Deel III

‘Het leven is een opeenstapeling van lessen

die geleefd moeten worden om te worden begrepen.’

..

— Ralph Waldo Emerson

..

..

..

..

‘Hoe voel je je?’

‘Een beetje gedesoriënteerd.’ Ik ga voorzichtig op het bed zitten. Het voelt echt bizar, alsof ik in een zwarte droom zit. Ik kan mijn oogleden niet opendoen; ze liggen als verlamd op mijn gezicht. Ik blijf met mijn hoofd draaien, naar licht zoekend, maar natuurlijk is dat nergens.

‘Was dat nou echt zo moeilijk?’ plaagt Jeremy.

‘Het was niet eenvoudig, dat kan ik je verzekeren. En ik kan me niet herinneren dat jij jezelf in mijn plaats hebt aangeboden.’

‘Dit weekend gaat om jou, lief, niet om mij.’ Ik wil er niet weer over beginnen.

‘Wat was het? Dat je in en op mijn ogen hebt gedaan?’

‘Ik kan je verzekeren dat het niets is wat niet is goedgekeurd aan de hand van de meest strikte farmaceutische standaarden. Ik zou je nooit in gevaar brengen. Ik ben arts, weet je nog wel? En ik neem mijn eed erg serieus.’

Geweldig, morele waarden én toegang tot alle medicatie die hij wenst.

‘Dat is heel geruststellend, dr. Quinn, gezien mijn huidige situatie.’

Hij lacht. ‘Even serieus, gaat het goed met je? Kan ik je ergens mee helpen?’

‘Ik weet zeker dat ik heel veel hulp nodig zal hebben met alles nu je me honderd procent blind hebt gemaakt! Weet je zeker dat dit niet permanent is?’

‘De druppels werken ongeveer vierentwintig uur. Ik zal ze morgen nog een keer toedienen. Laat me maar weten wanneer hun effect begint uit te werken.’

‘Geen probleem. Ik zal het je gelijk laten weten als ik ook maar een glimp licht opvang.’ Mijn stem is doordrongen van sarcasme. Ik til mijn hand op om mijn ogen zelf te voelen. Ze voelen zo zwaar, zo vreemd.

‘O nee, dat gaan we niet doen.’ Mijn hand wordt weggeleid. ‘Niet aanraken. Daarom zul je ook deze blinddoek dragen, als herinnering om je ogen met rust te laten.’

‘Echt niet! Dat is nergens voor nodig. Ik kan helemaal niets zien.’

‘Dat is het wel en je gaat hem dragen.’ Hij plaatst hem om mijn hoofd heen. Hij past behaaglijk tegen mijn ogen aan en voelt zijdezacht.

‘Kijk eens aan, hij past precies. Heb je hem soms speciaal laten maken?’ zeg ik als grap. Geen antwoord. ‘Jeremy?’ Er valt een lange stilte.

‘Ja, Alex, dat heb ik toevallig wel laten doen, ja.’

***

‘Kom maar met me mee.’ Jeremy pakt allebei mijn handen vast en helpt me voorzichtig van het bed. Ik vergeet dat ik hoge hakken aan heb en struikel eerst een beetje voor ik mijn balans hervind.

‘Wow, dit is echt heel erg raar.’ Hij legt zijn arm om mijn middel en leidt me nogal onzeker de tweede slaapkamer uit. Ik voel me invalide. Ik ben beduusd dat dit gebeurd is, dat ik nu blind ben en het gehele weekend afhankelijk van Jeremy. Het maakt me nerveus en gespannen, maar op een bepaalde manier ook opgewonden, nu ik niet weet wat ik kan verwachten. Mijn droomachtige wereldje is verdampt dus ik kan alleen maar hopen dat ik geen donkere nachtmerrie binnen ga lopen.

‘Hier, laten we op de bank gaan zitten.’ Hij begeleidt me omlaag naar de zachte, fluwelen kussens. Ik voel aan beide kanten naast me voor armsteunen maar die zijn er niet. Ik vraag me af hoe blinde mensen dit elke dag van hun leven doen. Niet weten hoe of wanneer dingen gebeuren. De positieve stem in mijn hoofd is stilletjes dankbaar dat ik eerder al wat tijd in de hotelsuite heb doorgebracht. Nu ben ik in elk geval een beetje bekend met mijn omgeving.

Ik schrik als er aan de deur wordt geklopt.

‘Blijf hier, ik ben zo terug.’ Zijn handen laten die van mij los voor ik ook maar kan reageren. Jeremy begroet de persoon die aan de deur staat terwijl ik stil op de bank zit als een idioot met een blinddoek om. Ik schaam me dood.

Ik hoor de geluiden van borden die netjes opgedekt en neergezet worden en een fles die in ijs terecht komt, misschien een nieuwe fles champagne? Een vaag aroma van eten komt de kamer in. Er wordt niet gesproken door Jeremy en de ‘mensen aan de deur’ terwijl zij hun ding doen en net zo snel weer weggaan als ze gekomen zijn. Ik hoor dat Jeremy hen bedankt en de deur weer veilig achter hen sluit.

Hij gaat naast me op de bank zitten en plaatst een glas champagne in mijn hand.

‘Dank je wel, Alexa, dit betekent alles voor me.’

Het is zo vreemd om niet te kunnen zien dat ik helemaal geen woord meer uit kan brengen, dus zeg ik niets. Ik hoor onze glazen tegen elkaar klinken en voel een wanhopige behoefte om de bubbels zo snel mogelijk achterover te slaan. Ik slik zo veel mogelijk champagne door als fysiek mogelijk is, zo dringend is de behoefte om het op te drinken. Ik voel ineens dat ik totaal geen controle heb, de realiteit slaat in als een bom. Ik merk dat ik snak naar nog een glaasje absint om me gevoelloos te maken voor dit alles. Wat heb ik gedaan? Er kan van alles gebeuren... Ik heb mezelf letterlijk op een presenteerblaadje aan hem aangeboden. Nou, wat voor verschil maakt nog een glas champagne dan? Als ik bewusteloos raak, ben ik me in elk geval niet meer bewust van hoe bang ik ben. De rationele stem in mijn hoofd twijfelt gelijk aan de juistheid van deze logica. Ik blijf het glas aan mijn lippen zetten maar het moet al leeg zijn want er komt niets meer uit.

‘Jemig, Alex! Zo snel drink je nooit!’

‘Nee. Dat doe ik nooit, Jeremy.’ Ik vind eindelijk mijn stem terug. ‘Maar een kat in het nauw maakt rare sprongen.’ Ik houd mijn glas in de ruimte voor me.

‘Zou je mijn glas nog een keer willen volschenken, alsjeblieft? Deze champagne is heerlijk.’

‘Weet je het zeker?’ vraagt hij aarzelend.

‘Ja, hoor, ik weet heel zeker dat ik graag nog een glas champagne wil. Ik wil het met alle liefde zelf inschenken als je zo aardig zou willen zijn mij de richting van de fles te wijzen, hoewel ik natuurlijk niet zou willen knoeien op het luxe vijfsterren-tapijt,’ zeg ik scherp.

‘Ben je boos op me?’

Wat een emotionele wetenschapper, denk ik sarcastisch bij mezelf; misschien is zijn EQ toch niet zo hoog als ik dacht. Of misschien juist wel? Ik ben niet zozeer boos op hem als boos op mezelf dat ik deze belachelijke situatie überhaupt heb laten gebeuren. De realiteit van het blind zijn heeft me totaal overvallen. Het idee verleidelijk vinden is één, maar het is totaal iets anders te weten dat ik de komende 48 uur zo zal leven. Mijn emoties beginnen me te veel te worden nu de betekenis van wat ik net heb gedaan begint door te dringen.

Omdat ik hem niet kan zien, noch zijn emoties kan lezen, blijf ik gewoon mijn lege glas voor me houden en wacht ik tot hij het bijvult. Ik heb de alcohol nodig om de leegte op te vullen.

‘Alexandra, ben je echt kwaad op me? Serieus?’

Weer zo’n Alexandra-momentje. Ik wacht met mijn glas uitgestoken in de richting van zijn stem. Hij pakt het aan, vult het en plaatst het terug in mijn hand. Godzijdank. Ik voel opluchting terwijl ik de bruisende vloeistof naar mijn lippen breng. Ik besluit zijn vraag te negeren, met het geloof dat ik daardoor nog iets van controle heb.

‘Heerlijke champagne, Jeremy. Wat is het? Ik weet niet zeker of ik dit al eerder gedronken heb.’

Ik voel dat hij verbijsterd is doordat ik zijn vraag negeer. Helaas kent hij me goed genoeg om te herkennen dat hoe beleefder ik doe, hoe meer emotie ik verberg. Eigenlijk kent hij me bijna net zo goed als ik mezelf ken, als het niet beter is. En dat is ongetwijfeld ook waarom ik hier in een baljurk zit, geblinddoekt, in de penthousesuite, het hele weekend opgesloten. Dat is alleen maar meer frustrerend.

