U – Z

Een uiltje knappen

Een uiltje knappen heette vroeger ook wel een uiltje vangen. Knappen en vangen betekenen hetzelfde. Iemand die een uiltje knapt, doet een middagdutje. Hij is er dus even tussenuit en om zijn afwezigheid te verklaren, geeft hij als ‘smoesje’ op dat hij een uiltje aan het vangen is. Uilen zijn nachtdieren, overdag slapen ze, dus dat is een goede tijd om uilen te vangen. De uitdrukking komt al sinds de 17e eeuw voor, bijvoorbeeld in dit gedicht van Johan van Heemskerk:

‘t Soete groen, tot een verwonder

Lancx het water weeldrigh groeyt,

Dat het vruchtbaerlyck besproeyt.

‘t Welck my ‘s middaghs doet verlanghen

Om een uyltjen op te vanghen:

Waer ick ‘t slapen vind so soet

Als ghy op u pluym-bed doet.’

Een uitbrander krijgen

Vroeger werden kachels, pijpen, vaten en dergelijke grondig gereinigd door de aanslag eruit te branden. ‘Gebeurt het zomtijds dat een vat met azijn bederft, en dat het vat zelve daardoor een kwaden reuk aanneemt…, dan moet de boom uit het vat geslagen worden, en hetzelve moet niet slegts met heet water uitgeboend, maar het moet ook daarenboven…met haverstro uitgebrand worden’, zo schreef bijvoorbeeld het Fruitkundig Woordenboek voor. Uitbrander is van uitbranden afgeleid. Een uitbrander maakt je als het ware schoon van binnen, maar dan wel op een grondige en pijnlijke manier. Als je een uitbrander krijgt, word je stevig berispt.

Te elfder ure

In het Bijbelboek Mattheus vertelt Jezus een gelijkenis over arbeiders in de wijngaard. Een landheer huurt ‘s-morgens vroeg dagloners in om voor één denarie in zijn wijngaard te werken. Als hij later op de dag, op het elfde uur, nogmaals op de plaats komt waar dagloners zich verhuren, ziet hij een groepje staan dat nog steeds geen werk heeft. Hij huurt hen alsnog in. Als het dan tot uitbetaling komt, geeft hij de arbeiders die hij te elfder ure heeft ingehuurd één denarie. De arbeiders die ‘s-morgens vroeg al waren begonnen, gaan er dan van uit dat zij meer uitbetaald zullen krijgen, maar ze komen van een koude kermis thuis. Te elfder ure betekent tegenwoordig ‘op het laatste moment’.

Tot in de kleine uurtjes

Een feestje dat tot in de kleine uurtjes duurt, duurt tot diep in de nacht. ‘s-Avonds laat slaat de klok wel tien, elf, twaalf keer, maar de nachtelijke uren kennen maar een, twee, drie klokslagen; daarom worden ze de kleine uurtjes genoemd.

Het uur u

Het uur U is het beslissende moment, het moment waarop iets gaat gebeuren. U is de afkorting van uur. In het leger wordt het uur U gebruikt om aan te geven dat het tijdstip nog moet worden vastgesteld, of geheim is. De term heeft bekendheid gekregen door het gedicht Het uur U van Mar-tinus Nijhoff, waaruit een fragment luidt:

‘Hij maakte op het trottoir het onheilspellende maar onhoorbare gerucht van het hoog in de lucht verschoten vliegerbericht: in een wolkje ploft licht tot een blinkende ster uiteen, en langs heel de vuurlinie heen weet men: dit meldt het uur u, nu gaat het beginnen, nu verdwijnt de onzekerheid van de mij gegunde tijd, nu is het voor alles te laat.’

Het uur van de waarheid

Het uur van de waarheid is het beslissende moment. Het is het tijdstip waarop je zult zien of dat wat je dacht of hoopte, de waarheid zal worden. Het uur van de waarheid is nabij, breekt aan, heeft geslagen, iedereen wacht in spanning hoe het af zal lopen.

Een uur in de wind stinken

Iemand die een uur in de wind stinkt, stinkt zo erg dat je hem op grote afstand – een uur lopen – nog kunt ruiken.

Iets hoog in het vaandel hebben staan

Vroeger voerden legers vaandels met zich mee met daarop het wapen van degene voor wie men streed. Ook verenigingen droegen in optochten dergelijke vaandels met het ver-enigingswapen, bijvoorbeeld een symbool dat illustreerde waar de vereniging zich sterk voor maakte. Iets hoog in het vaandel hebben staan betekent dat je iets heel belangrijk vindt.

Op de valreep

Een aanzienlijk deel van de Nederlandse uitdrukkingen komt uit de scheepvaart. Zo ook op de valreep. De valreep was een soort touwladder waarlangs men aan boord van een hoog schip kon klimmen. Iemand die op de valreep stond, stond dus op het punt om te vertrekken. Als je hem op de valreep nog wat wilde zeggen, was je dus nog maar net op tijd. Daarom betekent de uitdrukking nu ‘op het allerlaatste moment, nog net op tijd’.

