40:// EEN NIEUWE DIMENSIE
Newswire.com
Sebeck Terechtgesteld (Lompoc, Californië)-Voormalig rechercheur bij de politie Peter Sebeck is maandag om 18.12 uur ter dood gebracht door een dodelijke injectie in de federale gevangenis van Lompoc. Sebeck werd begin vorig jaar veroordeeld voor zijn aandeel in het bedrog met de Daemon, en zijn proces en hoger beroep werden door het federale rechtssysteem versneld afgehandeld. De aanklager, Wilson Stanos, liet weten: ‘Deze veroordeling is een duidelijk signaal aan de vijanden van de vrijheid.’
Nathalie Philips ging de kantoren van de Daemon-taakgroep ruim na middernacht binnen. Ze had verwacht dat er bijna niemand aanwezig zou zijn, maar ze zag een groepje technici en zwaarbewapend beveiligingspersoneel bij elkaar staan bij de gang die naar haar kantoor leidde. Ze waren in een heftige, gefluisterde discussie verwikkeld. Toen Philips dichterbij kwam, keek de majoor haar vanuit het midden van de groep aan. Hij knikte naar haar. ‘Hoe was de reis, doctor?’
Philips liet haar weekendtas op de grond vallen.‘Wat is hier aan de hand?’ De majoor wees met zijn duim de gang in. ‘Je vriend de hacker heeft het op zijn heupen gekregen. Hij heeft zichzelf opgesloten in vergaderzaal B en ook de toegangscodes gewijzigd.’
Philips zuchtte vermoeid en wreef in haar ogen. ‘Hoe lang geleden?’ ‘Ongeveer een uur. Ik was bezig de situatie te verhelpen.’ Ze zag een bewaker met een traangaspistool staan. ‘Dat zal niet nodig zijn, majoor. Ik ga wel met hem praten.’
De majoor grijnsde onvriendelijk. ‘U bent de baas, doctor.’ Nu dreef hij de spot met haar. Ze besloot het te negeren en probeerde erlangs te komen. Hij versperde haar de weg.
‘U begrijpt dat ik rapport van dit incident op zal moeten maken voor het centrale regionale commandocentrum.’
‘Begrepen. Als u me nu wilt excuseren...’
‘Herinnert u hem alstublieft aan de relevante bepalingen in zijn gratie regeling.’
‘Dat zal ik zeker doen. En, als ik me niet vergis, hebben deze mannen wachtdienst. Zorg ervoor dat ze weer terug naar hun post gaan.’ Ze tilde haar tas van de vloer, maar de majoor wachtte nog even voor hij opzijging om haar erlangs te laten. Ze sjokte de gang in naar een streep licht die onder de deur van vergaderruimte B door kwam. Daar aangekomen staarde ze naar het rood oplichtende led-schermpje dat boven de RFID-kaartlezer op de deur zat. Er stond: FUCKOFF. Ze glimlachte en klapte de plastic klepvan de kaartlezer open, zodat het kleine paneel met tien toetsen tevoorschijn kwam. Ze concentreerde zich en toetste toen een code van 32 tekens in. Haar achterdeur. De deur maakte een klikgeluid en ze duwde hem naar binnen open.
‘Ga weg.’ Ross draaide zich niet eens om. Hij stond aan de overkant vaneen vergadertafel die vol stond met desktopcomputers en laptops. Op alle schermen rolden er in snel tempo regels tekst voorbij. De rest van de ruimte was bezaaid met verkreukelde grafieken, diagrammen en ontelbare verslagen op kettingpapier, die tot op de grond waren gezakt. Ross mikte met een van een potlood gemaakt pijltje op een groot fotomozaïek van Sobols gezicht dat aan de achterwand was bevestigd. De afbeelding was een aan elkaar geplakt geheel van verschillende gekopieerde velletjes. Er staken al een stuk of vijf pijltjes uit Sobols gezicht te midden van honderden andere kleine gaatjes, die met name tussen Sobols ogen zaten.
Philips nam het schouwspel in zich op. ‘Ik kan niet zeggen dat ik veel verwacht van je nieuwe onderzoeksmethoden.’
Ross herkende haar stem en draaide zijn hoofd iets naar haar toe. Hij twijfelde even met zijn pijltje nog in de aanslag, maar maakte toen toch zijn worp af. Het pijltje kwam in Sobols wenkbrauw terecht. Ross nam een volgend pijltje in de hand waarmee hij gooide, en zei niets. Philips deed de deur achter zich dicht en baande zich tussen van de wand getrokken grafieken door een weg door de rommel op de vloer. ‘Wat is er aan de hand, Jon?’
