Woord vooraf

Je kunt de bakens verzetten zonder de zee op te gaan. Wie zich het vuur uit de sloffen loopt hoeft zijn voeten niet te branden. En een blauwe maandag is niet blauw en kan net zo goed op dinsdag, woensdag of andere dagen vallen. Uitdrukkingen zeggen iets anders dan ze betekenen. Lees maar, er staat niet wat er staat.

Uitdrukkingen worden vaak op één hoop gegooid met spreekwoorden. Dat is niet vreemd, want het zijn beide frasen die op een figuurlijke manier iets uitdrukken. Toch is het niet zo moeilijk om spreekwoorden en uitdrukkingen van elkaar te onderscheiden. Een spreekwoord is een levenswijsheid of algemene waarheid die de vorm heeft van een hele zin. Deze zin staat in de tegenwoordige tijd en kan niet veranderd worden. Hoge bomen vangen veel wind is zo’n onveranderlijke zin. Je zult dit spreekwoord nooit in de verleden tijd of in het enkelvoud aantreffen: hoge bomen vingen veel wind bestaat niet, net zo min als de hoge boom vangt veel wind. De betekenis van het spreekwoord, ‘personen van aanzien staan aan allerlei beoordeling, kritiek en afgunst bloot’, is een algemene waarheid. Uitdrukkingen aan de andere kant vormen nooit een afgeronde zin; ze fungeren als deel van een zin: ‘hij wist heg nog steg in de vreemde stad’, ‘die kwestie is een heet hangijzer’, ‘de ploeg speelde na de rust op zijn elfendertigst’, ‘na veel vijven en zessen besloten ze naar Australië te gaan’. Soms berust een uitdrukking op beeldspraak die nog steeds herkenbaar is, zoals een boek in één adem uitlezen. Maar vaak ook liggen er oude woorden of gebruiken aan ten grondslag die we nu niet meer kennen. Iets aan de kaak stellen heeft bijvoorbeeld niets met de kaken in het hoofd te maken. Je kunt veel op je kerfstok hebben zonder ooit een kerfstok te hebben gezien. En wat is eigenlijk het hachje dat gered moet worden? Joost mag het weten…

Waar komen onze uitdrukkingen vandaan? Het Nederlands kent er duizenden; veel te veel om in dit bestek te bespreken. Wat hier aan bod komt, is een kleine greep uit het grote aanbod. Dit heeft een verzameling uitdrukkingen opgeleverd waarover iets leuks te vertellen valt – van een nieuwsgierig aagje tot in zwang.

De uitdrukkingen in dit boek zijn alfabetisch geordend. Wanneer de uitdrukking een of meer zelfstandige naamwoorden bevat, is ze opgenomen op de alfabetische plaats van het eerste zelfstandige naamwoord. Daar komt de aap uit de mouw is dus te vinden onder de A. Een uitdrukking die geen zelfstandig naamwoord bevat, maar wel een of meer bijvoeglijke naamwoorden, is opgenomen op de alfabetische plaats van het eerste bijvoeglijke naamwoord. Creatief boekhouden staat om die reden onder de C. Bevat een uitdrukking geen zelfstandige of bijvoeglijke naamwoorden, dan is ze opgenomen op de alfabetische plaats van het eerste werkwoord. Zonder blikken of blozen is dus onder de B terug te vinden.

Het verhaal achter Nederlandse uitdrukkingen is niet altijd compleet. De nevelen van de tijd maken het soms moeilijk te achterhalen waar een uitdrukking vandaan komt. Hebt u een verrassend nieuw inzicht over de herkomst van een uitdrukking, een theorie die nog niet in de bekende bronnen voorkomt? Dan bent u van harte uitgenodigd uw idee in te zenden. Surf naar www.taalwerkplaats.nl voor meer informatie.

Heidi Aalbrecht Leiden, september 2005