Dat varkentje zullen we wel eens even wassen

Helaas voor het arme varkentje maakt het de wasbeurt niet in levenden lijve mee. Een varken dat wordt geslacht, wordt als het dood is met kokend water gewassen. Daardoor kunnen de stugge haren gemakkelijker worden verwijderd. Het wassen van het varken is een zware klus; het optimistische gezegde dat varkentje zullen we wel eens even wassen wil dan ook zeggen: ‘het is een lastig werk, maar we gaan het opknappen’.

Iemand een veer in zijn kont steken

Deze uitdrukking doet denken aan iemand een pluim geven. Maar waar de pluim een oprecht compliment is, is de veer die in iemands kont (of gat, reet ) wordt gestoken, vooral bedoeld om te slijmen. Een pluim gaf je iemand van oudsher op de hoed, als versiering. De veer die in de kont gestoken wordt, doet denken aan andere manieren om vleierij te omschrijven. Denk maar aan kontkruipen en kontlik-ken ‘vleien, slijmen’.

Het veld ruimen

De partij die een veldslag verloor, moest het veld ruimen, dat wil zeggen: het strijdperk verlaten. Wanneer nu iemand het veld moet ruimen, is hij gedwongen te vertrekken.

Uit het veld geslagen zijn

Het veld is de plaats waar een veldslag gevoerd werd. Wie uit het veld geslagen werd, verloor. Daarom betekent uit het veld geslagen zijn ‘geschokt, onthutst zijn; zijn zelfvertrouwen kwijt zijn’.

Op verhaal komen

Na een grote inspanning of een avontuur heb je even tijd nodig om op verhaal te komen; je moet bijkomen, herstellen. De gedachte dringt zich op dat je tot rust moet komen om het verhaal te kunnen vertellen van wat je meegemaakt hebt, maar dat is niet de verklaring van deze uitdrukking. Een oud gebruik van het woord verhalen was adem verhalen ‘ademhalen’. En voortbordurend op die betekenis werd het ook gebruikt in de betekenis ‘tot rust komen, op adem komen’. Verhaal is dus een oud woord voor ‘herstel’.

Verstek laten gaan

In de taal van juristen is verstek ‘het niet-verschijnen van een van de partijen op een rechtszitting’. De rechter kan iemand bijvoorbeeld bij verstek veroordelen; dat wil zeggen dat hij veroordeeld wordt, zonder dat hij bij de uitspraak aanwezig is. Als je verstek laat gaan, kom je dus niet opdagen terwijl je wél verwacht was.

Ergens verzeild raken

Veel woorden die met ver- beginnen, hebben te maken met iets wat per ongeluk verkeerd gaat: als je je verspreekt, zeg je per ongeluk iets wat je niet wilde zeggen, als je je vergist, gis je verkeerd. En als je je verzeilt, zeil je per ongeluk de verkeerde kant op. Je komt dan ergens terecht waar je helemaal niet wilde zijn. Ook als je zónder zeilboot onbedoeld ergens terecht bent gekomen, kun je je afvragen waar je nu weer verzeild bent geraakt.

Na veel vijven en zessen

Het is een lange, kronkelige weg die deze uitdrukking heeft afgelegd. Het begon ermee dat er mensen waren die wél wilden vloeken, maar daarbij niet de naam van God wilden gebruiken. Zoals bliksems tegenwoordig nog een krachtterm is, zo gebruikten zij Gods vuur als uitroep, maar dat verbasterden ze tot gans vier. En een andere krachtterm was gans vijven ‘Gods vijven’, die verwees naar de vijf wonden van Jezus. Daaruit ontstond de uitdrukking veel vieren en vijven hebben ‘veel schelden, veel te klagen hebben’. En om die uitdrukking nog te versterken, werd het uiteindelijk veel vijven en zessen hebben – blijkbaar werd toen het verband met de bastaardvloeken niet meer gevoeld. Ons huidige na veel vijven en zessen betekent dat er veel gezeur en gesteggel aan voorafgegaan is.

Iets door de vingers zien

Als je iets door de vingers ziet, zie je het wel, maar je houdt je handen voor je ogen om te doen alsof je het niet ziet. Daarmee wil je zeggendat je iets toestaat wat eigenlijk niet mag. Het is daarmee hetzelfde als iets oogluikend toestaan en een oogje dichtknijpen. De uitdrukking wordt al afgebeeld op het beroemde spreekwoordenschilderij van Pieter Brueghel de Oude, en komt ook in teksten van vóór die tijd voor, bijvoorbeeld in de Rijmkroniek van Brabant, uit de 15e eeuw: ‘Dat die hertoge penninghe van der gemeinten in groot getal heeft genomen, ende liet al dese dingen aldus ghescien, ende dore die vingere heeft ghesien’ (‘Dat de hertog een groot aantal penningen van de gemeente heeft genomen, en al deze dingen zo liet gebeuren en door de vingers heeft gezien.’)

Met de natte vinger

Wil je weten waar de wind vandaan komt? Maak een vinger nat en steek die in de lucht; de kant die als eerste droog is, geeft de richting aan waar de wind vandaan komt. Het is een nogal provisorische manier om de windrichting te bepalen, en niet erg nauwkeurig. Als je iets met de natte vinger doet, maak je slechts een ruwe schatting. En dat wordt nat-tevingerwerk genoemd.

