Internetporno
Vorig jaar publiceerde ik mijn eerste roman Alles is zoals het zou moeten zijn, en daarmee heb ik het nodige over mezelf afgeroepen. Bret Easton Ellis heeft ooit gezegd dat je je als schrijver niet moet laten remmen door de angst wat anderen van jouw werk zouden kunnen vinden; iets waar hij zich in American Psycho behoorlijk aan heeft gehouden door een hele stoet mensen op gruwelijke wijze te vermoorden. Ik herinner me nog maar al te goed dat de meeste boekbesprekingen zich destijds richtten op de ‘zieke geest’ van Easton Ellis zélf. Ook Saskia Noort moet na ieder boek opnieuw uitleggen dat zij géén moorddadig karakter heeft, en dat er hele weken voorbij gaan zonder dat zij iemand uit haar vriendenkring om zeep heeft geholpen. Bij mij ligt dat anders. In mijn roman worden geen mensen met een nietpistool aan het tapijt vast geschoten (dat zou in een relatiekomedie ook behoorlijk het verhaal ophouden) maar er wordt wel veel gepraat over liefde, seks en daten. Zo discussiëren mijn hoofdpersonen over internetporno, over vreemdgaan en over de sleur van seks in een langdurig huwelijk, waarbij het voorspel is gezakt tot het niveau van een hamburger: ‘drie minuten aan elke kant’.
==
Ik heb me tijdens het schrijven van mijn roman nergens druk om gemaakt. Maar het boek was nog niet verschenen, of daar kwamen de eerste interviewaanvragen. En toen begon het. Keek ik zelf ook porno? En zo ja: welke variaties dan? Ging ik zelf ook vreemd? En zo nee: wilde ik vreemdgaan? En met wie dan? Was mijn man Richard wel eens vreemdgegaan? Zou ik hem eruit gooien als hij vreemdging? En aangezien ik óók een langdurig huwelijk heb: hoe was het eigenlijk met mijn voorspel gesteld? En zo ging het maar door. Het is dus écht waar, dacht ik. Journalisten willen maar één ding weten: ‘Hoeveel zit er van jezelf in dit boek?’ Alles, natuurlijk. En tegelijkertijd niks. Voor mij is mijn hoofdpersoon Iris echt gaan leven – maar ik bén haar niet. Ik ben ook niet haar vriendinnen. Ik ben iedereen en niemand.
==
Het is een relatiekomedie, en dus fictie. Maar ik merkte al snel dat ik in interviews vooral over mijn eígen relatie moest praten. En waar Saskia Noort nog kan zeggen dat zij nog nooit iemand van een balkon heeft geduwd, kan ik met twee kinderen moeilijk volhouden dat ik nog nooit seks heb gehad. Hoewel ik verre van preuts ben, moest ik soms echt even slikken bij de impertinente vragen die me werden gesteld. Journalisten vissen naar dingen die zelfs mijn beste vrienden niet zomaar op tafel zouden durven leggen. Nu weet ik dat ik niet alles hoef te beantwoorden, maar dan krijg je citaten als: ‘Toen we Daphne vroegen naar de frequentie van haar pornoconsumptie hield zij wijselijk haar mond. Het moet dan wel substantieel zijn’. Ik verheug me dan ook op het schrijven van een eventuele tweede roman; dat betekent minstens vijftien maanden rust. Eens kijken wat ik in de tussentijd met een handzaag zou kunnen doen...