HOOFDSTUK X


Piet opent één oog, maar doet 't meteen weer dicht - Pietje Bell hoort enorm groot nieuws - Pietje Bell voor, en Pietje Bell na - En de dollars rollen links en rechts - Pietje Bell, wat een toffe kerel ben je toch!

Langzaam opende Pietje Bell één oog. Dat was zo de gewoonte van hem. Maar hij kneep dat ene oog maar weer heel gauw dicht, want wat dat oog zag, beviel hem blijkbaar helemaal niet. Allerlei wilde gedachten dwarrelden door zijn hoofd. Hij kon er met de beste wil van de wereld geen touw aan vastknopen... Mr. Oxford in een vliegtuig naar beneden geschoten. Was er dan oorlog? En Patty Winslow, en Bob, en Harry... Harry met zijn hoofd vol bloed... Misschien was die wel dood nou. Piet trachtte tevergeefs de mist te doorboren, die voor zijn ogen hing, en toen vroeg hij zachtjes: "Waar is Harry? "
Een meisjesstem zei zachtjes: "Harry is buiten gevaar hoor, Piet. Maar hoe voel jij je nu eigenlijk, jongen? "
Verbaasd kwam Piet langzaam overeind en keek in de richting waarvan het geluid kwam. Zijn gezichtsvermogen was echter erg zwak en hij zag alles in een dikke mist.
"Wie is daar? " vroeg Piet onzeker.
"Och, malle jongen, ik ben 't toch, Dorothy van der Poel! "
"Dorothy! " riep Piet verrast uit.
"Ben je 't heus! Ik ben zo verschrikkelijk moe, en ik zie zo slecht. Ben ik ziek? "
"Ssst! " zei Dorothy. "Ik heb de dokter moeten beloven om je heel kalm te houden. Maar als jij je nu niet al te erg opwindt, zal ik je wat vertellen. Je bent hier in het huis van Mr. Wortelman en ik pas op je. Ben je nu tevreden? "
"Ja ja," zei Piet zacht, "ik begin 't alweer een beetje te herkennen."
"Op 't politiebureau in Bridgehampton zagen ze geen kans om je bij te brengen, toen hebben ze je hierheen vervoerd. Je had het adres van Mr. Wortelman gelukkig in je zakboekje, en zo kwamen ze vanzelf hier terecht."
"Wanneer was dat dan? " wilde Piet weten.
"Dat was gisteren."
"Gisteren? Heb ik dan al die tijd geslapen? "
"Niet zoveel praten, Pietje, en val me ook niet steeds in de rede, wil je? Je moet je heel, heel rustig houden. Als je nu stil gaat liggen, dan zal ik je alles vertellen. Dat hele avontuur is tenslotte een beetje al te veel voor je zenuwen geweest, zie je. Nadat je die brigadier van politie had ingelicht, ben je van je stokje gegaan, en kwam... zoals de dokter 't uitdrukte - in een staat van langdurige bewusteloosheid. Je vriend Jaap Mantel was geweldig geschrokken toen ze je hier brachten, en belde mij op. Ze wilden je naar een ziekenhuis brengen, maar !k bood aan voor je te zorgen, en ik heb direct van mijn chef een paar dagen vrij gekregen. En nu wil je zeker wel braaf gaan liggen, woelwater," zei ze een beetje gebiedend, toen Piet alweer aanstalten maakte om overeind te komen.
"Good old Dorothy," zei Piet dankbaar, "ik ben helemaal niet moe meer, en ik vind het vervelend om hier maar stil te blijven liggen. Ik hoor je veel liever vertellen. Enne, hebben ze Patty Winslow nog niet gevonden? "
"Patty Winslow is al lang weer thuis bij haar ouders. Je hebt een enorm succes geboekt, Pieterman. Later vertel ik je wel wat meer, maar nu ga je - wis en drie - maffen, vooruit, en geen praatjes meer! "
Piet brandde gewoonweg van verlangen om meer te weten te komen. Maar Dorothy van der Poel bleek een uitstekende verpleegster te zijn en was onverbiddelijk. De volgende morgen was Piet al weer aardig opgeknapt. De dokter was best in zijn nopjes en stelde vast dat Piets geheugen weer volkomen teruggekeerd was.
"Zo, jonge vriend, 't is uit met dat geluier en die verwennerij hier. Je mag een beetje opstaan en voor het raam zitten in het zonnetje. En als je dat allemaal bevalt, zullen we morgen eens kijken of je je eerste wandeling mag gaan doen."