De vlag dekt de lading

Het woord dekken in deze uitdrukking betekent ‘vrijwaren’. In een oorlogssituatie hoefden schepen uit landen die geen partij waren in de oorlog, niet geïnspecteerd te worden. De vlag van het schip gaf aan uit welk land het kwam, dus de vlag van een neutraal land vrijwaarde de lading van inspectie. De figuurlijke betekenis die de uitdrukking in eerste instantie kreeg, was dat iemands goede naam garant stond voor de kwaliteit van zijn werk. Tegenwoordig wordt de vlag dekt de lading iets anders gebruikt: ‘de vorm is in overeenstemming met de inhoud’.

Weten wat voor weesje in de kuip hebt

Als je iemand beter wilt leren kennen, om te kunnen beoordelen wat voor karakter en eigenschappen hij heeft, wil je weten wat voor vlees je in de kuip hebt. Dat verwijst naar een oude manier om vlees langer te kunnen bewaren: het werd ingezouten in een kuip.

Het is wees noch vis

De kerkelijke voorschriften bepaalden welke voedingsmiddelen wanneer waren toegestaan. Soms mocht er bij wijze van vasten geen vlees gegeten worden, maar wel vis. Wie nog strenger wilde vasten, at zelfs geen vis. In het 13e-eeuwse heiligenleven van sinte Lutgard wordt beschreven hoe streng zij vastte: ‘Dat nit ne quam in haren mont Noch uisch noch vleesch noch dinc engheene Dan een pulment met brode allene’ (‘Dat in haar mond noch vis, noch vlees, noch iets anders kwam, dan enkel een pap met brood’). Het onderscheid tussen vlees en vis was dus belangrijk voor wie zich aan de voorschriften wilde houden. Maar waartoe moeten bijvoorbeeld mosselen gerekend worden? Het is vlees noch vis, dus dat is lastig. De uitdrukking wordt nu gebruikt om aan te geven dat iets halfslachtig is: het kan dit zijn of dat, maar het is het allebei net niet. En dat is niet positief.

Bij de vleet

Een vleet is een rij aaneengeschakelde drijfnetten waarmee op haring gevist wordt. Bij de vleet betekent letterlijk: ‘met zoveel als er in een vleet passen’. Haringen kunnen bijvoorbeeld bij de vleet verkocht worden. En omdat er heel veel haringen in zo’n vleet passen, heeft de uitdrukking de figuurlijke betekenis ‘in grote hoeveelheden’ gekregen.

Iemand achter de vodden zitten

Vodden, eigenlijk ‘oude lappen’, wordt spottend gebruikt voor kleren, en de kleren staan op hun beurt weer symbool voor de persoon die ze draagt. Als je iemand achter de vodden zit, zit je dus eigenlijk achter iemand aan. Tegenwoordig wordt er vooral mee bedoeld dat je iemand voortdurend aanspoort om zijn werk te doen.

Voet

De voet staat symbool voor staan en lopen. Iemand die op staande voet ontslagen wordt, wordt ontslagen terwijl hij staat: stante pede (Latijn, letterlijk ‘op staande voet’), ter plekke, onmiddellijk. Hij kan zich dan maar beter meteen uit de voeten maken. ‘Ervandoor gaan’ dus. Maakt een grote menigte mensen zich uit de voeten, dan bestaat het gevaar dat er iemand onder de voet gelopen wordt: ‘vertrapt door de massa’. Ook de regels kunnen met voeten getreden worden. Dat betekent dat men zich er niets van aantrekt; de regels worden vertrapt. Je niets aan de regels gelegen laten liggen, kun je doen om iemand tegen te werken. Je wilt dan iemand een voet dwars zetten, want als je je voet dwars voor die van een ander zet, kan hij daarover struikelen. Als je iemand voor de voeten loopt, heeft hij eveneens hinder van je, omdat hij niet zomaar door kan lopen, of figuurlijk: je hindert hem in zijn activiteiten. En ook als je iemand iets voor de voeten werpt, zorg je voor een obstakel waardoor hij niet zomaar verder kan lopen. Dat beeld wordt gebruikt voor ‘iemand iets verwijten’. Hij kan je verwijt niet zomaar negeren, hij moet er iets mee doen voor hij verder kan. Maar misschien gaat hij toch op de oude voet verder. In dat geval gaat hij gewoon door op dezelfde manier als altijd. Voet is hier het symbool voor ‘basis’, net als in op gelijke voet: ‘op basis van gelijkwaardigheid’. Sommige mensen leven op grote voet. Ze geven veel geld uit om in luxe te kunnen leven. Ook in dit geval is de voet de ‘basis’. Maar die geldsmijterij kan op gespannen voet staan met hun inkomen. In dat geval is de verhouding tussen inkomsten en uitgaven niet goed; iets wat op gespannen voet staat met iets anders, is daar strijdig mee. Maar ja, smijten met geld, dat is de patser ten voeten uit. Dat wil zeggen: ‘dat is typisch iets voor hem’. Die uitdrukking komt uit de beeldende kunst. Iemand ten voeten uit tekenen wil zeggen dat hij helemaal afgebeeld wordt, van de voeten tot en met het hoofd. Schilders schilderden iemand nog wel eens wat mooier dan hij was, om een wit voetje te halen bij hun opdrachtgever. Die uitdrukking, die betekent ‘bij iemand in de gunst komen’, is ontstaan doordat men vroeger geen tol hoefde te betalen als men een paard had met vier witte voeten. Een wit voetje was dus erg voordelig.