‘Het is Krug. Dat dronken we ook toen ik afstudeerde. Toen vond je het ook al lekker. Je zei dat je je er heel goed door ging voelen en...’

‘O ja, dat weet ik nog.’ Ik onderbreek hem, geen zin hebbend in zijn versie van een reisje langs onze herinneringen. Mijn emoties maken overuren, alle hypnotische kalmte blijkt verdwenen te zijn.

‘Nou, reden te meer om het nu te drinken,’ zeg ik terwijl ik nog een slok neem. Ik klok het nu tenminste niet naar binnen. Ik hoor hem zuchten.

‘Wil je in elk geval wat hors-d’oeuvres bij de champagne?’

Ik ben het ermee eens dat een beetje eten niet verkeerd zou zijn. Hoewel mijn hoofd tolt en mijn emoties alle kanten uit schieten, weet ik zeker dat mijn rationele brein het niet zou aanmoedigen nog meer alcohol te drinken zonder iets te eten.

‘Dat zou heerlijk zijn, dank je,’ antwoord ik heel beleefd, bijna formeel. Ik zie gewoon voor me hoe hij met zijn ogen rolt vanwege mijn gedrag.

‘Doe je mond open, alsjeblieft.’ Hij is dicht bij me.

‘In mijn hand is prima, dank je.’ Het voelt goed voor mezelf op te komen.

‘Alex, dit is belachelijk.’ Opstandig neem ik nog een slokje champagne. Misschien hoeft het blind zijn toch niet te resulteren in totale afhankelijkheid. Ik kan een lichte grijns op mijn gezicht niet tegenhouden. Hij grist het glas snel uit mijn hand.

Mijn grijns verdwijnt onmiddellijk.

‘Doe je mond open en ik geef je je glas terug.’

Ik sta op het punt antwoord te geven als er iets kleins en heerlijks op mijn tong landt. Onthutst en met een mond vol eten dat mijn smaakpapillen prikkelt, besluit ik mijn mond dicht te doen en het op te eten. Het zou tenslotte zonde zijn om zo’n verleidelijke heerlijkheid te verkwisten. Het duurt niet lang voor ik er nog eentje krijg. Blini’s – echt overheerlijk. Ik proef de sterke smaak van gerookte forel tegen de lichte boekweitpannenkoek en voel de kuit van de zalm in mijn mond glijden. De zeer lichte hint van venkel bevestigt dat ze precies hetzelfde zijn als de blini’s die we jaren geleden in Rusland hebben gegeten, fantastisch! Hoewel ik wel blij ben dat we nu champagne drinken in plaats van wodka, zoals we toen deden. Mijn maag is erg dankbaar voor het eten.

‘Meer?’ hoor ik hem vragen. Ik knik en draai me naar hem toe. Ik wil hem eigenlijk niet de voldoening van mijn woorden geven. Deze keer proef ik iets warms en zoets met een aroma van knoflook en kruiden.

‘Mmm.’ Deze keer kan ik een kreun van hemelse verrukking niet tegenhouden. ‘Zalig. Sint-jakobsschelp?’

‘Precies.’ Hij veegt mijn mondhoek af met een servet. ‘Nog één?’

‘Ja, graag,’ hoor ik mezelf antwoorden. Nadat ik het doorgeslikt heb, geeft hij me mijn glas Krug terug. Ik voel dat hij blij is dat mijn frustratie verdwijnt samen met het eten en de champagne. Iets over lekker eten en wijn dat goed is voor het humeur, denk ik bij mezelf.

‘Wil je me vertellen waar je aan denkt?’

Ik kom uiteindelijk tot de conclusie dat mijn woede voortkomt uit mijn angst om de controle te verliezen, vooral omdat ik het zo gewend ben alles onder controle te hebben. Ik laat de emoties wegebben, aangezien ze geen doel dienen. In mijn huidige hachelijke situatie zou het de komende 48 uur ronduit ellendig maken voor ons allebei, dus ik geef toe en deel mijn gedachten met hem. Hoewel ik nog steeds geïrriteerd ben door mijn blindheid en de afhankelijkheid die me omringt, voelt het beter om ongedwongen met Jeremy om te gaan en het gesprek tussen ons te laten vloeien.

Na een paar minuten kletsen komt Jeremy schuchter tegen me aan zitten.

‘Vertel me eens eerlijk hoe je je voelt. Heb je het naar je zin?’ Hij tilt me langzaam op van de bank tot ik rechtop sta.

‘O, even kijken of ik dit goed begrijp. Jij mag zo veel vragen stellen als je wilt, maar ik mag niets vragen. Werkt het zo?’ Hij streelt mijn nek en sleutelbeen met zijn lippen, heel langzaam. Zijn adem is als een veertje tegen mijn huid.

‘Precies. Dit weekend, althans. Er zal later nog genoeg tijd zijn voor jouw vragen. Dus vertel, raak je er opgewonden van?’ vraagt hij nogmaals terwijl zijn lippen de bovenkant van mijn borst vinden. Ik voel me een beetje licht in mijn hoofd en voor de zoveelste keer deze avond begin ik enorm onregelmatig te ademen. Zijn aanraking neemt mijn hele lichaam in beslag en mijn vulva zwelt op en wordt vochtig door deze voorbode van genot. Ik kan een kleine, ingehouden zucht door de sensatie niet voorkomen.

‘O, dus het antwoord is ja,’ fluistert hij in mijn oor terwijl z’n tanden aan mijn oorlelletje knabbelen.

‘Ja,’ zeg ik ademloos, ‘ik word er een beetje opgewonden van.’ Ik wil niet dat hij me naast mijn zicht ook mijn woorden ontneemt. Hij kust me vederlicht en plaagt mijn lippen.

‘Het windt mij ook op, heel erg,’ zegt hij terwijl hij mijn hand naar de zwelling in zijn broek leidt. Het vergt al mijn concentratie om niet op mijn knieën te vallen en hem daar ter plekke te verslinden. De kracht van zijn rauwe, seksuele emotie verlamt me bijna. Ik vraag me af of ik mezelf ook maar een beetje ken...

Precies op dat moment gaat de telefoon, wat me met een schok van mijn fantasie naar de realiteit terugbrengt. Hij blijft mijn hand vasthouden zodat ik hem blind kan volgen terwijl hij opneemt, met overdreven voorzichtige stappen om in balans te blijven op mijn hakken.

‘Fantastisch, bedankt. We komen eraan.’ Hij hangt op. ‘Alex, je lijkt in paniek. Wat is er aan de hand?’

‘O, niets. Helemaal niets. Waarom vraag je dat?’ zeg ik nerveus, mijn handen in elkaar wringend. Kan hij nog steeds de uitdrukking op mijn gezicht lezen, zelfs nu mijn ogen met een blinddoek bedekt zijn?

‘Mooi, ben je klaar om me te vergezellen voor het eten?’ Met deze woorden dringt de paniek tot in mijn botten door. Dit kan hij toch niet menen?

‘We gaan toch niet echt uit eten, Jeremy... Ik kan zo toch niet uitgaan. Alsjeblieft, zeg me dat je een grapje maakt.’

‘Natuurlijk gaan we uit eten. Waarom zou ik er in hemelsnaam niet van profiteren dat je er zo schitterend uitziet en je in een hotelkamer laten zitten? Dat zou absurd zijn.’

Ik voel mezelf weer kortademig worden. Blijf kalm, rustig ademen, zeg ik tegen mezelf, maar desondanks hoor ik mezelf over mijn woorden struikelen.

‘Hoe vaak ga je me vanavond nog voor het blok zetten, Jeremy? Ik kan er niet meer tegen, het is te veel. Ik probeer te wennen aan één ding dat je van me vraagt en als me dat bijna lukt – bam! – doe je er nog een schepje bovenop, en dan weer.’

Ik zucht even diep voor ik doorga met mijn verbale razernij. ‘Ik weet niet meer wat ik denk of voel en zelfs niet wat ik tegen je moet zeggen. Deze situatie is te vreemd voor me. Onwerkelijk, surrealistisch.’

Ik hoor mezelf onzeker en snel praten, zoekend naar woorden om de emotie over te brengen die me totaal dreigt te overweldigen.

‘Ik heb geen filters, Jeremy. Die heb je me afgenomen, of misschien heb ik toegestaan dat je ze afnam. Dat weet ik niet. Hoe dan ook, het kan niet goed zijn. Ik heb mezelf veel te veel jaren getraind om doordachte, zinnige antwoorden te geven en moet je me nu horen. Ik weet niet wat ik denk, voel of doe. Waarom doe je me dit aan?’

