15
Vrije tijd was het laatste waar ik behoefte aan had. Zodra de deur achter hem dichtviel, pakte ik de telefoon op. Larry Daschoff en ik kennen elkaar al sinds onze studententijd. Nadat ons co-assistentschap erop zat, aanvaardde ik een benoeming als professor aan de medische faculteit aan de andere kant van de stad en ging werken op de afdeling oncologie van het Western Pediatrie Medical Center, een kinderziekenhuis, en hij begon meteen met een privépraktijk. Ik bleef vrijgezel en hij trouwde met zijn vriendinnetje van de middelbare school, kreeg zes kinderen, verdiende een dik belegde boterham, moest zijn uiterlijk van stevige en geblokte verdediger opofferen aan de gestalte van een welgedane meneer van middelbare leeftijd, keek berustend toe hoe zijn vrouw haar rechtenstudie weer oppakte en ging golfen. Inmiddels was hij een jeugdige grootvader die van het rendement op zijn belegde geld leefde en overwinterde in Palm Desert.
Ik belde hem in de koopflat die hij daar bezit. We hadden elkaar al een tijdje niet meer gesproken en ik vroeg hoe het met zijn vrouw en de kinderen ging.
'Iedereen maakt het best.'
'Met name het Perfecte Kleinkind.'
'Nou, als je het dan per se wilt weten, ja, Samuel Jason Daschoff is duidelijk de verkondiger van de Tweede Herrijzenis... een nieuwe joodse heiland. Het knulletje is net twee geworden en heeft zijn aanminnige vrolijkheid ingeruild voor de toepasselijke klierigheid van een tweejarige. Ik zal je eens iets vertellen, Alex, er is geen zoetere wraak dan te zien hoe je eigen kinderen geconfronteerd worden met de ellende die zij jou bezorgd hebben.'
'Ik geloof je onmiddellijk,' zei ik terwijl ik me afvroeg of ik dat zelf ooit zou ondervinden.
'Maar goed,' zei Larry, 'hoe gaat het met jou?'
'Ik heb het nog steeds druk. Ik bel je ook naar aanleiding van een bepaald geval.'
'Dat dacht ik al.'
'O ja?'
'Je werk komt voor jou altijd op de eerste plaats, Alex.'
'Wou je daarmee zeggen dat ik niet gewoon gezellig kan zijn?'
'Net zomin als ik gewoon slank kan zijn. Over wat voor soort geval hebben we het, therapie of dat akelige gedoe van je met de dienders?'
'Dat akelige gedoe.'
'Dus daar hou je je nog steeds mee bezig.'
'Nog steeds.'
'Ik denk dat ik wel begrijp waarom,' zei hij. ik mag barsten als dat niet veel opwindender is dan de hele dag angstgevoelens voorgeschoteld te krijgen en jij kon toch al nooit stil zitten. Waar kan ik je mee helpen?'
Ik gaf een beschrijving van Caroline Cossack zonder namen te noemen. En ik vroeg hem op welke school een dergelijke probleemtiener twintig jaar geleden volgens hem terecht zou zijn gekomen. 'Dus ze heeft Fikkie op een portie cyaankali getrakteerd?' zei hij. 'Dat is niet netjes. Hoe komt het dat ze daardoor geen moeilijkheden met de politie heeft gekregen?'
'Waarschijnlijk vanwege de connecties van haar familie,' zei ik terwijl op hetzelfde moment tot me doordrong dat een verblijf in de gevangenis ook een uitmuntende reden kon zijn om iemand geen sofinummer toe te kennen, en Milo en ik hadden er geen van beiden aan gedacht om gevangenisregisters te controleren. We waren kennelijk een beetje uit ons normale doen.
'Een rijk, maar allesbehalve aardig kind,' zei Larry. 'Tja, destijds was er eigenlijk geen andere plek voor de doorsnee gevaarlijke delinquent dan de plaatselijke inrichting voor geestelijk gestoorden... Camarillo. Maar ik neem aan dat een rijke familie haar wel in een wat luxueuzere omgeving had kunnen plaatsen.'