Aan de vooravond van iets staan

We staan aan de vooravond van een grote gebeurtenis betekent dat die belangrijke gebeurtenis bijna gaat plaatsvinden. De vooravond van een feestdag was de benaming voor de avond (of soms zelfs de hele dag) die aan de eigenlijke feestdag voorafging. Daar is tegenwoordig nog een klein restantje van terug te zien: wij vieren het sinterklaasfeest op 5 december met pakjesavond; dat is de vooravond van de feestdag van Sint-Nicolaas op 6 december.

Iemand het vuur na aan de schenen leggen

Vermoedelijk werden mensen van wie men een bekentenis wilde afdwingen vroeger gemarteld doordat er een vuurtje vlak voor de voeten werd aangelegd. De pijn die de hitte aan de schenen veroorzaakte, werkte een snelle bekentenis in de hand. Wanneer je iemand het vuur na aan de schenen legt, maak je het hem moeilijk door allerlei vragen te stellen. Vaak gebeurt dat bij mensen die ervan verdacht worden gelogen te hebben; door het hun zo lastig mogelijk te maken, hoopt men dat de aap uit de mouw komt.

Tussen twee vuren zitten

Wie tussen twee vuren zit, zit niet comfortabel tussen twee knappende houtvuurtjes, maar is ongewild tussen twee strijdende partijen beland. Hij kan geen kant op, want als hij de ene kant op gaat, loopt hij het risico dat de ene partij het vuur op hem opent, en gaat hij de andere kant op, dan beschiet de andere partij hem misschien. Als je in het dagelijks leven tussen twee vuren zit, ben je ongewild bij een conflict betrokken geraakt en kun je niet kiezen voor de ene of de andere partij, want welke keuze je ook maakt, je loopt altijd het risico dat er iemand kwaad op je wordt.

Buiten de waard rekenen

Buiten de waard rekenen betekent ‘rekenen zonder te overleggen met de waard’, dus zonder je vooraf op de hoogte te stellen van de prijzen. En die kunnen behoorlijk tegenvallen. Zo kan iemand die buiten de waard gerekend heeft, op een veel lager bedrag uitkomen dan de rekening die hij uiteindelijk gepresenteerd krijgt. De uitdrukking betekent dus dat iets waarmee je geen rekening gehouden hebt, onverwacht kan tegenvallen. Waard is een oude benaming voor een functie die tegenwoordig omschreven zou worden als ‘hotelier’ of ‘kroegbaas’. Het verbaast dan ook niet dat buiten de waard rekenen een eeuwenoude uitdrukking is; het volgende citaat, bijvoorbeeld, is opgetekend in de 16e eeuw: ‘Sy [hadden] goet betrouwen dat (…) Haer iuste requesten hulpen souwen (…) Maer men rekent dickwils sonder siinen weert. (…) Want naer dat Duc d’Alue (…) Die landen berooft hadde (…) Soo quam Requesenes ons oock verdullen’ (‘Zij hadden er vertrouwen in dat hun gerechtvaardigde verzoeken zouden helpen. Maar men rekent dikwijls buiten de waard. Want nadat Alva de landen beroofd had, kwam Re-quesens [die Alva als landvoogd opvolgde, HA] ons ook misleiden’).

Iemand de wacht aanzeggen

Een soldaat die het bevel krijgt om op wacht te gaan staan, wordt de wacht aangezegd. Aanzeggen is een plechtstatig woord voor ‘aankondigen’; zijn wachtbeurt wordt hem aangekondigd. Wordt iemand in het dagelijks leven de wacht aangezegd, dan is het oppassen geblazen. Het is een waarschuwing dat hij op zijn hoede moet zijn, want men is niet tevreden over zijn werk. Als hij zijn taak niet snel beter gaat vervullen, wordt hij ontslagen.

Iets in de wacht slepen

In deze uitdrukking is wacht een wachtruimte waar voorheen arrestanten en in beslag genomen goederen naartoe gebracht werden. Vandaar de figuurlijke betekenis van in de wacht slepen: ‘behalen, bemachtigen’. Het zijn tegenwoordig vooral prijzen en titels die in de wacht gesleept worden, terwijl het vroeger ook wel over concrete voorwerpen ging. Bovendien konden indertijd personen nog in de wacht gesleept worden; dat betekende ‘gearresteerd worden’.

Van twee walletjes eten

Een koe die in een greppel staat, kan aan twee kanten – van twee walletjes – grazen. Al naar gelang het haar het beste uitkomt, neemt ze een hapje van de ene of van de andere wal. Een persoon die van twee walletjes eet, handelt opportunistisch. Hij kan uit twee partijen kiezen en kiest afwisselend de ene en de andere partij, al naar gelang het hem voordeel oplevert.

