4
'Het spijt me, rechercheur Quinn.' De receptioniste keek op van de computer. 'De heer Trevor heeft zich nog niet ingeschreven.'
'Kijkt u nog eens,' zei Joe ongeduldig. 'Ik heb hem hier een kwartier geleden voor de deur laten uitstappen.'
De vrouw controleerde het opnieuw en schudde haar hoofd. 'Sorry. Misschien zit hij in de bar. Het kan ook zijn dat hij honger had en naar het restaurant is gegaan.'
Of misschien was hij hem gesmeerd, dacht Joe, terwijl hij naar de bar liep. Dat zou hij heel snel achterhalen, ook als hij daarvoor elk personeelslid in de bar en in het restaurant moest ondervragen.
'Hij is het restaurant door gelopen en in een taxi gesprongen,' zei Joe twintig minuten later tegen Eve. 'Ik heb het taxibedrijf gebeld en ze zeiden dat een van hun chauffeurs tien minuten geleden een man die aan de beschrijving van Trevor voldoet, bij het vliegveld heeft afgezet. Ik ben onderweg daarheen.'
'Kun je niet bellen om hem te laten oppakken door de beveiligingsdienst van het vliegveld?'
'Niet zonder een proces tegen de politie of een internationaal incident te riskeren. Ik heb geen bewijzen, Eve. Zoals Trevor zou zeggen: het is puur theorie.'
'Ik heb mijn buik vol van de theorieën van die man. Heb je het bureau gebeld?'
'Ik heb Christy gevraagd ermee aan de slag te gaan, omdat zij mij met Trevor in contact heeft gebracht. Ik zal je weer bellen als ik iets meer weet.'
'Daar zal ik op wachten, en hopelijk zal het niet te lang duren.'
'Je hebt hem niet te pakken gekregen,' zei Eve toen Joe drie uur later het huisje in liep en ze zijn gezicht zag. 'Hoe is hij weg kunnen komen?'
'Hij is in elk geval niet in een vliegtuig gestapt, en hij heeft vanaf het vliegveld ook geen andere taxi genomen. Dat heb ik gecontroleerd.' Joe liet zich op de bank ploffen en masseerde vermoeid zijn nek. 'Ik denk dat hij met de ondergrondse is teruggegaan naar de stad. Moeilijk te achterhalen. Gemakkelijk om te verdwijnen.'
'Heel slim.'
'Wat had je anders verwacht? De man is slim en heeft verdomd goede instincten. Ik denk overigens niet dat hij van plan was ertussenuit te knijpen toen ik hem naar het hotel had gebracht. Hij was me uiterst behendig aan het bespelen.'
'Heb je al iets meer van Christy gehoord?'
'Een halfuur geleden. Ze heeft Scotland Yard gebeld en met inspecteur Falsworth gesproken. Er bestaat geen inspecteur Mark Trevor. Wel werkt er iemand die Trevor heet op het lab van de technische recherche. Trevor heeft zich niet willen voordoen als een echte inspecteur, want dan had hij snel door de mand kunnen vallen. Maar over een titel zou verwarring kunnen ontstaan, en hij wilde een bestaande naam hebben voor het geval iemand het kantoor belde in plaats van zijn gsm. Ze hebben nooit een e-mail over onze seriemoordenaar verstuurd, en ze hebben nooit het vermoeden gehad dat hij hier in de Verenigde Staten was. Ze zoeken hem nog altijd in Engeland.' Hij keek haar aan. 'Waarom dacht jij dat Trevor een bedrieger zou kunnen zijn?'
'Dat was puur giswerk. Toen jij was vertrokken, begon ik te beseffen hoe ongebruikelijk Trevors gedrag was voor een politieman. De juiste procedures worden er bij jullie ingestampt, en hij had gebroken met een van de grondregels. Toen ben ik het stel-dat-spelletje gaan spelen. Konden we er zeker van zijn dat Trevor degene was die hij beweerde te zijn? Welke bewijzen hadden we daarvan? Hij kon jou een vals identiteitsbewijs hebben laten zien, en de e-mail kon ook nep zijn. Het inbreken in de website van Scotland Yard moest voor hem moeilijk en zenuwslopend zijn geweest, maar niet onmogelijk voor een bedreven hacker. Het was de moeite waard dat na te gaan.'
