38
Bert Harrison legde zijn hand op de schouder van de man in de rolstoel. De man draaide met zijn hoofd en neuriede. Ik zag mezelf dubbel weerspiegeld in zijn zonnebril. Een stel grimmige vreemdelingen. Ik zei: 'Mijn naam is Alex Delaware, meneer Burns.'
Willie Burns glimlachte en draaide opnieuw met zijn hoofd. Hij gebruikte mijn stem als richtpunt, zoals blinde mensen doen. De huid tussen zijn grijze baard en de grote zonnebril lag strak over scherpe botten, maar zat vol barsten en littekens. Hij had lange, magere handen, paarsachtig bruin, met door artritis vervormde knokkels en lange, gele en gespleten nagels. Over zijn benen lag een zachte, witte deken. De omvang van het lichaam onder de stof was niet indrukwekkend.
'Aangenaam kennis te maken,' zei hij. En tegen Bert: 'Is dat wel zo?'
'Hij zal je geen kwaad doen, Bill. Hij wil alleen maar bepaalde dingen weten.'
'Dingen,' zei Burns. 'Er was eens.' Hij begon weer te neuriën. Een hoge stem, vals maar toch prettig om te horen.
Ik zei: 'Bert, het spijt me dat ik je moest achtervolgen...'
'Je zegt het zelf al, dat moest je doen.'
'Het was...'
'Alex,' zei hij terwijl hij geruststellend de zachte palm van zijn hand tegen mijn wang legde, 'toen ik erachter kwam dat jij erbij betrokken was, vermoedde ik al dat dit zou kunnen gebeuren.'
'Erachter kwam? Maar jij hebt het moordboek naar mij gestuurd.'
Bert schudde zijn hoofd.
'Niet?' zei ik. 'Wie dan wel?'
'Dat weet ik niet, jongen. Pierce heeft het naar iemand toe gestuurd, maar hij heeft mij nooit verteld naar wie. Tot een week voor zijn dood heeft hij mij nooit iets over dat boek verteld. Toen bracht hij het op een dag mee naar mijn huis en liet me het zien. Ik had geen flauw idee dat hij zover was gegaan.'
'Met het verzamelen van aandenkens.'
'Met het verzamelen van nachtmerries,' zei Bert. 'Terwijl hij het doorbladerde zat hij te huilen.'
Willie Burns zat zonder iets te zien naar de toppen van de bomen te staren en te neuriën.
'Waar had Schwinn die foto's vandaan, Bert?'
'Een paar waren van zaken die hij zelf had behandeld, de rest heeft hij uit oude politiedossiers gestolen. Hij was al vrij lang een dief. Die kwalificatie is van hem, niet van mij. Hij pleegde regelmatig winkeldiefstallen, stal sieraden, geld en drugs van plaatsen waar een misdrijf was gepleegd en gooide het op een akkoordje met misdadigers en prostituees.'
'En dat heeft hij je allemaal verteld.'
'In de loop van een lange tijd.'
'Een biecht,' zei ik.
'Ik ben geen priester, maar hij zocht naar verlossing.'
'Heeft hij die gevonden?'
Bert haalde zijn schouders op. 'Bij mijn weten maken weesgegroetjes nog steeds geen deel uit van het repertoire van een psychiater. Ik heb gedaan wat ik kon.' Hij wierp een blik op Willie Burns. 'Hoe voel je je vandaag, Bill?'
'Ik voel me heel goed,' zei Burns. 'Gezien de omstandigheden.'
Hij draaide zijn gezicht naar links. 'Er staat een lekker windje vanaf de heuvels, kun jij dat ook horen? Dat getokkel langs de bladeren, alsof er op zo'n leuke kleine mandoline wordt gespeeld. Net als op die boten in Venetië.'
Ik luisterde. Ik zag niets bewegen aan de bomen en ik hoorde geen enkel geluid.
'Ja, heel mooi,' zei Bert.
'Weet je,' zei Willie Burns, 'ik begin hier buiten een droge keel te krijgen. Zou je me alsjeblieft iets te drinken willen geven?'
