Als niemand een liedje voor je zingt, kun je toch zelf een deuntje gaan fluiten?
“Ik wil me niet langer eenzaam voelen, daarom ben ik op zoek naar jou. Brieven onder nummer 3157.”
“De zomer is lang en ik wil niet in mijn eentje gaan zwemmen. E-mail…”
“Deze kerst ben ik alleen. Wie haalt me uit mijn kerstdepressie? Brieven onder nummer 4529.”
Als je dit soort oproepen leest, zou je de bladzijde het liefst snel omslaan. Iemand wil zich aan me vastklampen, denk je dan misschien, of je wordt boos. Wil deze persoon een onemanshow? Jou niet gezien!
Er is iets raars aan de hand met eenzaamheid. Hoe eenzamer mensen zich voelen, des te eenzamer worden ze. Mensen die erover klagen dat ze alleen en eenzaam hun leven slijten, zullen ook de zondagmiddag achter hun eigen raam moeten doorbrengen. Want ze zijn op de een of andere manier te schuw, te schuchter en te onopvallend om naar iemand anders toe te kunnen gaan. Wat een verschrikkelijk leven!
Als je nog een béétje drang voelt om te leven en een advertentie niets heeft opgeleverd, kun je het via internet proberen of naar een bijeenkomst voor singles gaan. Veel singles vinden dan waar ze naar op zoek waren. “Eindelijk ben ik niet meer alleen!” zullen ze opgelucht uitroepen, maar de vraag is natuurlijk of het dan ook echt afgelopen is met zijn of haar eenzaamheid.
Eenzaamheid is geen gevoel dat van buitenaf wordt gereguleerd. Dat gevoel wordt hooguit tijdelijk bedekt als je door andere mensen wordt afgeleid. Maar op een bepaald moment ontstaat er een pauze, doordat:
~ je vriendin op het laatste moment een afspraak afzegt;
~ je droomprins een kikker blijkt te zijn of gewoon weer verdwijnt;
~ het reisgezelschap tijdens de groepsreis alleen maar uit stelletjes bestaat;
~ de eerste vakantie met je nieuwe partner alleen maar ruzies heeft opgeleverd.
∗
Chronisch eenzame mensen met een nieuwe partner ontdekken al snel dat er aan hun gevoel van eenzaamheid op de lange duur niets verandert. Dat gevoel verdwijnt niet, lost niet op, maar sluimert als een dier dat zich bij de eerste onregelmatigheid gapend uitrekt en klaar is voor een nieuwe aanval. Bijvoorbeeld als hun partner op zakenreis is, een seminar bezoekt of om relationele redenen een paar dagen verdwijnt of zich helemaal terugtrekt. Er zijn zelfs mensen die pas echt eenzaam worden als ze eindelijk een nieuwe partner hebben gevonden. In die eerste gelukkige tijd is er niemand die dat merkt, maar misschien wil niemand het ook merken. Wie zou zijn geluk willen laten bederven door dat huilende dier dat eenzaamheid heet? Alles moet nu gewoon rooskleurig zijn en geen van beiden wil geloven dat hij misschien ooit weer eens stilletjes in zijn glas wijn zal zitten staren. Dat was namelijk wat ze voordien deden. Al die tijd dat ze single waren. En dat zullen ze al snel weer gaan doen. Stilletjes in een glas wijn zitten staren. Maar nu met zijn tweeën.
Ken je dit grapje?
“Vroeger, toen ik nog single was, ging het eigenlijk best goed met me. Maar heel af en toe zat ik op de bank te huilen omdat er niemand naast me zat. En nu? Het gaat eigenlijk best goed met me. Maar heel af en toe zit ik op de bank te huilen omdat er iemand naast me zit.”
Dat is natuurlijk overtrokken, maar er zit een kern van waarheid in: eigenlijk maakt het niets uit of je nu wel of geen partner hebt. Tenminste, wat dat huilen betreft. Treurige of ongelukkige tijden horen bij het leven en ze komen hoe dan ook. Vaak voel je je verdrietig omdat het lijkt of niemand van je houdt, en daarna omdat hij kennelijk inderdaad niet meer van je houdt. Of niet zo van jou houdt als jij van hem. Of niet zoveel tijd met jou wil doorbrengen als jij met hem. Kan het zijn dat het gewoon aan je eigen instelling ligt?
Alleen zijn hoeft niet verschrikkelijk te zijn
Pippi woont alleen en heeft deze vorm van eenzaamheid geaccepteerd. Als je haar zou vragen of ze eenzaam is, zou ze je met grote ogen aankijken. Ze is niet eenzaam, ze woont gewoon alleen. Dat is heel wat anders. Pippi heeft Tommy, Annika, meneer Nilsson en Witje, haar paard. Bovendien heeft ze de boom voor het huis, de bloemen en haar spulletjes in huis, zoals hoeden, tollen, lepels en touwen. Daar kun je altijd iets mee doen waarvan je vrolijk wordt. En als ze geen brieven krijgt, schrijft ze er zelf wel een:
Pippi roerde en dacht na.