'Ik zat zelf te denken aan Achievement House of Valley Educational, of soortgelijke instellingen in een andere staat.' 'Valley Educational is het zeker niet geweest, Alex. Daaraan ben ik als psycholoog verbonden geweest en ze moesten niets hebben van delinquenten, ze concentreerden zich op kinderen met leerproblemen. Zelfs in die tijd bedroeg het lesgeld al vijftienduizend dollar en ze hadden een wachtlijst van twee jaar, dus ze konden zich veroorloven om kieskeurig te zijn. Tenzij de familie zich niet heeft uitgelaten over de ernst van het ziektebeeld van het meisje, maar dan nog zouden dat soort gewelddadige neigingen niet lang onderdrukt kunnen worden. Wat Achievement House betreft, kan ik niet uit eigen ervaring spreken, maar ik ken iemand die dat wel kan. En dan gaat het ook nog om dezelfde periode, bedenk ik nu... negentien of twintig jaar geleden. Geen prettige toestand.'
'Voor de studenten?'
'Voor de persoon die ik ken. Weet je nog dat ik vroeger bij de faculteit optrad als begeleider van eerstejaars die overwogen om zich op een carrière in de psychologie te storten? Een van mijn beschermelingen was een eerstejaars, een vroegrijp meisje van nog maar net zeventien. Ze had een plaatsje als vrijwilligster bij Achievement House weten te bemachtigen.'
'Op welke manier is ze daar in moeilijkheden gekomen?'
'De directeur gedroeg zich... een beetje al te freudiaans tegenover haar.'
'Seksuele intimidatie?'
'Destijds heette dat nog gewoon handtastelijk. Ondanks haar leeftijd hield het meisje haar verstand erbij en omdat ze in feministisch opzicht haar tijd ver vooruit was, diende ze een protest in bij de raad van bestuur, die haar prompt de laan uitstuurde. Ze heeft met mij overlegd of ze een aanklacht zou indienen - het was een heel traumatische ervaring voor haar - en ik heb gezegd dat ze op mijn steun kon rekenen als ze het er niet bij wilde laten zitten, maar uiteindelijk heeft ze toch besloten om de zaak te laten rusten. Ze wist dat het zijn woord tegen het hare zou zijn en hij was de veelgeprezen hoge ambtenaar van volksgezondheid en zij was een aantrekkelijke tiener die veel te korte rokjes droeg. Ze zou toch alleen maar een hoop ellende hebben veroorzaakt.'
'Zijn er ooit vermoedens geweest dat de directeur leerlingen heeft misbruikt?'
'Voor zover ik weet niet.'
'Weet je nog hoe hij heette?'
'Alex, ik wil eigenlijk niet dat mijn voormalige beschermeling hierbij betrokken wordt.'
'Dat zal ook niet gebeuren. Dat beloof ik je.'
'Larner. Michael Larner.'
'Psycholoog of psychiater?'
'Hij was meer een zakelijk type... een ambtenaar.'
'Heb je nog steeds contact met je voormalige beschermeling?'
'Af en toe. Meestal vanwege patiënten die ze naar me doorstuurt. Ze heeft zich niet uit het veld laten slaan, ze is summa cum laude afgestudeerd, heeft haar doctoraal aan Penn gehaald en een tijdje aan Michigan gedoceerd voordat ze weer deze kant op kwam. Ze heeft een prima Westside-praktijk.'
'Kun je haar op de een of andere manier vragen of ze met mij wil praten?'
Stilte. 'Dus volgens jou is dat belangrijk.'
'Ik zou het eerlijk niet weten, Larry. Als jij door haar dat te vragen in een lastig parket komt, laat het dan maar zitten.'
'Ik wil er even over denken,' zei hij. 'Ik laat je het wel weten.'
'Dat zou geweldig zijn.'
'Geweldig?' herhaalde hij.
'Bijzonder nuttig.'
'Weet je,' zei hij, 'terwijl wij hier met elkaar zitten te praten, zit ik met mijn voeten omhoog en mijn riem een paar gaatjes losser uit te kijken over kilometers schoon wit zand. Ik heb me net te goed gedaan aan chile rellenos con mucho cerveza en ik heb net een enorme boer gelaten, zonder dat er iemand in de buurt is die me daar boos om aankijkt. Dat vind ik nou geweldig.'
Een uur later belde hij al terug. 'Ze heet Allison Gwynn en je mag haar bellen. Maar ze wil absoluut niet betrokken raken bij politiezaken.'
'Geen enkel probleem,' zei ik.