'Natuurlijk,' zei Bert.
---
Ik duwde Burns terug naar het groene houten huis. In de voorkamer stonden nauwelijks meubels, alleen maar een bank onder het raam en twee knalgroene vouwstoelen. Twee staande schemerlampen in verschillende hoeken. Ingelijste foto's uit tijdschriften hingen schots en scheef aan de met gipsplaten bedekte wanden, schilderijen van tuinen in Giverny-kleuren. Tussen de twee stoelen was een brede doorgang opengelaten voor de rolstoel en de rubber banden hadden grijze sporen achtergelaten die naar een deur aan de achterkant leidden. Geen knop, alleen een schopplaat. Een klapdeur. Rolstoelvriendelijk.
De keuken was een niet afgescheiden ruimte aan de rechterkant: grenen kasten, een stalen aanrecht, een tweepits kookplaat waar een pan met een koperen bodem op stond. Bert pakte een flesje suikervrije citroenlimonade uit een bolle, witte koelkast, stond even te worstelen voordat hij erin slaagde om de dop eraf te halen en gaf het flesje daarna aan Willie Burns. Burns pakte het met twee handen aan en dronk het halfleeg. Bij iedere slok ging zijn adamsappel op en neer. Daarna drukte hij het flesje tegen zijn gezicht, liet het heen en weer rollen over zijn huid en slaakte een diepe zucht. 'Dank je wel, dokter H.'
'Graag gedaan, Bill.' Bert keek me aan. 'Je kunt wel gaan zitten.'
Ik nam een van de vouwstoelen. Het huis rook naar gepelde noten en gegrilde knoflook. Boven de kookplaat hing een streng gedroogde teentjes, naast een sliert gedroogde Spaanse pepertjes. Ik zag nog andere lekkere dingen: glazen potten met gedroogde bonen, linzen en pasta. Een handbeschilderde broodtrommel. Gourmet-accenten in een vestzakkeuken.
'Dus je hebt geen idee hoe dat moordboek bij mij terecht is gekomen?' vroeg ik.
Bert schudde zijn hoofd. 'Ik wist helemaal niet dat jij er ook bij betrokken was tot ik van Marge hoorde dat jij samen met Milo bij haar op bezoek was geweest om over een onopgeloste moord te praten.'
Hij maakte aanstalten om op de tweede vouwstoel te gaan zitten, maar ging toen weer staan. 'Laten we maar even wat frisse lucht gaan happen. Kun jij je een paar minuutjes redden, Bill?'
'Dat zal best gaan,' zei Burns.
'We blijven voor de deur staan.'
'Geniet maar van het uitzicht.'
---
We liepen naar de schaduw van de omringende bomen. Bert zei: 'Er is iets wat je moet weten. Bill zal het niet lang meer maken. Schade aan het zenuwstelsel, ouderdomssuiker, ernstige vaat-problemen en hoge bloeddruk. Ik kan hem maar tot op zekere hoogte helpen en hij wil niet naar een ziekenhuis. In feite kan niemand hem helpen. Hij mankeert te veel.'
Hij wachtte even en streek een van z'n paarse revers glad. 'Hij is een oude man ook al is hij pas drieënveertig.'
'Hoe lang zorg je al voor hem?' vroeg ik.
'Al heel lang.'
'Rond de twintig jaar, schat ik.'
Hij zei niets. We gingen weer lopen, langzaam en in doelloze kringetjes. Er klonk geen enkel geluid vanuit het bos. Geen spoor van de muziek die Willie Burns had gehoord. 'Hoe heb je hem leren kennen?' vroeg ik.
'In een ziekenhuis in Oxnard.'
'Waar je Schwinn ook hebt ontmoet.'
Hij zette grote ogen op.
'Ik ben net bij Marge geweest,' zei ik.
'Aha.'
Eenmaal psychiater...