'Dat was het inderdaad. Ik wou alleen dat ik hem te grazen had kunnen nemen voordat hij ervandoor ging.' Hij keek naar de gang. 'Heb je het Jane verteld?'
'Ik heb haar verteld dat we inlichtingen over hem aan het inwinnen waren. Daar heeft ze niet veel op gezegd. Ze zal wel denken dat ik paranoïde ben.' Ze liep naar de keuken. 'Ik heb een biefstuk voor Jane opgewarmd toen ik wist dat jij geen Chinees kon halen. Wil jij er ook een?'
'Ik heb geen honger, maar ik wil wel graag een glas melk.'
Hij ging aan de bar zitten. 'Christy heeft Scotland Yard gevraagd Trevor via de computer te checken. Ze heeft een goede beschrijving van hem nodig.'
'Ze zullen meer nodig hebben dan dat. Trevor is waarschijnlijk niet zijn echte naam. Ik heb zijn kop bewaard, om die op vingerafdrukken te kunnen controleren.' Ze zette het glas melk voor hem neer. 'Jane zou misschien kunnen helpen door Christy een schets van hem te geven.' Ze keek bedenkelijk. 'Als ze daartoe bereid is.'
'Als ze weet dat hij tegen ons heeft gelogen, zal ze hem niet beschermen.'
'Misschien niet. Maar ze had het erover dat zij als klein meisje slechte dingen had gedaan. Om goede redenen. De manier waarop ze zich met hem identificeerde, staat me niet aan.'
Ze bevochtigde haar lippen met haar tong. 'Denk je dat hij degene is die Ruth heeft vermoord?'
Joe zweeg even. 'Daar heb ik de hele weg naar huis over nagedacht. Doen alsof hij een rechercheur is, zou een slimme manier zijn om dicht bij Jane in de buurt te komen.' Hij keek even naar het dossier op de tafel. 'En hij heeft zijn weg met heel verleidelijk lokaas geplaveid.'
'De rotzak.'
Hij knikte langzaam. 'Het is veiliger aan te nemen dat hij gevaarlijk voor Jane is tot we zeker weten dat dat niet zo is.'
Ze keek strak naar zijn gezicht. 'Maar jij hebt je twijfels.'
'Volgens mij wilde hij deelnemen aan het onderzoek.'
'Het is niet volstrekt ongebruikelijk dat een seriemoordenaar probeert bij het onderzoek betrokken te raken. Denk maar aan Ted Bundy.'
'Dat weet ik.' Hij nam de laatste slok van zijn melk. 'Ik denk alleen dat ik zo'n zieke reactie zou hebben herkend. Hij maakte me pissig, maar ik heb er geen moment aan getwijfeld dat hij...' Hij haalde zijn schouders op. 'Wie weet wat hij wilde? Dat zullen we te weten komen wanneer we hem hebben gevonden. Als hij nog in de stad is.'
'Hij is ongetwijfeld nog in de stad. Heb je zijn gezichtsuitdrukking niet gezien toen hij met Jane aan het praten was? Hij gaat beslist niet ver bij haar uit de buurt.' Ze spoelde het glas om. 'Heb je een rapport over Ruth?'
'Nog niet. Haar foto zal morgen in de krant staan, en misschien kan iemand haar dan identificeren.'
'Dat hoop ik. Ik wil dat hier iets goeds uit voortkomt.' Ze zweeg even en zei toen fluisterend: 'Joe, ik ben bang. Stel dat die moordenaar hier was en Jane een hand heeft gegeven?'
'Eve, Jane is veilig.'
'Dat hoop ik uit de grond van mijn hart.' Ze haalde diep adem en rechtte haar schouders. 'Natuurlijk is ze veilig, en dat zullen we ook zo houden.' Ze zette het glas op het aanrecht en liep om de bar heen. 'Ik ga kijken of Jane nog wakker is, en zo ja, dan zal ik het met haar over die schets hebben. Waarom bel jij Christy niet om te vragen of ze al iets meer heeft gehoord?'
Aldo glimlachte terwijl hij de foto in de krant aandachtig bekeek. De gelijkenis was werkelijk verbazingwekkend. De kunstenaar die de reconstructie had gemaakt, was duidelijk heel getalenteerd. Bijna even getalenteerd als hij was geweest toen hij de gelaatstrekken met zijn chirurgische mes zorgvuldig had verwijderd. Hij had verwacht dat het veel langer zou duren voordat de vrouw die zij Ruth noemden, weer een gezicht had.
