Maigret gaat eens babbelen
'Mijn voeten worden steeds maar dikker van al
dat heen en weer draven ..
Jaja had het heen en weer lopen een ogenblik
gestaakt. Zij was gaan zitten. Nu de schoenen eenmaal uit waren nam
ze met een gewoontegebaar de pijnlijke voeten in haar handen,
zonder dat de woordenstroom daarvan hinder ondervond. Ze praatte
tamelijk luid, ze verkeerde in de mening, dat Maigret nog steeds
beneden zat en ze was dan ook hoogst verbaasd, toen ze hem boven
aan de trap zag verschijnen.
'Stond u daar al... Kijk maar niet naar de
rommel... Het is zo'n rare dag geweest..
Maigret had zelf nauwelijks kunnen verklaren,
waarom hij die trap had beklommen. Terwijl hij naar haar zat te
luisteren was het hem plotseling duidelijk geworden, dat hij nog
geen blik op die bovenverdieping had geworpen.
Hij bleef boven aan de trap staan. Jaja wreef
nog steeds langs haar voeten en de woorden kwamen geleidelijk
sneller en gejaagder naar buiten.
'Heb ik eigenlijk wel gegeten? ... Ik geloof het
niet eens... Ik ben hals over kop naar dat politiebureau gedraafd
..
Ook zij trok een peignoir aan, maar over haar
ondergoed heen, dat fel rose van kleur was. Kort was het ook
en het was versierd met kant, die zonderling
afstak tegen haar dikke, deegachtige vlees. Het bed was niet
opgemaakt. Maigret overwoog, dat het een buitenstaander, die hem op
dat moment in die omgeving zou aantreffen, al heel moeilijk zou
vallen te geloven, dat hij alleen maar een praatje kwam maken. Een
doorsnee kamer, minder pover ingericht dan hij had verwacht. Een
mahoniehouten bed, een zeer burgerlijk bed. Een rond tafeltje. En
een kast. Wel stond de toiletemmer midden in het vertrek en het
tafeltje was bedolven onder een overvloed van schoonheidsmiddelen,
met daartussen gebruikte papieren servetjes en potten crème. Met
een zucht trok Jaja eindelijk haar pantoffels aan. 'Ik vraag me af,
hoe dat moet aflopen!'
'Sliep William hier, als hij...'
'Ik heb niets dan deze ene kamer, behalve de
beide kamers beneden...'
In een hoek stond een divan, bedekt met een
versleten fluwelen kleed. 'Sliep hij op de divan?'
'Soms wel en soms niet... Ik ging er ook wel
eens slapen ..
'En Sylvie?'
'Die sliep bij mij.. .*
De hoogte van het vertrek was zo gering, dat
Maigret met zijn hoed het plafond raakte. Een rechthoekig raam,
voorzien van een groen fluwelen gordijn. Er hing een elektrisch
gloeilampje zonder kap. Er was niet veel fantasie voor nodig om het
leven te construeren, zoals het in dit vertrek was geleefd; hier
gingen William en Jaja naar bed; meestal waren zij dan beiden
dronken. Naderhand kwam Sylvie thuis en schoof naast de dikke vrouw
in het ledikant... Hoe zou het 's morgens zijn verlopen? ...
Wanneer het daglicht door het raam naar binnen viel?... Jaja was
nog nooit zo spraakzaam geweest. Ze sprak met klagende stem, alsof
ze rekende op beklag. 'Ik geloof vast, dat ik ziek word ... Ja, ik
voel het aankomen ... Net als drie jaar geleden, toen die matrozen
hier vlak voor de deur aan het vechten raakten ... Een was er bij,
die ze een haal met een scheermes hadden gegeven en die ...'
Ze ging staan. Ze keek om zich heen, alsof ze
iets zocht, maar even later was ze weer vergeten, wat ze zocht.
'Hebt u zelf al gegeten? ... We gaan naar beneden!... Ik moet iets
hebben ...'
Maigret ging haar voor de trap af en keek toe,
terwijl zij naar het fornuis liep, er brandstof op gooide en in een
pan roerde.
'Als ik alleen ben kom ik er niet toe eten te
koken ... En als ik er aan denk, waar Sylvie op het ogenblik
zit...'
'Zeg eens, Jaja!'
'Ja?'
'Wat zei Sylvie eigenlijk tegen je, toen ik in
de loop van de middag bezig was een klant te helpen?'
'Ach ja!... Ik vroeg haar, waar die twintig
mille vandaan kwamen ... Ze zei, dat ze het zelf ook niet wist, dat
Joseph dat voor elkaar gedokterd had ...'
'En vanavond?'
'Wat bedoelt u?'
'Wat zei ze vanavond op het
politiebureau?'
'Niets bijzonders... 2e weet nog steeds niet,
wat Joseph eigenlijk heeft bekokstoofd ...'
'Is ze al lang met Joseph samen?'
'Zo kun je het eigenlijk niet noemen ... Ze
leven niet samen ... Ze heeft hem eens ergens ontmoet, ik denk op
de rennen - in elk geval niet bij mij... Hij zei, dat hij wel wat
voor haar kon doen, dat hij haar klanten kon bezorgen ... Hij heeft
zijn vak mee!... Het is een jongen, die wel wat weet, hij heeft een
goede opvoeding gehad. En toch heb ik hem nooit gemogen ...' In de
pan zat een kliekje linzen, die Jaja op een bord deed.
'Wilt u ook wat? ... Nee?... Schenkt u dan voor
uzelf wat in ... Ik kan eenvoudig niet meer... Is de buitendeur
eigenlijk wel op slot gedraaid? ...' Maigret was schrijlings op
zijn stoel gaan zitten, zoals hij dat die middag had gedaan. Hij
keek toe, terwijl zij at. Hij luisterde naar wat zij zei.
'U weet ook wel, dat dat soort kerels, vooral
als ze in de casino's werken, dingen ondernemen, waarvan wij geen
begrip hebben ... En het is altijd de vrouw, die het loodje legt...
Had Sylvie maar naar mij geluisterd ...'
'Welke boodschap heeft Joseph je vanavond
meegegeven?'