‘Niets.’ Hij gooide weer een pijltje en kreeg Sobol in de wang te pakken.
‘Hoe was het in Washington?’
‘Ingewikkeld.’
‘Is me dat even schrikken, zeg. Weer een generaal die mij het liefst naar de militaire basis op Diego Garcia zou afvoeren?’ Hij gooide zijn pijltje keihard weg en het boorde zich diep in de muur.
Philips liep naar hem toe en zette haar tas op de vergadertafel. ‘Je denkt misschien dat je grappig bent, maar je zit er niet ver naast. Door jouw eis dat je anoniem wil blijven is het voor mij lastiger om je de hand boven het hoofd te houden. En dit soort fratsen werkt ook niet in je voordeel.’ Ross staarde enkele ogenblikken naar het door pijltjes bespikkelde gezicht van Sobol en keerde zich toen om naar Philips. ‘Is het waar dat ze Pete Sebeck gewoon hebben geëxecuteerd?’
Philips keek naar beneden. Verdomme.
‘Hebben ze hem echt ter dood gebracht?’
‘Ja. Dat klopt.’
Ross gooide nog wat pijltjes weg. ‘Verdomme! Lekker dan!’ ‘Er was niets aan te doen, Jon.’
‘Natuurlijk was er wel iets aan te doen geweest.’
‘Niet zonder de wraak van de Daemon te riskeren. Hij heeft al tienduizenden mensen vermoord. Ben je bereid de verantwoordelijkheid op je te
nemen voor nog meer doden?’
‘Dat is niet aan de orde en dat weet je.’
‘Het is juist heel erg aan de orde.’
Ross draaide zich om en gooide zijn laatste pijltje weg. ‘Kut! We zouden dat vervloekte monster nu zo langzamerhand toch wel verslagen moeten hebben.’
‘Luister, de enige manier waarop we Sebecks opoffering betekenis kunnen geven is door de Daemon te vernietigen voordat het grote publiek van zijn bestaan op de hoogte komt. De financiële markten gaan al omlaag op basis van vage geruchten. En als het publiek op de hoogte is, zullen de financiële markten helemaal instorten. Die markten maken het leven zoals we dat nu leiden mogelijk. Het levensonderhoud van honderden miljoenen mensen staat op het spel.’
‘Nou, we hebben niet zoveel tijd meer, doctor. In de blogosfeer gonst het er al van.’ Ross hing tegen de muur aan.
‘Er is geen andere oplossing dan door te blijven werken, Jon.’ Philips
deed haar blazer uit en legde die netjes over de rugleuning van een stoel.
Ze begon zorgvuldig haar mouwen op te rollen. ‘Zijn er tijdens mijn afwezigheid nog normaal leesbare stukken tekst uit die onderschepte berichten gekomen die ik door Cold Iron heb laten decoderen?’ Ross staarde nog altijd in de verte.
‘Jon!’
Hij keek haar aan en sleepte zichzelf toen langzaam naar de tafel toe.
‘Ja. De afdeling cryptologie heeft inderdaad een bestand gestuurd.’ Hij liet zich in een stoel vallen en begon op een toetsenbord te tikken. Ze knikte en liep met hernieuwde hoop naar hem toe. ‘Goed, laat maar eens zien.’
Hij opende een tekstbestand. Het scherm vulde zich met een eindeloze stroom dubbele precisiegetallen met alfanumerieke tekens erdoorheen verspreid. ‘Hier is een gedeelte met normaal leesbare tekst.’ Ze keek aandachtig naar de reeks. ‘Gps-coördinaten.’
Hij knikte. ‘Bij elkaar nog net geen terabyte. Wat bracht je ertoe om juist dit uit de lucht te pikken?’
Ze was nog naar de getallen aan het kijken. ‘De enorme hoeveelheid.
Dit is nog maar van enkele dagen. Het wordt in tachtig landen door radiozenders met een laag vermogen uitgezonden, tienduizenden zenders, en deze stroom was er nog niet voordat de Daemon zijn intrede deed. Het groeit aan tot een achtergrondgeluid dat met de dag luider wordt.’ ‘Dat zal allemaal wel, maar dat “geluid” is wel bijna een maand oud en dus inmiddels achterhaald.’
‘Het duurt even voordat je een sleutel van deze lengte met bruut geweld gekraakt hebt, Jon, dat geldt zelfs voor ons.’ Ze gebaarde naar het scherm.