“Het is toch wel zielig voor mij dat ik nooit een brief krijg. Alle kinderen krijgen wel eens een brief. Maar omdat ik geen oma heb die mij een brief schrijf, moet ik mezelf maar een briefschrijven. Ik ga het meteen doen. Ga eens even van die kist af Tommy.”
Ze deed het deksel van de turfkist open en keek erin.
“Hier moet een pen liggen, als ik het me goed herinner.”
Er lag een pen. Pippi pakte hem. Toen scheurde ze een grote witte zak middendoor en ging bij de keukenrafel zitten. Er kwamen diepe rimpels in haar voorhoofd.
“Stoor me niet, want ik denk na.”
Alle mensen zijn af en toe alleen, maar velen van hen hebben in die uren goud ontdekt. Zij weten dat ‘alleen zijn’ niet hetzelfde is als ‘eenzaam zijn’. Alleen zijn is een toestand die je zelf kunt invullen en waarvan je kunt genieten!
Pippi weet hoe ze alleen moet zijn. Uit veel verhalen blijkt dat ze in allerlei situaties maar al te graag alleen is. Ze is helemaal geen ‘arm kindertehuiskind’ dat continu aandacht en troost zoekt. “Troost? Waarvoor?” hoor je haar al schouderophalend vragen. En als iemand bij haar aanklopt, roept ze: “Kom maar binnen, of blijf buiten, wat je maar wilt!” Ze hoeft niemand naar zich toe te lokken. En dat zegt ze ook heel duidelijk.
“Ben jij het meisje dat in Villa Kakelbont is komen wonen?” vroeg een van de agenten.
“Nee hoor,” zei Pippi, “ik ben een oud moedertje dat driehoog aan het andere eind van de stad woont.”
Ze zei dat voor de grap, maar de agenten zeiden dat ze niet moest proberen om leuk te zijn. En toen vertelden ze haar dat de mensen in de stad zo aardig waren geweest om te zorgen dat er voor Pippi plaats in een kindertehuis was.
“Ik heb al plaats in een kindertehuis,” zei Pippi.
“Wat zeg je nou, is het al voor elkaar?” vroeg de ene politieagent. “Waar is dat kindertehuis dan?”
“Hier,” zei Pippi trots. “Ik ben een kind en dit is mijn huis, het is dus een kindertehuis. En plaats heb ik meer dan genoeg.”
De agent moest lachen. “Meisje toch,” zei hij, “dat bedoelde ik niet. Je moet naar een echt kindertehuis, waar iemand is die voor je zorgt.”
“Mag je paarden meenemen naar jullie kindertehuis?” vroeg Pippi.
“Nee, natuurlijk niet,” zei de agent.
“Dat is niet zo mooi,” zei Pippi. “En apen?”
“Ook niet, dat begrijp je toch wel?”
“Nou,” zei Pippi, “dan moeten jullie de kinderen voor jullie kindertehuis maar ergens anders vandaan halen. Ik peins er niet over om daarheen te gaan.”
Je kunt op allerlei manieren met het alleen-zijn omgaan.
VOORBEELD
“Ik dacht: heerlijk, nu ben ik niet langer alleen,” jammert Glenna, 31 jaar oud. Nadat ze vijf jaar single is geweest, heeft ze eindelijk de man van haar dromen gevonden, Tom. Ze is inmiddels met hem getrouwd. Ze wil graag een gezin stichten en zich eindelijk settelen. Ze heeft nu wel genoeg geld en hoop geïnvesteerd in allerlei bijeenkomsten voor singles. Nu met Tom lijkt het geluk dichtbij. Maar Tom is makelaar voor percelen grond in Spanje. Hij is altijd op reis en nog lang niet toe aan het stichten van een gezin. Zijn vrije weekenden brengt hij samen met Glenna door, maar ook op de golfbaan. Getrouwd zijn is voor hem niet hetzelfde als verplichtingen hebben. Hij wil het beide: zijn sport beoefenen en Glenna zien. “Onderneem zelf ook eens iets,” zei hij een keer heel boos. Glenna heeft echter geen idee wat ze dan moet doen. Ze doet niet aan sport en het enige wat haar te binnen schiet, is shoppen, maar op zondag zijn de winkels dicht. Ze is woedend op Tom, want ze is per slot van rekening niet zomaar met hem getrouwd. Ook al heeft ze dat niet expliciet gezegd, toch had ze bepaalde verwachtingen van het huwelijk.
