Ben je bijzonder? Gelukkig maar!

“Ik wil graag spaghetti en daarbij…even nadenken…ja, ik neem er een groene salade bij…of wacht even, ik wil geloof ik helemaal geen spaghetti, maar liever lasagne, maar dan niet met al te veel kaas erop.” Nee, dat is niet Meg Ryan in When Harry met Sally, maar Carla. Carla is begin dertig en ze gedraagt zich, eh, anders. Zodra ze ergens binnenkomt, valt ze op. De ene keer door haar kleding, de andere keer door haar kapsel of haar gedrag. Vaak hoor je mensen sissen: “Lieve help, die is goed gek!” of ze zeggen verbijsterd: “Wat is dat toch voor een vrouw!” Carla is een kleurrijke paradijsvogel. Ze heeft een bontgekleurde ziel en zingt op een bijzondere manier. Carla is geen grijze muis – en dat weet ze! Je móét altijd even naar haar kijken en als je haar een keer hebt gezien, vergeet je haar nooit meer.

Net als haar zielszuster Pippi, die je ook niet meer kunt vergeten nadat je het eerste hoofdstuk hebt gelezen. Als Pippi in haar villa gaat wonen, vinden de andere kinderen haar heel vreemd en het is wel duidelijk dat ze dit meisje nooit meer zullen vergeten:

Annika werd de volgende morgen vroeg wakker. Ze sprong uit bed, sloop naar Tommy toe en trok hem aan zijn arm.

Wakker worden, Tommy!” riep ze. “Dan gaan we naar dat grappige meisje met die grote schoenen!

Ook Carla kent dit wel. Wanneer ze naar een bar gaat, duurt het niet lang voordat iemand haar aanspreekt. “Wat is dat voor kleding die je draagt? Is dat de nieuwste mode of heb je gewoon geen smaak? En waarom praat je zo vreemd? Heb je altijd al zo gepraat of heb je dat jezelf aangeleerd? Wat vinden je collega’s daarvan? Trouwens, ik heb je al eens eerder gezien!”

Carla is bijzonder en het pr-concept dat ze heeft uitgekozen, heeft succes. De manier waarop ze loopt, staat en praat is ‘anders’ en het effect dat ze daarmee sorteert, is verbijsterend. Of je het nou leuk vindt of niet: Carla kun je niet over het hoofd zien. Ze is tevreden over zichzelf en gedraagt zich daardoor heel zelfbewust. Zodra Carla een vertrek binnengaat, is ze er, en als ze iets zegt, zorgt ze ervoor dat iedereen haar hoort. Dan praat ze iets harder en in haar woorden laat ze overtuiging doorklinken. Carla geniet van elke lettergreep en laat hem als een lekkere bonbon over haar tong rollen.

Bijzonder zijn en opvallen

Als Carla iets zegt, wordt er naar haar gekeken. Dan is haar plannetje gelukt. Dat is precies wat ze wilde! En nog iets meer zelfs. Wat Carla wil, is zichzelf ensceneren, of ze nu in de opera, de supermarkt of de pizzeria is. Ze creëert steeds weer een nieuwe ik en daardoor houdt ze de wereld (en zichzelf) in spanning. De ene keer is ze een echte dame en de andere keer een lellebel. Ze vindt het leuk om anders te zijn en andere mensen te verbazen. Ze vindt het niet erg dat er nieuwsgierig naar haar gekeken wordt; integendeel, dat wil ze juist. Dat andere mensen haar af en toe uitlachen, vindt ze prima. Ze lacht zichzelf immers ook vaak genoeg uit!

“Je moet de dingen niet al te serieus opvatten,” zegt ze. “Daarvan krijg je alleen maar vouwen in je gezicht.” Vlak daarna is ze alweer in een gesprek verwikkeld met een man die haar grijnzend iets vertelt en later haar drankjes betaalt.

Vermoeiend, bijzonder…of kieskeurig?

Het klinkt allemaal erg interessant, maar laten we er eens beter naar kijken. Hoe zit dat met Carla, is ze vermoeiend, bijzonder of gewoon eigenzinnig? Vaak is Carla het eerste, dan weer het tweede, maar heel zeker het derde. Soms noemt men haar wel gecompliceerd.

Zo vergaat het Pippi ook. We vinden het allemaal prachtig wat ze doet, maar ondertussen realiseren we ons heel goed dat zoveel eigenzinnigheid ook vermoeiend kan zijn. Zeker voor haar omgeving.