‘Maar wat is het? Ik bedoel: waarom zou de Daemon de moeite nemen om een logboek van gps-navigatiepunten te coderen? Een of ander logistiek volgsysteem?’
‘Ik heb er wel wat ideeën over. De gegevens bestaan niet uit louter gpscoördinaten.’ Hij markeerde een gedeelte van het bestand.‘Er komen steeds van die lange, aaneengesloten alfanumerieke reeksen terug in het totaalbestand; een soort unieke identifiers.’ Hij rammelde weer wat op het toetsenbord. ‘Toen ik de gegevens ontleed had, kon ik alle navigatiepunten voor een bepaalde identiteit verzamelen en die vervolgens laten intekenen in een op GIS gebaseerd kaartenprogramma...’ – hij startte een ander programma op dat een kaart van het zuiden van Texas en de Golf van Mexico op het scherm projecteerde – ‘en toen kreeg ik dít...’
De kaart werd met stippen gevuld. Bijna elke centimeter werd bedekt. Philips zuchtte. ‘Minder dan informatief.’
Hij knikte. ‘Op deze hoogte misschien, maar wanneer we dichterbij komen zullen we het wat duidelijker zien...’ Hij zoomde in naar een bovenaanzicht van de straten in een stad, en de strakke vectorlijnen met de namen van de straten vulden het scherm in een onregelmatig raster. Je kon de navigatiepunten uit die datastroom duidelijk langs de lijnen van het stratenstelsel zien lopen, en ze weken zo nu en dan even van de gemarkeerde wegen af.
Philips wreef over haar gezicht; haar vermoeidheid begon haar parten te spelen. ‘Gewoon duizenden navigatiepunten zonder betekenisvolle samenhang.’
Ross keek haar aan. ‘Maar als ik dit nu eens in verband zou kunnen brengen met iets waarvan ik weet dat de Daemon het gedaan heeft? Dan zouden we een beter idee hebben van wat we hier voor ons hebben.’ Hij hield zijn blik op haar gericht.
‘En kan je dat?’
Hij draaide zich weer naar het scherm toe en begon weer wat op het toetsenbord in te tikken. ‘Het bloedbad van de spammers. Dat was nog in volle gang toen we deze gegevens onderschepten. Er werden 52 spammers vermoord in het gebied dat door deze gegevens wordt gedekt. Acht moorden vonden plaats in de periode dat wij die gegevens hebben onderschept. Ik heb via Merritt de adressen van die acht uit het zakenregister gekregen, en ik heb die meteen ingevoerd in een GIS-programma om tot een schatting van de bijbehorende gps-coördinaten te komen. Daarna heb ik dat onderschepte totaalbestand doorzocht op gegevens die daarbij pasten.’
Ze glimlachte voorzichtig naar hem.
‘En ik heb er één gevonden.’ Hij drukte een toets in en er verscheen een schermvullende luchtfoto van een bedrijventerrein in de buitenwijken.
Een groepje navigatiepunten bij elkaar in de buurt kruiste elkaar in het midden van het gebouw en ging toen weer uiteen. De langere reeks ging verder het gebouw in en de activiteit concentreerde zich op één plek. ‘Merritt heeft me in contact gebracht met de architect van het gebouw.
Die stuurde me een AutoCAD-bestand van de vloerplaten. Die blauwdruk heb ik toen naast het gps-raster gelegd. Houd in gedachten dat hier drie mannen zijn vermoord in dezelfde periode dat we die navigatiepunten hebben onderschept. Ik heb de locaties waar de lichamen gevonden werden min of meer op deze plattegrond gemarkeerd. Kijk hier eens naar, Nat.’
Hij toverde een vloerplan op het scherm. De gps-navigatiepunten volgden de gang, gingen toen een kamer met het nummer 1010 binnen en liepen door naar de plek waar de lichamen lagen. Daarna keerden ze terug naar twee van de lichamen en gingen ze weer naar buiten de gang in. Philips voelde een rilling over haar rug gaan. ‘Mijn god. Dit is het commandosysteem van de Daemon.’