Ze deed aanvankelijk alsof ze hem niet begreep;
ze bleef hem met volle mond zitten aanstaren.
'O ja!', zei ze toen, 'voor die zoon!'
'Wat moest je tegen hem zeggen?'
'Dat hij moest zorgen, dat zij vrijgelaten
werden en anders ...'
'Anders wat?'
'Ach, ik had kunnen weten, dat u me niet met
rust zou laten ... Maar u weet zelf wel, dat ik u geen rad voor
ogen heb gedraaid... Van mij hebt u alle medewerking ... Ik heb
niets te verbergen.' Hij begreep maar al te goed de oorzaak van die
grote mate van welsprekendheid, van dat huilerige toontje. Jaja was
op weg naar huis een paar bistro's binnengeschoten, om zich moed in
te drinken! 'Eerst luisterde Sylvie gewoonlijk wel naar mij. Toen
kon ik haar beletten zich helemaal aan Joseph te verslingeren. Maar
vanavond begreep ik, dat er iets was ...'
'Wat was er?'
Het was meer komisch dan tragisch. Midden onder
het eten begon ze te snikken. Het was een bizarre aanblik, die
dikke vrouw in haar lila peignoir, die huilend als een kind achter
een bord linzen zat.
'Jaag me nou niet op... Laat me even betijen...
Ik weet zelf niet, wat ik er aan heb ... Hoor eens, schenk mij ook
eens in ...'
'Straks!'
'Schenk in, en dan zal ik alles vertellen.' Hij
gaf toe, hij schonk een klein glas voor haar vol. 'Wat wilt u nou
eigenlijk weten?... Wat heb ik allemaal al verteld? ...
Die twintig duizend franc heb ik gezien ... Had
William die soms in zijn zak?'
Maigret moest zich tot het uiterste inspannen om
zijn gedachten bijeen te houden; langzaam maar zeker raakte hij
versuft; mogelijk was dat een gevolg van de omgeving, waarin hij
zich bevond, in elk geval had het gesprek met Jaja er mee te maken.
'William...'
Maigret begreep plotseling een en ander. Jaja
had blijkbaar aangenomen, dat de twintig duizend franc vlak na de
moord van William Brown waren gestolen! 'Dacht je daareven aan iets
dergelijks?'
'Ik weet werkelijk niet meer, wat ik gedacht
heb. .V Vooruit! Ik heb geen trek meer... Hebt u een sigaret voor
mij?'
'Ik rook alleen een pijp.'
'Er zullen hier nog wel sigaretten liggen.
Sylvie had ze altijd in huis...'
Zonder resultaat zocht zij een aantal laatjes
door. 'Worden ze altijd naar de Elzas gebracht?'
'Wat? ... Wat zeg je? ... Waarover heb je
het?'
'Vrouwen, bedoel ik ... Hoe heet dat nu nog maar
... De gevangenis van ... Het begint met Hau ... In mijn tijd
...'
'Toen je nog in Parijs woonde?'
'Ja ... Toen had iedereen het er over ... Ze
worden er zo slecht behandeld, blijkbaar, dat al die vrouwen
proberen zelfmoord te plegen. En kort geleden heb ik nog in de
krant gelezen, dat er zelfs veroordeelden van tachtig
jaar zitten ... Sigaretten zijn er niet meer ...
Sylvie
heeft ze zeker meegenomen ...'
'Is ze bang, dat ze daar naar toe gaat?'
'Sylvie?... Daar weet ik niets van ... Het
schoot me in de bus te binnen, op weg naar huis ... Er zat een oude
vrouw voor me, en ...'
'Ga toch zitten.'
'Goed ... Let maar niet op mij... Ik kan er
niets aan doen ... Waar hadden we het over!' Met een angstige blik
in haar ogen streek ze met haar hand over haar voorhoofd, waardoor
er een lok rossig haar langs haar wang viel.
'Ik ben er kapot van ... Zeg, schenk nog eens in
...'
'Als je me alles hebt verteld, wat je
weet...'
'Maar ik weet niets!... Wat zou ik moeten weten?
... Eerst heb ik Sylvie gesproken ... Maar wat konden we zeggen?
Die diender bleef naast me staan en luisterde alles af, wat we
bespraken ... Ik had wel kunnen grienen. Toen we afscheid namen,
zei Sylvie zachtjes, dat het de schuld van Joseph was ...'
'En toen ben je hem gaan opzoeken?'
'Ja ... Dat heb ik nu al gezegd ... Hij heeft me
naar Antibes gestuurd; ik moest tegen Brown zeggen, dat...' Ze kon
de juiste woorden niet vinden. Ze maakte de indruk op sommige
momenten volkomen afwezig te zijn, zoals men dat bij alcoholisten
gewoonlijk ziet. Op dergelijke ogenblikken keek ze Maigret met
uitgesproken angst aan. Het was, alsof ze de behoefte had zich aan
hem vast te klampen.
'Ik weet het niet meer ... U moet me niet
opjagen ... Ik ben maar een arme vrouw... Ik heb altijd geprobeerd
het iedereen naar de zin te maken ...'
'Nee! Even wachten!'
Maigret nam het glas voor haar weg, dat zij
juist wilde opnemen. Hij voorzag dat zij binnen enkele ogenblikken
vast in slaap zou zijn, als hij haar nog meer liet drinken.
'Heeft Harry Brown u ontvangen?'
'Welnee ... Of eigenlijk wel... Hij zei, dat ik
hem niet meer voor de voeten moest lopen, dat hij me anders zou
laten opsluiten ...'
Opeens riep ze triomfantelijk:
'Hossegor!... Nee!... Hossegor, dat is wat
anders... Dat stond in een boek ... Hagueneau .. . Dat was het!'
Het was de naam van de gevangenis, waarover zij al eerder had
gesproken.
'Ze zeggen, dat je er zelfs niet mag praten.
Weet u, of dat waar is?'
Maigret had haar nog niet in een zo
onevenwichtige toestand meegemaakt. Op sommige momenten maakte zij
een uitgesproken infantiele indruk. 'Als Sylvie meegedaan heeft,
gaat ze zeker naar ...' En daarna begon ze nog vlugger te ratelen
dan tevoren; op haar wangen waren twee rode plekken verschenen,
alsof ze koorts had.