'Goed,' zei hij. 'Hoe gaat het verder?'
'Prima.'
'We moeten maar eens samen gaan eten. Met de dames. De volgende keer dat wij weer in de stad zijn.'
'Dat lijkt me een goed idee,' zei ik. 'Bel me dan maar, Larry. En nogmaals bedankt.'
'Is alles echt in orde?'
'Ja, hoor. Waarom vraag je dat?'
'Ik weet het niet... je klinkt een beetje... aarzelend. Maar misschien komt dat gewoon doordat ik je al een tijdje niet meer gesproken heb.'
Ik belde dr. Allison Gwynn op haar nummer in Santa Monica en kreeg een antwoordapparaat aan de lijn met U-bent-thans-verbonden-met-de-praktijk-van. Maar toen ik mijn naam opgaf, werd het bandje onderbroken door een plezierig zachte vrouwenstem. 'Met Allison. Wat grappig dat Larry zomaar ineens belde met de vraag of ik met u zou willen praten. Ik zat net een paar artikelen over pijnbestrijding te lezen en een paar daarvan waren van uw hand. Ik werk ook af en toe in de St. Agnes-kliniek.'
'Die artikelen zijn toch allang achterhaald.'
'Helemaal niet,' zei ze. 'Er verandert niet zoveel aan mensen en de pijn die ze lijden, dus de meeste van uw beweringen kloppen nog steeds. Maar goed, Larry zei dat u iets wilde weten over Achievement House. Het is al lang geleden - bijna twintig jaar - dat ik daar iets mee te maken heb gehad.'
'Maar dat is net de periode waarin ik geïnteresseerd ben.'
'Wat wilt u precies weten?'
Ik gaf haar ook die anonieme beschrijving van Caroline Cossack.
'Juist,' zei ze. 'Larry heeft me verzekerd dat u heel discreet zult zijn.'
'Absoluut.'
'Dat is echt essentieel, dokter Delaware. Luister, ik heb nu geen tijd om te praten, over twee minuten staat er een patiënt voor mijn neus en daarna heb ik groepstherapie in de kliniek. Vanavond moet ik lesgeven, maar daar tussendoor ga ik wel even eten, zo rond een uur of vijf. Als u dan even langs wilt komen, vind ik dat prima. Ik ga meestal naar Café Maurice op Broadway in de buurt van Sixth, want dat is vrij dicht bij St. Agnes.'
'Ik zal er zijn,' zei ik. 'En vast hartelijk bedankt.'
'Graag gedaan,' zei ze. 'Dat hoop ik tenminste.'
---
Ik slaagde erin om de middag door te komen door te gaan hardlopen, veel te snel en in een veel te hoog tempo. Toen ik buiten adem en half uitgedroogd de trap naar mijn voordeur op was gelopen controleerde ik mijn antwoordapparaat. Twee keer opgehangen en een ingeblikte advertentie voor goedkope hypotheken. Via *69 kwam ik achter de nummers van de mensen die hadden opgehangen: een gekwelde vrouw in East L.A. die alleen Spaans sprak en een totaal verkeerd nummer had gebeld en een boetiek op Montana Avenue die zich afvroeg of Robin Castagna geïnteresseerd zou zijn in nieuwe zijden modeartikelen uit India.
'Ik geloof dat ik beter een boodschap achter had kunnen laten,' zei het meisje met de nasale stem aan de andere kant van de lijn, 'maar de eigenaar heeft liever dat we de mensen persoonlijk benaderen. Denkt u dat Robin belangstelling zal hebben? Volgens onze boeken heeft ze vorig jaar een hele verzameling hippe spulletjes gekocht.'
'Als ik haar spreek, zal ik het haar vragen.'
'O, oké... maar u mag zelf ook even langskomen, hoor. Is een cadeautje geen leuk idee? Als ze het niet mooi vindt, mag ze het natuurlijk altijd ruilen. Vrouwen vinden het leuk om verrast te worden.'
'O ja?'
'Nou en of. Zeker weten.'
'Ik zal eraan denken.'
'Dat moet u echt doen. Vrouwen vinden het héérlijk als een man een verrassing voor ze heeft.'
'Zoals een reisje naar Parijs,' zei ik.