Van wanten weten

Iemand die van wanten weet, heeft verstand van zaken en handelt doortastend. Maar wat die wanten te betekenen hebben, dat is niet helemaal duidelijk. Een Antwerpse uitdrukking lijkt een verklaring te geven: weten wat een paar wanten kost, al heeft men niet in een kousenwinkel gewoond ‘verstand van zaken hebben’. Van wanten weten zou daar een verkorte versie van kunnen zijn. Maar wat hiertegen spreekt, is dat de korte variant ook in andere streken, ver buiten Antwerpen voorkomt, en eerder op zichzelf lijkt te staan. Misschien moet de betekenis in de scheepvaart gezocht worden. Het want op een schip is het geheel van touwwerk aan boord. In het Engels zegt men van iemand die verstand van zaken heeft: he knows the ropes ‘hij kent de knopen’. Van wanten weten zou dus ook ‘verstand hebben van al de touwen aan boord’ kunnen betekenen.

De vuile was buiten hangen

Het beeld is duidelijk: de vuile wasmoet je niet zo ophangen dat iedereen de viezigheid kan zien, en zo moet je ook de problemen thuis of op je werk binnenskamers houden. De uitdrukking komt uit het Frans, van het spreekwoord Il faut laver son linge sale en familie ‘men moet zijn vuile was thuis wassen’. Iemand die de vuile was wél buiten hangt, maakt problemen openbaar en schaadt daarmee het aanzien van zijn gezin of bedrijf.

Water

In een land aan zee, vol met meren, rivieren, kanalen, grachten en sloten, kan het niet uitblijven dat water een belangrijke bron van beeldspraak is. Water waarin je kunt verdrinken, zoals wanneer het water je tot aan je lippen staat en je dus ernstig in de problemen zit. Probeer dan maar het hoofd boven water te houden, ‘het zien te redden in een moeilijke situatie’. Een leuk plan dat mislukt of niet doorgaat, is in het water gevallen. En van iets dat verdwenen is, hoop je dat het ooit nog boven water komt. Water is er in overvloed. Daarom is water naar de zee dragen nogal nutteloos. En als al het water van de zee iets niet kan afwassen, dan is het wel een heel ernstige fout, die nooit meer goed te maken is. Er moet nog veel water door de Rijn stromen voor dat gebeurt, het zal dus niet snel gebeuren. Water kan gedronken worden, maar het is geen luxedrankje. Daarom is op water en brood zitten vrij erbarmelijk. En als je water bij de wijn doet, wordt de smaak van de wijn minder sterk. Figuurlijk betekent het ‘concessies doen’, je eisen worden dan minder sterk. Loopt het water je in de mond? Dan is er sprake van speeksel dat in je mond loopt omdat je zin hebt in lekker eten, bijvoorbeeld omdat je iets lekkers ruikt. Iets aan je water voelen doe je weer met andere vochten in je lichaam; dit water zou urine kunnen zijn, de uitdrukking betekentdat je ergens een sterke intuïtie over hebt.

Weg

In uitdrukkingen wordt met de weg vaak bedoeld ‘het middel waarmee of de manier waarop men een doel wil bereiken’. De weg is hier niet het pad van A naar B, maar van A naar de toekomst. Wanneer de officiële weg bewandeld wordt, probeert iemand zijn doel netjes volgens de voorschriften te bereiken. Wie de weg van de minste weerstand kiest, prefereert de gemakkelijkste manier. En als je een nieuwe weg inslaat, probeer je iets nieuws. Dat is niet nodig als je al op de goede weg bent, want dan ben je goed bezig. Iemand die zijn eigen weg gaat, doet de dingen op zijn eigen manier. Maar als ieder zijns weegs gaat, wat letterlijk ook betekent dat ieder zijn (eigen) weg gaat, dan gaat iedereen apart naar zijn eigen bestemming. Hier scheiden onze wegen zegt men dan. Als je nog een lange weg te gaan hebt, moet je nog veel doen voor je je doel bereikt hebt. Je bent wel op weg om je doel te bereiken, dat wil zeggen dat je daarmee bezig bent, maar je bent er nog niet. En er is geen weg meer terug, je moet doorgaan. Dan is het te hopen dat niemand je in de weg staat, want dan vormt hij een belemmering. Maar als je al aardig aan de weg timmert, dan zul je je doel wel bereiken, want wie duidelijk zichtbaar langs de kant van de weg aan het werk is, trekt veel aandacht en publiciteit; die wijsheid is al zo oud als de weg naar Rome.

Op zijn wenken bediend worden

Wie op zijn wenken bediend wordt, krijgt precies wat hij wil. Het beeld dat wordt opgeroepen, is dat van een bediende die op iedere wenk van zijn baas doet wat hem wordt opgedragen. Een wenk is een teken waarmee je iemand iets te kennen geeft. In de oudste betekenis werd dat teken met de ogen gegeven. Het is dan ook geen toeval dat wenk lijkt op het Engelse wink ‘knipoog’; deze woorden zijn familie van elkaar.