Pippi doet wat ze wil en zegt bijvoorbeeld de zeereis met haar vader gewoon af. Zo zouden wij ook graag willen zijn, maar we hebben de prijs er niet voor over. Welke prijs? Tja, als je je zo gedraagt, trap je wel eens op andermans tenen. En je wilt nou juist dat iedereen je aardig vindt. Vrouwen houden zich dikwijls op de vlakte ten aanzien van hun wensen en hun mening, omdat ze bang zijn dat ze op een onplezierige manier zullen opvallen. Ze willen in geen geval iemand ergeren, wegdringen, ten koste van hem of haar de show stelen of de indruk wekken dat ze de confrontatie willen aangaan.

~ We willen opvallen, maar niet opvallend zijn.

~ We willen zeggen wat we denken, maar niet lastig zijn.

~ We willen dat men ons niet vergeet, maar niet origineel zijn.

Eigenlijk willen de meeste vrouwen dat iedereen hen leuk vindt, ook al hebben ze een eigenzinnige uitstraling. Leuk bedacht, maar helaas werkt het niet zo. Waarom probeer je Carla’s manier niet een keer uit? Misschien ontdek je dan wel dat je op die manier veel verder komt dan wanneer je je altijd maar aanpast.

Waarom zou je niet een keer een groep mensen, je collega’s of je partner wakker schudden? Als iets maar een keer overhoop ligt, kan er ook weer een nieuwe structuur in komen en dat kan heel goed zijn. Pippi vraagt zich nooit af of ze iemand voor het hoofd stoot of op de tenen trapt. Toch betekent dat niet dat ze anderen kwetst, maar dat ze voor zichzelf en voor haar behoeften opkomt. Als ze al probeert met iemand in het reine te komen, dan is dat met zichzelf. En de volwassen Pippi zou je toeroepen: Als je probeert het iedereen naar de zin te maken, doe je jezelf tekort en uiteindelijk maak je het niemand naar de zin. En als je niet wilt opvallen, word je niet gezien.

Als je wilt dat de mensen je horen, moet je je mond opendoen en harder praten. Als je wilt dat de mensen je zien, moet je ervoor zorgen dat je gezien wordt. Niemand kan raden wat er in je omgaat.

Eigenlijk heel eenvoudig, vind je niet? Natuurlijk, elk nieuw gedrag voelt in het begin een beetje vreemd. Zoals met een paar schoenen dat nog niet is ingelopen. Je raakt echter al snel gewend aan de nieuwe hakhoogte en dan merk je dat je licht en soepel loopt. Daar kun je op voortborduren en voor je het weet begin je een beetje moediger te worden. Zo kun je jezelf minder afhankelijk maken van wat anderen vinden. Dit hoofdstuk gaat over deze nieuwe zekerheid.

Jezelf laten zien is leuk. Opkomen voor jezelf geeft je een trots gevoel.

Durf anders te zijn en de mensen om je heen te verrassen

Iedere dag weer renden Tommy en Annika naar Villa Kakelbont zo gauw de school uit was. Ze wilden niet eens hun huiswerk thuis maken, maar namen hun boeken mee naar Pippi.

Mooi,” zei Pippi toen ze kwamen. “Ga hier maar zitten leren, dan blijft er vast ook nog wel wat wijsheid bij mij hangen. Niet dat ik het nodig vind, maar misschien kun je geen echte dame worden als je niet weet hoeveel Hottentotten er in Australië zijn.”

Tommy en Annika gingen met hun aardrijkskundeboek aan de keukentafel zitten. Pippi zat met opgetrokken knieën midden op de tafel.

Maar het kan toch,” zei Pippi, “dat als ik nou net uit een boekje heb geleerd hoeveel Hottentotten er zijn, er eentje doodgaat aan longontsteking of zo. Dan was alles voor niets, en word ik nog geen echte dame.”

Ze dacht na.

Iemand zou die Hottentotten van jullie eens moeten vertellen dat ze zich aan het boekje moeten houden,” zei ze.

Wie had gedacht dat Pippi een echte dame zou willen worden? Of probeert ze alleen maar de manier van denken van Tommy en Annika door haar opmerkingen in twijfel te trekken?

Je blijkt heel veelzijdig te zijn als je eenmaal hebt ontdekt hoeveel extraverte capaciteiten je hebt. Andere mensen blijven dan nieuwsgierig naar je en bekijken je altijd weer met een frisse blik. Dat zegt Tommy ook een keer tegen zijn zusje: “Bij Pippi weet je eigenlijk nooit waar je aan toe bent!” Dat klopt, ze is elke keer weer anders.