'Parijs?' Ze schoot in de lach. 'Daar mag u mij best mee verrassen... maar vertel niet aan Robin dat ik dat heb gezegd, oké?'
Om vier uur 's middags stapte ik vanuit de keuken het terras aan de achterkant op en wandelde door de tuin naar Robins studio, waar ik de deur van de koele ruimte met het koepeldak openmaakte en rondliep terwijl ik de geur opsnoof van zaagsel, lak en Chanel No. 19 en luisterde naar de echo van mijn eigen voetstappen. Ze had de vloer aangeveegd, haar gereedschap ingepakt en alles op de plaats gezet.
De middagzon stroomde door de ramen naar binnen. Het was een prachtig vertrek en keurig opgeruimd. Ik moest onwillekeurig aan een grafkelder denken.
Ik liep terug naar het huis en keek de ochtendkrant vluchtig in. De wereld was nauwelijks veranderd, waarom voelde ik me dan zo anders? Om halfvijf ging ik onder de douche en trok een blauwe blazer, een wit overhemd, een schone spijkerbroek en bruine suède instappers aan. Om tien over vijf liep ik Café Maurice in. Het restaurant was klein en donker, met een tapkast met een koperen blad en een stuk of zes tafeltjes die gedekt waren met wit linnen. De muren hadden een walnoten lambrisering, het plafond was van gehamerd tin. Onopvallende, zachte muziek ging de concurrentie aan met het gedempte gesprek tussen drie in witte schorten gehulde kelners die oud genoeg waren om mijn vader te zijn. Ik moest onwillekeurig denken aan de bistro op de linkeroever van de Seine waar Robin me op de hoogte had gebracht van haar plannen. Ik knoopte mijn colbert dicht en wachtte tot mijn ogen aan het schemerige licht waren gewend. De enige klant was een donkerharige vrouw aan een tafeltje midden in de zaak die in een glas rode wijn zat te turen. Ze droeg een perfect passend whiskykleurig tweed jasje over een crème zijden blouse, een lange, grijsbeige rok met een split opzij en beige kalfsleren laarzen met behoorlijk hoge hakken.
Op de stoel naast haar stond een grote leren tas. Ze keek op toen ik naar haar toe liep en glimlachte aarzelend. 'Dr. Gwynn? Ik ben Alex Delaware.'
'Allison.' Ze zette haar tas op de grond en stak me een slanke, witte hand toe, die ik drukte voordat ik ging zitten. Ze was zo'n ranke schoonheid uit een schilderij van John Singer Sargent. Een ivoorkleurig gezicht, zachte maar vastberaden jukbeenderen die met rouge waren aangezet en een brede, sterke mond met koraalrode lippen. Enorme, zorgvuldig omlijnde diepblauwe ogen overschaduwd door brede, gewelfde wenkbrauwen keken me nadenkend aan. Vriendelijk en onderzoekend, zonder enig vertoon van opdringerigheid. Dat zouden haar patiënten vast prettig vinden. Haar haar hing als een zwart gordijn tot halverwege haar rug. Om een van haar polsen droeg ze een met diamantjes bezette schakelarmband, om de andere een gouden horloge. Barokke pareltjes in haar oren en een camee aan een gouden kettinkje om haar hals. Haar hand gleed weer naar haar wijnglas. Een mooie Franse manicure, kleurloze nagels met een wit randje dat net lang genoeg was om niet frivool over te komen. Ik wist dat ze zes- of zevenendertig moest zijn, maar ondanks de chique kleren, de juwelen en de cosmetica leek ze tien jaar jonger.
'Bedankt dat je tijd voor me hebt vrijgemaakt,' zei ik.
'Ik wist niet zeker of je een punctueel type zou zijn,' zei ze, 'daarom heb ik alvast besteld. Ik moet over een uur voor de klas staan.' Dezelfde beschaafde stem als via de telefoon. Ze stak haar hand op en een van de bejaarde kelners maakte zich los uit het stafoverleg om me een menu te brengen en bleef bij het tafeltje staan. 'Wat kun je me aanbevelen?' vroeg ik.
'De entrecote is heel goed. Ik vind het lekker als vlees nog rauw en bloederig is, maar ze hebben ook een prima keus uit verstandiger dingen als je niet van rood vlees houdt.'
De kelner tikte met zijn voet op de grond. 'Wat wilt u drinken, meneer? We hebben een prima selectie bijzondere biersoorten.'