Ze heette niet Ruth. Wel Caroline, en iemand zou haar waarschijnlijk spoedig identificeren. Zij was geen prostituee of zwerfster geweest. Hij had haar een kantoorgebouw in het centrum van de stad uit zien komen en zijn plicht gedaan door de mogelijke Cira uit de weg te ruimen.
Jezus, hij begon die plicht moe te worden. Als hij moordde, gaf hem dat altijd uitzonderlijk veel genot. Toch had hij genoeg gekregen van het zoeken. Vrouwen die op Cira leken, moesten domweg van deze aardbodem verdwijnen, maar het werd tijd dat hij de echte Cira vond. Elke avond bad hij voordat hij zijn ogen dichtdeed dat hem dat ene geschenk zou worden gegeven. Hij had het gevoel dat zijn gebed spoedig zou worden verhoord. De opwinding was groot en de hoop nam elke dag toe.
Hij duwde de krant van zich af en schoof de bureaustoel snel terug naar de computer. Hij kon er niet op rekenen Cira bij toeval te vinden. Lang geleden had hij al besloten dat hij dat definitieve genot niet zou verdienen als hij gewoon op straat naar haar op zoek ging.
Dus moest hij het gestolen wachtwoord intypen. Het scherm van de monitor lichtte op.
Hij had contact!
Nu alle beveiligingen omzeilen die ze hadden aangebracht om Cira te beschermen.
Hij ging op zijn gemak zitten en begon het dossier door te bladeren. Het ging om duizenden pagina's, maar hij was heel geduldig. Ondanks het feit dat zijn ogen en rug moe werden nadat hij uren achter de computer had gezeten, was hij niet bereid het op te geven.
Dit was de weg die naar Cira leidde.
'Hier heb je hem.' De volgende morgen tijdens het ontbijt legde Jane de schets op de tafel, recht voor Joe. 'Beter kon ik hem niet maken.' Ze liep naar de koelkast en haalde er het pak sinaasappelsap uit. 'Wat ga je ermee doen?'
'Naar Scotland Yard sturen, die hem waarschijnlijk zal doorsturen naar Interpol.' Hij bestudeerde de schets. 'Heel goed. Je hebt hem perfect getroffen.'
'Dat was niet moeilijk, want hij heeft heel sterke gelaatstrekken.' Ze schonk een glas sinaasappelsap in. 'Bovendien deed hij me aan iemand denken, zoals ik Eve al heb verteld. Hij voelde... ik weet het niet... bekend aan.' Ze ging aan de tafel zitten. 'Waar is Eve?'
'Ze brengt koffie naar Mac en Brian, die de boel hier in de gaten houden.' Hij keek op van de schets. 'Eve dacht dat je er bezwaar tegen kon hebben dit voor ons te doen.'
'Waarom? Ik ken die man niet eens, en ik ben jou en Eve trouw.' Ze glimlachte. 'Altijd, Joe.'
'Het is fijn dat te weten.'
'Overigens denk ik niet dat Trevor mij iets wil aandoen, en ik kan me niet voorstellen dat hij het gezicht van een vrouw vilt.'
'Omdat hij zelf zo'n aantrekkelijk smoelwerk heeft?'
'Nee. Ik heb al gezegd dat het me nauwelijks is opgevallen dat hij er goed uitziet. Hij heeft heel wat meer mee dan zo oppervlakkig bezien lijkt.'
'Hoe kun je dat nu weten? Zoals je zelf al hebt gezegd, ken je hem niet eens.'
'Een mens moet op zijn instincten vertrouwen.' Ze nam een slok sinaasappelsap. 'Dat heb jij altijd tegen me gezegd, Joe, en dat breng ik gewoon in de praktijk.'
'Ga je er mij nu de schuld van geven?'
'Waarom niet?'
'Omdat jouw karakter al was gevormd toen je in ons leven kwam. In feite ben jij ons voorzichtig aan het opporren.'
'Dat is niet waar. Dat zou ik niet durven. Wanneer denk je iets meer over Trevor te horen?'
'Binnenkort, hoop ik.'
'Prima. Hij maakt me nieuwsgierig.' Ze nam de laatste slok sinaasappelsap. 'Hij is interessant. Als Eve me niet had gevraagd een schets te maken, zou ik dat zelf hebben aangeboden.'
'Dat verbaast me echt.'