∗
Misschien zou Glenna gelukkiger zijn geweest als ze was getrouwd met iemand die zichzelf net zo min kon vermaken als zij. Maar verwacht ze niet gewoon te veel van Tom? En was het niet juist om zijn actieve leven dat ze op hem viel? Hoe denk je dat Pippi zich in deze situatie zou gedragen?
Wat zo aantrekkelijk is aan Pippi, is de vanzelfsprekende manier waarop ze van zichzelf houdt. Ze verveelt zich nooit als ze alleen is – het is hooguit soms zo dat ze even geen nieuwe ideeën heeft, maar die schieten haar ook wel weer te binnen. In de verhalen lees je nooit dat Pippi op Tommy en Annika zit te wachten omdat ze zich eenzaam voelt. Ze is een spannende, amusante, geïnteresseerde, aantrekkelijke partner voor zichzelf en verwacht niets van andere mensen. En hoewel ze graag op zichzelf is, is ze toch maar zelden alleen. Ze heeft regelmatig bezoek of ze onderneemt iets samen met haar vrienden. Heeft ze soms alleen maar geluk gehad? Nee, dat is geen geluk. Pippi heeft iets ontdekt wat heel belangrijk is.
Ook al klinkt het tegenstrijdig, hoe meer iemand geniet als hij alleen is en hoe belangrijker hij zijn eigen geluk vindt, des te meer mensen trekt hij aan.
Mensen die tevreden zijn met zichzelf en niet afhankelijk zijn van andere mensen, vindt men evenwichtig. Ze verwachten nooit dat een ander iets voor hen doet, maar ze doen alles opgeruimd zelf. Daarom is het zo plezierig in het gezelschap van evenwichtige mensen. Je kunt zelf bepalen hoelang je bij hen blijft, je wordt nooit ergens toe gedwongen en ze geven je energie en nieuwe kracht.
Ga eens goed na wat je graag wilt
Als je heel jong bent, probeer je dicht bij je moeder te blijven. Je bent nog afhankelijk van haar, want ze voedt je en geeft je aandacht. Je ouders zijn belangrijk voor je, want ze leiden je het leven in. Je bent gewend aan hun nabijheid, daarom is die belangrijk voor je, en je kunt je ontspannen als ze bij je zijn. Dan word je ouder en moet je leren dat er niet alleen nabijheid is, maar ook afstand. De aangename symbiose in het gezin waarin je bent opgegroeid, verdwijnt langzaam. Je moet je van jezelf bewust worden…dat is ongewoon en daardoor voelen veel mensen zich hulpeloos. Je partner moet jouw ‘gezin’ worden en dat voor jou zijn wat vroeger je ouders en je broers en zusters voor je betekenden. Maar een symbiotische relatie kan alleen functioneren als beide partners symbiotisch zijn aangelegd, met andere woorden: helemaal afzien van hun eigen zelfstandige ontwikkeling. Op een bepaald moment, als een van beide partners vertrekt of overlijdt, is het afgelopen met die symbiose.
Dat wat op het oog was gewaarborgd – continue nabijheid – verdwijnt. De enige die altijd bij je in de buurt is, ben jezelf. Daarom is het dus nodig dat je van jezelf houdt en jezelf goed kent. Om dat te bereikenmoet je af en toe alleen zijn, en dat betekent: afstand nemen van anderen. Dan leer je om je eigen ‘gezin’ te zijn, zonder dat je afhankelijk bent van andere mensen.
Denk jij ook dat je niet meer alleen bent zodra je een partner hebt? Als je aan je partner of aan een potentiële partner denkt, wat verwacht je dan van hem? Alleen als je hier serieus over nadenkt, zul je ontdekken wat je echt van een relatie verwacht!
~ Wil je niet langer alleen op vakantie?
~ Wil je niet langer als single naar familiefeesten gaan?
~ Heb je iemand nodig die jou een zakdoekje aanreikt als je in de bioscoop zit te snotteren?
~ Kook je niet graag alleen voor jezelf?
~ Heb je een sterke hulp nodig in de tuin?
~ Of een chauffeur?
~ Misschien vind je een portefeuille op twee benen wel heel verleidelijk?
~ Of wil je misschien alleen maar een gezin stichten?
∗
Wat is het precies? Alleen als je weet wat je wilt, kun je proberen deze wensen te vervullen. Je hoeft dan niet uit te kijken naar een partner die bij je wensen past en een nog beter geformuleerde contactadvertentie te plaatsen. Wat je moet doen, is je eigen wensen onderkennen en die, zo mogelijk, zelfvervullen. Het is soms net zo moeilijk om van jezelf te houden als om je in te stellen op iemand anders. Want heel vaak vergeet je tijdens al dat gezoek naar afleiding, afspraken en liefde naar jezelf te kijken. Veel mensen weten helemaal niet meer hoe dat moet, op een prettige manier in je eentje de tijd doorbrengen. Hun eigen wensen projecteren ze vaak op anderen in plaats van op henzelf. Er is echter niets mooiers dan je eigen wensen te vervullen, want dan hoef je opeens niet langer te wachten tot iemand anders dat voor je doet. En wensen hoeven natuurlijk niet altijd materieel te zijn.