Ik had een Frans accent verwacht, maar hij klonk door en door Californisch - een beachboy op leeftijd - en ik zat ineens te peinzen over een toekomst waarin grootmoeders Amber en Heather zouden heten, of Tawny en Misty.
'Grolsch, zei ik. 'En geef me de entrecote maar, licht doorbakken.' Hij liep weg terwijl Allison Gwynn over haar streek dat al gladder dan glad zat en met haar wijnglas speelde. Ze keek me niet aan.
'Wat voor soort werk doe je in St. Agnes?' vroeg ik. 'Ken je die kliniek?'
'Ik heb er weleens van gehoord.'
'Gewoon vrijwilligerswerk,' zei ze. 'Voornamelijk door ervoor te zorgen dat de staf het werk aan kan. Werk jij nog steeds bij oncologie?'
'Nee, al een tijdje niet meer.'
Ze knikte. 'Het kan heel zwaar zijn.' Ze nam een slokje wijn.
'Waar geef je les?' vroeg ik.
'Aan de universiteit, een cursus voor volwassenen. Dit kwartaal heb ik persoonlijkheidstheorie en intermenselijke relaties gedaan.'
'En daarnaast nog een praktijk. Dat lijkt me een behoorlijk zwaar werkschema,' zei ik.
'Ik ben een workaholic,' antwoordde ze, plotseling opgewekt. 'Ik ben hyperactief, maar ik weet dat op een sociaal verantwoorde manier in banen te leiden.'
Mijn bier werd gebracht. We namen allebei een slok en ik stond net op het punt om ter zake te komen, toen ze zei: 'Het meisje dat je hebt beschreven... is dat toevallig Caroline Cossack?'
Ik zette mijn glas neer. 'Kende je Caroline?'
'Dus het gaat echt om haar.'
'Hoe wist je dat?'
'Door de manier waarop je haar omschreef.'
'Viel ze op?'
'O ja.'
'Wat kun je me over haar vertellen?'
'Niet veel, vrees ik. Ze was opmerkelijk omdat ze in een bepaalde categorie viel. Er zat een roze plakkertje op haar kaart, de enige die ik daar heb gezien. En ik heb vrijwel alle kaarten onder ogen gehad, want ik speelde die zomer voor manusje-van-alles en ik moest vaak kaarten ophalen en wegbrengen. Ze gebruikten een kleurcode om de staf attent te maken op de medische problemen van bepaalde kinderen. Geel voor jeugdsuikerziekte, blauw voor astma, enzovoort. Het plakkertje van Caroline Cossack was roze en toen ik iemand vroeg wat dat betekende, zeiden ze dat het een waarschuwing was voor bepaalde gedragsproblemen. Het risico was groot dat ze zich zou misdragen. Dat, plus het feit dat jij zei dat het misschien om een zaak voor de politie ging, heeft me op het idee gebracht.'
'Dus het risico was groot dat Caroline gewelddadig zou worden.'
'Er was in ieder geval iemand die dat destijds dacht.'
'Was er iets waar ze met name bang voor waren?' vroeg ik.
'Dat weet ik niet. In de maand dat ik daar was, heeft ze niets misdaan.'
'Maar zij was de enige die een dergelijk plakkertje had.'
'Ja,' zei ze. 'Dat kwam ook omdat er weinig kinderen waren. Hooguit dertig. Achievement House was in die tijd precies wat het nu nog is: een opslagplaats voor rijke kinderen die niet aan de verwachtingen van hun ouders voldoen. Eeuwig spijbelende, aan drugs verslaafde, onwillige droomkinderen.'
Laat dat 'droom' weg en je had Janie en Melinda, dacht ik.
'Maar,' ging ze verder, 'het waren in de grond toch jongelui die geen kwaad deden. Behalve het voor de hand liggende stiekeme drugs- en drankgebruik heb ik eigenlijk nooit iets gezien wat niet door de beugel kon.'
'Jongelui die geen kwaad deden, maar wel opgesloten zaten,' zei ik.
'Zo erg was het nou ook weer niet,' zei ze. 'Ze werden eerder met wortels dan met stokslagen in bedwang gehouden. Een dure vorm van kinderoppas. De deuren gingen 's avonds wel op slot, maar je had toch niet het gevoel dat het een gevangenis was.'