'Waarom? Hij heeft zich ons leven in gewurmd en hij verdient het door ons een beetje te worden teruggeduwd.'
'Misschien wel heel wat meer dan een beetje,' zei Joe grimmig.
'Dat zullen we nog wel merken.' Ze schoof haar stoel naar achteren. 'Ik ga Eve nu vragen me naar school te brengen om mijn opdrachten op te halen.' Ze glimlachte. 'Natuurlijk zou ik jouw auto kunnen lenen om dat zelf te doen, want ik heb nu mijn rijbewijs op zak.'
'We hebben liever niet dat je de eerstkomende dagen in je eentje op stap gaat.'
'Dat dacht ik al wel.' Ze liep naar de deur. 'Dus heb ik niet veel aan dat splinternieuwe rijbewijs.'
'Ruth heet in werkelijkheid Caroline Halliburton,' zei Christy toen Joe drie uur later het bureau in liep. 'Ze werkte in het centrum op een makelaarskantoor, en haar ouders wonen verder naar het noorden in Blairsville. Ze heeft een appartement in Buckhead, en ze is afgelopen maandag niet op haar werk verschenen. Woensdag is ze als vermist opgegeven door een bevriende collega.'
'Is dat ook degene die haar aan de hand van de foto heeft geïdentificeerd?' vroeg Joe.
'Nee. Een van onze eigen mensen herinnerde zich haar foto te hebben gezien toen ze het rapport over haar vermissing aan het verwerken waren.'
Joe vloekte gefrustreerd. 'Wij hebben die rapporten bekeken voordat ik de foto aan de krant gaf, en wij hebben niets gevonden.'
'Dat is toch niets nieuws? Sinds de laatste bezuinigingen lopen we een maand achter met het papierwerk, en op het dna- lab hebben ze een achterstand van minstens vier maanden.'
Christy keek naar de schets die Joe op haar bureau had gelegd en floot laag. 'Verdraaid goed. Klopt hij ?'
'Ja.'
Ze grinnikte. 'Mooie jongen. Hij zou me tot vrijwel alles over kunnen halen. Geen wonder dat Jane zo van hem onder de indruk was dat ze zich hem goed kon herinneren.'
'Het is haar niet opgevallen dat hij er knap uitzag. Ze heeft gewoon getekend wat ze had gezien.'
'Zal wel. Joe, Jane is zeventien! Voor tieners is een uiterlijk alles. Hij is even sexy als een filmster.' Ze stak een hand op toen Joe zijn mond opendeed. 'Oké. Daar staat ze boven. Ze is anders dan mijn dochter Emily of negenennegentig procent van hun leeftijdsgroep.' Ze snoof en ging staan. 'Ik zal deze schets meteen laten scannen en doorsturen naar Scotland Yard.'
'Dank je, Christy.'
Ze grinnikte. 'Graag gedaan. Ik ben anders dan Jane. Ik kijk graag naar knappe duivels zoals deze man.'
'Hij zou heel goed een duivel kunnen zijn. We weten niet of hij die moorden niet zelf heeft gepleegd.'
'Dat weten we inderdaad niet.' Christy's glimlach verdween terwijl ze naar de schets keek. 'Jammer.'
Joe keek haar even na toen ze tussen de rijen bureaus door liep en sloeg toen het dossier van Caroline Halliburton open. Hoewel hij op de foto van de vrouw zelf - en niet die van de reconstructie - voorbereid was geweest, schokte die hem toch. Ze was vierentwintig toen ze werd vermoord, maar deze foto was een paar jaar eerder genomen en de gelijkenis met Jane was heel sterk.
Het maakte hem doodsbang.
'Joe.'
Hij keek op en zag Christy voor hem staan. 'Dat is snel gegaan. Ik had niet gedacht...'
'We hebben er nog een.' Ze zette de gsm die ze had gebruikt uit. 'Lake Lanier. Een paar duikers hebben een lijk gevonden, de plaats gemarkeerd en de politie ingelicht.'
Joe sloeg het dossier dicht en ging snel staan. 'Weet je dat zeker?'
'Ja.' Ze pakte haar tas en liep naar de deur. 'Ze had verdomme geen gezicht meer.'
Zij was het!
Aldo kon zijn ogen niet geloven. Het was een wonder. Zijn hart ging als een gek tekeer terwijl hij naar de foto keek.
Ze keek de wereld in met een vrijpostigheid die iedereen uitdaagde. Fris, jong en onaantastbaar.