‘Ik denk dat het meer dan dat is. Een dergelijk gecoördineerd volgsysteem kwam me bekend voor. Kijk...’ Ross stootte haar zachtjes aan en draaide zijn stoel zo dat hij bij een werkstation kon. Daarop liet hij een andere driedimensionale plattegrond zien die uit vectorlijnen was opgebouwd. ‘Dit is een spelomgeving uit CyberStorms Over the Rhine. Ik bekijk deze spelomgeving in hun terreineditor, Anvil. Matthew Sobol heeft grote stukken van dit programma geschreven.’ Ross wees iets aan op het scherm. ‘Zie je die stippen? Dat zijn geesten, bots, computergestuurde personages die op spelers reageren. Deze volglijnen geven de coördinaten aan die deze bots zullen volgen in antwoord op een gebeurtenis elders in het systeem.’
Ze leunde helemaal naar voren om het scherm nog beter te kunnen zien.
‘Dat lijken die gps-stippen wel.’
‘Precies. Eigenlijk gebruikt Sobol het gps-systeem om de aarde in één grote spelomgeving te veranderen. We zitten nu allemaal in zijn game.’ Philips staarde naar het scherm terwijl ze zich afvroeg of deze ontdekking nu goed of slecht nieuws was. ‘Het heeft de krachtigste computer ter wereld bijna een maand gekost om de versleuteling van dit datablok te ontcijferen, en de code verandert om de paar minuten. We kunnen niet alle signalen blokkeren, want de Daemon maakt gebruik van commerciële kanalen.’ Ze keek hem aan.‘Wat kunnen we met deze informatie doen, Jon?’
‘We zouden er het bestaan van bepaalde dingen uit kunnen afleiden. Zo moet er bijvoorbeeld een manier voor de agenten van de Daemon zijn om met deze presentatielaag te communiceren. Als mijn theorie klopt, dan moet de Daemon apparatuur hebben vervaardigd die zijn agenten in staat stelt zijn buitendimensionale omgeving te zien, zodat ze er gebruik van kunnen maken.’
Philips knikte. ‘Dat zou de reden kunnen zijn dat we er niet in zijn geslaagd om Facties op te sporen in de echte wereld – omdat ze met elkaar communiceren via die virtuele omgeving.’ Ze dacht na over de diepere betekenis van deze ontdekking. ‘Dit zou wel eens een grote doorbraak kunnen zijn.’
Hij haalde zijn schouders op. ‘We moeten de theorie nog wel eerst bewijzen.’
‘Maar dat is te testen. We gaan eens op zoek in de voorraad van in be slag genomen apparatuur.’
‘De apparaten waar we naar op zoek zijn, zullen hoogstwaarschijnlijk biometrisch beveiligd zijn: vingerafdrukscanners en dat soort zaken. Als we ons een weg naar binnen kunnen kraken, zullen we met een dergelijk object in staat moeten zijn om in de dimensie van de Daemon te kijken. En dat zal de eerste stap zijn om hem te infiltreren.’
Ze keek hem een moment indringend aan. ‘Knap werk. Ik ben onder de indruk.’
‘Ik had niet gedacht dat het mogelijk was om indruk op jou te maken, doctor.’
‘Voor alles is een eerste keer.’
Ross wierp een blik op de puinhoop in de kamer. ‘Het was niet de bedoeling dat je in zo’n troep als deze zou terugkomen. Ik hoorde het pas een uur geleden van Sebeck. Er knapte gewoon iets in me.’ Hij begon de papieren die overal op de grond lagen op te rapen.
Ze ging hem helpen. ‘Het is mijn fout. Je zit hier al maanden opgesloten. Ik probeer hen ertoe te bewegen je wat meer vrijheid te geven.’ Ze grepen naar dezelfde omgevallen stapel kettingpapier en het scheelde weinig of ze waren met hun hoofden tegen elkaar gebotst. Hun gezichten waren slechts centimeters van elkaar verwijderd en er ontstond plotseling een bewegingloze, ongemakkelijke stilte.
Ze hielden elkaars blik nog een tijdje vast en Philips’ hart ging als een razende tekeer. Opeens trok ze zich terug en stond op. ‘Ik moet gaan kijken of ik mail heb.’ Ze pakte haar blazer van de rugleuning van de stoel en trok die haastig aan, zonder de tijd te nemen haar mouwen weer af te rollen. Ze pakte haar weekendtas op.
Ross keek naar haar. ‘Je hoeft niet te...’
‘Ik ben een federale agent, Jon. Jij bent een misdadiger die onder mijn verantwoordelijkheid valt, een buitenlander met een onduidelijke achtergrond. Een onbekende identiteit.’ Ze keek hem over de tafel heen aan. ‘Het kan niet. Mijn verantwoordelijkheden maken het onmogelijk.’ ‘Als ik je in verlegenheid heb gebracht, dan spijt me dat. Het zal niet meer gebeuren.’
