Frank in moeilijkheden

Toen Joe en Chet naar huis terugkeerden, verwachtten ze daar Frank te vinden. Maar hij was niet teruggekomen.

Dat is vreemd, dacht Joe. Waar moet hij nou heen zijn?

Frank had echter iets zeer interessants ontdekt, toen hij de pakjes die van de vrachtauto waren gevallen bekeek. Hij had gezien dat Joe er zonder kleerscheuren af gekomen was en zijn eerste ingeving was geweest, zijn broer te helpen bij de jacht op de vluchteling. Toen zag hij iets dat om een onmiddellijk onderzoek scheen te vragen, namelijk een vreemde serie getallen, die op de zijkant van een grote kist waren aangebracht. Hij besloot dat Joe en Chet de achtervolging best alleen af konden. Hij draaide de kist op zijn kant en bekeek de getallen nauwkeurig. Toen floot hij zachtjes tussen zijn tanden van verbazing. A23 - 151 - C2!

Dat waren de eerste drie getallen van het stuk papier dat in het huis van mevrouw Armstrong in Southport gevonden was!

Snel bekeek Frank een paar andere kisten. Twee ervan droegen dezelfde nummers. Hij zocht naar een adres en vond een label, die op iedere kist was aangebracht: Wasp - pier drie, Bayport.

Bij pier drie vond Frank het schip de Wasp. Het was een grote motorbark met een kleine kajuit. Het schip was geel en zwart geschilderd. Niets wees erop dat er iemand aan boord was. Frank keek om zich heen. Ook op de pier was niemand te zien. Hij sprong vlug aan dek vlak bij een open ruim. Beneden hem lagen dozen en kisten met lading, die tot op een meter afstand van het dek reikten, opgeslagen. Frank liet zich door de opening zakken om de lading te onderzoeken. De kisten leken in uiterlijk en omvang veel op de kisten van de vrachtwagen. Op alle kisten, die Frank zag, stonden nummers geschilderd. Enkele ervan waren identiek met de code, die in het huis van mevrouw Armstrong was gevonden.

Plotseling hoorde Frank praten.

'Goed, laten we maar aan boord gaan.'

Frank dook weg achter een stapel dozen. Er klonk een aantal doffe bonzen toen de mannen een voor een op het dek sprongen. Toen zei een zware stem:

'We moeten dat spul te pakken krijgen, anders krijgt ouwe Crowfeet een beroerte.'

'Ik neem het risico niet,' sprak de eerste man tegen. 'Het is veel te gevaarlijk. We kunnen morgen toch terugkomen?'

Frank hoorde de mannen heen en weer lopen. Even later hoorde hij timmeren. Een minuut daarna kwam iemand aan boord, die opgewonden uitriep:

'Hé, mannen, we moeten hier vlug weg wezen!'

'Wat is er aan de hand?'

'Hank is gearresteerd. Bayport wordt te gevaarlijk voor dit soort werk.' Er klonk een geluid van rennende voetstappen op dek, een harde klap en toen lag het ruim in volslagen duisternis. Het luik was dichtgegooid! Een bel rinkelde. De motoren van de bark begonnen te ronken. Toen begonnen ze te brullen en de Wasp voer van de pier weg.

Frank's hart klopte in zijn keel. Zou hij zijn aanwezigheid bekendmaken? Hij besloot toch dat liever niet te doen. Het was hoogst twijfelachtig dat de mannen zouden aannemen, dat hij maar een nieuwsgierige jongen was, die per ongeluk aan boord verzeild was en dat ze hem dan zouden laten gaan. Het was veel waarschijnlijker dat ze hem gevangen zouden houden.

Ik wou dat ik een zaklantaarn had, dacht de jongen. Ik wil wel eens weten wat er in die kisten zit.

Hij meende dat het misschien mogelijk zou zijn de inhoud op de tast vast te stellen en probeerde een van de kisten met zijn zakmes open te maken. Maar de kist was stevig dicht gespijkerd en tenslotte brak het lemmet van het mes af.

Intussen schoot de Wasp met steeds groter wordende snelheid over het water. Frank kende veel van de motorbarken, die op de Barmetbaai voeren, maar deze was hem onbekend. Hij was sneller en krachtiger dan een van de anderen, die hij ooit gezien had.

Waar zou het schip heengaan? vroeg hij zich af. En wie is Crowfeet? De lucht in het ruim werd bedompt. Het begon naar olie te ruiken en de hitte was bijna niet uit te houden. Frank klom boven op de kisten en duwde tegen het luik om het op een kier te openen. Maar het zat stevig dicht.

Nadat een uur verstreken was, begon de jongen zich ongerust te maken over de situatie, waarin hij zich bevond. Zelfs als hij probeerde de aandacht te trekken door te schreeuwen, zou hij toch niet gehoord worden door het brullen van de motoren. Als de bark een lange reis zou maken, dan zou het wel eens kunnen gebeuren dat hij stikte, voor het luik opengemaakt werd. Toen begon het stampen van de motoren plotseling minder te worden. De snelheid van de bark verminderde eveneens en tenslotte werden de motoren helemaal stopgezet. De boot zwaaide heen en weer en trilde toen hij tegen houtwerk stootte. Frank hoorde stemmen en voetstappen boven zich. En toen werd met veel geratel en gebonk het luik van het ruim weggetrokken. De jongen probeerde weg te glippen tussen de kisten, maar hij was al te laat. Een stevig gebouwde zeeman riep:

'Hé! We hebben een verstekeling aan boord!'