'Maar goed, dat is waar,' zei hij. 'Hoewel Pierce daar niet toevallig was. Hij zat al een tijdje achter Bill aan. Zonder veel succes en ook niet erg hardnekkig omdat hij vanwege zijn amfetamineverslaving eigenlijk tot niets meer in staat was. Af en toe had hij nog weleens een helder moment waarin hij zichzelf wijsmaakte dat hij nog steeds een speurder was en dan pakte hij het onderzoek weer op tot zijn volgende uitspatting hem weer buitenspel zette. In de loop der jaren kwam hij er op de een of andere manier - via zijn criminele contacten - achter dat Bill een eindje verder aan de kust zat. Hij wist dat Bill medische verzorging nodig zou hebben en uiteindelijk kwam hij uit bij het ziekenhuis, ook al was Bill toen al een tijdje ontslagen. Maar hij bleef daar rondhangen en meldde zich regelmatig met diverse klachten. Ze beschouwden hem daar als een verslaafde hypochonder.'
'Maar hij probeerde het dossier van Burns in handen te krijgen.' Bert knikte. 'Het ziekenhuispersoneel dacht dat hij gewoon de zoveelste junk was die aan de grond zat en medicijnen wilde jatten. Maar later bleek dat hij echt ziek was. Een dienstdoende neuroloog die hem niet kende, liet een paar onderzoeken doen en kwam erachter dat hij aan een lichte vorm van epilepsie leed, voornamelijk petit mal, plus wat tijdelijke symptomen die allemaal het gevolg waren van drugsverslaving. Ze schreven hem met wisselend resultaat spierontspannende middelen voor en hij werd een paar keer poliklinisch geholpen, maar dan had ik nooit dienst. Op een dag kreeg hij op de parkeerplaats een aanval van grand mal, hij werd naar de spoedeisende hulp gebracht en toen had ik wél dienst. En van het een kwam het ander.'
'Willie Burton had medische zorg nodig omdat hij bij een brand in een woonhuis gewond was geraakt.'
Ben zuchtte. 'Je bent nog steeds even geraffineerd, Alex.'
'Het was een huis in i56th Street in Watts. Een buurt waar een zwarte man gemakkelijk onder kan duiken. Waar een blanke juist opvalt. Een blanke rechercheur genaamd Lester Poulsenn had de opdracht gekregen om Burns en Caroline Cossack te bewaken tot hij op een avond werd doodgeschoten en het huis bij wijze van afleidingsmanoeuvre in brand werd gestoken. Het was een moord op een vrij hooggeplaatste politieman, maar het LAPD stopte de zaak in de doofpot. Interessant, vind je ook niet, Bert?'
Hij zei niets. 'Ik durf te wedden dat Poulsenn werd overvallen door de mensen die Caroline en Willie naar de andere wereld moesten helpen. Mensen die al eerder iemand hadden overvallen en vermoord, namelijk Boris Nemerov, een man die als tussenpersoon fungeerde bij het regelen van borgtocht. Dat deed hij ook voor Burns. Heeft hij je dat verteld?'
Een knikje. 'Dat kwam aan het licht tijdens de therapie. Bill voelde zich schuldig omdat hij de dood van Nemerov had veroorzaakt. Hij had zichzelf het liefst willen aangeven om precies te vertellen wat hij had gezien, maar dat zou levensgevaarlijk zijn geweest.'
'Wat is er dan bij die overval gebeurd?'
'Hij had Nemerov gebeld en hem om hulp gevraagd, omdat Nemerov hem altijd vriendelijk had behandeld. Ze spraken af om elkaar op een bepaalde plaats te ontmoeten, maar Nemerov werd gevolgd en vermoord en in de kofferbak van zijn auto gestopt. Bill hield zich ergens vlakbij verborgen en heeft het zien gebeuren. Hij wist meteen dat hij de schuld zou krijgen van de dood van Nemerov.'
'Wat was eigenlijk de reden dat Burns beschermd werd door een politieman?'
'Hij had contacten bij de politie. Hij had als tipgever gewerkt.'
'Maar nadat Poulsenn en Nemerov vermoord waren, heeft de politie hem laten stikken.'
'Contacten, Alex. Geen vrienden.'