Jeremy geeft geen antwoord, maar ik voel dat hij dicht bij me is en weet instinctief dat hij intens naar me staart. Ik neem even een momentje om op adem te komen in een poging om een soort van zelfbeheersing terug te vinden. Ik voel me net een verdwaald kind in de wildernis, niet wetend wie ik moet vertrouwen of waar ik heen moet.

Hij legt zijn arm op het smalle gedeelte van mijn rug, terwijl hij mijn pols vasthoudt en me ferm naar, wat ik aanneem, de deur van de suite leidt. Ik hoor de deur opengaan.

‘O nee, alsjeblieft, Jeremy. Laten we hier blijven. Hoe laat is het trouwens? Is het niet veel te laat om te eten? Ik heb ook niet zo’n honger meer, we hebben toch al hors-d’oeuvres gehad? Het zou echt zo’n verspilling zijn...’

Ik ratel aan een stuk door en druk mijn hakken dieper in het tapijt, terwijl ik een poging doe met smoesjes tegen zijn koppigheid in te gaan.

‘We kunnen ons onmogelijk in het openbaar vertonen. Snap je dat dan niet?’ Ik zoek naar woorden terwijl hij me dichter naar de deur toe schuift. ‘Hoe kun je me zo nou mee uit nemen? In vredesnaam, ik ben geblinddoekt en draag geen slipje!’

Mijn hakken hijsen de witte vlag als ze hun grip verliezen op de vloer en ik als uit een katapult in zijn armen vlieg, waarschijnlijk ook gelijk de deur uit. Ik probeer mezelf zo stabiel mogelijk te houden en hij houdt me stevig in zijn armen.

‘Waar gaan we trouwens heen?’ vraag ik hem, wanhopig voor iets van een verbale reactie. Zijn stilte ergert me. Hij duwt me ineens hard tegen de muur aan, zijn gezicht dicht bij het mijne, zijn lichaam krachtig tegen mijn zijdezachte jurk aan drukkend.

‘Ik weet dat je vragen hebt, Alexa. Die heb je altijd. Zoals ik je al verteld heb, gaat dit weekend niet om jouw vragen. Ik heb geteld hoeveel je er tot nu toe hebt gesteld en ik adviseer je nadrukkelijk om daarmee te stoppen, aangezien elke vraag die je stelt consequenties heeft. Gedraag je!’ voegt hij er streng aan toe. ‘Ik neem je mee uit eten; je ziet er geweldig uit en je hoeft je nergens voor te schamen. Nog één ding... Omdat we dit weekend op mijn tijd leven, wil ik niet meer dat je vraagt hoe laat het is. Heb je me gehoord?’ Hij is zo dichtbij dat ik duizelig word van zijn vragen en eisen. Ik ben verbouwereerd over zijn scherpe woorden, terwijl zijn koppige aanwezigheid en aroma mijn persoonlijke ruimte binnendringen.

‘Ben-ik-helder-genoeg?’ Doelbewust benadrukt hij elk woord. Ik weet niet goed wat ik met zijn humeurverandering aan moet, met de donkere rand in zijn stem. Daarom neem ik wonderbaarlijk genoeg zelfs geen risico met een ondoordachte of luchtige opmerking als reactie. Het is te vreemd, de spanning is voelbaar. Ik blijf provocerend stil en beschouw dit als de veiligste strategie, hoewel zijn erectie intens blijft opzwellen tegen mijn buik aan. Hij grijpt mijn schouders vast en draait me om, zodat mijn borsten opzettelijk tegen de muur aan duwen, en slaat plotseling zo hard tegen mijn kont dat ik een enorme tintelende sensatie voel die ik niet kan plaatsen. Dit is wel het laatste wat ik van hem verwachtte. Dit is afschuwelijk. Hij heeft me net gewoon een mep gegeven. Geblinddoekt, in de gang van een hotel. Hij draait me net zo snel weer om, schijnbaar om de geschokte blik om mijn gezicht als gevolg van zijn slechte daad te inspecteren.

‘Ik stelde je een vraag, Alexandra. Ben ik helder?’ zegt hij met zijn strenge, nasale stem. Het enige dat ik kan uitbrengen is ‘Glashelder!’ terwijl mijn slipjesloze kont nog natintelt tegen de muur. Dit is iets nieuws; hij heeft door de jaren heen al veel met me gedaan maar nog nooit iets als dit.

‘Mooi. Laten we gaan.’ Hij pakt mijn elleboog vast en leidt me resoluut door de gang, mijn hakken klikkend op de harde vloer om hem bij te kunnen houden. Het gevoel van een klap op mijn billen krijgen is onbekend voor mij. Ik kan me niet herinneren wanneer me dat voor de laatste keer is gebeurd, zelfs niet toen ik klein was. Robert had zoiets zeker nog nooit gedaan. Hij was altijd serieus in de slaapkamer – vluchtig, nooit speels. Ik besef ineens dat Jeremy het tegenovergestelde is van Robert – speels en onvoorspelbaar. En wat heb ik die onvoorspelbaarheid gemist in mijn leven. Zelfs nu, gegeneerd in een hotelgang, zonder enig gevoel van controle, giert tegelijkertijd de adrenaline door me heen op een manier die ik al jaren niet meer heb gevoeld. Ik leef echt.

Ik hoor een ‘ping’ als de liftdeuren opengaan en hij me naar binnen leidt. Ik haal diep adem en bid. Laat ons alsjeblieft niemand tegenkomen die ik ken. Alsjeblieft, alsjeblieft, alsjeblieft! De deuren sluiten en Jeremy verspilt geen seconde voor zijn handen mijn dijen strelen, de zachtheid tussen mijn benen dwingend om nog vochtiger en aangenamer te voelen. Dat was al begonnen toen zijn snelle hand tegen mijn billen aan sloeg. Een onverwachte ingeving... Hoe kan ik zo geschokt maar tegelijkertijd ook zo enorm opgewonden en geil zijn? Jeremy kent al mijn gevoelige plekjes net zo goed als mijn dokter de anatomie van het menselijk lichaam kent en hij laat geen enkele kans onbenut om mijn lichaam als persoonlijke radar in zijn voordeel te gebruiken, elke reactie testend en observerend.

Het is zo’n vreemd gevoel om niet te kunnen anticiperen op opwinding; blijkbaar speelt visuele stimulatie hierbij een belangrijke rol. Nog vreemder is totaal geen benul hebben van wat er komen gaat. Zo gefrustreerd zijn dat je wel kunt gillen, en ineens – bam! – een lichte, zachte aanraking en je lichaam schiet in een versnelling als bevestiging van de prikkeling en de liefkozing en laat je smekend naar meer achter. Hoe werkt dat? Het probleem is dat ik niet zeker weet of mijn lichaam me expres verraadt of dat het mijn geest veel beter kent dan ik me voor kan stellen.

‘Houd alsjeblieft op, Jeremy. Het is al moeilijk genoeg om me te concentreren op wat er gebeurt, laat staan als je handen me afleiden bij elke mogelijkheid die ze krijgen.’

‘Het hele idee van dit weekend is dat je je nergens op concentreert, Alex.’

‘Nou, dat is dus gewoon onmogelijk,’ zeg ik bitter.

De liftdeur gaat open en we stappen naar buiten terwijl een windvlaag mijn haar naar achteren blaast. Jeremy wordt begroet. Ik voel het bloed naar mijn gezicht stromen en weet zeker dat ik bloos.

‘Dr. J, wat ontzettend fijn dat u vanavond bij ons bent, het is te lang geleden.’

Mijn benen trillen onder me terwijl Jeremy me stevig omhoog houdt.

‘Heel leuk om je weer te zien, Leo.’

‘Ik zal u naar uw tafel brengen.’ Ik word naar een bank gebracht waar Jeremy me op mijn plek zet. Ik doe snel mijn benen over elkaar, gezien de afwezigheid van mijn ondergoed en van binnen vervloek ik Jeremy omdat ik me nog nooit in mijn leven zo ongemakkelijk heb gevoeld als nu.

Wie is Leo trouwens en waarom hoor ik het vage geroezemoes van stemmen om me heen? Ik voel dat minuscule druppeltjes gevormd worden op mijn voorhoofd terwijl mijn angst voor het onbekende weer begint te groeien. Waarom ben ik toch zo gespannen? Ontspan, geniet ervan, zeg ik tegen mezelf. Onmogelijk, is de reactie van mijn lichaam.

‘Wat wilt u drinken vanavond?’

‘We willen graag twee martini, extra droog, geroerd en niet geschud, met citroen.’

Jeremy’s antwoord verrast me even. Hij heeft net mijn perfecte martini besteld, hoewel ik al geen tien jaar een martini in mijn handen heb gehad. Ongelooflijk.