OEFENING
Maak een lijstje van je liefste wensen en probeer ze dan te rangschikken. Noteer ze in een mooi boek of op een gekleurd vel papier. Dit is geen boodschappenlijstje, maar een lijstje van de dingen die jij van het leven – en dus ook van jezelf – verlangt. Natuurlijk mag je ook ‘parfum’ of ‘schoenen’ opschrijven, maar denk ook aan andere dingen dan materiële. Is er iets wat je graag wilt leren? Zou je willen dat je iets bepaalds zou kunnen? Is er een land waar je dolgraag op vakantie naartoe zou willen gaan? Of vind je je innerlijk, een bepaalde instelling of spiritualiteit belangrijker?
~ Hoe heten je wensen?
~ Vind je bepaalde wensen belangrijker dan andere?
~ Wat is er nodig om die wensen te vervullen?
~ Hoe kun je ervoor zorgen dat je het noodzakelijkste voor elkaar krijgt?
~ Is er een bepaalde aanpak nodig?
Hoe voel je je als een bepaalde wens is vervuld? Probeer dat speciale gevoel te beschrijven.
Als je serieus nadenkt over je wensen en je er echt voor inspant om ze te vervullen, heb je geen tijd om je eenzaam te voelen. Dan ben je met jezelf bezig; je begint aan iets nieuws of je tracht ergens meer over te weten te komen, iets wat je misschien ook meteen wilt uitproberen. Op deze manier is het leuk om alleen te zijn. Dan hoef je eindelijk niet meer te wachten tot er iemand langskomt die iets voor je doet, maar je kunt jezelf in het hier en nu meteen gelukkig maken. Jezelf gelukkig maken schenkt niet alleen meer bevrediging, maar heeft ook nog een ander belangrijk voordeel:
Tevreden mensen zijn charismatisch…
…en daardoor zijn ze een rolmodel voor andere mensen. Je kunt van hen leren hoe je je leven zo moet vormgeven dat je gelukkig wordt en het gevoel hebt dat je zinvol bezig bent. Gelukkige mensen stralen iets uit waardoor anderen graag in hun gezelschap zijn. Het maakt niet uit welk beroep ze hebben of hoe rijk ze zijn. Een positieve uitstraling komt diep uit je binnenste, uit je ziel. Een tevreden marktkoopvrouw die van haar werk en van de natuur houdt, kan evenveel uitstraling hebben als de Dalai Lama.
Mensen die zichzelf gelukkig maken, kennen geen afgunst of jaloezie, want ze zijn continu bezig zelf iets te bewerkstelligen. Ze hebben het druk met hun eigen doelen en idealen, en genieten van hun leven, waar ze zelfde verantwoordelijkheid voor dragen. Je kunt in hun aanwezigheid gewoon jezelf zijn en hoeft je niet af te vragen wat ze non-verbaal van je eisen of verwachten. Het geluk dat een tevreden mens uitstraalt, verrijkt zijn omgeving. Mensen die van zichzelf houden en graag alleen zijn, stralen warmte uit als kleine zonnen, en zijn niet continu afhankelijk van anderen.
Het gevoel dat je genoeg hebt aan jezelf, krijg je niet per se door doelbewuste handelingen: denk maar aan Pippi en aan alles wat ze uithaalt, dan moet je wel grijnzen. Als ze daar zin in heeft, danst Pippi op een bezem door het huis, maakt iets lekkers klaar, vertelt zichzelf een verhaaltje of fluit een liedje. Neem een voorbeeld aan Pippi en doe ook eens iets voor jezelf, ook al lijkt het misschien niet bijzonder effectief of zelfs zinloos. Niet alles wat tot een objectief resultaat leidt, maakt je automatisch gelukkig. Het is juist zo dat je het gevolg van dat soort vrije uurtjes zoals Pippi die meemaakt, meteen kunt voelen. Zonder dat je het van plan was, beïnvloedt het je stemming en daardoor doe je weer energie op voor het leven van alledag. En het heeft nog een voordeel: wanneer je gelukkig bent met jezelf en geen andere mensen nodig hebt, geef je andere mensen ook de moed om naar zichzelf op zoek te gaan. Kinderlijk plezier is daarbij een goed begin. Wie zich weer kind voelt, verwacht ook niet te veel van zichzelf. Er is dan niets wat je kunt verzaken of laten mislukken. Alles is goed en juist zoals het is.