Net als Carla. Zij past ook niet in een kader, je moet je op haar instellen. Als je aan haar vrienden zou vragen: “Vind je Carla niet een beetje té bijzonder?” zou het vast en zeker even stil zijn. Heel even maar, en daarna zouden ze zich allemaal achter Carla scharen. Ja, ze is merkwaardig, zonderling, en soms zou je zelfs kunnen zeggen dat ze een beetje getikt is, maar dat is precies de reden waarom Carla zo bijzonder is. We hoeven niet allemaal zoals Carla te zijn, maar het kan geen kwaad om je bewust te worden van je individualiteit en deze af en toe eens te benadrukken. Je wilt anders zijn dan andere mensen en dat is ook goed. We dragen immers ook niet allemaal dezelfde kleren. En we hoeven ons ook niet allemaal hetzelfde te gedragen!

Carla draagt altijd bijzondere kleren, heeft steeds een nieuw kapsel en denkt vaak vanuit een heel nieuw perspectief. Ze is niet bang voor de sceptische blik van andere mensen. Ze geeft graag antwoord op vragen, want voor Carla zijn vragen een manier om verder te komen en om in gesprek te raken.

In onze wereld vol regeltjes en aangepast gedrag is Carla’s onaangepaste gedrag heel verfrissend. Eindelijk eens iemand die zich niets aantrekt van wat andere mensen zeggen en denken. Carla’s moed is aantrekkelijk en betoverend, ook al zeggen de mensen dat niet vaak tegen haar. Ze is veelzijdig, en dat houdt ook in dat mensen op verschillende manieren op haar reageren. Carla geniet daarvan, want ze wil graag het hele palet van reacties op zichzelf en anderen leren kennen. Tegelijkertijd stelt ze scherpe grenzen aan hoever iemand bij haar mag gaan: als iemand haar te dicht op de huid komt, laat ze dat weten. Als ze iemand op de tenen trapt, vindt ze de juiste woorden om zich te verontschuldigen. En pure jaloezie negeert ze gewoon. “Kijk maar niet naar mij,” zegt ze zonder woorden, “maar probeer je eigen leven te leven. Je moet je eigen weg vinden.”

Ook Pippi is een paradijsvogel, en we zouden lang niet zo dol op haar zijn geweest wanneer ze zich even normaal als Annika zou hebben gedragen. Pippi hield ons in spanning. Annika was voorspelbaar braaf. Als ze werd uitgedaagd, kon ze nog wel eens iets gedurfds doen, maar uit zichzelf bedacht ze nooit iets brutaals of geks. In een sprookjesrijk zou Annika nooit een rover zijn of een leidster. Ze zou eerder de rol van bezwarenbedenker spelen.

In de verhalen moest ze wel een onbelangrijk wezentje zijn, want ze is de tegenpool van Pippi. Als Tommy en Annika even brutaal als Pippi waren geweest, was het verhaal over een kinderbende gegaan. Maar dat was niet wat Annika wilde. Dankzij Annika’s onopvallendheid kan Pippi juist stralen. We mogen Annika dus wel bedanken voor de moeite, maar dan is het ook afgelopen. Het gaat hier immers om iets heel bijzonders: om jou! Je moet andere mensen niet helpen stralen, maar je eigen leven een beetje oppoetsen.

Jij bent een heel bijzonder merk

Je bent niet uitwisselbaar en niet gemakkelijk te verwarren met iemand anders. Maar als dat zo is, waarom laat je jezelf dan niet graag zien en vermijd je regelmatig het voetlicht?

Vaak ga je uit van een veronderstelling die betwistbaar is: je bent bang dat andere mensen zich van je afkeren als je je opvallend gedraagt. Je bent bang je vrienden kwijt te raken en je wilt je gezin niet blameren. Meestal echter heb je geen idee of die angst terecht is. De kans dat andere mensen je echt zullen uitlachen of je scheef zullen aankijken, is heel klein. Het is eerder zo dat mensen het leuk vinden als iemand lef toont. Als jij iets durft, durven andere mensen ook meer, want afwijkend gedrag laat zien dat er meer manieren zijn om iets te doen dan die ene manier. Dat is creatief!