Frank zat in de val. Toen hij naar boven keek en tegen het felle schijnsel van de zon met zijn ogen knipperde, trokken ruwe handen hem aan dek. Half verblind door het licht werd Frank over het dek gesleept en geduwd in de richting van de kajuit.


Intussen zaten de Hardy's en Chet thuis bezorgd te wachten op nieuws van Frank. Met groeiende ongerustheid hadden Chet en Joe zorgvuldig de havens afgezocht en tientallen malen gevraagd, of men Frank soms gezien had. Niemand scheen echter licht te kunnen brengen in Frank's vreemde verdwijning.

Mevrouw Hardy zat bleek en met samengeperste lippen bij de telefoon. Haar echtgenoot was niet thuis, dus hem kon ze niet om raad vragen. Tante Gertrude ijsbeerde op en neer.

'Hoe laat is het?' vroeg mevrouw Hardy zachtjes.

'Het is al twee uur in de nacht, moeder,' zei Joe. 'U moest maar liever naar bed gaan en wat rusten.'

Mevrouw Hardy schudde haar hoofd.

'Ik zou toch niet kunnen slapen.'

'Ik wou dat ik maar bij Frank gebleven was,' treurde Chet. 'Maar toen ik hem die kisten zag bekijken, had ik er natuurlijk geen idee van dat hij in moeilijkheden zou raken.'

'Als hij om zeven uur nog niet thuis is, bel ik jullie vader op,' besloot mevrouw Hardy.

'Het heeft geen zin, Fenton lastig te vallen, als we niet zeker weten dat er iets ernstigs aan de hand is,' verklaarde tante Gertrude.

Plotseling rinkelde de telefoon heel hard. Mevrouw Hardy sprong overeind. Maar Joe was nog voor haar bij het toestel. De commissaris had beloofd dat hij hen zou opbellen, als de politie iets naders wist over de verdwijning van Frank. Toen Joe de hoorn opnam, was hij er niet gerust op wat hij te horen zou krijgen.

'Met het huis van Fenton Hardy?' vroeg een barse stem.

'Ja.'

'Wie is er aan het toestel?'

'Joe Hardy.'

'Goed zo, maat. Als je soms in de war zit over die broer van je, dan heb ik een tip voor je. Je kunt hem vinden op de veranda van een bungalow ongeveer drie kilometer stroomopwaarts bij de Wilgenrivier. Ik zou hem maar gaan halen als ik jou was, want hij is niet in staat te lopen.'

De verbinding werd verbroken.

'Wat is er, Joe?' vroeg mevrouw Hardy in spanning.

Joe herhaalde wat de man tegen hem gezegd had.

'Maar is hij nog in leven? Hoe erg gewond is hij?' wilde tante Gertrude weten.

Het bericht had een dreigende klank gehad, maar Joe probeerde opgewekt te blijven.

'O, ik ben er zeker van dat alles goed is met Frank. Kom mee, Chet. We nemen de 'Speurder' en we gaan direct op weg.'

'Ik ga met jullie mee,' zei tante Gertrude bruusk. 'Kom mee, Laura. We gaan met z'n allen.'

Joe keek op.

'Beter van niet. Als het nou eens een valstrik is?'

'Een valstrik? Wat is dat nou voor een idioot idee...'

'Misschien wil iemand ons om een of andere reden allemaal het huis uit hebben,' opperde Joe.

Mevrouw Hardy toonde zich zeer teleurgesteld.

'Dus misschien is Frank daar helemaal niet?' zei ze zenuwachtig.

'O, ik ben er zeker van dat hij er wel is, moeder. Maar we kunnen beter geen risico lopen.'

Tante Gertrude knikte.

'Joe heeft gelijk,' zei ze. 'Ga maar zitten, Laura. We blijven hier. En als ik ook maar één voetstap om het huis hoor, terwijl jullie weg zijn, bel ik de politie op.'

Mevrouw Hardy was er nog niet van overtuigd, dat de jongens geen moeilijkheden tegemoet gingen. 'Jullie kunnen beter eerst vragen of Biff Hooper met jullie mee gaat. Dan hebben jullie tenminste hulp als het nodig is.'

Nadat ze Biff hadden opgebeld en hem gevraagd hadden naar het botenhuis te komen, gingen Chet en Joe snel op weg. Terwijl ze met grote snelheid in de auto van de Hardy's door de verlaten straten reden, spraken ze maar weinig. Misschien was het bericht toch een val. Maar als dat niet zo was, hoe erg zou Frank dan gewond zijn? Joe kon de barse stem door de telefoon maar niet vergeten.