Ik probeer kalm genoeg te blijven om in elk geval mijn omgeving een beetje te ontcijferen en feliciteer mezelf met het feit dat ik mezelf een paar momenten onder controle heb. Ik merk dat het tapijt dik en weelderig is en de stemmen heel laag; nietszeggende muziek dwaalt de kamer rond. Als het feit dat we niet alleen zijn weer mijn gedachten binnendringt, komt mijn vrees weer tot leven totdat Jeremy’s stem zijn voorbestemde gang onderbreekt.

‘Ik neem aan dat je wel een martini lust? Dat is hoe je ze altijd lekker vond toen we in Europa waren.’

‘Een martini is de minste van mijn problemen.’ Ik probeer mijn stem zo kalm mogelijk te houden. ‘Hoe kon je me meenemen naar een plek waar andere mensen zijn? Stel nou dat iemand ons herkent? Ik kan niet geloven dat je me zo in gevaar brengt. Je laat ons allebei een enorm persoonlijk en professioneel risico nemen. Hoe kon je dat doen? Dit is totaal onacceptabel.’ De spanning raast als een tsunami door mijn bloedbaan. Mijn hart klopt sneller dan het redelijkerwijs aankan en de zweetdruppeltjes koelen mijn lichaamstemperatuur niet zo effectief af als ze zouden moeten doen. Hij is te ver gegaan, dit klopt niet. Mijn handen zijn trillerig en mijn handpalmen glijden van mijn schoot door het zweet. Ik ben kortademig en kan mijn toestand heel simpel duiden als een op handen zijnde angstaanval. Jeremy pakt mijn handen bij elkaar.

‘Rustig maar, alles is oké. Je overdrijft een beetje.’

Ik overdrijf? Mijn innerlijke stem is vol ongeloof. ‘Er is helemaal niets oké!’ roep ik uit. Ik ben de controle bijna kwijt. Ik houd me zo goed als ik kan in omdat ik geen idee heb wie er in de kamer aanwezig is en wie deze mensen zijn. Maakt dat iets uit? Ja, het maakt iets uit, verdomme. Ik geef zelf antwoord. En Jeremy weet ongetwijfeld dat ik in het openbaar een poging zal doen mijn emoties te beheersen.

‘Hoe kon je me in deze positie brengen, Jeremy? Hoe durf je? Wie zijn deze mensen?’

Ik voel me kwetsbaar, alleen en totaal niet in controle. Mijn lichaam rilt terwijl het de langzaam binnendringende cocktail van emoties ervaart. Dit is lang niet zo eenvoudig als ik van tevoren had gedacht en ik ben een beetje teleurgesteld in mezelf dat ik er niet professioneler mee omga. Maar wat is er nou professioneel aan geblinddoekt dineren, verdorie. God mag weten wat ze denken. Ze zien een geblinddoekte vrouw ruzie maken met een van de meest gerenommeerde medische onderzoekers van het land, of van de wereld. Of misschien is dit toevallig ‘Vrijdag Blinddoekdag’ bij het InterContinental hotel – tuurlijk!

Ineens valt het kwartje, helder en duidelijk. Ik besef dat ik de controle heb. Ik heb nog steeds benen die kunnen lopen, handen die in elk geval die verstikkende blinddoek kunnen verwijderen zodat ik misschien een soort wazige, donkere visie in kan schakelen en een stem om ‘Nee!’ te zeggen – het enige dat ik nooit tegen Jeremy heb kunnen zeggen. Als ik het geluk aan mijn zijde heb, kan ik misschien wel een onschuldige toeschouwer aanspreken om me te helpen ontsnappen uit deze buitensporige situatie. Terwijl ik deze gedachten snel door mijn lichaam laat stromen, voel ik ineens de kracht om tot actie over te gaan.

‘Ik kan dit niet, Jeremy. Ik weet dat je hoopte dat ik het wel kon, en ik heb het ook echt geprobeerd, maar ik kan het niet. Het spijt me dat ik het je beloofd heb, maar dat was een stomme vergissing. Het is gewoon onmogelijk voor me om met deze situatie om te gaan.’ Met deze woorden sta ik op en doe ik mijn handen omhoog om mijn blinddoek af te doen en vrij te zijn van de schaamte en onderwerping die hij bij me losmaakt. Net als mijn vingertoppen het zijden laagje aanraken, lanceert Jeremy zichzelf op mij en word ik teruggesmeten op de loungebank. Hij grijpt mijn handen vast en houdt ze ruw vast achter mijn rug. Met zijn benen schrijlings over die van mij heen, word ik op mijn plek vastgepind, snakkend naar adem door zijn plotselinge sprong. De emotie tussen ons is bloedheet. Hij verstevigt zijn greep om mijn polsen en zorgt ervoor dat ik me letterlijk niet kan bewegen onder zijn fysieke aanwezigheid.

‘Je gaat dit doen, je hebt het beloofd, je stemde toe. Je hebt jezelf niet eens de tijd gegeven om te wennen. Je hoeft helemaal niets onder controle te hebben. Dat is jouw probleem en totdat je stopt met tegenwerken zul je je blijven voelen zoals nu. Laat ik heel duidelijk zijn – ik zal tot het uiterste gaan om ervoor te zorgen dat je je aan je belofte houdt. Ik wil je zo hebben, Alex, en ik laat me door niets tegenhouden, ook niet door jouw onzekerheden.’ Zijn stem is laag, veeleisend, volhardend. Ik voel zijn spieren om mijn benen heen, mijn dijen; ik voel zijn opwinding boven me opzwellen. Mijn god! Nu voel ik mijn eigen reactie. Hoe doet hij het toch? Hij wil me, en hoe lang is het al geleden sinds ik dat gehoord heb? Een eeuwigheid, lijkt wel. En ik wil hem ook, maar zo? En waarom ben ik onzeker?

Licht overdonderd kronkel ik nutteloos onder hem heen en weer.

‘Je krijgt je kans om de blinddoek af te doen als we 48 uur samen zijn geweest. Nu blijf je er van af en je gaat ook nergens heen.’ Er klinkt een onherroepelijke vastberadenheid in zijn stem die onverzettelijk en onweerstaanbaar sexy overkomt. God, wat is er gebeurd met de kracht die ik een moment geleden nog voelde? Geen ogen om te zien, geen benen om te lopen, geen handen om te bewegen. Hij neemt me echt alle controle af en zijn fysieke reactie vertelt me hoe veel hij daarvan geniet. En blijkbaar doe ik dat ook.

‘Je hebt wel heel overdreven maatregelen getroffen om ervoor te zorgen dat ik dat niet doe.’ Speciaal voor hem erken ik dat ik me nauwelijks kan bewegen. Zelfs als ik mezelf afvraag waarom ik stiekem opgewonden ben dat hij zulke extreme maatregelen neemt, schiet mijn opwinding elke seconde meer omhoog.

‘Vertrouw me, Alex, het leuke gedeelte moet nog beginnen en ik weet dat je het heerlijk zult vinden als je jezelf de kans geeft het te omarmen.’

Is hij nu ook al mijn therapeut? Ik besluit dat worstelen nutteloos is, want dat lijkt zijn verzet zowel figuurlijk als fysiek alleen maar sterker te maken; hij verstevigt zijn greep op zowel mijn polsen als mijn dijen. Mijn brainstormende geest slaat aan en weegt mijn potentiële opties af. Alsof hij mijn gedachten aanvoelt, zegt hij kalm: ‘Vecht niet tegen me, AB. Dat ga je verliezen.’

Net op het moment dat ik iets wil zeggen, komt Jeremy’s mond hard tegen de mijne aan en zijn tong baant zich een weg door mijn lippen, zoekt mijn tong, dringt mijn keel binnen, steeds harder en sneller terwijl ik onder hem vastgepind zit. Hij verstikt mijn gezicht, waardoor ik letterlijk naar adem snak. Hij heeft een vleselijke kracht en mijn lichaam voelt totaal geen drang om die af te wijzen.

‘Je bent dit weekend van mij. Stop om zo tegen me te vechten, je verspilt kostbare energie die veel effectiever gebruikt zou kunnen worden.’ Zijn stem is beladen met suggestieve ondertonen. ‘God, je ziet er absoluut onweerstaanbaar uit. Jammer dat we in gezelschap zijn, want ik zweer dat ik je hier zou nemen, profiterend van de vrije toegang onder je jurk.’

Ik blijf smeltend onder hem achter; het hete, pulserende verlangen in mijn kruis zorgt ervoor dat ik buiten adem en moedwillig blijf.

‘Zo mooi, maar ze werkt me zo tegen...’ reflecteert hij en een lang ogenblik omsluiten zijn handen mijn kin en wangen terwijl hij zo schrijlings op me zit. Ik voel zijn erectie harder worden tegen mijn dijbeen. Hij slaakt een lange zucht terwijl ik vol verlangen zijn volgende handeling afwacht.

