6
WOENSDAG 2 OKTOBER
Anderhalf uur aan een stuk heb ik intensief de zijwaartse Tetsuï getraind, bijgenaamd IJzeren Hamervuist. Mister Kono, de nieuwe Japanse karate-instructeur, is een mager manneke dat voor het minste begint te grinniken, maar hij is rap als 'n ratelslang en als hij zou willen, lig ik in één seconde tegen het tapijt naar adem te snakken. M'n Tetsuï is nu accuraat genoeg om praktisch iedereen behalve mister Kono klein te krijgen, als het nodig is voorgoed. We hebben zittend op een stoel getraind, wat een hoop concentratie vergt en als 'n echte Jap heeft hij niet eens gevraagd waarom ik daar zo op aandrong.
‘A right Tetsuï can kill a man very easily, hihihi,’ zei hij. Precies of ik dat niet weet. Om van een Tsuki in de plexus solaris maar te zwijgen.
Na de ontspanningsoefeningen en de douche is het halftwaalf en de kolonel wil me zien. Hij is 'n toffe kerel en ik noem hem bij z'n voornaam als er niemand anders bij is. Hij heeft een zwak voor mij en ik weet dat hij me altijd in de mate van het mogelijke zal dekken.