'Het huis werd in brand gestoken, maar Burns en Caroline slaagden erin te ontsnappen. Waren ze ernstig gewond?'
'Zij was ongedeerd, maar hij had zware brandwonden. Hij verwaarloosde ze en zocht pas maanden later hulp. Zijn voeten waren door en door verbrand, alles was gaan ontsteken en tegen de tijd dat hij opgenomen werd had hij etterende, gangreneuze wonden en het vlees viel letterlijk van de botten af. Zijn beide voeten werden meteen geamputeerd, maar de ontstekingen waren tot in de botten doorgedrongen waardoor verdere amputatie noodzakelijk werd. Je kon het zelfs ruiken, Alex. Alsof je naast een barbecue stond, het beenmerg was gewoon gekookt. We hebben hier een stel fantastische chirurgen en die zijn erin geslaagd om de helft van zijn ene dijbeen en een derde van het andere te redden, mede met behulp van huidtransplantaties. Maar Bills longen waren ook verbrand, net als zijn luchtpijp en zijn slokdarm. Hij had inwendig littekenweefsel en het verwijderen van aangetast weefsel maakte nog een groot aantal operaties noodzakelijk. Hij heeft alles zonder morren ondergaan. Ik hield hem vaak gezelschap als hij in de whirlpool zat en dan zag je de huid er gewoon afvallen. En hij gaf geen kik. Ik zal nooit begrijpen hoe hij al die pijn heeft kunnen verdragen.'
'Heeft de brand hem ook blind gemaakt?'
'Nee, dat is het gevolg van diabetes. Daar leed hij al een hele tijd aan, maar de ziekte is pas laat ontdekt. En het feit dat hij, zoals de meeste verslaafden, dol was op zoetigheid, maakte het nog erger.'
'En de schade aan zijn zenuwstelsel? Heroïne?'
'Slechte heroïne. Die had hij op de dag van de brand gescoord. Hij ontsnapte aan de aandacht van Poulsenn en liep de straat uit voor een afspraak met zijn dealer. Zo hebben ze hem ook opgespoord... dat is ook iets wat hem schuldgevoelens heeft bezorgd.'
'Hoe is hij erin geslaagd om met die verbrande voeten te ontsnappen?'
'Ze hebben een auto gestolen. Het meisje reed. Ze slaagden erin om de stad uit te komen, kwamen op de PCH terecht en verstopten zich in een afgelegen canyon in de heuvels boven Malibu. 's Nachts sloop ze naar de buitenwijken en zocht in vuilnisbakken naar voedsel. Ze deed haar best om hem te verzorgen, maar zijn voeten werden steeds erger en bezorgden hem zoveel pijn dat hij zijn toevlucht zocht tot de heroïne die hij de dag van de brand had gescoord. Hij raakte buiten bewustzijn en bleef twee dagen onder zeil. Op de een of andere manier slaagde ze erin om voor hem te zorgen. Uiteindelijk probeerde ze zelfs hem met bladeren en gras in leven te houden. En ze liet hem water drinken uit een beekje in de buurt, waardoor hij ook nog eens een darmparasiet opliep. Toen ik hem voor het eerst in het brandwondencentrum zag, woog hij veertig kilo. Voeg daar nog eens bij dat hij cold turkey was afgekickt en het is een regelrecht wonder dat hij het heeft overleefd.'
'En daarna werd hij een patiënt van je,' zei ik.
'Net als Schwinn. Uiteindelijk hebben ze elkaar ontmoet. Was dat opzet?'
'Ik had eerst het verhaal van Bill gehoord en daarna dat van Pierce, waardoor het hele verhaal mij na verloop van tijd duidelijk werd. Natuurlijk heb ik hun nooit iets over elkaar verteld... Pierce beschouwde zichzelf nog steeds als rechercheur. Hij bleef op zoek naar Bill. Ten slotte - en dat heeft me heel wat moeite gekost - gaf Bill me toestemming om er met Pierce over te praten. Het viel niet mee, maar... na een tijdje drong het toch tot hen allebei door dat hun leven met elkaar verweven was.'