'Er is mij vanavond heel wat duidelijk geworden
... Ik begrijp nu wel, dat die twintigduizend franc... Die heeft
Harry Brown, de zoon van William, natuurlijk betaald,
omdat...'
'Waarom heeft hij die betaald?'
'Om het af te kopen!'
Ze keek hem aan met een triomfantelijke, haast
uitdagende blik.
'Ik ben niet zo stom als ik er uit zie, begrijpt
u? ... Toen die zoon hoorde, dat er een testament was ...'
'Hè! Wist jij van dat testament af?'
'William heeft het er een maand geleden over
gehad ...
We zaten hier met ons vieren ...'
'Dat wil zeggen, jij, Sylvie, Joseph en
hijzelf?'
'Ja ... We hadden nogal wat gedronken, William
was jarig, die dag ...
We hadden heel wat afgepraat... Als William
dronken was begon hij altijd over Australië, over zijn vrouw en
zijn zwager...'
'En wat zei William van dat testament?'
'Dat ze zouden staan kijken, als hij eenmaal
dood was. Hij heeft het testament zelfs nog uit zijn portefeuille
gehaald en er een stuk uit voorgelezen ... Niet alles ... De namen
van die andere vrouwen wilde hij niet noemen... Hij zei, dat hij
het zo gauw mogelijk aan een notaris zou geven...'
'En dat is een maand geleden? Weet je, of Joseph
Harry Brown toen al kende?'
'Die zegt niet meer dan hij kwijt wil... Hij
kent nogal wat mensen, gezien zijn beroep ...'
'Dus jij denkt, dat hij die zoon op de hoogte
heeft gesteld?'
'Dat zeg ik niet! Ik wil niets gezegd hebben ...
Maar denken kun je wat je wilt... Ach, die rijke lui zijn al
precies zo als ons soort... Neem nu eens aan, dat Joseph hem
verteld heeft, wat er aan het handje was ... Die zoon heeft
natuurlijk met een schijnheilig gezicht gezegd, dat hij dat
testament graag zou willen lezen ... Maar omdat William elke dag
een nieuw testament kon schrijven, was het veiliger, dat hij dood
was...' Maigret was er te laat bij. Zij had haar glas al weer
volgeschonken. Hij zag geen kans meer het haar uit handen te nemen
en ze dronk het haastig leeg. Zodra zij weer iets zei sloeg Maigret
een walglijke dranklucht in het gezicht. Tot overmaat van ramp boog
ze zich naar hem toe. Ze kwam dichterbij! Ze deed geheimzinnig en
gewichtig! '.. .Ja, dood!... Dat zei ik toch? ... Ze zullen de
prijs wel hebben besproken ... Twintig duizend franc ... En
misschien nog eens twintig duizend, wanneer het achter de rug
was... Wie zal het zeggen?... Zo zie ik het ongeveer ... Dergelijke
dingen worden meestal niet in een keer betaald ... Wat Sylvie
betreft...'
'Wist die van niets?'
'Ik kan alleen zeggen, dat ze mij niets verteld
heeft!... Werd er aan de buitendeur geklopt?' Ze leek verstard van
angst. Om haar gerust te stellen ging Maigret buiten kijken. Toen
hij terugkwam zag hij, dat zij gebruik had gemaakt van de
gelegenheid, om zich nog eens in te schenken.
'Ik heb u niets verteld ... Ik weet nergens van
... Wilt u dat goed onthouden? Ik ben maar een arme vrouw! Een
stakker, die geen man meer heeft en die ...'
Daarop begon ze weer te snikken, wat Maigret nog
het allerminst kon verdragen.
'Zeg Jaja, kun je mij misschien zeggen, wat
William die dag tussen twee en vijf uur heeft uitgevoerd?' Ze keek
hem aan, maar ze gaf geen antwoord en ze staakte het huilen niet.
Toch klonk het snikken inmiddels minder oprecht.
'Sylvie was vlak voor hem de deur uitgegaan...
Zou het niet mogelijk zijn, dat zij, bijvoorbeeld .. 'Wat?'
'Wel, Sylvie en William ...'
'Ja, wat bedoel je nu eigenlijk?'
'Ik kan het niet precies zeggen!... Misschien
hadden ze ergens afgesproken... Sylvie is een aantrekkelijke vrouw
... Ze is jong ... En William ...' Hij had geen oog van haar af.
Met goed gespeelde onverschilligheid vervolgde hij:
'Zijn ze misschien ergens naar toe gegaan, waar
Joseph op hen stond te wachten en waar hij William heeft...
vermoord?'
Ze zei er niets op. Ze keek Maigret alleen aan
met diepe rimpels in haar voorhoofd, alsof ze zich tot het uiterste
inspande de betekenis van zijn opmerking te begrijpen. Het viel
haar nauwelijks kwalijk te nemen. Haar ogen hadden een troebele
blik en haar gedachten zouden vermoedelijk al niet veel helderder
meer zijn. 'Toen Harry Brown eenmaal van het bestaan van het
testament afwist besloot hij maatregelen te nemen ... Sylvie nam
William mee naar een geschikte plaats. Daar stond Joseph klaar...
Na afloop werd Harry Brown uitgenodigd het geld in een bepaald
hotel te Cannes aan Sylvie af te dragen ..
Ze bleef muisstil zitten. Ze luisterde wel, maar
ze leek verdoofd, afwezig ...
'En toen Joseph in de cel zat heeft hij jou naar
Harry Brown gestuurd met de mededeling, dat hij niet bereid was
zijn mond te houden, als hij niet op korte termijn werd vrijgelaten
..
Met overslaande stem gilde ze opeens: 'Zo is het
natuurlijk gegaan!... Ja, zo is het gegaan .. Ze kwam overeind. Ze
hapte naar lucht. Ze wist blijkbaar niet recht of ze in lachen of
in snikken moest uitbarsten.