Ze haalde diep adem en keek hem toen met een mildere blik in haar ogen aan. ‘Nee... je hebt me niet in verlegenheid gebracht. Maar...’ Hij knikte ernstig. ‘Ik begrijp het.’ Hij was een moment stil. ‘Ik hoop alleen maar dat er nog een deel van je is dat ze niet in hun bezit hebben.’ Ze stoof op: ‘Ik kíés ervoor om mijn land te dienen.’ Ze draaide zich om en stond nogmaals op het punt om weg te gaan. ‘Je weet helemaal niets van me.’
‘Daar zou ik maar niet zo zeker van zijn.’
Ze stopte, draaide zich om en keek hem aan. ‘Wat bedoel je daarmee?’ ‘Het is niet zo moeilijk om u te ontcijferen, doctor.’
‘Wérkelijk? Nou, laat maar horen dan...’
‘Oké. Wonderkind, met kop en schouders boven iedereen uitsteken, niet echt aansluiting vinden. Je klasgenoten waren altijd veel ouder dan jij en dus heb je nooit de sociale vaardigheden ontwikkeld waarop de sterke banden van vriendschap gebaseerd zijn. Je leidt een geïsoleerd bestaan dat gedicteerd wordt door je ultrageheime werk. Werk waarover je nooit eens met iemand kan praten, zelfs niet met je collega’s.’
Deze laatste opmerking deed haar ongeduldig de armen over elkaar slaan.
‘Ach, je werk. Dat is te belangrijk om je aan het risico van intimiteit bloot te stellen. Maar komt het niet dichter bij de waarheid dat je mannen intimideert? Je intellect jaagt hun de stuipen op het lijf, nietwaar? Doe me eens een plezier: wat is de derdemachtswortel uit 393.447?’ ‘Oké, ik begrijp wat je bedoelt.’
‘Kan je het niet?’
‘73 komma twee, zeven, zes.’
‘Zie je wel. Hoeveel relaties zijn er gestrand omdat je je intelligentie niet verborgen kon houden?’
‘Zo is het wel genoeg.’
‘Je maakt mij niet bang, Nat.’
Ze staarde hem een tijdje aan. ‘Als je eens wist wat ik over me heen heb gekregen om jou in bescherming te kunnen nemen. Je kunt niet zomaar aannemen dat het me koud laat. Ik kan je niet de hand boven het hoofd houden als je me niet vertrouwt. Wat is je echte naam? Wie ben je?’ Ross dacht hier serieus over na. Hij staarde naar het tafelblad. Hij leek echt in tweestrijd te verkeren. Na bijna een minuut stond hij uiteindelijk op en begon weer papieren bijeen te rapen. ‘Sorry voor de rommel.’ ‘Krijg toch wat.’ Ze liep naar de deur.
Hij keek op van het tafelblad en zag haar weggaan. ‘Ik was twaalf toen ze voor mijn vader kwamen.’
Philips hield weer halt.
‘Ik herinner me het geschreeuw van mijn moeder, beneden. Ik rende naar buiten toen ze mijn vader net in de auto zetten. Onze eigen chauffeur hield me tegen. Mijn vader keek me aan vanaf de achterbank. En weet je wat hij deed? Hij knipoogde naar me en hij glimlachte.’
Ross was een moment stil, in herinnering verzonken. ‘Ik mis hem zo erg, Nat. Hij ging vrijwillig mee in ruil voor onze levens. Iedere dag probeer ik weer de man te zijn die hij gewild zou hebben dat ik zou worden.
De man die hij met trots zijn zoon genoemd zou hebben.’ Hij keek Philips aan. ‘Als er iemand op aarde is met wie ik mijn naam zou willen delen, dan ben jij het wel. Maar ik zal nooit meer een regering vertrouwen,
Nat. Ze zullen mijn identiteit gebruiken om de mensen om wie ik geef te grazen te nemen. En ik ga je niet in de positie brengen dat je moet kiezen tussen jouw toekomst en de mijne. We weten allebei dat het daarop uit zal lopen. En ik heb geen toekomst.’
Philips bleef enige tijd bewegingloos staan. ‘Denk alsjeblieft niet dat ik probeerde...’
Hij wuifde dat weg. ‘Ik weet het.’
Na enkele ogenblikken draaide ze zich om en ging ze voor de derde keer op weg naar de deur. ‘Goedenacht, meneer Ross.’
‘Goedenacht, doctor Philips.’
Philips keek pas achterom toen ze de deur weer achter zich gesloten had.