"Wat mankeer ik nu eigenlijk, dokter? " wilde Piet weten.
"Och," zei de pil, "je hebt natuurlijk een lelijke schok gehad, dat was net een beetje meer dan je body kon verdragen. Dat komt hier in Amerika wel eens meer voor, maar laat ik niet vergeten je van harte te feliciteren met je enorme succes en de prijs die je hebt verdiend. Kolossaal hoor! "
"En dan natuurlijk niet te vergeten de geweldige populariteit die hij zo plotseling geniet," voegde Dorothy eraan toen.
Piet keek verbaasd van de een naar de ander.
"Zeg, nemen jullie me een beetje? Prijs? Populariteit? Wat heb ik nou aan mijn bromfiets hangen? "
"Weet hij nog van niets? " informeerde de dokter. Dorothy schudde het hoofd. "Uw orders luidden immers: volmaakte kalmte en rust, is 't niet? " zei ze.
"Wis en warempel! Dat is zo," zei de dokter snel, "enne," voegde hij eraan toe, "ik maak u nog wel een compliment voor de wijze waarop u zich van uw verpleegsterstaak hebt gekweten, Miss van der Poel. Nou vriend Bell, laat ik je dan maar het heuglijke nieuws meedelen: Alle kranten in New-York staan er al vol van, hoe je dat spoor hebt gevolgd van die smerige roversbende. De politie is zo jaloers, dat ze scheel ziet. Maar ze zijn je toch wel erg dankbaar, want het hele roversnest is uitgerookt, ook dat huis hier in de city. Oxford en zijn handlangers zitten stevig achter de tralies. Waarschijnlijk voorgoed, want er lag al een hele waslijst van ernstige misdaden op ze te wachten bij de justitie. Het dochtertje van Mr. Winslow speelt alweer vrolijk thuis, en ze heeft zelfs nog kans gezien de prachtige pop, die Oxford haar had gegeven om haar maar zoet te houden, mee te nemen. Die is dus een pop rijker geworden door dit avontuur. De vroegere kinderjuffrouw, de chauffeur en zelfs een keukenmeisje zitten ook achter slot en grendel. Het hele zaakje is meteen maar grondig opgeruimd. Maar het mooiste voor jou is nog wel dat de kranten zo met je ingenomen zijn. Het is maar Pietje Bell voor en Pietje Bell na! "
"Schrijven die lui ,Pietje' of ,Piet'? " wilde de jonge held weten.
"Ze schrijven allemaal over ,Pietje'. Er schijnen een paar van die lui met Rotterdam gebeld te hebben, en daar zeiden ze dat ze je daar 't beste kenden als de fameuze Pietje Bell."
"En dan moet je de hoofdartikelen zien in de ,Times'. Daar heeft die Bob Merrill natuurlijk voor gezorgd," lachte Dorothy opgewekt. "Piet jongen, ik ben trots op je. Je wordt hier nog een regelrechte beroemdheid! "
"Jawel," zei Piet, "dat kan best wezen. Maar waar ik nou echt trek in heb, is lekker fris te gaan douchen. Ik heb zo 't gevoel dat mijn hele kop dan weer helder is."
"Doe maar," zei de dokter en vertrok. Een uurtje later zat Piet, helemaal opgeknapt, in het zonnetje voor het raam, dat een prachtig uitzicht gaf op de Hudson en de daar geankerde oorlogsschepen. Dorothy was even een boodschap gaan doen en had een hele stapel New-Yorkse kranten voor Piet neergelegd. Piet pikte er eentje op, en al direct werd zijn aandacht getrokken door de gillende, vetgedrukte koppen in ,The Journal':

Jonge Nederlandse reporter ontdekt de verblijfplaats van Patty Winslow, en rolt roversnest op!

Terwijl politie en justitie in alle staten van Amerika tevergeefs naar een spoor zochten van de vermiste Patty Winslow, het 8-jarig dochtertje van de automobielmagnaat Winslow, ging een optimistisch gestemd jonge Nederlander - in zijn vaderland algemeen bekend onder de naam Pietje Bell - helemaal in zijn eentje aan 't werk, en leverde een grote bende gevaarlijke bandieten, naar wie de politie al vele jaren naarstig had gezocht, in de handen van het gerecht over...