Hij schreef de naam op.
Jane MacGuire.
Niet Jane.
Cira. Cira. Cira.
Snel schreef hij het adres over.
Hij besefte dat hij trilde. Trilde van genoegen omdat het moment was aangebroken. De anderen hadden veel op Cira geleken, maar zij was perfect. Hij twijfelde er niet aan dat dit het gezicht was dat hij zijn hele leven en in zijn nachtmerries had gezien. Hij trilde ook van angst bij het idee dat iets of iemand haar van hem zou afpakken. Hij mocht niet toestaan dat dat gebeurde. Hij had te lang gereisd en te veel tijd besteed aan zoeken. Hij had te veel vrouwen uitgeschakeld die deden alsof ze Cira waren. Jane MacGuire deed echter niet alsof. Zij was Cira. En ze verdiende het te sterven.
Duisternis.
Geen lucht.
Geen tijd.
Ze zou het niet redden.
Geen sprake van! Ze zou in deze tunnel niet sterven. Die andere lafbekken mochten het opgeven. Zij zou vechten tot ze vrij was.
Ze had alle ketenen die haar gevangen hadden gehouden, vernietigd en ze zou de dood niet in staat stellen haar tot zijn definitieve slachtoffer te maken.
Trilde de grond?
Geen lucht.
Ze viel op haar knieën.
Nee!
Ze krabbelde weer overeind en ging verder. Welke kant op?
Het was te donker om...
Ze draaide naar rechts.
'Nee, dat is een doodlopende weg. Deze kant op.'
Hij stond achter haar in de tunnel. Lang, in de schaduw, maar ze wist wie die klootzak was. 'Zet een stap opzij. Denk je dat ik jou vertrouw?'
'Je hebt de tijd niet om iets anders te doen.' Hij stak zijn hand uit. 'Kom met me mee. Ik zal je de weg wijzen.'
Ze zou zijn hand nooit meer vastpakken. Hem nooit meer vertrouwen...
Wankelend liep ze de tunnel verder in.
'Kom terug!'
'Barst!' Haar stem was door haar pijnlijk droge keel niet meer dan een gefluister.
Rennen.
Maak haast.
Blijf in leven.
Maar hoe kon ze zonder lucht in leven blijven?
'Jane, wakker worden!'
Ze werd heen en weer geschud. Eve weer, besefte ze vaag. Een bange Eve. Eve die haar probeerde te redden uit de droom die geen droom was. Wist ze niet dat zij, Jane, hier moest blijven? Het was haar plicht om...
'Jane!'
De stem klonk bevelend en Jane deed langzaam haar ogen open.
Het gezicht van Eve was strak van schrik.
'Hallo,' mompelde Jane. 'Sorry...'
'Dat is niet goed genoeg.' De stem van Eve klonk ook erg geschrokken. 'Ik heb hier genoeg van.' Ze ging staan en liep naar de deur. 'Trek je kamerjas aan en kom naar de veranda. We moeten met elkaar praten.'
'Eve, het is maar een nachtmerrie. Met mij is echt niets aan de hand.'
'Ik weet wat nachtmerries zijn, en daar is niets oké aan. Niet wanneer je ze elke nacht krijgt. Kom naar de veranda.'
Ze liep weg zonder een reactie van Jane af te wachten. Jane ging langzaam rechtop zitten en schudde haar hoofd om helder te kunnen nadenken. Ze was nog half verdoofd en het laatste wat ze nodig had, was met een doezelig hoofd aan een gesprek met Eve te moeten beginnen. Ze liep naar de badkamer en plensde koud water in haar gezicht. Dat was beter...
Behalve dan dat haar longen nog brandden door de nacht zonder lucht.
Dat zou zo voorbij zijn, evenals het restantje paniek. Ze haalde diep adem, pakte haar kamerjas van het bed en trok die aan terwijl ze door de gang naar de veranda liep. Eve zat op de schommel. 'In elk geval zie je er nu wakker uit.' Ze gaf haar een kop warme chocolademelk. 'Opdrinken. Het is hier vrij koud.'
'We zouden naar binnen kunnen gaan.'
'Ik wil Joe niet wakker maken. Hij denkt dat ik jouw probleem overdrijf. Misschien ziet hij het verdomme niet eens als een probleem. Hij is er een voorstander van geduld te oefenen en het je zelf te laten uitvogelen.'