OEFENING
Dit is een oproep om spontaan iets te gaan doen! Je gedraagt je vaak veel te volwassen, terwijl je het geluk juist in de chaos, in de spontaniteit, vindt. Nieuwe ideeën gedijen het best als er geen orde is. Her zijn de smaakmakers voor ongebruikelijk gedrag. Glip heel even in gedachten in je Pippi-kostuum en ga iels doen wat helemaal geen ‘nut’ heeft.
~ Tingel gewoon eens een beetje op een instrument.
~ Loop eens een speelgoedwinkel binnen.
~ Of een sprookjeshof.
~ Lees een boek van achteren naar voren.
~ Trek je mooiste kleren aan en maak je op, ook al ben je helemaal niet van plan om uit te gaan.
~ Neem een hele dag de telefoon niet op – die dag is ‘jouw dag’.
~ Eet een beker ijs leeg die voor twee personen is bedoeld.
Als je nu geen ideeën te binnen schieten, ga dan iets meer strategisch te werk. Misschien is het voor jou te ongebruikelijk om spontaan iets ‘niet nuttigs’ te verzinnen en heb je een korte warming-up nodig. Is dat het geval, vraag je dan af wat je het liefst zou doen om jezelf een goed gevoel te geven.
~ Op welke muziek zou je graag willen dansen?
~ Wat voor eten zou je graag willen klaarmaken?
~ Welk verhaal zou je jezelf graag vertellen?
~ Welk deuntje zou je graag willen fluiten?
∗
Spreek een Pippi-dag af met jezelf. Die dag moet je alleen zijn en de verleiding weerstaan om afspraken te maken. Denk je eens in dat je een hele dag alleen bent en jezelf kunt verwennen en nieuwe dingen kunt doen. Probeer die dag eens om de wereld door de ogen van een kind of een avonturierster te zien, en het niet-nuttige belangrijk te vinden. Gun je hersencellen een korte pauze en geef je behoeften de leiding in handen. De volgende dag mag je weer volwassen en verstandig zijn. Als je dat dan nog wilt…
VOORBEELD
Susan, 31 jaar oud, heeft een heel mooi ritueel ingesteld. Eén dag per jaar brengt ze in haar eentje door. Ze rijdt naar Harlingen, dwaalt een beetje door het oude stadje en stapt vervolgens op de snelboot die haar in drie kwartier naar Terschelling brengt. In de haven van West-Terschelling neemt ze een ijsje en ze dwaalt een beetje door het dorp tot de volgende boot weer terugvaart naar Harlingen.
“Ik ben dol op dat uitstapje!” Veel vriendinnen van me begrijpen er niets van. Die zouden nooit in hun eentje een bootreis maken; hooguit samen met hun vriendinnen of partner. Volgens mij zijn ze gewoon een beetje bang, maar als ze het eens een keertje zouden doen, zo’n feestdag met zichzelf, zouden ze het volgens mij dolgraag herhalen. Net zoals ik. Het is algauw weer zomer…en dan rij ik weer naar Harlingen. En omdat ik het zo fijn vind alleen te zijn, doe ik het steeds vaker. Ik doe soms net alsof ik mezelf verras. Dat klinkt misschien gek, maar het is fantastisch! Ik heb het nodig om regelmatig een tijdje alleen te zijn. Dan kom ik weer op krachten, tank een beetje bij en heb tijd om na te denken. Eenmaal thuis vertel ik hoe het is geweest en voor de thuisblijvers heb ik meestal wel een paar kleine cadeautjes bij me.
∗
En, krijg je zin om ook eens zoiets te doen? Zou je graag een keertje met Susan meegaan? Dan heb je pech, want Susan reist op zo’n dag uit principe altijd alleen! Maar je kunt het natuurlijk ook doen zoals zij. De boten naar Terschelling varen elke dag!
Wat moet ik doen als ik me toch een keertje eenzaam voel?
Inmiddels weet je dat eenzaamheid niets te maken heeft met andere mensen of gezelschap. Net zomin als er een woord is dat het tegendeel van honger beschrijft, is er een woord dat het tegendeel van eenzaamheid beschrijft. In onze taal kun je beide situaties alleen beschrijven met de toevoeging ‘gestild’. Eenzaamheid en honger worden gestild. Maar je krijgt altijd weer honger, en ook eenzaamheid heeft de neiging steeds weer bij je aan te kloppen. Dat kan je ook op een boot overkomen, op een moment waarop je je eigenlijk heerlijk in je eentje wilde vermaken. Wat moet je dan doen?
Niets. Net zo snel als een gevoel van eenzaamheid opduikt, verdwijnt het ook weer. Behalve natuurlijk als je je eraan vastklampt en dat gevoel onderdeel laat worden van je eigen identiteit. Zodra je dat gevoel van eenzaamheid waarde toekent – en dat gebeurt tijdens een innerlijke dialoog – veranker je dat gevoel in je binnenste. Dan lijkt het wel of je die emoties in je rugzak stopt en ze op die manier altijd met je meezeult.