Hij had ze bij elkaar gebracht. Precies zoals hij met Schwinn en Marge had gedaan. De grote dokter. Die met gulle hand gaf.
'Je hebt gewacht tot duidelijk was geworden dat Burns niets van Schwinn te vrezen had,' zei ik. 'En dat hield in dat je alle bijzonderheden over de moord op Janie Ingalls te weten kwam. Maar jullie kwamen overeen om het erbij te laten zitten. Jij was er medeschuldig aan dat het misdrijf niet bestraft werd. Vandaar al die verontschuldigingen tegenover mij.'
'Alex,' zei hij. 'Sommige beslissingen zijn... Al die verwoeste levens. Ik zag geen andere oplossing...'
'Maar Schwinn bracht daar verandering in,' zei ik.
'Hij wilde de zaak niet meer geheimhouden. Heb je enig idee waarom hij in de weken voor zijn dood weer zo opgewonden raakte over die moord? Waarom hij het moordboek heeft verstuurd?'
'Dat heb ik mezelf ook al zo vaak afgevraagd en de enige reden die ik daarvoor kan vinden, is dat de arme man het gevoel had dat de dood nabij was en dat hij in vrede wilde sterven.'
'Was hij ziek?'
'Ik heb niets kunnen vinden, maar hij kwam naar me toe met klachten dat hij zich zo slap voelde. Hij trilde en hij kon niet scherp meer zien. Een maand voor zijn dood begon hij last te krijgen van hevige hoofdpijn. De voor de hand liggende conclusie was een hersentumor en ik heb hem naar de Sansum Clinic gestuurd voor een MRI. De uitslag was negatief, maar de behandelend neuroloog trof wel wat abnormale EEG-patronen aan. Maar je weet hoe dat is met EEG'S... ze zijn zo moeilijk te interpreteren dat het een slag in de lucht blijft. En zijn bloedspiegel was normaal. Ik vroeg me af of het misschien verlate bijwerkingen van de amfetamine waren. Hij was al jaren van de drugs af, maar misschien had die verslaving toch kwalijke gevolgen gehad. En toen viel hij ineens flauw, een week voordat die nachtmerries weer begonnen.'
'Was Marge daar ook van op de hoogte?'
'Pierce wilde dat allemaal per se voor haar verborgen houden. Hij verstopte de medicijnen tegen zijn hoofdpijn zelfs in een afgesloten doos in zijn donkere kamer. Ik probeerde hem over te halen om openhartiger tegenover haar te zijn, maar hij bleef op zijn stuk staan. Zo was hun hele relatie, Alex. Ze praatten allebei met mij en ik fungeerde als tolk. In dat opzicht was ze de volmaakte vrouw voor hem: koppig, onafhankelijk en bijzonder in zichzelf gekeerd. Hij kon een ongelooflijke stijfkop zijn. Dat was volgens mij ook een van de redenen dat hij zo'n goede detective was.'
'Denk je dat die nachtmerries een neurologische oorzaak hadden, of het gevolg waren van die onopgeloste zaak die hem weer begon te kwellen?'
'Misschien wel allebei,' zei hij. 'Bij zijn autopsie is niets ongewoons aangetroffen, maar dat wil niets zeggen. Ik heb post-mortemhersenweefsel gezien dat op gatenkaas leek en toch bleek dat de patiënt volkomen normaal had gefunctioneerd. En dan kom je bij mensen die neurologisch gezien een wrak waren volmaakt gezonde cerebrale weefsels tegen. Als puntje bij paaltje komt, zijn mensen volslagen onlogische schepsels. Zijn wij niet juist daarom allebei dokters geworden die zich om de ziel bekommeren?'
'Zijn wij dat dan?'
'Ja, jongen... Alex, het spijt me dat ik dingen voor je verborgen heb gehouden. Op dat moment leek me dat de beste aanpak. Maar dat meisje... en die moordenaars zijn nog steeds op vrije voeten.'
De tranen sprongen hem in de ogen. 'Je probeert mensen te genezen en uiteindelijk word je medeplichtig aan moord.'
