengen, en daar had hij helemaal geen zin in. ‘Maak je geen zorgen, ik heb je waarschijnlijk niet langer nodig dan… laten we eens kijken…’ Hij rekende uit hoeveel tijd hij nodig had om zijn vaders aandelen op zijn naam te zetten. De man zou vreselijk moeilijk doen, maar alles stond zwart op wit, dus… ‘Ongeveer een maand. Zodra de transactie is gesloten, kunnen we het huwelijk laten ontbinden en elk ons weegs gaan. En dan hoeven we elkaar nooit meer te zien.’
‘U hebt niet veel respect voor het huwelijk, hè, Mr. Cavelli?’
‘Zoals ik al zei: dit is zakelijk.’ Hij keek haar met opgetrokken wenkbrauwen aan. ‘Maar als deze deal niets voor je is, neem ik wel iemand anders.’
Ze knikte direct, duidelijk opgelucht. ‘Dat zou het beste zijn, ja.’
Met een bedenkelijke blik leunde hij achterover. Dit was wel het laatste wat hij had verwacht. De meeste mensen zouden alles overhebben voor zo’n bedrag! ‘Het beste voor wie? Toch niet je zoon?’ Zijn ogen gleden naar het kind. Het jongetje zat heel geconcentreerd met een knoop van haar jasje te spelen. Een jasje waarvan de stof nogal versleten was, terwijl de kleren van het kind er nieuw uitzagen. ‘Je beseft toch wel dat dit allesbepalend is voor zijn leven? Hij zal naar een privéschool kunnen gaan en in een mooi huis kunnen wonen. En wat is je alternatief? Ik heb je rekeningen bekeken, en zelfs in het gunstigste geval duurt het nog maar twee of drie weken voordat je zaak over de kop gaat en de deurwaarders bij je aankloppen.’
Ze was ondertussen opgestaan, maar nu liet ze zich weer zakken. ‘Bedoelt u dat de deal helemaal van tafel is?’
‘Wat had je dan verwacht?’ Hij spreidde zijn handen.
‘Ik dacht dat uw oorspronkelijke bod nog zou gelden.’
Antonio gaf geen antwoord, schudde alleen zijn hoofd.
‘Maar u wilde me per se uit het pand hebben, Mr. Cavelli, dat hebt u zelf gezegd.’
‘Ik kan wachten.’ Kalm hield hij haar blik vast.
‘Nou, ik ga niet zonder strijd weg.’
Hij had bewondering voor haar lef, maar hij had geen tijd en geen zin om haar zomaar weg te laten lopen. Hij wilde deze deal afgerond hebben voordat zijn vader zijn fout ontdekte en ging terugkrabbelen. Bovendien was de deal op de lange termijn gunstig voor haar. ‘Het is lastig strijden zonder geld, en geloof me, Victoria, je kruist niet graag de degens met me, want er blijft niets van je over.’
Hij zag de kwetsbare blik over haar jonge gezicht glijden, en als ervaren zakenman die vele succesvolle deals had gesloten, wist hij dat het nu het moment was om haar binnen te halen. ‘Maar goed, de gevolgen zijn voor jou. Mijn secretaresse zal je uitgeleide doen.’
‘Nee!’ riep ze uit, nog voordat hij de telefoon kon pakken.
Hij glimlachte triomfantelijk. ‘Ik dacht wel dat je verstandig zou zijn.’ Met zijn pen zette hij een rode X in zijn agenda. ‘Maandagmiddag heb ik twee uur vrij. We ondertekenen de papieren om twee uur… en trouwen om halfdrie.’