Dus, als er tijdens je uitstapje (of tijdens een andere gebeurtenis) even bepaalde gedachten in je opkomen, constateer je gewoon: “Hé, kijk eens, ik voel me heel even verdrietig. Goh, dat is interessant.” En je laat die gevoelens vervolgens verder trekken…Jij maakt nu een uitstapje en dan is het toch veel interessanter om naar het landschap en naar andere mensen te kijken? Heb je zin in een kletspraatje? Die vrouw tegenover je ziet er aardig uit en lijkt wel zin te hebben in een gesprek.
Trouwens, is het je wel eens opgevallen dat je alleen maar zo reageert als je nare gedachten hebt? Niemand zou zich afvragen waarom hij zo vrolijk is als hij een uitstapje maakt. “Waarom ben ik nu toch zo vrolijk? Dat moet ik eens uitzoeken! Daar moet toch een reden voor zijn. Maar welke dan? En mijn stemming wordt alleen maar beter…hoe krijg ik dat nou weer onder controle?” Positieve gevoelens accepteer je gewoon. Niemand blijft staan alsof hij door de bliksem is getroffen omdat hij gewoon gelukkig is! Er zijn waarschijnlijk maar weinig mensen die zich gaan zitten afvragen waarom ze gelukkig zijn en of dat gevoel nu echt is of niet. Schenk daarom al je gevoelens – positieve en negatieve – evenveel aandacht.
OEFENING
Let eens een uur lang op jezelf en probeer uit te vinden welke gevoelens er in je opborrelen. Vraag je niet af waarom je ze voelt, maar kijk ernaar zoals je naar reclamespotjes of schilderijen kijkt. Je hoeft nu alleen maar te kijken en waar te nemen. Na deze oefening zul je verbaasd constateren hoeveel verschillende gevoelens je in deze korte tijd hebt gehad. Het is meestal net als in een achtbaan: het gaat op en neer. Maar het ligt voor een groot deel aan jezelf of deze vluchtige bezoekers echt blijven logeren! En dan komt er een nieuwe vraag op: welke van al die gevoelens waren belangrijk? Het komt vaak voor dat je je de details niet eens meer voor de geest kunt halen, ook al heb je je op een bepaald moment bijvoorbeeld echt verdrietig gevoeld.
Gevoelens kun je tevoorschijn toveren – en weer laten verdwijnen
Door oefening kun je een bepaalde stemming in jezelf oproepen. Luister naar je favoriete nummer. Denk terug aan een mooie dag aan zee. Weet je nog op welke handdoek je lag? Waren er vrienden bij je? Was het onbewolkt of licht bewolkt? Hoorde je muziek in de verte? En was het water koud of viel het mee? Denk aan je partner of aan je kind. Doe een beetje van je favoriete parfum op en adem deze geur diep in.
Je voelt je waarschijnlijk opeens heel anders dan zonet! En als dat zo is, welk gevoel is dan het belangrijkst, het nieuwe of het oude? Of geen van beide?
Wat voor goede gevoelens geldt, geldt trouwens ook voor slechte. Je hoeft alleen maar aan een nare situatie op je werk of in je privéleven te denken, aan iets wat je echt heel vervelend vindt. Ruzie met je partner, zware gesprekken op je werk of een innerlijk conflict. Stop! Dat wilden we niet! Want meteen al voel je je vervelend en naar, terwijl het kort geleden nog zo goed met je ging.
Ga dus maar terug naar de zee, snuif dat parfum nog een keer op of kijk in je agenda wanneer er weer iets leuks gepland is. Dan voel je je al snel weer beter.
Het is niet alleen zo dat jouw gevoelens macht over je hebben, maar jij hebt ook macht over je gevoelens! Je kunt je gevoelswereld je leven laten beheersen of je leven bewust vormgeven!
Emotionele intelligentie en instinct
Maar ik moet toch naar mijn onderbuikgevoel luisteren, denk je nu misschien. Ja, dat klopt! Luister dan echter wel naar al je gevoelens en niet alleen naar je negatieve emoties. Je moet, wat je gevoelens betreft, leren om onderscheid te maken. Wat is een bui en wat is een boodschap van je ziel? Dat kan alleen maar als je naar je diepste gevoelens luistert en de tijd neemt voor jezelf. Je moet de zender, om het zo maar eens te noemen, goed instellen. Dat kan niet in één keer, maar je zult er steeds beter in worden naarmate je jezelf beter leert kennen. Dan weet je al gauw of het alleen maar een bui is die voorbij komt of dat je intuïtie bij je aanklopt. Het echte onderbuikgevoel laat zich niet zo gemakkelijk wegjagen. Dat meldt zich duidelijk, indringend en steeds weer, want het is een waarschuwingssysteem of een aanmoediging om iets te doen. Maar stemmingen en buien komen onverwacht en zijn even snel weer verdwenen. Vraag je dan af of je eenzaam bent of je alleen maar verveelt. Dat is een groot verschil!