Ik legde mijn hand op zijn smalle, zachte schouder. Hij glimlachte. 'Een therapeutische aanraking?'
'Pure vriendschap,' zei ik.
'Wij verkopen vriendschap,' zei hij. 'Althans volgens de cynici die wat wij proberen te doen omlaaghalen. Soms vraag ik me weleens af waarom mijn leven deze richting heeft genomen...'
We wandelden naar de met grind bestrooide oprit. 'Wat voor soort relatie is er tussen Schwinn en Burns ontstaan?' wilde ik weten.
'Toen ik er zeker van was dat we Pierce konden vertrouwen, heb ik hem meegenomen naar dit huis. Ze raakten met elkaar in gesprek en er ontstond een band. Ten slotte is Pierce Bill gaan helpen. Hij kwam af en toe hierheen om het huis schoon te maken en een eindje met Bill te gaan wandelen.'
'En nu Pierce er niet meer is, is Burns de laatste getuige van de moord op Janie Ingalls die nog in leven is.'
Bert staarde naar de grond en liep door.
'Jij noemt hem Bill,' zei ik. 'Hoe luidt zijn nieuwe achternaam?'
'Doet dat er toe?'
'Uiteindelijk komt alles toch aan het licht, Bert.'
'Denk je?' zei hij terwijl hij zijn handen op zijn rug ineenstrengelde. Hij leidde me terug naar de open plek voor het huis. 'Ja, dat zal wel. Alex, ik weet dat je met hem wilt praten, maar ik heb je al verteld dat hij nog maar kort te leven heeft en zoals de meeste ex-verslaafden heeft hij een bijzonder lage dunk van zichzelf.'
'Daar zal ik rekening mee houden.'
'Dat weet ik ook wel.'
'De laatste keer dat we elkaar spraken,' zei ik, 'legde je nogal veel nadruk op het feit dat heroïneverslaafden meestal niet gewelddadig zijn. Je probeerde me zover te krijgen dat ik niet langer op zoek zou gaan naar Burns. En ook niet naar Caroline Cossack, door me erop te wijzen dat het heel onwaarschijnlijk was dat een vrouw bij een dergelijke seksuele moord betrokken was. Dat was allemaal volkomen juist, maar hoe kwam het dan dat ze getuige waren van de moord?'
'Bill arriveerde pas op de plaats van het misdrijf toen dat arme meisje al dood was en hij zag wat ze met haar hadden gedaan.'
'Was Caroline bij hem?'
Hij aarzelde. 'Ja. Ze waren samen op dat feest. Ze mocht alleen maar bij dat feest zijn omdat hij op haar lette.'
'Op haar lette?'
'Hij hield haar in de gaten. Daar werd hij door haar broers voor betaald.'
'Een drugsdealer als babysit voor het rare zusje?' vroeg ik. Bert knikte.
'Dus ze liep samen met Burns achter haar broers en hun vrienden aan naar het landgoed naast hun huis en ze belandden op de plaats van de moord,' zei ik. 'De moordenaars zagen hen en waren waarschijnlijk bang dat ze hun mond voorbij zouden praten. Caroline was vanwege haar psychiatrische voorgeschiedenis onbetrouwbaar en voor Burns gold hetzelfde omdat hij een junk was. Maar in plaats van Caroline uit de weg te ruimen lieten ze haar opsluiten. Waarschijnlijk omdat de Cossacks weliswaar medeplichtig waren aan de moord, maar het toch niet konden opbrengen om hun zus te vermoorden. Burns zouden ze zonder meer om zeep hebben gebracht, maar hij dook onder in het getto, en omdat het rijke blanke knullen waren, zou het hun niet gemakkelijk vallen om hem daar op te sporen. Burns was bang en probeerde een grote hoeveelheid drugs te scoren, nam daarbij te veel risico, werd gearresteerd, wist dankzij zijn connecties bij het LAPD en de goede naam van Boris Nemerov op borgtocht vrij te komen en verdween opnieuw. Maar een paar maanden later kwam hij weer boven water en nam een baantje aan bij Achievement House om contact te krijgen met Caroline. Maar de jongens kwamen daarachter en besloten dat hij echt een kopje kleiner gemaakt moest worden. Voordat ze klaar waren met hun voorbereidselen voor de moord was Burns echter alweer verdwenen. Hij slaagde er wel in contact te houden met Caroline. Uiteindelijk heeft hij haar weggehaald uit Achievement House, en ze zijn samen ondergedoken in Watts. Klopt mijn redenering een beetje?'