En zo ging dat blad dan nog een tijdje door en beschreef in geuren en kleuren Pietje Bells heldendaden. Piet schudde het hoofd en haalde grinnikend zijn schouders op. Wat een drukte maakten die Amerikanen toch over dat gevalletje. En kijk hier eens: zowaar een foto van hem in de krant. Hoe kwamen ze daar nu weer aan? Het bleek een oude foto te zijn, die Piet uit Nederland had meegenomen, en die Bob Merrill bepaald ergens tussen Piets paperassen gevonden moest hebben en aan de kranten doorgegeven. Ze hadden zijn kamer zeker even grondig uitgekamd.


't Artikel in ,The Journal' loog er niet om en eindigde met:

Pietje Bell heeft nu dus recht op de beloning van twintigduizend dollar. Naar wij vernemen zal dit bedrag hem worden uitgereikt zodra hij weer op de been is. New-York is trots op deze jonge Nederlander, en zal zich zeker een dankbaar gastheer tegenover hem tonen. Men vertelde ons dat de jonge Pietje Bell in zijn vaderland reeds een veelbelovend journalist is, die er veel genoegen in heeft zich nu en dan te verkleden en de achterbuurten te bezoeken om een studie te maken van de onderwereld. Als Pietje misschien van plan mocht zijn zich voorgoed in Amerika te gaan vestigen, laat hij er dan zeker van zijn dat hij ons hartelijk welkom is en dat de stad New-York hem graag een ereplaats zal inruimen.

"Mag ik u wel feestelijk bedanken," lachte Pietje, en maakte een lichte buiging voor de krant, die hij in zijn handen hield.
Toen werd er op de deur geklopt. De bediende van Mr. Wortel man kwam mededelen dat er bezoek was voor Piet.
"Wie is 't? " vroeg Piet. "Mr. Winslow en zijn dochtertje, Mr. Bell. Zij zijn in de ontvangkamer."
"Zeg maar dat ik direct kom! "
De bediende vertrok. En Piet maar aan het haren kammen. Niet dat het veel gaf, want die kam ging de ene kant op, en de weerbarstige haardos precies de andere. Dat haar was al even tureluurs als zijn baas.Hij zag echter in de spiegel nog wel even gauw dat hij nog aardig witjes om zijn eigenwijze wipneus zag... In de ontvangkamer kwam Mr. Winslow met beide handen uitgestrekt op Pietje Bell toe. Hij wilde blijkbaar een prachtige speech vol dankbare woorden afsteken, maar er scheen iets in zijn keel te zitten, dat hem daarin verhinderde.
Hij bracht daarom niet veel anders uit dan: "Dank... duizendmaal dank..." Maar de kleine Patty had blijkbaar geen geduld om daar op te wachten. Ze vloog Piet eenvoudig om de hals en zoende hem zó stevig en vooral zó vaak, dat-ie bijna kreunde, en zijn boordje meteen verfomfaaid was.
"Och, Mr. Winslow," hijgde Piet, toen hij zich met moeite van de sympathiebetuigingen van de levendige, kleine Patty, had kunnen loswurmen, "ik ben natuurlijk reuzeblij dat 't allemaal zo goed afgelopen is, maar overigens heb ik heus niet meer dan een staaltje van mijn plicht gedaan. Laten we er maar niet meer over praten. Ik vind het reuze aardig van u dat u mij met Patty bent komen opzoeken! " "Jonge vriend," zei Mr. Winslow toen opeens ernstig, "wat u voor mij en mijn vrouw hebt gedaan, is eenvoudig niet met geld te betalen. Het spreekt vanzelf dat u die beloning van twintigduizend dollar dik, en nogmaals dik, hebt verdiend. Maar, ziet u, dat bedrag zou ik aan iedereen hebben gegeven die mij enige inlichting had kunnen verstrekken omtrent mijn dochtertje, die had kunnen leiden tot terugbrenging van Patty. Maar u hebt toch immers ontzaglijk veel meer gedaan? Met levensgevaar bent u achter die bende aangegaan, en het mag wel een groot wonder heten dat u 't er nog levend hebt afgebracht. Ik ben zó ontzettend blij, en ik ben zó oneindig dankbaar, dat ik de beloning met alle plezier wil verhogen tot een bedrag van vijftigduizend dollar! "
Piet schrok, eerlijk gezegd, van het bedrag, maar hij vermande zich meteen en sprak: "Dat is buitengewoon edelmoedig en vriendelijk van u, Mr. Winslow, maar dat is echt helemaal niet nodig. Ik zou niet weten wat ik met zoveel geld zou moeten doen. Ik heb nu al meer dan ik direct gebruiken kan, en ik zou alleen maar bang zijn om het weer te verliezen. Het maakt voor mij al heel weinig verschil uit of ik nu twee dollar of twintigduizend dollar op zak heb. Hoofdzaak is dat ik gezond ben en mijn werk kan doen. Dat is feitelijk mijn grootste kapitaal! "
"Mr. Bell, je bent een gelukkige kerel," zei Mr. Winslow vol ontzag. "Als je er werkelijk zo over denkt, dan acht ik je er des te hoger om. Hier is een wissel voor het bedrag van twintigduizend dollar. Maar vertel me nu eens heel vertrouwelijk: wat ga je met dat geld doen? "
Piet nam de cheque aan, die een klein fortuin vertegenwoordigde, en stak het papier in zijn portefeuille.