Voordat je je dus door je stemmingswisselingen laat beïnvloeden, moet je uitvinden of het alleen maar een bui is of een dieper liggend gevoel. Het is net zoiets als met trek en echte honger – dat verschil moet je weer leren onderkennen. Vraag je dus de volgende keer dat je stemming omslaat af: heb je gevoelshonger of heb je alleen maar een bepaald gevoel van eenzaamheid? Bijvoorbeeld omdat het toevallig stil is en je alleen bent.
Op die manier ben je niet overgeleverd zodra je je een keer even eenzaam voelt. Dan kun je erachter komen of je je écht eenzaam voelt of gewoon een beetje alleen. Of misschien verveel je je alleen maar.
En wat belangrijker is, is dat je dit kunt veranderen. Bijvoorbeeld door die eenzaamheid een andere naam te geven. Wat denk je hiervan?
~ Tijd voor mezelf.
~ Luxe.
~ Vrije uurtjes.
~ Vrije, niet-ingeplande tijd.
~ Speelruimte voor jezelf.
∗
Woorden zijn het vat voor onze gevoelens. Alleen al een situatie anders benoemen kan je in een positieve stemming brengen.
Kleine, autonome Pippi
Als er al iemand reden heeft om te jammeren omdat ze zo alleen is, dan is dat Pippi! Of niet? Ze woont in haar eentje in een groot huis, haar moeder is dood, haar vader is weg en ze heeft ook geen zusjes of broertjes. Zelfs haar vrienden, de matrozen, zijn weer op zee. Er is niemand die haar eens een aai over de bol geeft of ‘s-avonds een liedje voor haar zingt. Hoe komt het dan dat in al die verhalen geen enkele klacht te horen is? Pippi is altijd opgewekt, hooguit denkt ze soms een beetje te veel na. Dat kan ze heel goed, dat nadenken, en daar neemt ze dan ook rustig de tijd voor.
In feite doet zij dat wat we jou hebben aangeraden. Zonder wierookstaafjes of de een of andere vorm van meditatie heeft Pippi een goed gevoel over zichzelf. Ze volgt haar gevoel en leert om goed het verschil te zien tussen overvallen worden door een triest gevoel, een bui of misschien een gemakkelijk te vervullen behoefte.
Als ze merkt dat ze een behoefte heeft, begint ze deze meteen te vervullen. Wil ze graag een slaapliedje horen, dan neuriet ze die zelf. Het kan haar niets schelen dat ze soms zelf haar behoeften moet vervullen, want ze vindt het leuk om zichzelf een plezier te doen. Met als bijkomend voordeel dat ze zo het lied te horen krijgt dat ze ook echt wil horen.
Nu denk je misschien dat een door jezelf geneuried slaapliedje geen vervanging is voor een slaapliedje dat een van je ouders voor je zingt. Dat klopt, en we zijn ook helemaal njet van plan om dat met elkaar te vergelijken. Maar dat is toch geen reden om dat slaapliedje niet zelf te zingen of te neuriën? Een liedje dat ook heel lage tonen heeft, waardoor je de klanken in je buik voelt resoneren – voel eens hoe prettig dat is! Het gebeurt vaak dat je tegen jezelf loopt te praten of een beetje neuriet. Maar om nu bewust een rustig lied voor jezelf te neuriën, is toch wel even iets anders. Dan ben je dicht bij jezelf, je voelt jezelf en hebt daar niemand anders bij nodig…
Dat is het waar Pippi ‘s-avonds voordat ze in slaap valt van geniet! En om het nog prettiger te maken ligt ze verkeerd om in haar bed en wiebelt met haar tenen. Pippi kijkt links noch rechts en huilt niet om de afwezigheid van haar ouders of Tommy en Annika, maar is helemaal op zichzelf gericht.
Toen ging ze liggen. Ze sliep altijd met haar voeten op het kussen en haar hoofd aan het voeteneind onder de dekens.
“Zo slapen ze in Guatemala,” vertelde ze. “Dat is de enige manier om te slapen als je in je slaap met je tenen wilt wiebelen. Kunnen jullie slapen zonder slaapliedje?” vroeg ze. “Ik moet altijd een poosje voor mezelf zingen, anders doe ik geen oog dicht.”
Tommy en Annika hoorden een gebrom onder de dekens.
Iemand die altijd bij zichzelf blijft, is eigenlijk nooit eenzaam. En dat is heel vaak een waar genoegen!