Opeens greep ze met beide handen naar haar
hoofd, in een krampachtig gebaar, waardoor haar haar ordeloos over
haar gezicht viel. Ze stond te trappelen. 'Dat is het! .. . En ik
... ik ... ik was .. Maigret was blijven zitten en keek haar niet
zonder verbazing aan. Kreeg ze soms een zenuwinstorting, was ze van
plan flauw te vallen? 'Ik ... ik ..
Hij kon het niet meer verhinderen. Ze greep
onverwacht de fles en smeet die tegen de grond. Heftig gerinkel van
glasscherven. 'Ik was..
Door de beide deuren was niets te zien dan het
lichtschijnsel van de straatlantaren. Aan de overkant deed de
kelner de luiken voor de ramen. Het was blijkbaar
niet vroeg meer. Al sedert enige tijd had
Maigret geen trams meer horen bellen.
'Maar ik wil niet, hoor je!' krijste ze. 'Nee
... Dat doe ik niet!... Ik wil niet!... Het is niet waar. .. Het is
. . .'
'Jaja!'
Zelfs de klank van haar eigen naam was niet in
staat haar tot de werkelijkheid terug te roepen. Ze maakte op dat
moment de indruk volslagen krankzinnig te zijn. Even snel als ze de
fles aan scherven had gesmeten raapte ze nu iets van de vloer op.
Ze gilde. 'Niet naar Hagueneau ... Het is niet waar! ... Sylvie
heeft het niet...'
In zijn hele loopbaan had Maigret niet zo'n
onwaardige vertoning meegemaakt. Het bleek een glasscherf te zijn,
die zij in haar hand hield. Onder het spreken sneed ze zichzelf
diep in de pols, juist op de plek, waar de slagader liep...
Haar ogen waren angstig groot. Zij vertoonde het
beeld van opperste waanzin. 'Hagueneau ... ik ... Sylvie niet...'
Terwijl Maigret haar bij beide armen greep spoot er een straal
bloed uit de pols. De commissaris kreeg er ook zijn deel van, zijn
hand en zijn das kleurden zich rood. Een paar tellen lang stond
Jaja met verbijsterd, radeloos gezicht naar die stroom bloed te
staren, die niet te stuiten leek, en die uit haar pols afkomstig
was. Daarop viel ze flauw. Maigret ving haar op, legde haar op de
grond en probeerde met zijn duim de slagader dicht te
drukken.
Hij moest iets hebben om de pols af te binden.
Hulpeloos keek hij om zich heen. Hij ontdekte een stopcontact,
waarbij een strijkijzer stond. Hij trok het snoer er af. Al die
tijd stroomde het bloed uit de wond. Toen hij zich over Jaja boog
verroerde zij zich niet meer. Hij wikkelde het snoer om haar pols,
boven de wond, en draaide het zo krachtig mogelijk aan. En op
straat was niets meer te zien dan het licht van de ene lantaren.
Het café aan de overkant lag al in donker. Een beetje duizelig liep
hij de straat op; de zoele nachtlucht streek langs zijn voorhoofd.
Hij holde naar de goed verlichte straat, die tweehonderd meter
verder geruststellend wenkte.
Daar kon hij het verlichte bordes van het Casino
onderscheiden, er stonden wagens geparkeerd, de chauffeurs hadden
zich aan de kade verzameld. De masten van de jachten leken zich
roerloos tegen de nachtlucht af te tekenen.
Op het kruispunt stond een politieagent.
'Haal een dokter ... Voor de Liberty Bar ...
Vlug ...'
'Is dat niet die kleine tent, waar'
'Jawel, het is die kleine tent, waar!' snauwde
Maigret nijdig. 'Schiet in 's hemelsnaam op!'
De divan
Beide mannen klommen uiterst voorzichtig de trap
op, maar de vrouw was buitengewoon zwaar en de trapopgang bijzonder
nauw. Het gevolg was, dat Jaja, die zij aan schouders en benen
droegen, vrijwel dubbelgebogen lag en nu eens tegen de trapleuning,
dan weer tegen de muur botste, soms zelfs met de treden in
aanraking kwam.
De arts, die beneden stond te wachten tot de weg
vrij was, keek nieuwsgierig om zich heen, terwijl Jaja zelf
zachtjes kreunde, als een dier in zijn slaap. Het was een zo zwak,
zo zonderling vertekend kreunen, dat de herkomst ervan nauwelijks
viel te bepalen, hoewel het geluid in de gehele woning te horen
was. Het leek het meest op de doffe manier van spreken, die
buiksprekers er op nahouden.
In het lage kamertje op de tussenverdieping
maakte Maigret het bed op en daarna hielp hij de agenten, die Jaja
torsten, want in haar bewusteloze toestand was ze extra zwaar,
hoewel ze aan de andere kant het meest leek op een enorme,
sprekende pop. Hij vroeg zich af, of ze begreep, wat er met haar
gebeurde. Of ze zelfs wel wist, waar ze zich bevond. Nu en dan
opende ze haar ogen, maar ze herkende hem niet. Het kreunen ging
door, het gezicht was een bewegingloos masker.
'Heeft ze nu veel pijn?' vroeg Maigret aan de
arts.
Het was een vriendelijke oude heer, klein en
zorgvuldig gekleed en hij was zijn ontsteltenis over de ongewone
omgeving blijkbaar nog altijd niet te boven.
'Ze zou niet veel pijn behoren te hebben.
Vermoedelijk is ze wat kleinzerig. Het kan ook zijn, dat ze bang
is..
'Merkt ze, wat er om haar heen gebeurt?'
'Zo te zien zou ik het niet denken. Maar ja
...'
'Ze is stomdronken!' zei Maigret moedeloos. 'Ik
wilde alleen maar weten of de pijn haar weer ontnuchterd kon hebben
...'
De beide agenten stonden op nadere orders te
wachten en keken al even nieuwsgierig om zich heen. De gordijnen
waren niet dichtgetrokken. Maigret merkte, achter een raam aan de
overkant, de vage schim op van een menselijk gezicht in een donker
vertrek. Hij trok het rolgordijn neer en nam een van de agenten
apart. 'Ga die vrouw halen, die ik vanavond heb laten opsluiten.
Sylvie heet ze. De man laat je zitten!' Tegen de ander zei hij:
'Wacht beneden op mij.'