'Wat kun je me nog meer over Caroline vertellen?' 'Ze maakte helemaal geen angstaanjagende indruk. Voor zover ik me kan herinneren, was ze rustig en passief. Daarom keek ik zo op van die waarschuwing voor gewelddadig gedrag.' Ze likte haar lippen af en schoof haar wijnglas opzij. 'Meer kan ik je eigenlijk niet vertellen. Ik was een student die daar vrijwilligerswerk deed, vers van de middelbare school, en ik stelde geen vragen.' Ze hield haar hoofd schuin. De enorme blauwe ogen knipperden niet. 'Het ophalen van herinneringen aan die plek... is niet bepaald het leukste wat ik deze week heb gedaan. Larry heeft je verteld wat me daar met Larner is overkomen.'
Ik knikte.
'Als me nu zoiets zou gebeuren,' zei ze, 'had je er donder op kunnen zeggen dat ik heel wat doortastender had gereageerd. Waarschijnlijk had ik Gloria Allred opgepiept, de tent laten sluiten en ervoor gezorgd dat ik een behoorlijke schadevergoeding kreeg. Maar toch vind ik dat ik mezelf niets te verwijten heb. Enfin... werk je allang met de politie samen?'
'Al een paar jaar.'
'Valt het je zwaar?'
'In welk opzicht?' vroeg ik.
'Nou, om te beginnen al die autoritaire figuren.'
'Ik heb voornamelijk met één rechercheur te maken,' zei ik. 'En dat is een goeie vriend van me.'
'O,' zei ze. 'Dus je vindt het bevredigend.'
'Soms.'
'In welk opzicht?'
'De pogingen om een verklaring te vinden voor iets onverklaarbaars.'
Ze had haar handen over elkaar geslagen. Overal sieraden, maar geen ringen aan haar vingers. Waarom viel me dat op?
'Als je het niet erg vindt,' zei ik, 'zou ik je nog een paar dingen over Caroline willen vragen.'
Ze grinnikte. 'Ga je gang.'
'Had je vaak persoonlijk contact met haar?'
'Nooit direct, maar ik mocht sommige groepstherapieën bijwonen en bij een daarvan zat zij ook. Gewoon algemene praatsessies. De leider probeerde haar er actief bij te betrekken, maar Caroline zei nooit iets, ze zat altijd alleen maar naar de vloer te kijken en deed net alsof ze niets hoorde. Maar ik kon wel merken dat ze alles begreep. Als ze nerveus werd, kreeg ze zenuwtrekjes in haar gezicht.'
'Waar werd ze nerveus van?'
'Alle directe vragen.'
'Hoe was ze in fysiek opzicht?' vroeg ik.
'Vanwaar al die interesse, twintig jaar na dato?' vroeg ze. 'Wil je me niet vertellen wat ze heeft gedaan?'
'Misschien heeft ze helemaal niets gedaan,' zei ik. 'Het spijt me dat ik geen rechtstreeks antwoord kan geven, maar dit is allemaal nog erg prematuur.' En bovendien officieus. 'Het grootste deel van mijn werk bestaat uit op goed geluk graven.'
Ze hield haar wijnglas met twee handen vast. 'Geen onsmakelijke details? Hè, jammer.' Ze lachte en toonde een volmaakt gebit.
'Ik ben er trouwens niet eens zeker van of ik dat echt wel wil weten. Maar goed, Caroline in fysiek opzicht... en dan wel met de ogen van een zeventienjarige. Ze was klein, nogal schuw... een beetje mollig... en onverzorgd. Vette haren... vaag bruin en ongeveer zo lang.' Ze hield haar hand ter hoogte van haar eigen schouder. 'Het zag er altijd ongewassen uit. Ze had jeugdpuistjes... wat wil je nog meer weten? Ze maakte altijd een verslagen indruk, alsof er een zware last op haar schouders drukte. De leerlingen mochten dragen wat ze wilden, maar Caroline had altijd dezelfde vormeloze jurken aan... doordeweekse jurken van een oude vrouw. Ik vraag me af waar ze die vandaan haalde.'
'Onopvallende kleren,' zei ik. 'Ze klinkt zwaar depressief.'
'Dat was ze ook.'
'Trok ze met de andere leerlingen op?'