'Tot in de puntjes, Alex. Zoals gewoonlijk.'
'Maar toch is er iets dat ik niet snap, Bert. Waarom zou Burns zichzelf in levensgevaar brengen door een baantje bij Achievement House aan te nemen? Waarom nam hij dat risico?'
Bert glimlachte. 'Onlogisch, hè? Dat bedoelde ik toen ik zei dat je mensen niet zomaar in hokjes kunt stoppen.'
'Waarom heeft hij dat gedaan, Bert?'
'Heel eenvoudig, Alex. Hij hield van haar. En dat is nog steeds zo.'
'Tegenwoordige tijd?' zei ik.
'Zijn ze nog bij elkaar? Waar is ze dan?'
'Ze zijn zeker nog bij elkaar. En je hebt haar zelf ontmoet.'
---
Hij nam me mee terug naar het huis. De voorkamer was leeg en de klapdeur was nog steeds dicht. Bert deed hem open en ik stapte in een korengele slaapkamer die nauwelijks groter was dan een kast. Aan een kant was een piepklein badkamertje. In het slaapvertrek stonden twee eenpersoonsbedden naast elkaar, allebei opgemaakt met dunne, witte spreien. Op een lage toilettafel die ziekenhuis-groen was geschilderd zat een pluchen beer. De rolstoel stond tegen het voeteneind van het bed dat het dichtst bij de deur stond met de man die zichzelf Bill noemde er nog steeds in. Hij had het bijna lege limonadeflesje in zijn ene hand en de andere werd vastgehouden door de mollige, witte vingers van een zwaargebouwde vrouw in een oversized koningsblauw T-shirt en een grijze joggingbroek. Haar neergeslagen ogen waren vast op het beddensprei gericht en toen ik de kamer binnenkwam, keek ze niet op. Ze had een papperig gezicht vol acnelittekens - het leek op brooddeeg met luchtbelletjes - en haar platte neus raakte bijna haar bovenlip. Het verschoten bruine haar vol grijze strepen was samengebonden in een kort paardenstaartje.
Aimee, de kokkin uit het Celestial Café. Ze had flensjes voor me gemaakt, me een dubbele portie gegeven zonder dat in rekening te brengen en had vrijwel geen woord gezegd.
En precies op het moment dat ik mijn eten op had, was Bert binnen komen lopen. Het had een leuke samenloop van omstandigheden geleken, maar nu wist ik wel beter.
Marian Purveyance was de eigenares van het café geweest tot Aimee Baker het over had genomen.
Hij geeft mensen van alles.
'Ik wist niet dat je ook al restauranthouder was, dokter Harrison,' zei ik.
Berts gezicht kreeg bijna dezelfde kleur als zijn pak. 'Ik heb mezelf wijsgemaakt dat ik een belegger was en wat onroerend goed in de stad opgekocht.'
'Met inbegrip van het land waar dit huis op staat,' zei ik. 'Je hebt zelfs een stel agaves overgeplant.'
Hij schopte met zijn ene voet tegen de andere. 'Dat is al jaren geleden. Je zou ervan staan te kijken als je de taxatierapporten zag.'
'Als je ooit iets zou verkopen.'
'Nou ja... het tijdstip moet wel geschikt zijn.'
'Ja, natuurlijk,' zei ik en kwam tot de ontdekking dat ik mijn armen om de oude man sloeg.
Aimee draaide zich om en zei: 'Ik vind je aardig.'
'Tegen wie van de twee heb je het, lieve meid?' zei Bill.
'Tegen allebei,' zei ze. 'Iedereen is aardig. De hele wereld is aardig.'