De arts had alles gedaan, wat er onder de
gegeven omstandigheden gedaan kon worden. Hij had de slagader
afgeklemd en de schade hersteld. Daarna bleef hij met een zekere
ergernis op de nog altijd kreunende, dikke vrouw neerkijken. Met
een routinegebaar nam hij de pols op, betastte voorhoofd en handen.
'Komt u even, dokter?' zei Maigret, die zich in een hoek van het
vertrek teruggetrokken had.
Veel zachter voegde hij er aan toe: 'Ik zou
graag willen, dat u haar, zolang ze nog bewusteloos is, volledig
onderzoekt. Vitale organen, vooral...'
'Zoals u wilt! Zoals u wilt!'
De kleine arts begreep er hoe langer hoe minder
van; mogelijk vroeg hij zich af, of Maigret tot de familie
behoorde. Hij zocht zijn instrumenten uit zijn tas en begon zonder
al te veel animo de bloeddruk op te nemen. Hij wantrouwde blijkbaar
het resultaat, hij deed het althans tweemaal over. Daarop schoof
hij de peignoir open en probeerde een schoon servetje te vinden,
dat hij tussen zijn oor en de borst van Jaja kon leggen. Er was er
in de hele kamer niet één te vinden. Tenslotte nam hij zijn
zakdoek. Toen hij zich weer oprichtte lag er een norse uitdrukking
op zijn gezicht. 'Het is een duidelijk geval!'
'Maar van wat?'
'Ze zal beslist niet oud worden! Het hart is
totaal versleten. Hypertrofie in een zeer ver stadium; de bloeddruk
is bovendien ontstellend ...'
'U wilt zeggen, dat ze er niet meer bovenop
komt?'
'Dat is een andere kwestie ... Als het een van
mijn patiënten was zou ik absolute rust op het platteland
voorschrijven en een zeer strenge leefwijze ...'
'Dus geen alcohol!'
'Geen druppel alcohol! Een absoluut gezonde
leefwijze!'
'En zou u haar daarmee in leven kunnen
houden?'
'Dat heb ik niet gezegd! Ik zou haar leven
misschien een jaar kunnen verlengen...'
Ze luisterden beiden tegelijk, het was tot hen
doorgedrongen, dat zij zich in een vertrek bevonden, waar stilte
heerste. Zij misten iets en dat iets was het kreunen van
Jaja.
Toen zij omkeken naar het bed zagen zij, dat
Jaja zich min of meer had opgericht. Zij steunde met de ene hand
haar hoofd en zij keek hen aan met verstarde blik. Haar borst ging
heftig op en neer.
Zij had hen verstaan. Zij had hen begrepen ook.
En het merkwaardige was, dat zij de kleine dokter blijkbaar
verantwoordelijk stelde voor de toestand, waarin zij zich
bevond.
'Voelt u zich iets beter?' vroeg de arts, omdat
hij toch iets moest vragen.
Ze keek hen minachtend aan, liet het hoofd weer
in het kussen zakken en deed haar ogen dicht. De dokter wist niet
recht, of ze hem nog nodig hadden. Hij begon zijn instrumenten in
te pakken en zette onderwijl in gedachten blijkbaar zijn
overwegingen voort, want van tijd tot tijd zag Maigret hem
goedkeurend knikken.
'Ik zal u niet langer ophouden, dokter!' zei
Maigret, toen de tas gesloten was. 'Ik neem aan, dat er geen
complicaties kunnen optreden?'
'Althans niet dadelijk ...'
Zodra hij vertrokken was ging Maigret aan het
voeteneind van het bed op een stoel zitten en begon een pijp te
stoppen, want het medisch luchtje, dat in het kamertje hing, deed
hem walgen. Met zijn voet schoof hij de kom,
die gebruikt was voor het wassen van de
gehavende pols, onder de kast; hij wist er niets beters mee te
doen. Hij voelde zich nu heel kalm, loom zelfs. Zijn blik was op
het gezicht van Jaja gericht, dat nog opgezetter leek dan anders.
Misschien kwam dat, omdat het haar, dat naar achteren gestreken
was, nu meer van het gezicht onthulde: een bol voorhoofd met een
klein litteken boven de ene slaap. Links van het bed de lege divan.
Jaja sliep niet. Daarvan was hij overtuigd. Haar ademhaling was
onregelmatig. De wimpers aan de onderkant van de gesloten oogleden
trilden nu en dan. Wat zou er in haar omgaan? Zij moest weten, dat
hij daar zat, dat hij naar haar keek. Zij wist nu ook, dat haar
hart er slecht aan toe was, dat zij niet zo heel lang meer te leven
had.
Waar dacht ze nu aan? Welke beelden verdrongen
elkaar achter dat bolle voorhoofd?
En opeens schoot ze overeind, onverwacht, alsof
ze een aanval van krankzinnigheid doormaakte. Ze staarde Maigret
met opengesperde ogen aan en gilde: 'Laat me niet alleen!... Ik ben
bang!... Waar is hij... Waar is dat mannetje gebleven? ... Ik wil
niet.. Hij kwam naast haar staan en trachtte haar te kalmeren. Eer
hij er op verdacht was ontviel het hem: 'Rustig blijven,
ouwetje!'
En dat was het enige woord. Een zielige, dikke
oude vrouw, doordrenkt van alcohol en met zulke opgezette enkels,
dat het een raadsel was, hoe zij er nog op had kunnen lopen.
En toch had ze met die enkels kilometers
afgelegd; ze was helemaal van de omgeving van de Porte
Saint-Mar-tin naar het steegje komen lopen! 2e liet zich gewillig
weer op het kussen leggen. Ze maakte niet de indruk nog dronken te
zijn. Maigret hoorde, dat de agent beneden een fles had ontdekt en
zichzelf in de eenzaamheid van het achterkamertje een borrel
inschonk. Ook zij luisterde opeens en ze vroeg angstig: 'Wie is
dat?'
Andere geluiden leidden haar aandacht evenwel
af. Voetstappen in het steegje, op enige afstand nog, daarna een
enigszins gejaagde, hijgende vrouwenstem - de stem van een vrouw,
die snel had gelopen en die vroeg: 'Waarom brandt er geen licht in
het café?... Is.. 'Stil, niet zoveel leven maken ...' Er werd
zachtjes aan de luiken geklopt. De agent beneden ging opendoen.