'Misschien heeft hij gelijk.' Ze nam een slokje van de warme chocolademelk en zette de beker toen op het trapje. 'Ik zie het niet als een probleem.'
'Ik wel, en jij zult me ervan moeten overtuigen dat ik het mis heb.' Eve nam een slok. 'Door me te vertellen waarover je in vredesnaam aan het dromen bent.'
Jane trok een gezicht. 'Eve, even chillen. Ik heb geen last van een diep psychisch trauma dat met jou of Joe te maken heeft, of zelfs met de manier waarop ik ben opgegroeid.'
'Hoe kan ik dat weten? Hoe kun jij dat weten? Dromen zijn niet altijd duidelijk en kunnen op diverse manieren worden geïnterpreteerd.'
'Ja, door de een of andere zielknijper die een paar honderd dollar per uur vangt om met stom giswerk te komen.'
'Ik ben zelf ook niet zo dol op psychoanalyse, maar ik wil zeker weten dat ik tegenover jou niet tekort ben geschoten.'
Jane glimlachte. 'Eve, daar is geen sprake van. Je bent altijd even vriendelijk en begrijpend geweest, en dat moet niet gemakkelijk zijn geweest met zo'n idioot als ik.' Ze nam nog een slokje chocolademelk. 'Maar ik had wel moeten weten dat jij jezelf iets kwalijk zou nemen wat niets met jou te maken heeft.'
'Maak me dan duidelijk dat het niets met mij te maken heeft. Vertel me over die rottige droom.'
'Hoe weet je dat het elke keer dezelfde is?'
'Is dat dan niet zo?'
Jane zweeg even. 'Ja, het is wel dezelfde.'
'Eindelijk.' Eve leunde achterover. 'Vertel me er meer over.'
'Het is dezelfde droom, en tegelijkertijd niet dezelfde. Hij begint op een identieke manier, maar lijkt elke keer een stapje verder te gaan.' Ze keek naar het meer. 'Soms gebeurt dat niet... Ik weet eigenlijk niet of het wel echt een droom is.' Ze streek met haar tong over haar lippen. 'Ik besef dat het krankzinnig klinkt, Eve, maar ik ben daar.'
'Waar?'
'In een tunnel of een grot. Zoiets. Ik probeer de uitgang te vinden, maar ik weet niet waar die is, en ik heb niet veel tijd. Ik kan geen adem halen en het wordt steeds heter. Hoewel ik blijf rennen, ben ik er niet zeker van of ik de weg naar buiten zal kunnen vinden.'
'De hel?'
Jane schudde haar hoofd. 'Dat zou kunnen, nietwaar?
Geen lucht, hitte en een eindeloze achtervolging. Maar dit is een echte tunnel en ik ben niet dood. Ik lééf, en ik vecht om in leven te blijven.'
'Dat is geen verrassing. Je bent je hele leven een vechter geweest.'
'Inderdaad.' Ze bleef naar het meer kijken. 'Maar in de droom is het anders. Het gaat niet om mijn herinneringen en mijn gevechten, maar om de hare.' Verward schudde ze haar hoofd. 'Ik bedoel... de mijne, maar niet de mijne. Krankzinnig...'
'Jij bent niet krankzinnig. Je hebt alleen hulp nodig om dit alles te begrijpen.'
'Ja, en dan zou de zielknijper me vertellen dat ik aan de werkelijkheid probeer te ontsnappen door in de schoenen van iemand anders te gaan staan. Gelul. Mijn werkelijkheid bevalt me prima.'
'Maar dat gaat niet op voor die nachtmerries.'
'Zo beroerd zijn ze niet. Ik kan ermee leven.'
'Ik niet. Als je een slaapmiddel zou nemen, zou je te diep in slaap zijn om...'
Jane draaide snel haar hoofd naar Eve toe. 'Nee!'
'Ik houd ook niet van die middelen, maar...'
'Ik ben niet bang om er een in te nemen. Dat kan ik alleen niet doen. Ik moet het afmaken.'
'Wat?'
'Ik moet aan het eind van die tunnel komen. Zij zal... ik zal sterven als ik er niet uit kom.'
'Weet je wel hoe irrationeel dat klinkt?'