Buiten westen raken

Net als van de kaart zijn en van streek zijn komt buiten westen raken uit de scheepvaart: buiten westen raken betekent dat een schip te ver ten westen van de normale koers is geraakt. Vroeger had het dezelfde figuurlijke betekenis als van de kaart zijn en van streek zijn, maar via de betekenis ‘zo dronken worden dat men niet meer bij zijn positieven is’ heeft de uitdrukking uiteindelijk de huidige betekenis van ‘buiten bewustzijn raken’ gekregen.

Dat is geen wet van meden en perzen

In het oudtestamentische verhaal van Daniël vaardigt de Perzische koning Darius een verbod uit op verzoek van zijn rijksbestuurders en stadhouders: ‘Alle rijksbestuurders van het koninkrijk, stadhouders en satrapen, raadsheren en gouverneurs, zijn van mening dat er een koninklijk besluit moet worden uitgevaardigd waarin wordt vastgelegd dat eenieder die de komende dertig dagen een verzoek tot een god of een mens richt in plaats van tot u, majesteit, in de leeuwenkuil zal worden geworpen. Welnu, majesteit, vaardig dat verbod uit en stel het op schrift, zodat het niet veranderd kan worden, zoals geen enkele wet van de Meden en de Perzen kan worden herroepen.’ (Daniël 6: 8-9). Als gevolg van dit verbod belandt Daniël in de leeuwenkuil, tot grote spijt van de koning, die echter zijn wet niet meer kan herroepen. De uitspraak dat is geen wet van Meden en Perzen wil zeggen dat iets niet onherroepelijk is en dat er best van afgeweken mag worden.

Oude wijn in nieuwe zakken

In Mattheus9:17 staat: ‘Evenmin giet men jonge wijn in oude leren zakken. Anders scheuren de zakken, dan wordt de wijn verspild en gaan de zakken verloren. Maar gaat de nieuwe wijn in nieuwe zakken, dan blijven beide behouden.’ Je moest dus geen nieuwe wijn in oude zakken doen. De beeldspraak gaat over vorm (de zakken) en inhoud (de wijn). Maar waar in de Bijbel over nieuwe wijn in oude zakken wordt gesproken, zijn in de ons bekende uitdrukking de rollen omgekeerd: oude wijn, dus een oude inhoud, is in nieuwe zakken, een nieuwe vorm, gegoten. Er is dan ook niets nieuws onder de zon. De uitdrukking wordt gebruikt als iemand iets als een noviteit presenteert, terwijl het in werkelijkheid iets ouds in een nieuw jasje is.

Wind

De wind is een kracht die voor of tegen je kan werken. Heb je de wind in de zeilen of gaat het je voor de wind? Dan gaat alles voorspoedig Als iemand je de wind uit de zeilen neemt, zorgt hij dat je minder hard vooruitgaat dan je wilt, hij belemmert je. Erger is het nog als je de wind van voren krijgt, want dat betekent een pittig standje. Als iemand een ander beschermt tegen moeilijkheden, houdt hij hem uit de wind. Maar sommige mensen slaan alle waarschuwingen in de wind, zij slaan geen acht op goede raad en doen wat ze zelf willen. Anderen waaien juist met alle winden mee. Zulke lieden zijn opportunistisch en praten met iedereen mee. En wie ze zeker niet zullen tegenspreken, is iemand die de wind eronder heeft, want zo’n persoon geeft leiding op een manier die zijn ondergeschikten angst inboezemt.

Dat heeft hem geen windeieren gelegd

Een windei is een ei zonder kalkschaal. Zulke eieren kan de kippenboer niet verkopen, dus daar verdient hij niets mee. Als iets iemand geen windeieren gelegd heeft, heeft het hem veel geld opgeleverd.

Door de wol geverfd zijn

In een 16e-eeuws woordenboek is de uitdrukking nog iets anders: t Is al oudt vuyl, in de wulle gheverwt. De wol werd geverfd voordat er laken van werd geweven. Op die manier trok de kleur er beter in. In de wol geverfd zijn betekent ‘met de wol meegeverfd zijn. Een oud rijmpje over mensen die in de wol geverfd zijn, luidt als volgt:

‘In de wolle gheverwet, dat seght men van sulcken,

Die niet licht en ver-anderen van koleure:

Noch licht om iet en booghen of bulcken,’

(‘In de wol geverfd, dat zegt men van mensen die niet snel van kleur veranderen, noch snel voor iets buigen of bukken’.)

Iemand die in de wol geverfd was, deed onbetamelijke dingen zonder van kleur te verschieten, zonder blikken of blozen dus. Tegenwoordig zeggen we dat iemand door de wol geverfd is als hij heel ervaren is, maar vaak zit er ook een ondertoon van doortraptheid aan.