Geluiden in het achterkamertje en daarna kwam er iemand haastig de
trap op. Jaja keek Maigret angstig en radeloos aan. Ze leek te
willen schreeuwen, toen hij naar de deur liep. 'Jullie kunnen wel
gaan', zei de commissaris kort, terwijl hij opzij stapte om Sylvie
binnen te laten. Het meisje bleef midden in het kamertje opeens
staan en drukte haar hand tegen een hart, dat blijkbaar te snel
klopte. Haar hoed had ze vergeten. En ze begreep er niets van. Ze
staarde maar naar het bed met een blik, die nauwelijks iets zag.
'Jaja...'
Beneden schonk de agent, die een borrel had
genoten, zijn collega blijkbaar eveneens in: er werd geklonken.
Even later ging de buitendeur open en werd weer gesloten.
Voetstappen stierven in de richting van de haven weg. Maigret
maakte zo weinig gerucht en zat zo roerloos, dat zijn aanwezigheid
werd vergeten. 'Arme Jaja ..
Maar Sylvie bleef op een afstand van het bed
staan. Er was iets, dat haar belette dichterbij te komen en dat was
de ijzige blik van de vrouw, die zich aan haar vastzoog. Sylvie
keek Maigret aan en zei haperend: 'Heeft ze .. 'Wat bedoel
je?'
'Niets ... Ik weet het niet... Wat scheelt
haar?' Het was vreemd: dwars door de gesloten deur kon hij op die
afstand nog het tikken van de wekker onderscheiden en het was een
zo nijdig en driftig geluid, dat het iets zeer menselijks leek te
hebben.
Jaja werd weer onrustig. Zij zagen het gebeuren.
Het dikke, logge lichaam vertoonde spiertrekkingen, de ogen
begonnen te schitteren, zij slikte herhaaldelijk. Zij verzette zich
evenwel. Zij trachtte zich goed te houden. Sylvie was met ontstelde
blik midden in de kamer blijven staan. Zij wist kennelijk niet wat
te doen, zij wist zich geen houding te geven. Ze keek hardnekkig
naar de grond en ze drukte haar handen stijf tegen haar borst.
Maigret rookte zijn pijp. Hij gaf nu geen tekenen van ongeduld
meer, hij was ervan overtuigd het raadsel te hebben opgelost.
De ware toedracht was voor hem geen probleem
meer. Alle betrokkenen hadden de plaats, die hun toekwam,
ingenomen. De beide dames Martini, moeder en dochter, die in de
villa bezig waren aan een inventarislijst, bijgestaan door de heer
Petitfils; Harry Brown in Hotel Provencal , waar hij in alle
gemoedsrust het resultaat van het onderzoek afwachtte, terwijl hij
telefonisch en telegrafisch zijn zaken waarnam ... Joseph in
hechtenis ...
Jaja kwam eindelijk overeind, ze kon haar emotie
niet meer beheersen, haar zenuwen begaven het. Ze staarde naar
Sylvie met van woede vertrokken gezicht. Haar arm strekte zich in
de richting van het meisje uit. 'Het is haar schuld ... Dat stuk
vergif... Die sl . . .!' Ze had een van de grofste termen uit haar
woordenschat gebezigd. Grote tranen druppelden uit haar ogen. 'Ik
haat haar, begrijpt u!... Ik haat haar!... Het is haar schuld... Ze
heeft me al zo lang bedrogen... Weet u hoe ze me noemde? ... De
oude vrouw! Jawel, de oude vrouw!... En dat, nadat ik ...'
'Ga rustig liggen, Jaja', zei Maigret. 'Dit is
niet goed voor je ...'
'Ach, u ...'
In een nieuwe uitbarsting liet zij er op volgen:
'Maar mij krijgen ze niet!... Ik ga niet naar Hagueneau ... Hoort
u!... Of anders gaat zij mee ... Ik wil niet... Ik wil
niet...'
Haar keel was zo droog, dat zij automatisch naar
iets drinkbaars begon te zoeken.
'Ga die fles eens halen', zei Maigret tegen
Sylvie. 'Maar ... ze is al...'
'Opschieten...'
Hij zelf liep naar het raam en overtuigde er
zich van, dat er van de overzijde geen nieuwsgierige blikken meer
op hen werden gericht. Hij kon in elk geval achter de ruiten aan de
overkant niemand meer onderscheiden. Een kort steegje, bestraat met
onregelmatige keien ... Een enkele lantaren ... Het uithangbord van
het kroegje aan de overkant...
'Ik begrijp wel, dat u aan haar kant staat, ze
is jong tenslotte ... Misschien heeft ze zelfs u aangeboden ...'
Sylvie kwam weer naar boven. Maigret zag nu, dat zij donkere
kringen onder haar ogen had, dat zij alle moed kwijt leek te zijn.
Ze gaf Maigret een fles rum, die nog half vol was.
Jaja begon spottend te lachen:
'Nu ik toch bezig ben te kreperen zal ik er maar
eerlijk voor uitkomen ... Ja, ik heb wel gehoord, wat die dokter
zei...'
De gedachte alleen aan haar toestand was
voldoende om haar opnieuw van streek te maken. Ze was bang voor de
dood. Haar ogen fonkelden. Maar de fles nam zij gretig aan. Ze
dronk gulzig, terwijl ze Maigret en Sylvie beurtelings
aankeek.
'Ja, de oude vrouw krepeert!... Maar ik wil
niet.. . Laat zij maar eerst kreperen!... Het is haar schuld, dat
ik..
Ze hield plotseling op met praten, alsof ze de
draad van haar betoog kwijtgeraakt was. Maigret bleef waar hij was
en wachtte af.