'Dat kan me niets schelen. Ik moet het doen.' Ze zag dat Eve op het punt stond om te protesteren en ging snel door. 'Luister. Ik weet niet wat er met me gebeurt, maar ik denk... nee, ik wéét dat er een reden voor is. Het kost me moeite dat toe te geven, omdat ik niet in veel dingen geloof die ik niet kan zien of aanraken.' Ze probeerde te glimlachen. 'Ik geloof in jou, in Joe, en in wat wij samen hebben. Dat is goed en echt. Maar wat er in de tunnel gebeurt, is ook echt. En als ik niet blijf proberen haar te helpen, kan zij verloren gaan.'
'Nu heb je het alweer over "zij".'
'Echt?' Dat had ze niet beseft. 'Wat denk jij, Eve?'
'Ik weet niet wat ik moet denken.' Ze fronste haar wenkbrauwen. 'Vertel me eens wie die vrouw volgens jou is. Denk je dat er sprake is van een telepathische connectie met iemand in nood? Over dergelijke dingen heb ik wel eens gehoord.'
'Ik ben niet paranormaal begaafd.'
'Alles is mogelijk.'
Jane glimlachte. 'Ik dacht al wel dat je zou proberen een manier te vinden om me te geloven, hoe maf ik ook klonk. Daarom heb ik het je verteld.'
'Na sterk aandringen van mij.'
'Ik moest je een beetje je best laten doen.' Haar glimlach verdween. 'Eve, ik heb geen antwoorden. Wel een heleboel vragen, die me allemaal angst aanjagen.'
'Wanneer zijn deze nachtmerries begonnen?'
'Twee maanden geleden.'
'In de tijd dat Aldo in het zuidoosten opdook.'
'Dat wist ik toen niet, dus kan hij er de aanzet niet toe hebben gegeven.' Ze glimlachte weer. 'Ga nu maar weer zeggen dat alles mogelijk is. Dat vind ik een fraaie kreet.' Ze nam de laatste slok van haar chocolademelk. 'Omdat ik geen antwoorden heb, is het geruststellend.' Ze ging staan. 'Eve, maak je er geen zorgen over. Misschien verdwijnen ze vanzelf weer.'
Ze liep de veranda over en gaf Eve een snelle knuffel. 'Misschien vind je het prettig om te horen dat er in die tunnel geen seriemoordenaar achter me aan zit. Dat is niet de reden waarom ik aan het rennen ben.'
'Prima. Ik ben blij dat je daar in je eentje bent. We hebben al genoeg problemen zonder dat die rotzak je tot in je dromen volgt.'
Jane aarzelde even. 'Ik ben daar niet echt alleen. Er is iemand achter me. Een man. Maar ik ben boos, en ik ben niet bang van hem.'
'Wie is dat?'
'Hij blijft in de schaduw.' Hoofdschuddend haalde ze haar schouders op en glimlachte. 'Nu weet jij alles wat ik weet. Het zal allemaal wel onzin zijn die met mijn nare jeugd te maken heeft, maar ik ben niet van plan me dat door een zielknijper te laten vertellen. Dus laten we het verder maar vergeten en naar bed gaan.'
'Ik zal het niet vergeten.'
'Dat weet ik.' Jane keek Eve liefdevol aan. 'Jarenlang probeer je al die verloren zielen naar huis te brengen en het idee dat er een heel kleine kans bestaat dat ik me bij hun gelederen zou voegen, staat je niet aan. Ik ben geen verloren ziel, Eve. Er is een manier om die tunnel uit te komen. Ik weet alleen niet waar zij... waar ik naartoe ga.'
'Vertel het me wanneer je weer zo'n nachtmerrie hebt gehad en dan zullen we uitvogelen wat die betekent. Twee weten altijd meer dan een. Ik zal niet de spot drijven met iets wat je tegen me zegt, want ik heb gemerkt dat dromen soms je enige redding zijn.'
'Dat weet ik.'
Eve verstijfde opeens toen ze een vreemde ondertoon in Janes stem hoorde. 'Jane?'
Mijn hemel. Het was niet haar bedoeling geweest dat te zeggen, dacht Jane. Ze zou moeten liegen. Nee. Ze had nooit tegen Eve gelogen en daar zou ze nu niet mee beginnen. 'Ik... heb je gehoord.'
'Wat zeg je?'
'Je zat bij het meer, en je wist niet dat ik over het pad achter je liep.'
'En?'
'Je sprak tegen Bonnie.'
Eve zweeg lange tijd. 'In mijn slaap?'