Kleurrijk gedrag is aantrekkelijk

Carla en Pippi hebben niet alleen maar applaudisserend publiek om zich heen. Ze hebben plezier in hun leven en laten dat ook graag zien. Beiden zijn uitsluitend alleen als ze daartoe hebben besloten; anders hebben ze altijd veel mensen om zich heen en gaat de telefoon continu. Maar waarmee trekt Carla de mensen eigenlijk naar zich toe?

“Zij heeft een heel andere kijk op de wereld dan ik,” zegt haar beste vriendin Marijke. En er zijn ook veel mensen die openlijk toegeven dat het nooit saai is met Carla in de buurt. Waar je ook naartoe gaat met haar: je raakt altijd met andere mensen in gesprek of je ontdekt een plek die je zonder haar nooit had kunnen vinden.

“Ze motiveert je om iets nieuws uit te proberen en anders te reageren. Om niet altijd zo voorspelbaar te zijn, zo braaf!” zegt Bernadette, een andere vriendin, over Carla.

Carla laat haar mooie en haar minder mooie kanten zien, én een paar kleurrijke paradijsvogelveren. Net zoals Pippi andersom in bed ligt, gaat Carla niet van rechts naar links, maar van links naar rechts. In de tram stapt ze voorin in en achter weer uit, om in een andere wagon te gaan zitten. Wat ze ook doet, ze doet altijd net alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. Maar ze dringt niet op de voorgrond en blijft eenvoudig. Daarom moet je ook niet proberen haar na te doen, maar proberen je eigen individuele stempel op iets te drukken…hoe die er ook uitziet.

OEFENING

~ Wie van je vrienden is een Pippi or een Carla?

~ Waarom vind je die persoon zo speciaal?

~ Is er een bepaald soort gedrag dat je ook wel eens zou willen uitproberen?

Denk daar rustig een paar minuten over na. Probeer te ontdekken welk gedrag je bewondert en welk gedrag niets voor jou is.

Als je wilt opvallen, moet je opvallen!

Ieder mens wil merkwaardig zijn. Nee? Merkwaardig bedoelen we hier letterlijk: dus dat je het waardig bent dat anderen je opmerken, dat ze zien wie en hoe je bent. Vaak moet je daarvoor slimme ideeën hebben of in je gedrag twee verschillend gekleurde sokken dragen. Dat houdt in dat je je niet volgens de gangbare normen gedraagt, maar je buiten de gebaande paden begeeft.

Stop dus elk voorbehoud dat je hebt in een kist en sla die op in de kelder of de garage. Echte contacten worden niet verbroken omdat je opeens rode vlechten hebt; die kans is groter als je oneerlijk bent of egoïstisch. Het is ook niet fair om je talenten en vaardigheden te verzwijgen, om anderen niet te laten zien wat je kunt en maar op halve kracht te functioneren. Laat maar zien wat je allemaal kunt, zodat ook andere mensen het aandurven om te groeien.

“Maar ik ben bang dat die andere mensen over me gaan kletsen,” zei iemand die aan een workshop deelnam. Natuurlijk doen ze dat. Geweldig toch! Ze praten en ze vragen, en dat betekent ontwikkeling in plaats van stilstand. En iemand die over je abnormale gedrag begint te roddelen, heb je sowieso niet nodig. Nee toch? Je leeft niet om alles maar hetzelfde te laten blijven. Als een fonkelende ster lever je een bijdrage aan de glans van deze wereld.

Viel ik te erg op?

De zakenman keek naar Pippi’s rode haar en vroeg: “Weet je wat jij gemeen hebt met een vuurtoren?

Nee,” zei Pippi. “Geen idee.”

Nou, jullie zijn allebei rood van boven, ha ha ha!

Een mens moet veel horen voor zijn oren eraf vallen,” zei Pippi. “Dat ik daar nooit aan gedacht heb!

De man bekeek haar even en toen zei hij: “Ik geloof dat jij het lelijkste kind bent dat ik ooit gezien heb.”

Och ja,” antwoordde Pippi, “ik vind jou ook niet moeders mooiste.”

Het is natuurlijk mogelijk dat mensen niet zo aardig op opvallend gedrag reageren. Laat je daardoor niet afschrikken. Maar als je denkt dat je het een keer echt te bont hebt gemaakt, kun je maar één ding doen: vraag aan goede vrienden of dat echt zo was. Vooral na een feestje waarop het er uitgelaten aan toe ging. Achteraf denk je dan vaak:

~ dat je alleen maar onzin hebt uitgekraamd;

~ dat je door je hysterische gelach bent opgevallen;

~ dat je niemand ook maar de kans hebt gegeven om ook iets te zeggen;

~ of dat jouw veelzeggende blik er door de alcohol vooral dom uitzag.