'Heeft ze doorgeslagen? ... Natuurlijk heeft ze
doorgeslagen, anders hadden ze haar niet losgelaten. En ik heb nog
geprobeerd haar er uit te krijgen ... Joseph heeft me werkelijk
niet naar die zoon in Antibes gestuurd ... Ik ben er uit mezelf
naar toe gegaan ... Begrijpt u?' Welja! Maigret begreep er alles
van! Maar dit begrip was een uur tevoren al bij hem gedaagd. Met
een vluchtig handgebaar wees hij op de divan. 'William sliep daar
dus niet?'
'Nee, hij sliep hier!... In mijn bed ... Ik had
een verhouding met William ... Hij kwam voor mij en voor mij alleen
en die meid, die ik uit goedhartigheid in huis heb genomen, die
sliep op de divan ... Dat had u zelf toch wel begrepen!'
Ze schreeuwde hem dit alles met rauwe stem in
het gezicht. Hij kon nu volstaan met haar te laten uitspreken. Deze
woorden kwamen uit haar diepste innerlijk. Zij had het masker laten
vallen, hij stond tegenover Jaja, zoals zij was, Jaja, die
eindelijk geen rol meer speelde. 'U kunt me geloven of niet, maar
ik hield van hem en hij hield van mij!... Hij was een man, die heel
goed begreep, dat ik het ook al niet kon helpen, dat ik niets had
geleerd, dat ik geen goede opvoeding had gehad... Hier bij mij was
hij gelukkig ... Dat heeft hij meer dan eens gezegd ... Hij ging
altijd met tegenzin weg... En als hij terugkwam was het net een
schooljongen, die eindelijk vakantie heeft...'
Zij praatte en snikte tegelijk, wat aan haar
gezicht een zonderling gespannen uitdrukking gaf, die door het
felle elektrische lichtschijnsel van bovenaf een bizar aanzien
kreeg.
De verbonden arm verhoogde de lugubere aanblik.
'En ik had maar niets in de gaten! Wat ben ik stom geweest! Maar
dat ben je altijd in dergelijke gevallen! Ik heb die meid zelf
uitgenodigd hier te blijven, ik dacht dat zo'n jong ding in huis
wat vrolijkheid zou geven ...' Sylvie verroerde geen vin.
'Kijk haar daar nu eens staan. Ze houdt me nog
voor de gek! Zo is ze nu altijd geweest en ik, stommerik, dacht,
dat ze geen tien kon tellen... Ik had met haar te doen ... Ik moet
er niet aan denken, dat ze mijn peignoirs heeft gebruikt om hem de
kop gek te maken, om hem alles te laten zien wat ze heeft!'
'Ze moest en ze zou hem hebben!... En die
souteneur van haar dacht er al geen haar anders over ... William
had geld, ziet u ... En zij...'
'Dat testament, hé?'
Zij greep de fles en dronk zo gulzig, dat zij de
drank door haar keel hoorden klokken. In die paar seconden keek
Sylvie Maigret smekend aan. Ze kon nauwelijks op haar benen blijven
staan. Ze wankelde. 'In mijn eigen huis heeft Joseph het gestolen
... Wanneer weet ik niet... Het moet op een avond zijn geweest,
toen we gedronken hadden ... William had er over gepraat ... En die
schoft heeft begrepen, dat Brown junior wel wat voor zo'n papiertje
over zou hebben ..
Maigret luisterde nauwelijks naar het relaas,
waarvan hij de inhoud wel kon raden. Zijn aandacht was op het
vertrek zelf gericht, op het bed - en op de divan ... William en
Jaja ... En op de divan Sylvie ...
De arme kerel had onvermijdelijk vergelijkingen
moeten gaan maken...
'Ik vertrouwde het zaakje al niet, toen ik
Sylvie na het middageten tegen William zag knipogen, voor ze de
deur uit ging ... Maar geloven wilde ik het nog niet... Dat deed ik
pas, toen hij even later zei, dat hij er ook vandoor moest...
Anders ging hij pas tegen de avond weg ... Nou, ik heb niets
gezegd... Ik ben me gaan aankleden ..
De hoofdscène, die Maigret al lang tevoren had
gereconstrueerd! Joseph, die even langs kwam, met het testament al
in zijn zak! Sylvie, die zich vroeger dan gewoonlijk had gekleed en
die in haar mantelpakje aan tafel verscheen, om dadelijk na afloop
van de maaltijd te verdwijnen ... Die blik, die door Jaja was
onderschept... Ze had niets gezegd... Ze had gegeten en gedronken
als anders... Maar dadelijk nadat William was vertrokken, had zij
haar mantel aangeschoten, over haar peignoir heen ... In het café
was niemand meer aanwezig! Het huis was verlaten! Zij deed de deur
op slot... En zo liepen ze de een achter de ander aan ... 'En weet
u, waar ze op hem wachtte?... In Hotel Beauséjour! ... En ik liep
beneden op straat als een kip zonder kop heen en weer... Ik stond
op het punt aan hun kamerdeur te kloppen, ik wilde Sylvie smeken,
me hem niet af te nemen ... Op de hoek van die straat heb je een
gereedschappenwinkel... En terwijl zij... terwijl zij boven op die
kamer waren, stond ik naar die etalage te kijken ... Messen lagen
er ... Ik weet niet meer hoe het kwam ... Ik voelde me zo beroerd
... Ik ben naar binnen gegaan. Ik heb een van die messen gekocht.
.. Ik geloof dat ik stond te huilen ... 'En toen kwamen ze samen
naar buiten ... William zag er heel anders uit, hij leek jaren
jonger... Hij schoof Sylvie zelfs een bakkerswinkel binnen en kocht
een doos chocola voor haar ...
'Bij de garage hebben ze afscheid genomen ...
'En toen ben ik gaan lopen ... Ik wist dat hij naar Antibes terug
zou rijden ... Ik ben aan de kant van de weg gaan staan, even
buiten de stad ... Het begon al te schemeren ... Maar hij zag me
toch ... Hij stopte ... 'En ik heb geschreeuwd: 'Zo! Die is voor
jou!... En die is voor haar!' Ze viel weer in het kussen, haar
lichaam kromde zich; haar gezicht was nat van tranen en zweet. 'Ik
weet niet eens meer, dat hij doorgereden is.. . Hij heeft me van
zich afgeduwd en het portier dichtgetrokken ...