"Well, Mr. Winslow, dat zal ik dan eens gaan vertellen. De helft hiervan gaat naar mijn ouders in Rotterdam, en de andere helft gaat naar mijn vriend Harry van der Poel. Hij ligt nog in het ziekenhuis, maar dat zal wel niet al te lang meer duren. We hebben zijn sportkistje in de prak gevlogen, en dan kan hij met die tienduizend dollar wellicht een nieuw vliegtuigje kopen en de doktersrekeningen betalen. Ik heb gehoord dat die heren Aesculapen daarmede niet kinderachtig zijn hier in Amerika! "
"Dat is buitengewoon aardig van u, Mr. Bell, maar maakt u zich over de financiën van uw vrienden geen al te grote zorgen, want we hebben ook uw beide vrienden al bezocht, enne... we zijn niet met lege handen gekomen, als u begrijpt wat ik bedoel. Voor u heb ik overigens ook nog een aardige verrassing in petto, maar... daar praten wij te zijner tijd nog wel over. Maar nu moeten we echt gaan, want de bediende zei nog dat we u niet al te lang mochten vermoeien."
Niet lang daarna kwam Piets goede fee thuis. Dorothy van der Poel. Ze lachte veelbetekenend toen ze binnenstapte.
"Zo Pieter, fameus kind van me," groette ze hartelijk.
"Waar lach jij zo om? " wilde Piet weten.
"Ik hoorde dat je bezoek hebt gehad van Mr. Winslow," zei Dorothy.
"Jawel," zei Piet, en de cheque uit zijn portefeuille te voorschijn halend, "hij vroeg of ik dit misschien nog gebruiken kon? "
Dorothy wierp een blik op de cheque en werd toen helemaal rood van blijdschap.
"O Piet, twintigduizend dollar. Je bent rijk...! "
"Dorothy," zei Piet ongewoon ernstig voor zijn doen, "ik ben eigenlijk altijd rijk, omdat ik gelukkig ben. De helft van die cheque gaat naar mijn ouders in Rotterdam en de andere helft is voor Harry."
"Piet, ezelsveulen... zoveel geld... waarom houd je 't zelf nu niet? 't Is dom om zoveel geld weg te geven. Dat zou geen ander mens ooit doen! "
"Best mogelijk," zei Piet halsstarrig. "Dat weet ik. Ik doe nu altijd dingen die een ander nooit zou doen, zie je. Daarom ben ik ook altijd in allerlei gekke gevallen gewikkeld. Ook ben ik wel eens bang dat mijn neus een beetje te lang is, want ik steek hem namelijk overal in."
Er werd op de deur geklopt en de bediende bracht een grote stapel brieven binnen. Dat was niets bijzonders, want de dagelijkse post bij de familie Wortelman was altijd vrij omvangrijk. Maar nu was die stapel bijna driemaal zo groot als gewoonlijk! Met onverholen verbazing bekeek Piet de geweldige stapel brieven. Dorothy keek de brieven na.
"Hier is er een voor jou, Piet, en hier nog een, en nog een, en nog een... lieve help, die hele stapel is geloof ik voor jou. Zeg, waar komen die nu allemaal vandaan? "
"Wat zullen we nu hebben? " vroeg Piet. "Zeg, Dorothy, doe me een plezier en help me alsjeblieft even met het openen. Kijk maar eens wat erin staat."
"Hoor meneertje eens even. Ik ben niet alleen zijn privé-verpleegster, maar ook nog zijn privé-secretaresse. Ik maak promotie. Vooruit, ik begin maar met de bovenste..."