‘Je laat me geen keus. Leo, boei haar, alsjeblieft.’

‘Natuurlijk, meneer. Onmiddellijk.’

Jeremy trekt mijn schouders naar zijn lichaam toe en glijdt met zijn handen langs mijn armen naar mijn ellebogen om ervoor te zorgen dat ze niet buigen als ze achter me worden vastgemaakt. Leo, of wie hij ook is, doet snel iets dat voelt als stoffen handboeien om mijn polsen en klikt ze behendig vast.

Ik blijf snakkend naar adem, sprakeloos, vastgebonden en blind zitten terwijl Jeremy de blinddoek weer goed op zijn plek doet. Wat is hier in vredesnaam aan de hand? Dit is niet zomaar een geintje onder studenten waar we samen om kunnen lachen. Jeremy zei dat hij tot vrijwel alles in staat zou zijn om dit te laten gebeuren. Waarom? Mijn gedachten bonken gekoppeld aan mijn hartslag in mijn hoofd en ik probeer te ontrafelen wat er net met me gebeurd is. Ik voel de intensiteit van de energie in de kamer alsof die door de lucht wordt gepompt. Wat drijft hem ertoe zo dominant te zijn? Wat mis ik hier precies?

‘Ik was vergeten hoe koppig je eigenlijk kunt zijn. Het is nogal verbazingwekkend.’ De oude Jeremy is terug en heeft een normaal gesprek met me. Ongelooflijk.

‘Koppig,’ gil ik uit, de emotie controleert nog steeds mijn spieren, mijn stem. ‘Hoe kun je...’

‘Praat alsjeblieft niet zo hard. Het zal moeilijk zijn je te voeren met een knevel op je mond,’ deelt hij kalm mee.

‘Je zou niet durven...’

Hij onderbreekt me onmiddellijk. ‘Ik ben al op dat punt, mijn lief. Je weet dat ik het zou doen. Hoe sneller je jezelf aan mij overgeeft, hoe meer vrijheid je zult ervaren,’ fluistert hij alsof het een samenzwering is. Wat bedoelt hij daarmee?

Ik schuif heen en weer op mijn plek terwijl ik de realiteit van mijn polsen die achter mijn rug zijn vastgebonden volledig in me probeer op te nemen. Hoewel we samen een levendig seksueel verleden hebben, is Jeremy nog nooit eerder zo ver gegaan. Er is nog nooit zo’n aandrang geweest, met zo’n onderliggende onveranderlijke toon. Ik bedenk me dat dit voor mij misschien iets te veel van het goede is. Ik begrijp gewoon niet wat de stuwende kracht achter deze situatie is, en waarom...

Het ene moment voel ik me zo close met hem, op elke manier. Het volgende moment moet ik mezelf afvragen of ik hem eigenlijk wel ken. In vredesnaam, ik ben gewoon een moeder. Hoe heb ik mezelf in hemelsnaam in deze situatie terecht laten komen. Stel nou dat ik er echt niet meer uit kan komen, nu ik hier ben? Maakt hij een geintje, speelt hij? Test hij me? Duwt hij me een grens over? Zo ja, dan werkt het. Ik ben verward en in paniek, en, tegenstrijdig en frustrerend genoeg, ook extreem opgewonden.

***

‘Kom, laten we de martini’s niet verspillen.’

Jeremy houdt mijn kin omhoog en laat de koude vloeistof voorzichtig in mijn mond glijden. Ik praat niet tegen hem; ik weet eerlijk gezegd niet eens wat ik moet zeggen. Ik kan me nauwelijks bewegen. Ik ben doodsbang tegen zijn wensen in te gaan na wat er net is gebeurd, wat ongetwijfeld precies zijn bedoeling is, dus zit ik in stilte, als een etalagepop. Het is net alsof elke cel in mijn lichaam onder stroom staat, zijn volgende handeling afwachtend, enorm op haar hoede. Het is vreemd genoeg ook heel verfrissend. Ik voel zijn priemende blik een poging doen mijn gedachten binnen te dringen. Ik probeer mijn ademhaling, mijn emoties, mijn gedachten te kalmeren... Ik faal. Meer van de zijdezachte vloeistof vindt mijn tong en glijdt door mijn keel omlaag. Ik moedig het niet aan. Ik houd het niet tegen. Ik ben verstard door een soort angst voor het onbekende die ik niet thuis kan brengen; het is spannend en uitdagend, hoewel ik me uiterst kwetsbaar voel met alleen Jeremy om op te vertrouwen. Wat moet ik anders doen dan deze bizarre reeks van gebeurtenissen zonder protest of geklaag tijdelijk accepteren? Echter, door dit noodlot te accepteren, word ik ook gedwongen toe te geven dat ik me nog nooit in mijn leven zo bijzonder heb gevoeld of gekoesterd door iemand.

Ik neem aan dat we onze martini’s opgedronken hebben, want ik word in een staande positie geholpen. Jeremy legt zijn arm om mijn rug door mijn vastgebonden armen heen. We lopen zonder iets te zeggen. Ineens worden mijn voeten onder me vandaan getrokken en tilt Jeremy me met gemak een trap op. Ik voel me heel klein, nog kwetsbaarder en afhankelijker, omdat hij mijn lichaam zo moeiteloos op kan tillen. Ik kan me fysiek niet tegen hem verdedigen en mijn emotionele verdediging wordt systematisch afgebroken. Ik heb nog nooit zo volledig op iemand vertrouwd. Meestal leun ik vooral op mezelf en van het idee dat ik nu volledig in zijn bezit ben, zak ik letterlijk door mijn benen.

Ik hoor een deur opengaan en voel een vlaag frisse lucht om me heen. Hij laat me in een stoel zakken. Ik hoor het geluid van de stad onder me en voel de warme, vochtige lucht op mijn huid. Ik stel me voor dat de avond net zo mooi is als de dag eerder was. Het voelt goed om uit de gespannen energie van die kamer te zijn. Mijn hele lichaam rilt van opluchting door deze nieuwe omgeving en het gevoel van ruimte om me heen.

‘Heb je het koud?’ Hij houdt me duidelijk net zo intens in de gaten als ik had gedacht. Voor ik mezelf tegen kan houden schud ik mijn hoofd, daarmee zijn vraag erkennend. Hem negeren lukt dus ook niet. Ik blijf zo stil en recht mogelijk zitten. Ik voel dat hij blijft proberen elke stemming en reactie van mij te ontcijferen.

‘Wil je naar muziek luisteren of blijf je liever in stilte zitten?’ Hij was er altijd al goed in om een ander antwoord dan ja of nee te ontlokken. Inwendig zucht ik, maar ik geef geen antwoord. Dit is zijn spel, zijn regels, dus ik neem aan dat hij wel zal beslissen.

‘Muziek dan maar.’

Zodra ik uitgesproken ben is, begint er gelijk zachte, rustige jazzmuziek te spelen. Ik ben verrast – de muziek klinkt live en ik draai mijn hoofd in de richting van het geluid. De muziek is vloeiend, melodieus en klinkt vaag bekend, hoewel ik het nu nog niet goed kan plaatsen. Een licht aroma plaagt mijn reukorgaan en ik pauzeer even om de identiteit te achterhalen. Ik bespeur heerlijk verse koriander, chilipepers, een beetje gember, misschien wat sesamolie. Ik besef dat Jeremy me een van mijn favoriete Thaise gerechten laat ruiken en absorberen. Hij brengt het voorzichtig naar mijn lippen en plaagt me een beetje. Ik laat hem zijn stomme spelletjes spelen.

‘God, je ziet er echt beeldschoon uit, zo mooi, zo kwetsbaar, zo koppig. De avondlucht is echt spectaculair, ik zal hem voor je beschrijven. Er komt een volle maan op vanuit het oosten. Het is schitterend, geen wolkje aan de lucht. De stadslichten schijnen in neon overal om ons heen. We zijn op het dak van ons hotel en we zijn de enige gasten, dus je hoeft je geen zorgen te maken dat iemand ons herkent. De tafel is simpel maar smaakvol gedekt, net als jij. Ik heb je lievelingsgerechten besteld, je lievelingswijn, je lievelingsmuziek. We kunnen nu eindelijk ongegeneerd en stijlvol van dit alles genieten. Alexa, ik heb verlangd naar dit moment met jou en in werkelijkheid is het zelfs nog perfecter. Ik heb je helemaal voor mezelf. Je zit hier zo stil, vastgebonden en blind, zo moedig dat mijn hart breekt. Ik wil je polsen wel losmaken, maar het beeld van jou hier zo voor me zittend geeft me zo’n verrassend harde erectie dat ik heel egoïstisch nog iets langer van dit moment wil genieten.’