'En ik stond alleen midden op de weg en ik was
bijna door een autobus overreden ... Het mes had ik niet meer...
Misschien is het wel in de auto blijven liggen...' En dat was de
enige omstandigheid, waaraan Maigret geen aandacht had geschonken:
het mes, dat William
Brown, reeds dodelijk verwond, ongetwijfeld nog
uit het portierraam tussen de begroeiing langs de weg had weten te
gooien!
'Het was al laat, toen ik thuis kwam... 'Ach ja
... Al die café's ...
'Toen ik wakker werd lag ik in mijn eigen bed,
en ik voelde me doodziek .. Ze richtte zich weer op en zei heftig:
'Maar ik ga niet naar Hagueneau!... Geen sprake van ... U ziet
maar, dat u mij er krijgt!... Die dokter zei toch, dat ik er aan
ging ... En die sl...' Met krassend geluid werd er een stoel
verschoven. Sylvie had die naar zich toegetrokken en wilde er op
gaan zitten. Ze viel erin flauw. Het was een flauwte, die langzaam
bezit van haar nam, maar die niet gesimuleerd werd. De neusgaten
waren dichtgezogen en vertoonden een gele verkleuring, de ogen
lagen diep in de kassen. 'Die heeft haar verdiende loon!'... riep
Jaja. 'Laat haar toch liggen!... Of nee ... Ik weet het niet... Ik
weet niets meer ... Misschien heeft Joseph het allemaal op zijn
geweten ... Sylvie!... Sylvie toch ...' Maigret had zich over de
jonge vrouw gebogen. Hij beklopte haar handen ... en haar wangen.
Hij zag Jaja weer naar de fles grijpen en gretig drinken, hij zag
haar de alcohol letterlijk naar binnen gieten, waarmee zij zich een
verstikkende hoestbui op de hals haalde.
Daarna kwam ze tot ontspanning, zuchtte en
begroef het hoofd diep in het kussen.
Zodra zij bedaard was tilde hij Sylvie op en
droeg haar naar beneden, waar hij haar slapen waste met koud
water.
Het eerste wat ze zei, toen ze haar ogen weer
opendeed, was:
'Daar is niets van waar.' Haar gezicht stond
ongelukkig, wanhopig. 'Gelooft u mij, het is werkelijk niet waar
... Ik wil niet proberen me beter voor te doen dan ik ben . . .
Maar dit is niet waar... Ik mag Jaja veel te graag ... Hij wilde
beslist... Begrijpt u het dan niet? Hij keek me al maanden lang op
die hongerige manier aan... Hij smeekte me gewoon ... En dan kun je
toch niet weigeren, als je wel elke avond met anderen ...'
'Sst... Niet zo luid ...'
'Ze mag het horen... Als ze even nagedacht had,
had ze het zelf kunnen begrijpen ... Ik heb er zelfs niet met
Joseph over gepraat, ik was bang, dat hij er misbruik van zou maken
... Ik ben maar eenmaal met hem mee geweest...'
'Eenmaal maar?'
'Beslist niet vaker... U kunt me geloven ...!
Dat hij een doos chocola voor me heeft gekocht is waar ... Hij was
zichzelf niet... ik werd bijna bang voor hem ... Hij deed alsof ik
een gewoon meisje was ...'
'En dat is alles?'
'Ik wist niet, dat Jaja hem zelf... Ik zweer het
u! Ik dacht, eerlijk gezegd, dat Joseph het had gedaan ... Ik was
doodsbenauwd ... Hij had tegen mij gezegd, dat ik nog eens naar
Beauséjour moest gaan, en dat ik geld van
iemand in ontvangst moest nemen ...'
Haast fluisterend voegde ze er aan toe:
'Wat kon ik anders doen dan gaan?'
Boven klonk -weer hetzelfde gekreun. Het
gekreun, dat Maigret al eerder had moeten aanhoren.
'Is zo'n wond nu ernstig?'
Maigret haalde de schouders op en ging naar de
tussen-verdieping, waar hij tot de ontdekking kwam, dat Jaja in
slaap was gevallen en dat ze in haar slaap die kreunende geluiden
voortbracht.
Hij ging weer naar beneden, waar hij Sylvie
aantrof, die met tot het uiterste gespannen zenuwen naar de
geluiden om haar heen stond te luisteren.
'Ze slaapt', zei hij zacht. 'Geen leven maken
...'
Sylvie begreep niet, wat hij wilde; ze keek
Maigret, die zijn pijp begon te stoppen, met ware angst aan.
'Jij blijft hier', zei hij. 'En als ze wakker
wordt vertel je haar, dat ik vertrokken ben... en dat ik niet terug
kom...'
'Maar...'
'Zeg maar tegen haar, dat ze gedroomd heeft, dat
ze een nachtmerrie gehad heeft, of zo ...'
'Maar... ik begrijp er niets van ... En wat
gebeurt er met Joseph?'
Hij keek haar doordringend aan. Hij had zijn
hand in zijn zak gestoken en hij haalde er de twintig bankbiljetten
uit, die hij nog altijd onder zijn beheer had. 'Ben je verliefd op
hem?'
Ze zei:
'U weet even goed als ik, dat je een vent nodig
hebt. Anders..
'En hoe stond het met William?'
'Dat was een heel ander geval... Die kwam uit
andere kringen ... Die ...'
Maigret ging naar de deur. Hij keerde zich nog
eenmaal om, terwijl zijn hand de sleutel in het slot omdraaide.
'Jij zorgt er voor, dat er niet meer over de Liberty Bar wordt
gekletst... Begrepen? ...' De deur ging open en de kille nachtlucht
stroomde naar binnen. Uit de bodem steeg het vocht omhoog en bleef
als een lage nevellaag hangen.
'Ik geloof er eigenlijk niets van', zei Sylvie
haperend.
Het was het enige, dat zij wist te zeggen. 'Ik
... Jaja
ik verzeker u, dat het de liefste vrouw van de
wereld is . .
Hij draaide haar de rug toe en haalde zijn
schouders op. Daarop liep hij weg in de richting van de haven. Even
voorbij de lantaren bleef hij staan, om zijn pijp weer aan te
steken, die uitgegaan was.