'Nee, ze was liever alleen. Sloom en in zichzelf gekeerd. Als ik haar nu zou zien, zou ik waarschijnlijk denken dat ze schizoïde was.'
'Maar zij beschouwden haar als potentieel agressief.'
'Inderdaad.'
'Hoe bracht ze haar tijd door?'
'Ze zat meestal in haar eentje in haar kamer, kwam schoorvoetend te voorschijn als er gegeten moest worden en liep na de maaltijd weer alleen terug. Als ik haar in de gang tegenkwam, glimlachte ik altijd en zei hallo. Maar vanwege dat roze plakkertje bewaarde ik wel afstand. Volgens mij heeft ze een paar keer teruggeknikt, maar meestal schuifelde ze met neergeslagen ogen voorbij.'
'Gebruikte ze medicijnen?'
'Ik heb haar kaart nooit bestudeerd. Maar nu ik erover nadenk, zou dat best kunnen.'
'Die groepsleider die probeerde haar uit haar schulp te lokken, weet je nog hoe die heette?'
'Jody Laverer,' zei ze. 'Ze was een klinisch maatschappelijk werkster... ze is heel aardig voor mij geweest toen ik dat probleem met Larner had. Jaren later liep ik haar tijdens een conventie weer tegen het lijf en toen zijn we bevriend geraakt. We hebben zelfs een paar keer patiënten naar elkaar doorgestuurd. Maar je zult niet meer met haar kunnen praten, ze is twee jaar geleden overleden. En ik heb het met haar nooit over Caroline gehad. Caroline was eerder niemand dan iemand. Als dat roze plakkertje er niet was geweest, zou ze me waarschijnlijk niet eens zijn opgevallen. In feite was de enige...'
'Meneer, mevrouw,' zei de kelner. Onze borden werden op tafel gezet en we begonnen ons vlees aan stukjes te snijden.
'Uitmuntend,' zei ik na de eerste hap.
'Ik ben blij dat je het lekker vindt.' Ze spietste een stukje patat aan haar vork.
'Je wilde net iets zeggen.'
'O ja?'
'Je had het erover dat Caroline niet bepaald memorabel was. Daarna zei je: "In feite was de enige...'"
'Eh... o ja, ik wilde zeggen dat de enige persoon met wie ik haar ooit heb zien praten een van de mannen van de onderhoudsdienst was. Willie nog wat... een zwarte knul... Willie Burns. Ik kan me die naam herinneren omdat Robert Burns ook zo heette en ik weet nog dat ik toen dacht dat hij helemaal niets Schots had.' 'Besteedde hij speciaal aandacht aan Caroline?' 'Zo kun je dat wel zeggen, denk ik. Een of twee keer kwam ik langs terwijl hij met Caroline in de gang stond te praten, maar dan stoven ze uit elkaar en ging Willie meteen weer aan het werk. En op een keer zag ik Willie met een emmer en dweil uit Carolines kamer komen. Toen hij mij zag, zei hij dat ze had overgegeven en dat hij alles had moeten opruimen. Hij gaf die verklaring zonder dat ik erom had gevraagd. Het deed een beetje heimelijk aan. Maar wat er ook precies aan de hand was, Burns hield het niet lang uit. Hij is er precies één week geweest, toen was hij weer vertrokken en was Caroline weer altijd alleen.'
'Een week,' zei ik. 'Het leek me wel erg kort.'
'Kun je je nog herinneren in welke maand dat was?'
'Dat moet in augustus zijn geweest. Ik ben daar alleen in augustus geweest.'
Janie Ingalls was begin juni vermoord.
'Hoe oud was Willie Burns?'
'Niet veel ouder dan Caroline... twintig, hooguit eenentwintig jaar. Ik vond het fijn dat er iemand was die aandacht aan haar besteedde. Weet je iets van hem af?'
Ik schudde mijn hoofd. 'Je hebt die kaart niet bestudeerd, maar heb je ooit gehoord waarom Caroline naar Achievement House was gestuurd?'
'Ik ging ervan uit dat het dezelfde reden was die voor al die kinderen gold: het feit dat de lat te hoog voor hen was gelegd. Ik ken dat wereldje, Alex. Ik ben opgegroeid in Beverly Hills, mijn vader was assistent-officier van justitie. Ik dacht dat ik een eenvoudiger leven zou gaan leiden en dat ik nooit terug zou gaan naar Californië.'