'Dat zal haast wel. Je leunde tegen eer boom. Ik weet het niet. Ik weet alleen dat je aan het praten v as met iemand die er niet was.' Ze zag Eve geschokt kijken en ging snel door. 'Dat was meer dan drie jaar geleden. Ik wist dat je er niet over zou willen praten, dus heb ik nooit... Ik had mijn mond moeten houden. Kijk niet zo. Het is oké. Je hebt het recht om... Het is oké.'
'Drie jaar geleden, en je hebt er nooit iets over gezegd,' zei Eve verbaasd.
'Wat had ik kunnen zeggen? Jij had verdriet. Dus praatte je met je overleden dochter. Dat was jouw zaak.'
'Je hebt nooit aan de mogelijkheid gedacht dat ik een beetje... uit balans was?'
'Nee.' Ze ging voor Eve op haar knieën zitten en legde haar hoofd op haar schoot. 'En als je dat wel was, zou ik nog net zo willen zijn als jij,' fluisterde ze. 'Iedereen op deze wereld zou zo gek moeten zijn.'
'Dat hoop ik niet.' Eve streelde Janes haar. 'Geen vragen?'
'Ik heb al gezegd dat het jouw zaak is, en het spijt me dat ik erover begonnen ben. Laat het geen verschil tussen ons uitmaken. Dat zou ik niet kunnen verdragen.'
'Het zal wel verschil uitmaken.'
Jane keek snel op. 'Zul je je in mijn gezelschap nu ongemakkelijk gaan voelen? Doe dat alsjeblieft niet.'
'Ssst.' Eve drukte haar vinger tegen Janes lippen. 'Ongemakkelijk voel ik me niet. Eerder nauwer met jou verbonden.'
'Waarom?'
Ze grinnikte. 'Omdat jij denkt dat ik een beetje maf ben en je toch van me houdt. Omdat je er drie jaar lang niets tegen me over hebt gezegd, omdat je dacht dat het me verdriet zou doen. Dat is behoorlijk bijzonder, Jane.'
'Nee, dat is het niet. Jij bent bijzonder. Je bent goed en vriendelijk, en ik bof dat ik samen met jou onder een dak mag wonen. Dat heb ik altijd al geweten.' Ze ging staan. 'Dus je bent niet boos op me?'
'Nee.' Eve trok een gezicht. 'Als ik over de schok heen ben, denk ik dat het zelfs goed zal zijn Bonnie met iemand te delen.'
'Weet Joe het niet?'
Eve schudde haar hoofd. 'Dat ligt... moeilijk.'
'Ik zal het nooit aan iemand vertellen. Niet eens aan Joe.'
'Dat weet ik.'
Jane keek een andere kant op. 'Ik heb wel een vraag, maar als je die niet wilt beantwoorden, is dat goed.'
'Kom maar op.'
'Is Bonnie... een droom zoals de dromen die ik heb?'
'Dat zou ik graag willen denken. Zij vertelt me dat ze een echte geest is, en ik in een ontkenningsfase zit.' Eve glimlachte. 'Soms geloof ik haar, dus heb ik duidelijk het recht niet een vraagteken achter jouw ervaring te zetten.'
'Je hebt het recht om te doen wat je wilt.' Jane liep naar de hordeur. 'En ik zal de strijd aanbinden met iedereen die iets anders beweert. Welterusten, Eve.'
'Welterusten, Jane. Slaap lekker.'
'Dat zal ik proberen.' Ze glimlachte over haar schouder.
'En als me dat niet lukt, kom ik naar jou toe gerend.'
'Ik zal er altijd voor je zijn.'
Toen Jane haar slaapkamer had bereikt, gaven die woorden haar nog steeds een warm gevoel. Eve zou er altijd zijn om haar te troosten en te steunen. Voordat Eve in haar leven was gekomen, had ze nooit iemand gehad die ze kon vertrouwen en na het vertrouwelijke gesprek van deze avond voelde ze zich meer met haar verbonden dan ooit.
Nu moest ze naar bed gaan om te slapen, en hopen dat ze niet opnieuw naar die andere plek toe werd getrokken. Nog niet. Elke volgende droom werd uitputtender. Het leek alsof ze op een steeds sneller gaande tredmolen liep. Ze moest op krachten komen voordat ze weer zo'n droom kreeg.
'Ik kom heus,' zei ze, terwijl ze onder de dekens kroop.
'Geef me alleen een beetje rust. Ik laat je niet in de steek, Cira.'