De dag na zo’n feestje heb je niet alleen fysiek een kater, maar ook psychisch. Vaak denk je dan: o nee, waarom ben ik zo doorgeslagen? Help, heb ik me echt zo gedragen? Zeg dat het niet waar is! Dat was ik niet, dat was mijn dubbelganger!

Goede vrienden zouden je eerlijk feedback moeten geven. Was je echt een beetje te druk, dan weet je voor het volgende feestje dat het beter is minder te drinken. Als je achteraf het gevoel hebt dat je een hele show hebt opgevoerd, kan het best zijn dat het alleen maar een sketch was. Dan is het dus lang niet zo erg als je dacht.

Zolang je kritisch naar je eigen gedrag blijft kijken, kun je er nog iets aan veranderen. Het is pas ernstig als je nooit eens kritisch naar jezelf kijkt.

Probeer je gedrag tijdens een feestje na afloop niet al te precies te analyseren. Ten eerste is het feestje al afgelopen en ten tweede is het de bedoeling dat je je tijdens een feest vermaakt. Ook met jezelf! Als je er te veel over na gaat denken, zul je je tijdens een volgend feest alleen maar geremd en onzeker voelen.

Bescheidenheid siert de mens niet

Wanneer mensen zich vreemd gedragen, wekt dat ergernis en irritatie op. Tenminste, dat denken vooral mensen die zelf nooit uit de band springen en zich meestal onopvallend gedragen. Iemand die een hele avond niets zegt, kan één enkele zin al behoorlijk opwindend vinden. Maar in wezen is het precies andersom: het zijn juist de onopvallende mensen, de mensen van wie nooit iets uitgaat, die negatief opvallen. Daar moet je steeds maar weer naar omkijken, je moet je omdraaien en je afvragen of ze er nog wel zijn of in een hoekje zitten te verzuren. Dat drukt de stemming en is ontzettend vermoeiend. Dit betekent niet dat je als goede vriendin niet naar de ander moet luisteren, maar geef ook eens iets van jezelf prijs, want anders kan het geen gelijkwaardige vriendschap worden. Pure introversie is dus even weinig functioneel als heftige extraversie.

Het geheim van het bijzonder-zijn

Om sympathie op te wekken is er bij het bijzonder-zijn nog iets anders nodig: menslievendheid. Door je hartelijk op te stellen voorkom je namelijk dat je merkwaardige gedrag een belasting wordt voor anderen.

Door bijzonder te zijn onderscheid je je van andere mensen. Als je bijzonder bent maar ook hartelijk, en respect hebt voor andere mensen, dan is die combinatie een eigenaardigheid die andere mensen aantrekt.

OEFENING

Nu is het tijd om uit te vinden waarin je je van andere mensen onderscheidt of waarin je je in de toekomst van andere mensen (nog meer) wilt onderscheiden. War is jouw bijzondere specialiteit, jouw persoonlijke kwaliteit? Hoe word jij door je vriendinnen beschreven? Wat zou je graag willen dat ze in de toekomst over je zeggen?

Om dat te ontdekken zijn de volgende vragen handig:

~ Hoe lach je als iemand een goede mop vertelt? (Aanstekelijk, met je hand voor je mond, stilletjes, helemaal niet, vrolijk, open…or maar heel even, omdat je zelf meteen een andere mop wilt vertellen?)

~ Wanneer was de laatste keer dat iemand lachend tegen je zei: “Maar dat verbaast me echt van je!” Wat was er toen gebeurd? Wai heb je toen precies gedaan? Zou je dat graag nog een keer doen of liever niet?

~ Wat zouden de eerste vijf gedragingen zijn die van jou opvallen?

~ Wat vind je van jezelf zo prettig dat je er graag meer van zou laten zien?

~ Zijn er verhalen die je vriendinnen steeds weer over jou vertellen?

~ Als wat verkleedde je je graag toen je nog een kind was?

Je antwoorden kunnen een eerste aanwijzing vormen voor jouw bijzonderheid. Dat wil zeggen dat je iemand bent die zich op een bepaalde manier van andere mensen onderscheidt en op die manier herinnerd wordt.