Woord

Het woord is een symbool voor spreken. Je kunt het woord richten tot iemand en hem dus aanspreken, of iemand aan het woord laten. In dat geval voert hij het woord. Of misschien voert hij zelfs het hoogste woord. Dat betekent dat hij voortdurend aan het woord is en dat je er zelf geen woord tussen krijgt, met als gevolg dat je geen stom woord meer zegt. En dat is wel erg weinig. Stom staat overigens niet voor ‘dom’, maar betekent ‘niet in staat om te spreken’. Ergens geen zinnig woord over kunnen zeggen wil zeggen dat je niet de kennis hebt om er een verstandige uitspraak over te doen. En dan kun je maar beter je woorden inslikken, want als je onwaarheden vertelt, kan men je ervan beschuldigen dat er geen woord van waar is. Ontstaat er vervolgens ruzie, dan kunnen er harde woorden vallen. Maar als er helemaal niets onaardigs wordt gezegd, dan valt er geen onvertogen woord. Het woord onvertogen betekent ‘gehaast’ en daaruit heeft zich de betekenis ‘ongepast’ ontwikkeld, want over gehaaste woorden wordt niet goed nagedacht. Sommige mensen willen altijd het laatste woord hebben. Als iemand anders iets gezegd heeft, moeten ze er altijd nog iets aan toevoegen, bijvoorbeeld om gelijk te krijgen. Zulke mensen hoeven meestal niet naar woorden te zoeken, want ze hebben altijd hun woordje klaar. Frustrerend is dat, zeker als je zelf niet uit je woorden kunt komen. In dat geval heb je moeite om de juiste woorden te vinden om uit te drukken wat je bedoelt. En de juiste woorden zijn hard nodig, want voor je het weet heb je iets miszegd; je moet ook zo op je woorden passen! Het is bovendien zaak om je aan je woord te houden, je moet doen wat je belooft. Het woord in die uitdrukking is het woord van eer, het erewoord waarmee je iets belooft. Als je dat trouw doet, kan men je op je woord geloven. Maar woorden zijn maar woorden, en soms zelfs loze woorden. Dan liever het motto geen woorden maar daden!

Op zwart zaad zitten

Deze uitdrukking heeft zijn bestaan aan kieskeurige vogeltjes te danken. Vogelzaad wordt gemengd uit verschillende soorten zaad. Vooral kanaries schijnen de lichte zaadjes lekkerder te vinden dan de donkere en pikken die er als eerste uit. Uiteindelijk blijft dan alleen het donkere zaad over. Het vogeltje zit op zwart zaad, het heeft niets anders te eten dan dat. Een persoon die op zwart zaad zit, heeft geen geld meer.

Iemand in het zadel helpen

Wie in het zadel zit, kan zijn rijdier besturen en heeft een goed uitzicht; hij bevindt zich in een uitstekende positie. Het is dan ook geen wonder dat het zadel een symbool is voor een goede, leidinggevende positie. Als je iemand in het zadel helpt, help je hem om zo’n positie te bereiken. Je kunt iemand overigens ook uit het zadel wippen. In dat geval zorg je dat hij zijn positie verliest. Maar iemand die stevig in het zadel zit hoeft niet bang te zijn dat hij zijn begeerlijke baantje kwijt zal raken.

Iemand de zak geven

Deze uitdrukking bestond al in de middeleeuwen. Enen si-nen sac geven (‘iemand zijn zak geven’) zei men toen. Een arbeider die ontslagen werd, kreeg zijn zak mee met daarin zijn eigendommen en kon vertrekken. Vandaar de betekenis ‘iemand ontslaan’.

In zak en as zitten

Een zak was in de oudtestamentische Joodse cultuur een rouwgewaad dat bestond uit een zakvormig haren kleed zonder mouwen, met gaten voor de armen. Wanneer men in de rouw was, droeg men zo’n zak en bovendien was het gebruikelijk om zich dan met stof te bedekken. In de modernste Bijbelvertaling wordt dit als volgt omschreven: ‘Toen Mordechai vernam wat er was gebeurd, scheurde hij zijn kleren, hulde zich in een rouwkleed en wierp stof over zijn hoofd.’ (Esther4:1). Maar in oudere vertalingen worden het rouwkleed en het stof vertaald als zak en as. Iemand die in zak en as zit, is erg bedroefd.

Van lichte zeden

Een meisje van lichte zeden neemt het met de seksuele moraal niet zo nauw. Haar zeden zijn licht, niet zwaar, niet bekrompen. Dat licht heeft dezelfde gevoelswaarde als los in losbollig en losbandig, en het doet ook denken aan lichte-kooi ‘hoer’. Maar dat woord heeft toch een iets andere oorsprong: een lichtekooi is iemand die steeds haar kooi licht, dat wil zeggen: iemand die steeds met haar kontje loopt te schudden. Een leukweet je om in gedachten te houden als je iemand draaikont noemt.