Zijn woorden laten me sprakeloos, mijn lichaam reageert zoals verwacht op zijn aanraking. Ik hoor muziek rondom mijn oren zweven.

‘Wil je met me dansen?’ Het blijkt een retorische vraag, want ik word geholpen bij het opstaan. Hij maakt mijn polsen lang genoeg achter mijn rug los om ze daarna weer snel vast te maken om zijn nek heen. Ik blijk dus hoe dan ook te gaan dansen. Denkt hij nou echt dat ik zou weglopen op het dak van een wolkenkrabber terwijl ik blind ben? De gedachte schiet vluchtig door mijn hoofd... Mijn hersenen herkennen eindelijk de riff die al wordt gespeeld sinds we hier aankwamen. Zijn heupen beginnen te bewegen en ik beweeg onhandig met hem mee, ik heb weinig keus. Hij houdt me dicht tegen zich aan tot we een soort van synchroon bewegen. Hij legt mijn hoofd op zijn schouders en ik voel de gladde vezels van zijn shirt en, daarachter, de warmte van zijn borst. De keuze van dit specifieke liedje intrigeert me. Ik bied geen weerstand aan het ritme van zijn lichaam. Ik adem in. Ik adem uit. Woorden zweven in de muziek waarvan hij weet dat ik er gek op ben.

De saxofoon, gitaar, drums en percussie wuiven de angst die ik eerder voelde weg en ik glijd moeiteloos in zijn armen terwijl hij me zelfverzekerd over de dansvloer leidt. Jeremy heft voorzichtig en bekwaam mijn spanning op totdat ik letterlijk smelt in zijn armen. Zijn aanraking is hemels, niet te veel, niet te weinig. De seksuele chemie die onze lijven overvalt is wederom onmogelijk te negeren.

We dansen, we eten, we drinken, we praten, we kussen, we lachen.

Ik ben blind maar niet langer vastgebonden.

Ik sta mezelf toe om alle angst die ik beneden voelde weg te stoppen in een ver, klein hoekje van mijn gedachten. Misschien betekent vanavond wel net zo veel voor hem als voor mij, misschien gaat het om ons, ik weet het niet. Eindelijk is de weegschaal gekanteld en kan ik nu meer zeggen dat ik hier ben omdat ik daarvoor gekozen heb, in plaats van dat ik gedwongen ben. Daarna voert hij me het dessert, een opeenstapeling van smaaksensaties: gladde, zijdezachte chocoladeganache, met een vleugje van iets – sinaasappel of een andere citrusvrucht – in een knapperig boterdeeg, vergezeld door een plakkerige dessertwijn die mijn tong in mijn mond laat plakken. Ik zweef.

‘Alex, wil je voor me zingen, nu de band er nog is?’

Ik lach om zijn vraag. ‘Het is jaren geleden dat ik iets heb gezongen.’

‘Alsjeblieft, alleen wij zijn hier. Kies zelf het liedje. Er ligt hier een gitaar voor je.’

Jeremy was er altijd dol op om naar mijn vriendin Amy en mij te luisteren als we samen jamden op een regenachtige zondagmiddag. Ik schaamde me in het begin wel, maar we raakten gewend aan zijn aanwezigheid bij deze gelegenheden. En hoewel ik al een aanzienlijke hoeveelheid alcohol heb geconsumeerd sinds ik hier aankwam, ben ik verrast dat ik me slechts licht aangeschoten voel, niet dronken. Misschien is er al meer tijd verstreken dan ik me realiseer, of de hoeveelheid pure emotie en nerveuze energie die door mijn lichaam brandt heeft de alcohol laten verdampen. Het idee om iets te doen wat ik al jaren niet gedaan heb, is ineens erg verleidelijk.

‘Waarom ook niet? Eén liedje dan.’

Hij klinkt verrast en opgetogen dat ik zo vlot instem. Ik wil dat de stemming zo blijft in plaats van terug te keren naar mijn eerdere getreiter. Ik probeer me de tekst van de liedjes te herinneren waar we net op gedanst hebben en vraag me af waar onze relatie echt om draait, wat het voor hem betekent? Ik herinner me een liedje dat we vroeger zongen, waarbij hij ons graag vergezelde met geïmproviseerde percussie op pannendeksels. Het ging over beste vrienden en heeft altijd een speciale betekenis gehad voor ons. Jeremy helpt me met de gitaar en ik vraag hem om me achter te laten bij de band.

‘Ik wacht wel bij de tafel. Geniet ervan!’ zegt hij bemoedigend, terwijl hij me op mijn wang kust. Het duurt even voor ik op mijn gemak ben met de gitaar en de juiste toon heb gevonden. Mijn vingertoppen zijn gedurende de jaren zachter geworden door een gebrek aan spelen; de snaren voelen ruw en hard terwijl ik me aanpas aan het gevoel en mijn hand langs de nek van de gitaar laat glijden. Ik moet afgaan op gevoel in plaats van zicht maar gelukkig ken ik de tekst en akkoorden nog uit mijn hoofd. Ik begin...

Er druppelt een traan uit mijn linkeroog terwijl ik het liedje uitzing onder luid applaus van de band. Het voelde ongelooflijk om weer te zingen, te spelen, iets te doen waarvan ik dacht dat ik het vergeten was. Ik vond het geweldig! Ik ben euforisch terwijl ik de band blind bedank voor de gelegenheid en ze helpen me mijn gitaar neer te leggen. Ik kan niet helpen te denken dat ik dit nooit zou hebben gedaan als ik kon zien... Terwijl ik opsta, duikt Jeremy op om me een allesomvattende omhelzing te geven.

‘Dat was fantastisch. Je was fantastisch!’ Hij is even stil. ‘Bespeur ik daar emotie op uw wang, dr. Blake?’

‘Volgens mij heb ik mijn stem teruggevonden.’ Ik vraag me af waarom ik die woorden gebruik.

Weer vindt een druppel emotie een weg van mijn oog naar mijn wang. Ik begrijp niet waarom ik me zo voel, maar zingen en spelen raakt op de een of andere manier een snaar in me, eentje die al vele jaren niet meer geraakt was. Ik herinner me dat ik ooit eens heb gelezen dat het belangrijk was om te begrijpen waar je tranen vandaan komen omdat ze in directe verbinding staan met je hart.

Wat doet hij met me? Weer een laag die gepeld wordt.

Jeremy brengt zijn lippen naar de mijne en voor ik iets kan zeggen, kust hij me zo heerlijk en gevoelig, het effect zo hemels, dat het gevoel en de herinnering voor altijd in mijn geheugen gegrift zullen staan.

***

Onze avond op het dak loopt op zijn einde als ik de leden van de band hoor opruimen en afscheid nemen. Het voelt alsof ik in een achtbaan heb gezeten vanaf het moment dat ik in de foyer van het hotel aankwam. Ik heb nog nooit zulke intense emoties ervaren in zo’n wervelwind van een periode. Ik baad in de sensatie van de warme, zachte bries en ontspan in Jeremy’s armen. Eerlijk gezegd heeft het tegenwerken me uitgeput en voel ik me opgewekt door zo dicht bij hem te zijn. Misschien moet ik gewoon alles loslaten, zoals hij wil. Wat zou het ergste zijn dat zou kunnen gebeuren? Hij zou nooit onze professionele reputaties op het spel zetten, dat betekent te veel voor hem. En daarnaast wil ik ook bij Jeremy zijn. Moeder, vrouw, echtgenote, academicus, alle delen van mij willen Jeremy. Als ik helemaal eerlijk tegen mezelf ben, hebben ze hem altijd al gewild, en mijn lichaam behoeft zeker geen rationalisatie. Ik wil wanhopig de perfectie van het moment dat we nu delen verlengen.

Ik ben nu aanzienlijk rustiger. De sfeer van de muziek, het zingen, dansen, eten, zoenen, en misschien zelfs wel de duisternis – hoewel ik dat nooit zou durven toegeven – is gewoon bedwelmend, alsof ik door de lucht zweef. Ik voel een warme, lichte energie in mezelf, een sprankelende essentie die ik bij mijn weten nog nooit eerder heb ervaren. Het is een onnatuurlijke sensatie voor me, hoewel ik zijn aanwezigheid maar al te graag absorbeer.

‘Waar denk je nu aan?’ vraagt Jeremy terwijl hij met mijn handen speelt en zachtjes zijn duim tegen mijn onderlip drukt. Ik merk dat hij in een speelse bui is.

Ik geef hem een direct antwoord. ‘Ik denk dat ik je wil, nu meteen.’

‘O, is dat zo?’ Hij lacht. ‘En denk je dat je me ook kunt krijgen?’

‘Mmm, ja, eigenlijk wel, nu ik mijn handen terug heb.’

Ik vind zijn riem en maak de gesp los, doe snel zijn rits open en trek zijn broek naar beneden over zijn stevige, ronde billen.