Je grenzen leren kennen

Ook al wil je nog zo graag bijzonder zijn, er zijn natuurlijk altijd individuele grenzen die je van jezelf kent en moet respecteren. Jouw grenzen liggen ergens anders dan die van andere mensen. Wat voor jou ‘tot zover en niet verder’ gaat, kan voor een ander nog lang niet de grens zijn. Grenzen kun je trouwens vergelijken met een elastiekje: ze zijn flexibel en oprekbaar. Ze moeten worden uitgeprobeerd en ze veranderen continu. Hoe meer je leert, hoe meer je jouw grenzen bepaalt, maar tegelijkertijd kan die grens per dag verschuiven. Daarom moet je steeds weer opnieuw in jezelf kijken en je afvragen ‘hoever’ het vandaag mag gaan. Bij jezelf en bij anderen.

Trouw blijven aan jezelf betekent grenzen stellen. Grenzen stellen betekent weten waar je grenzen liggen. Als je weet waar je grenzen liggen, ben je bijzonder.

Vinden mensen je merkwaardig, dan betekent dit dat ze vinden dat er iets aan je is wat het waard is opgemerkt te worden. Ze blijven staan om naar je te kijken, lachen of met hun hoofd te schudden – wat dan ook.

Het moge duidelijk zijn: merkwaardig-zijn is niet positief en ook niet negatief. Het woord is een zogenaamd lege bak. Wat merkwaardig is, beslis jij, beïnvloed door de normen en waarden van de maatschappij waarin je bent opgegroeid. Een voorbeeld: het eten van maden kan walgelijk zijn of een delicatesse; dat hangt af van het land waar je in woont. Pippi illustreert dat steeds weer met haar verhalen over verre landen. En het maakt dan helemaal niets uit of ze waar zijn of niet.

Eilandjes van merkwaardigheid

Als je gedrag tot nu toe onopvallend is geweest en je daar niet tevreden over bent, kan het nuttig zijn te bedenken of er bepaalde momenten zijn waarop je je merkwaardig zou kunnen gedragen. Daarbij denken we aan een soort proefterrein. Waarom zou je niet in je vrije tijd beginnen? Of altijd op maandag? Of op zondagmiddag? Dan kun je je langzaam maar zeker merkwaardig gaan gedragen en aan je nieuwe gedrag wennen. Zeker is dat je hier moediger van wordt en jezelf er beter door leert kennen. Na verloop van tijd zul je ontdekken welk merkwaardig gedrag het beste bij je past.

Daarbij hebben we een paar gouden regels voor je.

~ Lach om jezelf. Als je merkwaardig wilt zijn, moet je om jezelf kunnen lachen en grapjes over jezelf kunnen maken. Anders wordt het een drama!

~ Gedraag je merkwaardig op een plek waar niemand je kent. Een goed voorbeeld is tijdens een cursus aan de volksuniversiteit. Daar kun je heel terloops je nieuwe gedrag uitproberen zonder dat iemand vraagt: “Wat is er met jou aan de hand?” Niemand weet immers hoe je ook kunt zijn! (Denk niet: niemand weet hoe ik echt ben, want wat je nu laat zien, ben jij immers ook. Dat merkwaardige gedrag maakt eveneens deel van je uit.)

~Je hoeft niet zenuwachtig te worden als het je niet meteen lukt. Jezelf opnieuw ontwerpen kost tijd.

~ En vergeet niet om menslievend te blijven. Dat maakt je merkwaardig geliefd.

Astrid Lindgren vertelt al in het eerste hoofdstuk hoe merkwaardig Pippi wel is. Zo merkwaardig dat zelfs een matroos – die toch al heel wat van de wereld zal hebben gezien – zich over haar verbaast.

Een bijzonder kind,” zei een van de matrozen en hij wreef een traan uit zijn oog toen Pippi in de verte verdween.

Hij had gelijk. Pippi was een heel bijzonder kind. Het allerbijzonderste aan haar was dat ze zo sterk was. In de hele wereld was geen politieagent zo sterk als zij.

Pippi is zo sterk dat ze zich kan afzetten tegen alles wat haar bedreigt, zenuwachtig maakt of niet goed voor haar is. Daarin kan ze een voorbeeld voor je zijn. Net als zij kun jij je sterk maken en ingaan tegen alle politieagenten van de moraal, of de inbrekers wegjagen die het kostbaarste willen stelen wat je hebt: je individualiteit!

Als je merkwaardig bent, ben je uniek en niet inwisselbaar.