'Larry zei dat je op Penn bent afgestudeerd.'
'Ik ben naar Penn gegaan en ik vond het er heerlijk. Daarna heb ik een paar jaar in Ann Arbor gezeten, ging weer terug naar Penn en accepteerde een baan als lector. Als het aan mij had gelegen, was ik aan de oostkust gebleven. Maar ik trouwde met een knul uit Wharton en hij kreeg een fantastische baan aangeboden bij Union Oil hier in L.A. Plotseling woonden we in een koopflat aan de Wilshire Corridor en kon ik gaan blokken om vergunning te krijgen hier in Californië een praktijk te openen.'
'Kennelijk is alles toch op z'n pootjes terechtgekomen,' zei ik. Ze prikte een stukje vlees aan haar vork en doopte het in de bearnaisesaus. Het vlees bleef even in de lucht hangen, daarna legde ze de vork weer op haar bord. 'Alles liep op rolletjes tot mijn vader drie jaar geleden om vier uur 's ochtends wakker werd met pijn in zijn borst en mijn moeder ons in paniek opbelde. Grant - mijn man - en ik gingen halsoverkop naar hen toe en we hebben pa met ons drieën naar het ziekenhuis gebracht. Terwijl ze met hem bezig waren, liep Grant weg. Ik werd zo in beslag genomen door mijn zorg voor mam en het wachten op de uitslag van het onderzoek van pa dat ik daar nauwelijks aandacht aan schonk. Toen we net te horen hadden gekregen dat er niets aan de hand was met pa - het was brandend maagzuur - en dat hij weer mee naar huis mocht, kwam Grant weer opdagen en ik zag meteen aan zijn gezicht dat er iets mis was. Maar we zeiden niets tegen elkaar tot we mam en pa afgezet hadden. Toen vertelde hij me dat hij zich al een tijdje niet goed had gevoeld en dat hij veel last had van maagpijn. Hij had aangenomen dat hij zich te druk had gemaakt op zijn werk en dat de pijn vanzelf weer weg zou gaan. Hij stopte zichzelf vol met maagtabletten omdat hij mij niet ongerust wilde maken. Maar toen was de pijn ondraaglijk geworden. Dus toen we in het ziekenhuis waren, schoot hij een dokter aan die hij kende - een golfvriendje van Penn - en liet röntgenfoto's maken. En die zaten vol vlekken. Een zeldzame vorm van galbuiskanker die zich had uitgezaaid. Vijf weken later was ik een treurende weduwe en trok weer bij mijn vader en moeder in.'
'Wat erg voor je.'
Ze schoof haar bord van zich af. 'Het is heel onbeleefd van me om zomaar mijn hart uit te storten.' Weer zo'n aarzelend glimlachje. 'Dat ligt volgens mij aan het feit dat je zo goed kunt luisteren.'
Impulsief klopte ik haar even op haar hand. Ze gaf me een kneepje in mijn vingers, voordat ze de hare over het tafelblad liet trippelen, haar wijnglas oppakte en een slok nam. Haar ogen staarden in de verte.
Ik nam een stevige teug bier.
'Zal ik je eens iets grappigs vertellen?' zei ze. 'Mijn college van vanavond gaat over posttraumatische stress. Luister, Alex, ik vond het leuk om je te leren kennen en ik wens je veel succes met wat je ook probeert te doen, maar nu moet ik er echt als een haas vandoor.' Ze wenkte de kelner en ondanks haar bezwaren rekende ik af. Ze pakte een gouden poederdoos en lipstick uit haar tas, maakte haar mond opnieuw op, raakte de lange, zwarte wimpers van een van haar ogen aan en bekeek haar gezicht in het spiegeltje. We stonden op. Ik had verwacht dat ze lang zou zijn, maar ondanks haar zeveneneenhalve centimeter hoge hakken was ze hooguit een meter tweeënzestig. Weer zo'n aantrekkelijke dreumes. Net als Robin. We liepen samen het restaurant uit. Haar auto was een tien jaar oude cabrio, een Jaguar xjs. Ze stapte lenig in en liet de motor razen. Ik keek haar na toen ze wegreed. Haar ogen waren vast op de weg gericht.