‘Heb je hulp nodig?’

‘Het kan wel zo zijn dat ik niets zie, Jeremy, maar ik weet waar ik naar zoek.’

Ik merk dat hij lacht terwijl ik een behoorlijke zwelling omhoog voel komen in zijn onderbroek. Ik plaag hem een beetje voor ik dat laatste obstakel uittrek. Mijn handen strelen smachtend het vlees van zijn penis, mijn vingers wanhopig om zijn ballen te masseren. Hij kreunt in harmonie met mijn aanraking.

‘Vind je het nog steeds lekker zo, na al die jaren?’ informeer ik.

‘Sommige dingen veranderen nooit.’

Ik laat mezelf op mijn knieën zakken en blijf met zijn ballen spelen terwijl ik de basis van zijn penis steviger vastpak en mijn tong heel lichtjes over het topje heen en weer laat dartelen, wat een druppel zoutig sap ontlokt dat nonchalant over zijn schacht loopt, en ik stop even. Zijn handen hebben tot nu toe mijn haar gestreeld; nu houdt hij mijn hoofd stevig vast – om in balans te blijven? Uit behoefte? Ik houd mezelf in evenwicht door met mijn handen zijn stevige, gespierde billen vast te grijpen en ik blijf hem plagen, steeds iets meer van hem in mijn mond nemend, haal na haal. Mijn tong verliest zijn focus en krijgt steeds meer zin in hem. Mijn mond slokt hem op, zijn lengte kietelt de achterkant van mijn keel en ik verwelkom hem maar al te graag. Zijn gladde, harde lul vult mijn mond terwijl ik hem dieper en dieper neem.

Ik vind het heerlijk om dit bij hem te doen en ik kan het brandende verlangen dat tussen mijn dijen ontvlamt niet ontkennen terwijl ik blijf pijpen, lang, diep en hard. Jeremy kreunt luid en ik weet dat hij bijna gaat komen. Ik doe even wat rustiger aan, spelend, genietend van het feit dat hij me nodig heeft, voor ik hem helemaal achter in mijn keel stoot en mijn lippen om zijn basis heen sluit. Ik voel het kloppen voor hij explodeert in mijn mond. Op het laatste moment trek ik mijn mond weg, nog wel mijn greep op zijn ballen houdend. Hij heeft stuiptrekkingen terwijl hij klaarkomt, zijn vocht landt ergens over mijn schouder heen. Ik blijf geknield zitten totdat hij herstelt en terugkeert in de realiteit en kus zijn topje zachtjes voor ik opsta, het achtergebleven residu weglikkend. Zijn ademhaling is zwaar, onregelmatig.

‘Waarom trek je altijd op het laatste moment terug? Ik zou het heerlijk vinden als je het doorslikte.’

‘Je weet dat ik dat niet lekker vind.’

‘Heb je dat ooit geprobeerd?’

‘Niet echt, en dat ben ik ook niet van plan.’

‘Dus je doet het niet alleen bij mij?’

‘Nee, niet alleen bij jou, Jeremy. Het is gewoon iets dat ik niet doe.’

‘Maar de rest wat je doet is zo ongelooflijk goed. Het zou het einde zijn als je het doorslikte.’ Ah, dit biedt mogelijkheden; ik vraag me af of hij bereid is te onderhandelen.

‘Zou je me mijn zicht teruggeven als ik het zou doorslikken?’ plaag ik.

‘Ah, hoe verleidelijk dat ook zou zijn... Nou, laten we zeggen dat ik het heerlijk vind dat je blind bent.’

‘Nou, dan hebben we dus een padstelling,’ concludeer ik.

Hij kust mijn mond, lang en diep, terwijl zijn hand onder mijn jurk kruipt, waar hij mijn binnenste lippen vindt en streelt. Zijn vingers beginnen te ontdekken, te onderzoeken. Ik zucht en verzeker me ervan dat mijn handen om zijn nek gewikkeld zitten, terwijl ik de verleiding probeer te weerstaan om met hem mee te doen.

Zijn vingers blijven hun magische werk doen en mijn benen verliezen hun grip en stabiliteit op het dak. ‘Ooit zul je me helemaal op die manier nemen,’ zegt hij vol zelfvertrouwen.

‘Dat zullen we nog wel eens zien,’ kaats ik zuchtend terug, in een poging rechtop te blijven staan.

‘Dat gaan we zeker doen.’ Hij lacht terwijl hij zijn vingers terughaalt van hun missie, me weer in zijn armen tilt en terug naar de kamer draagt.

Hij ontdoet zich van mijn jurk voor ik ook maar iets in de gaten heb en zijn vingers gaan nog intensiever verder op hun veroveringsreis dan dat ze op het dak deden. Jeremy is nog kundiger en preciezer dan ik me kan herinneren. Elk spoortje concentratie wordt uit mijn gedachten verbannen en mijn gekreun klinkt als een echo in de stilte van de kamer. Terwijl mijn hersenen zichzelf hebben uitgeput in een poging de realiteit van de afgelopen uren te bevatten, omhelst mijn lichaam gretig de fysieke ervaring die aangeboden wordt. Uiteindelijk val ik in slaap, warm en gerieflijk in Jeremy’s armen. Een diepe, kalme, vreemd aangename slaap.

***

Ik voel een vreemde sensatie op mijn voeten. Ik probeer het weg te duwen, weg te dromen, maar het is net jeuk die ik niet weg kan krijgen. Wat is het? Iemand? Iets? Ik draai me om en probeer te negeren wat het ook is, maar het voortdurende gekriebel aan mijn voeten houdt niet op.

Verdomme, het is er nog steeds... Een vinger?

Nee, te hard.

Een borstel? Nee.

Een veer misschien? Mogelijk.

Deze zinloze gedachten verpesten mijn sluimerslaap. Het is nog steeds donker dus geen enkele reden om op te staan. Deze keer probeer ik het weg te trappen. Ja, dat werkt. Ik strijk weer neer in het heerlijke, zachte bed met knisperende lakens en vederlichte kussens. Het is echter totaal anders dan mijn eigen bed. Door die gedachte ga ik ineens nadenken over waar ik ben. Nee, denk ik, terwijl er rare herinneringen mijn gedachten binnendringen, het moet een heel erg bizarre droom zijn geweest... Mijn arm strekt zich uit en ik vraag me af of ik een aanwezigheid naast me in het bed zal voelen. Niets. Niemand. Ik heb geen idee hoe lang ik heb geslapen als het me ineens begint te dagen. Waar ik ben en met wie.

De realiteit slaat toe. Ik probeer mijn ogen open te krijgen, tijdelijk mijn huidige situatie vergetend en twijfel voor ik de blinddoek aanraak, tegengehouden door mijn herinnering van diezelfde handeling gisteravond en de gevolgen die dat met zich meebracht. Dit was geen droom en ik realiseer me dat het dag en nacht donker zal zijn, voor mij althans.

De constante irritatie bij mijn voeten wordt hervat, baant zich een weg langs mijn enkel, over mijn onderbeen en richting mijn knie. Ik ben daar zeer gevoelig, ik heb er nooit tegen gekund als ik daar gekieteld werd. Ik ga rechtop zitten, volledig alert.

‘Hallo, dan.’ Jeremy’s stem. Zeker geen droom.

Ik lach zenuwachtig. ‘Hallo, dan. Hoe lang heb ik geslapen?’

‘Meteen een vraag in de eerste seconde nadat je wakker bent. Wees eens een brave meid voor me, Alex. Geen vragen. Ga alsjeblieft gewoon liggen en wees stil.’

Ik gehoorzaam. Ik wil geen ruzie maken. Ik voel dat het laken van het bed gerukt wordt terwijl ik daar lig, blootgesteld, naakt. De veren zetten hun reis voort, laten me kronkelen terwijl ze zich een weg plagen langs mijn navel naar mijn tepels. Ik hoef ze niet te zien om te weten dat ze onmiddellijk reageren op deze kietelende aanraking.

‘Mijn lijf verraadt me altijd zo makkelijk,’ fluister ik bijna tegen mezelf.

‘Dat heeft het altijd al gedaan; wanneer ga je er nou eens naar luisteren?’

Ik overpeins de vraag.

‘Wil je je armen boven je hoofd doen en ze daar houden?’ Ik doe wat me opgedragen wordt, zijn directe aanwijzingen worden om de een of andere reden makkelijker op te volgen terwijl ik allerlei gedachtesprongen maak. De veren spelen met mijn armen, mijn gezicht, mijn nek. Geblinddoekt en naakt zijn, met veren die me zachtjes en voorzichtig liefkozen over mijn hele lichaam zonder dat ik enig idee heb waar ze gaan landen, ik heb nog nooit zoiets meegemaakt. Ze zijn zo licht als vlinders fladderend in een rustig briesje, raken nauwelijks mijn huid. Door de uiterst weldadige sensatie die hun contact in me losmaakt, krijg ik rillingen en kippenvel over mijn hele lijf.