Iemand om zeep helpen

Iemand die om zeep wordt geholpen, wordt vermoord. En dat terwijl de uitdrukking zo onschuldig begon. Om zeep gaan betekende ‘een boodschap gaan doen, namelijk zeep halen’. En net als het spreekwoordelijke even een pakje sigaretten halen kreeg om zeep gaan de betekenis ‘weggaan om nooit meer terug te komen’ of wat minder erg: ‘een boodschap gaan doen en dan erg lang wegblijven, bijvoorbeeld om te kletsen’. De volgende stap in de historie van deze uitdrukking was dat om zeep symbool ging staan voor ‘voorgoed weg’, en dat was vervolgens weer een eufemisme voor ‘dood’. In de 17e eeuw was de betekenisontwikkeling van om zeep al zo ver en werd er een grapje op rijm over gemaakt: ‘Kees ging om Seep, en brak den hals, was dat niet leep? Men vroeg waer Kees was? en syn moer sey, hy’s om seep’.

Alle zeilen bijzetten

Wanneer alle zeilen gehesen zijn, gaat het schip hard. In vaktaal heet het hijsen van de zeilen bijzetten. Iemand die in het dagelijks leven alle zeilen bijzet, doet er alles aan wat hij kan om iets te bereiken.

Onder zeil gaan

Letterlijk betekende onder zeil gaan ‘de zeilen hijsen voor vertrek’. De oudste figuurlijke betekenis die daaruit ontstond, is dan ook ‘zich klaarmaken om te vertrekken’. Later kreeg de uitdrukking een heel bijzondere plaats van bestemming: ‘vertrekken naar dromeland, gaan slapen’.

Zenuwen

Zenuwachtig en nerveus betekenen niet alleen hetzelfde, ze hebben ook dezelfde symboliek. Nerveus is namelijk letterlijk hetzelfde als zenuwachtig, maar dan in het Frans. Het komt van het Latijnse woord nervus dat ‘zenuw’ betekent. Die zenuw zien we terug in tal van uitdrukkingen. Maar hoe komt het dat een ‘draad die de verbinding vormt tussen zintuigen en spieren enerzijds en het centrale zenuwstelsel anderzijds’ symbool is gaan staan voor allerlei vormen van gespannenheid? Dat komt doordat zenuwen prikkels doorgeven aan de hersenen. En door de manier waarop iemand op prikkels reageert, zou je kunnen vaststellen wat voor soort zenuwen hij heeft. Zijn het stalen zenuwen? Dan kan hij goed overweg met schokkende gebeurtenissen. Iemand met slappe zenuwen krijgt het juist snel te kwaad. Als iets op je zenuwen werkt, dan is iets zo irritant dat je zenuwen allerlei prikkels gaan doorgeven aan je hersenen waar je onrustig van wordt; je reageert dan algauw geprikkeld. En daar krijg je natuurlijk behoorlijk de zenuwen van. Ben je erg onzeker over iets wat gaat gebeuren, dan zit je in de zenuwen en gieren de zenuwen door je keel, maar als je ook onder de grootste druk onaangedaan blijft, dan heb je geen last van zenuwen.

Zijn ziel aan de duivel verkopen

Het bekendste verhaal over iemand die zijn ziel aan de duivel verkoopt, is Faust van Goethe. Maar het idee is al veel ouder. Er bestaat bijvoorbeeld een middeleeuwse Marialegende over de priester Theophilus, die zijn ziel aan de duivel verkoopt. In onze eigen Middelnederlandse literatuur wordt hiernaar verwezen in de legende van Beatrijs, die in haar gebed tot Maria zegt:

‘Teophuluse (…)

Hi was der quaetster sonderen een

Ende haddem den duvel op ghegeven

Beide ziele ende leven

Ende was worden sijn man;

Vrouwe, ghi verloesseten nochtan.’

(Theophilus, hij was een van de slechtste zondaren, en had zich aan de duivel overgegeven, zowel zijn ziel als zijn leven, en was zijn vazal geworden. Vrouwe, gij hebt hem tóch verlost.’) Iemand die zijn ziel aan de duivel verkoopt, gaat voor zijn eigen gewin samenwerken met de vijand, of andere verwerpelijke zaken doen.

Dat zet geen zoden aan de dijk

Om een dijk steviger te maken, is het verstandig om hem te bekleden met zoden ‘begroeide stukken grond die door plantenwortels bij elkaar gehouden worden’. Zoden aan de dijk zetten is dus een nuttige bezigheid. De uitdrukking dat zet geen zoden aan de dijk wil zeggen dat iets niet veel helpt.

Zon

De zon staat voor voorspoed en vrolijkheid. Iemand die het zonnetje in huis is, is altijd vrolijk en opgewekt. Zo iemand mag wel eens in het zonnetje gezet worden, dat wil zeggen: ‘in het openbaar feestelijk lof toegezwaaid worden’. Met onder de zon wordt de hele wereld bedoeld, datgene waar de zon op schijnt. Als er niets nieuws onder de zon is, lijkt iets wel nieuw, maar is het al veel vaker vertoond op deze aardbol. In de vakantie zoeken we massaal de zon op. Daar moet dan wel voor gespaard worden, want voor niets gaat de zon op.

In zwang

Het woordje zwang is familie van zwenken en swingen. Het betekent ‘heen en weer gaande, zwaaiende beweging’. Als iets in zwang komt, komt het in beweging; het komt op gang. En het idee dat iets gaande is wordt gebruikt om te zeggen dat iets heel actueel, gebruikelijk, in de mode is.

EOF