Pippi zou het vast heel gek vinden als ze altijd op andere kinderen aangewezen zou zijn. Zij zou geen zin hebben om te wachten tot iemand aan de deur klopt om iets te kunnen beleven. We denken zelfs dat ze het helemaal niet leuk zou vinden als er altijd iemand bij haar was. Brutaal en ongegeneerd maakt ze in haar eentje de mooiste plannen. Pippi heeft geen kindertehuis nodig om zich zeker te voelen. Weet je nog? Ze draagt een heel kindertehuis bij zich. “Ik ben een kind en dit is mijn huis, het is dus een kindertehuis. En plaats heb ik meer dan genoeg.”
Je bent alleen maar eenzaam zonder jezelf
Nu weet je dus dat alleen zijn niets te maken heeft met eenzaamheid. Veel mensen vinden alleen zijn heerlijk. Vaak zoeken ze het alleenzijn gedurende een bepaalde tijd zelf op. Het alleen-zijn opzoeken houdt in: “Ik wijd me nu helemaal aan mezelf. Ik lees, schilder, schrijf, dicht of laat mijn gedachten de vrije loop.” Je kunt helemaal verkwikt uit de eenzaamheid terugkeren, helemaal blij en opgewekt.
Pas als je het contact met jezelf verliest, verandert het alleen-zijn in een onaangenaam gevoel. Op dat moment beginnen veel mensen een vervulling buiten zichzelf te zoeken.
Van het alleen-zijn van Pippi kun je het volgende leren:
1. Treed in contact met jezelf;
2. en dan pas met anderen.
∗
Zo kom je erachter welke behoeften je echt hebt en die kun je gaan vervullen. Verveel je je? Ga dan iets doen wat je leuk vindt of bel een vriendin op die onderhoudend is (en geen vat vol zorgen). Wil je met andere mensen van gedachten wisselen? Dan is een club misschien interessant voor je. Ben je op zoek naar een liefdesrelatie? Vraag je dan af wat voor soort relatie je zou willen.
Eenzaamheid is een gevoel dat je kunt veranderen. Bijvoorbeeld door een liedje te neuriën of jezelf een verhaaltje te vertellen. Ook als je weet dat je niet aan die eenzaamheid bent overgeleverd. Je bepaalt zelf hoe lang je alleen wilt zijn, en dat betekent ook dat je gasten kunt uitnodigen als je even op jezelf bent uitgekeken.
Vaak verzet je je tegen die verantwoordelijkheid. Dan wil je dolgraag dat de telefoon gaat, zodat er eindelijk eens iets gebeurt. Maar de telefoonkabel heeft twee uiteinden. Dat betekent dat jij ook actief kunt en moet worden. Er zijn echter van die dagen waarop je niet ook nog eens verantwoordelijk wilt zijn voor de invulling van je vrije tijd. Als je dit soort gedachten herkent en je er bewust van wordt waardoor ze ontstaan, ben je al bijna bezig om zelfde verantwoordelijkheid voor je vrije tijd te nemen. Hoe meer je je met jezelf bezighoudt, hoe minder gemakkelijk je jezelf kwijtraakt. Maar, en dat is het mooie van deze boodschap, hoe meer contact je met jezelf hebt, hoe meer zelfbewustzijn en zelfvertrouwen je krijgt. Je moet gewoon niet langer wachten tot de telefoon gaat en je wordt uitgenodigd door iemand met wie je niet eens iets wilt doen. Neem je lot in eigen hand.
Tevreden alleen zijn werkt bevrijdend!
Je hebt je nu lang genoeg aan je adressenboekje vastgeklampt en gedacht dat je ook nog de laatste oninteressante adressen erin moest laten staan. Bijvoorbeeld voor als je eens een eenzame dag hebt – en alleen dit ene, zelden gekozen telefoonnummer nog over is. Hoe eenzaam moet je je voelen om dat ene nummer te kiezen? Denk je dat Pippi Langkous dat telefoonnummer ‘voor het geval dat’ zou bewaren? Ze zou nog liever een hele dag vrijwillig naar school gaan! Gooi ze dus weg, al die adresboeklijken die je eigenlijk al heel lang niet meer wilt ontmoeten.
Er begint een nieuw tijdperk en daar hoort een nieuw adresboekje bij! Koop een mooi exemplaar en noteer hierin alleen de gegevens van mensen die nuttig zijn of met wie je echt tijd wilt doorbrengen.
Hoe meer kwaliteit je zoekt in je contacten en vriendschappen, des te liever willen deze mensen tijd met jou doorbrengen. Als je alleen maar op zoek bent naar zoveel mogelijk kennissen, kun je nooit een echte vriend zijn. En je kunt vandaag al beginnen hier verandering in aan te brengen.