‘Wil je je benen spreiden?’ beveelt Jeremy beleefd. Of het komt door jaren van defensief of proactief seksueel gedrag weet ik niet zeker, maar door deze woorden klemmen mijn benen onmiddellijk stevig tegen elkaar aan en mijn handen komen van boven mijn hoofd omlaag om mijn schaambeen te bedekken.

‘Fascinerend...’ mompelt Jeremy. De veren stoppen hun ontdekkingsreis en er wordt verder niets meer gezegd. Ik voel dat hij wacht op mijn volgende reactie. Mijn armen keren langzaam terug naar hun oorspronkelijke positie boven mijn hoofd.

De stilte blijft hangen. Mijn vulva pulseert zo verwachtingsvol dat ik bang ben om mijn benen uit elkaar te doen voor het geval dat het kloppen net zo duidelijk is voor hem als het voelt voor mij. Alsof dat niet zo zou zijn, berisp ik mezelf.

‘Ik vraag nog één keer of je je benen uit elkaar wilt doen.’

Ik zucht, vol schaamte maar enorm opgewonden. Ik beweeg langzaam mijn dijen uit elkaar.

‘Verder, alsjeblieft.’ Zijn stem is keihard. God, het moet ook echt precies op zijn manier. Ik buig mijn knieën terwijl ik mijn benen wijder voor hem spreid en het kloppen in mij verwachtingsvol dieper wordt. Ik probeer me niet te verroeren als het kietelen weer begint, maar dat is buitengewoon moeilijk. Ik begin te kronkelen en wringen, in een poging te anticiperen op zijn volgende voorkeursplek op mijn lichaam. Een onmogelijke opdracht, maar ik ben in staat zo goed mogelijk in mijn positie te blijven liggen. Het kietelen is continu, plagend maar o zo licht, bijna liefkozend, en toch niet helemaal. Mijn lichaam smacht naar meer, het verlangt naar Jeremy’s aanraking. Al die tijd raakt zijn huid mijn lichaam niet aan, niet een keer. Ik hunker letterlijk naar hem. Mijn ademhaling wordt oppervlakkig. Hoe veel langer kan hij hier nog mee door blijven gaan? Ik kan er niet tegen. Ik heb meer druk nodig, meer van iets, wat dan ook. Ik kan niet tegenhouden dat mijn handen naar mijn borsten gaan terwijl mijn rug zich kromt door de onophoudelijke sensatie. Ik wil dat hij in me is, ben wanhopig voor zijn fysieke aanraking. Zijn geduld gaat verder dan mijn lichaam aankan en dat weet hij. Hij hield er altijd al van om mijn grenzen te testen, om me verder te drijven dan ik zelf ooit voor mogelijk had gehouden.

‘Jeremy.’ Ik roep zijn naam terwijl ik naar hem reik.

‘Geduld, lief, geduld. Totdat je helemaal stil ligt en precies doet wat ik vraag, zal dit doorgaan en zal bevrediging ongrijpbaar zijn. Hoe meer discipline je laat zien, hoe groter de beloning zal zijn.’

‘O, god,’ kreun ik, me realiserend dat hij het echt meent. Zijn vermogen om elke centimeter van mijn lichaam te plagen, kietelen en kwellen is in onze geschiedenis al vele malen uitgeprobeerd en getest. Ik zucht, totaal gefrustreerd. Ik ben te ver heen om nee te zeggen en hij weet maar al te goed dat ik naar ontspanning hunker. Ik spreek al mijn ‘innerlijke zen’ aan om stil te liggen, in de positie waarin hij me wil hebben en accepteer het onophoudelijke getreiter zonder verder te protesteren of klagen. Ik probeer terug te tellen van 100, maar raak de tel kwijt als ik snel bij 89 aankom, niet in staat mijn gedachten te focussen.

Ik kronkel.

Hij stopt.

Ik lig stil.

Hij begint weer met de veren oorlogsvoering. Ik word panisch voor zijn aanraking terwijl ik probeer om voor hem in deze positie te blijven liggen.

Hij is onbarmhartig, gedisciplineerd en geduldig.

Ik niet.

Als ik verzadigd ben met frustratie en verlangen, knalt zijn lichaam ineens boven op me, zijn kloppende penis zo volledig in mijn vagina spietsend dat ik de schreeuw die uit mijn longen ontsnapt niet kan tegenhouden. Mijn benen spreiden zich ver en wijd terwijl hij diepere lagen penetreert, hij spaart geen kracht als hij mijn armen boven mijn hoofd vastpint. Hij stoot en stoot, het is hard en het is snel en het is precies wat ik nodig heb. Mijn rug kromt zich onder zijn kracht, gooit mijn hoofd naar achteren. Ik voel me ademloos zonder die ellendige pijn. Mijn vochtige vagina absorbeert hongerig zijn komst terwijl hij in me explodeert.

Blijkbaar had zijn geduld eindelijk een grens bereikt. Goddank!

Hij zakt boven op me in elkaar, zijn gewicht smoort me in de matras. We zijn sprakeloos terwijl we allebei snakken naar meer zuurstof. Het tintelende gevoel keert terug, een diep verlangen in de kern van mijn buik. Deze sensatie is in het bad begonnen en zal ongetwijfeld wel een tijdje bij me blijven. Hij kust in mijn nek.

‘Dat was fenomenaal. Ik ben nog nooit in mijn leven zo wakker geworden.’

‘Dito,’ is hij het met me eens, terwijl hij mijn nek kust, zelfs bijna opeet.

‘Laat me alsjeblieft niet nog een keer zo lang wachten. Je stuurde me bijna over het randje.’

Hij blijft hongerig mijn nek verslinden met zijn lippen en tong voor hij een vreselijke waarheid toegeeft. ‘Dat zal ik je nooit en te nimmer beloven, lief.’

Ik kreun. Alweer.

‘Je zal wel enorme trek hebben. Laten we gaan eten!’

Ik kan eerlijk zeggen dat ik me nog nooit zo springlevend heb gevoeld. Ik heb niet meer zulke seks gehad sinds ik begin twintig was maar dit is nog zo veel meer dan het toen ooit was. Hoe we het nog steeds in ons hebben, weet ik niet. Mijn bovenste lippen willen glimlachen. Mijn lippen onder gonzen van gulzigheid en verwachting. Ik voel de seksuele energie door mijn aderen stromen, in mijn bloed. Het voelt heel vreemd, verzadigd maar toch hongerig naar meer. Wat gebeurt er met me? Kan het echt het gebrek aan visuele stimulatie zijn waardoor ik in staat ben zo veel meer te voelen dan gewoonlijk, of is het een resultaat van de emotionele achtbaan die Jeremy zorgvuldig heeft gecreëerd sinds ik hier aankwam? Het is alsof hij seksuele hunkeringen in mij heeft wakker gemaakt die al jaren in mij sluimerden, wachtend om te ontbranden. Ik kan alleen maar concluderen dat het een combinatie van alle bovenstaande elementen moet zijn, omdat mijn vermogen om in deze fase een verdere analyse uit te voeren ongetwijfeld ter ziele is. Ik ontkom er niet aan om na te denken over de ironie dat mijn pogingen om verbinding te zoeken met mijn analytische geest voor onderzoeksdoeleinden constant vernietigd worden door golf na golf van een door Jeremy gecreëerde beleving.

Jeremy bestelt bijna alles wat hij kan bedenken van het roomservicemenu. We kletsen, lachen en liefkozen en het voelt niet zo vreemd meer dat ik een blinddoek draag. Zijn stem is zo geruststellend en bekend dat ik me bijna helemaal op mijn gemak voel. Het eten arriveert en we vallen aan. Ik ben uitgehongerd.

‘Heb je nog steeds trek?’ informeert hij terwijl hij nog een aardbei in mijn mond stopt.

‘Ik kan hier werkelijk niet genoeg van krijgen, ze zijn verslavend. Er is iets met verse aardbeien en vijfsterrenhotels. Het is alsof ze speciaal ontworpen zijn, perfect...’

‘Er is er nog maar eentje over. Hier, neem jij die maar.’ Hij plaatst hem in mijn mond maar trekt hem dan plotseling terug.

‘Bij nader inzien heb jij waarschijnlijk wel je deel gehad. Deze moet ik misschien maar voor mezelf houden.’ Hij doet mijn badjas iets losser en ik voel de aardbei rond mijn tepels cirkelen. Hij glijdt langs mijn navel voor hij mijn opening plaagt. Ik voel hoe het sappige fruit mijn vulva verleidt.

‘Ik denk dat deze verstoppertje wil spelen.’

Ik kreun als zijn tong begint met zoeken.