"Zeer geachte heer Bell (dat schijn jij te zijn). In verband met uw enorm succes met de redding van Patty Winslow, uw ongeëvenaarde dapperheid bij het vervolgen van een gevaarlijke roversbende en uw plotseling enorme populariteit in Amerika, zouden wij u willen vragen of u geneigd bent in ons theater op te treden tegen een honorarium van drieduizend dollar per week. Uw antwoord zien wij gaarne telegrafisch tegemoet. Met de meeste hoogachting. Empire Theatre Corporation."
"Wat moet ik op 't toneel doen? " vroeg Pietje Bell. "Destijds ben ik met goocheltoeren in Rotterdam opgetreden, maar ik kan nu niet direct beweren dat dat zo'n groot succes was. De politie kwam er tenslotte aan te pas..." zei hij een beetje verlegen.
"Kwam die er bij jou niet altijd aan te pas, Pietje Bell, als jij 't op je heupen kreeg? " plaagde Dorothy.
"Hierzo, hier is een andere. Ook niet slecht: Waarde heer Bell, als u zo goed zoudt willen zijn even bij ons op kantoor te komen, zullen wij u een voorstel doen, waarmede u tienduizend dollar kunt verdienen, zonder er iets voor te doen. Hoogachtend, The Smik-Smok Sigarenfabriek... Ha ha. Pietje... die willen je naam gebruiken voor een nieuwe sigaar, wat ik je brom... De Pietje Bell-sigaar! "
"Onzin," zei Piet, "dat zou hoogstens een geschikt merk zijn voor klapsigaren. Maar moet je nu eens luisteren wat ik hier heb."
"Hoeveel geld kun je nu weer verdienen? " vroeg Dorothy lachend. "Dat staat er niet bij, en daarom bevalt me dat des te beter: Waarde heer Bell, de Fox Film Company zou het op grote prijs stellen een bezoek van u te mogen ontvangen, hetgeen, naar wij vertrouwen, tot een aangename relatie zou kunnen leiden."
"Dat klinkt nog niet zo kwaad," meende Dorothy. "Pietje Bell als filmheld! Laten we de andere brieven ook maar doorlezen."
En zo openden ze de ene brief na de andere. Allemaal staaltjes van echte Amerikaanse reclame. Zodra er in Amerika iemand iets heeft gedaan, waar de kranten artikelen aan wijden, worden hem van alle kanten aanbiedingen gedaan. Zo las Piet dan uitnodigingen van theaters, bioscopen, winkelmaatschappijen, fabrikanten van puddingpoeders, radio- en televisiestations, reclamebureaus, filmmaatschappijen, die alle grote geldsommen boden wanneer Piet maar iets voor ze wilde doen, of ze alleen maar zijn naam mochten gebruiken. Maar ieder behield zich wijselijk het recht voor, dat dan ook niemand anders Piets beroemde naam zou mogen gebruiken voor reclamedoeleinden, want ze waren wel goed, maar lang niet gek! Maar Piet geloofde 't allemaal wel, en ging pp geen enkele aanbieding in.
Er werd voor de verandering weer eens op de deur geklopt. Thomas, de bediende, verscheen.
"Er zijn een aantal verslaggevers en fotografen van de dagbladen om Mr. Bell te spreken," kondigde hij plechtig aan.
"Laat maar binnenkomen, die jongens," zei Piet lachend, want hij vond het echt wel de moeite waard om zijn Amerikaanse collega's eens te ontmoeten en nu op zijn beurt geïnterviewd te worden.
Met zijn vijven stormden ze naar binnen! Reporters en fotografen van ,The World', ,The Sun', ,The New-Yorker', ,The Herald' en ,The Times'. Zij wisten al lang dat Piet nu in zoverre was hersteld dat hij bezoek mocht ontvangen. Ze bestormden hem nu met allerlei vragen en opmerkingen. Hoe was Piet die bende nu feitelijk op het spoor gekomen? Waarom had Piet de politie niet ingelicht? Wat voelde hij toen hij in die brandende vliegmachine naar beneden tuimelde? Was Piet nooit bang geweest dat ze hem overhoop zouden schieten? Wat ging hij nu met die prachtige beloning doen? Piet beantwoordde alle vragen geduldig. Maar hij paste ervoor zichzelf te veel in het zonnetje te zetten, maar wees uitdrukkelijk op de moed en de bijzondere vliegvaardigheid van Harry van der Poel als piloot. De camera's werden voor den dag gehaald en er werden talloze foto's van Pietje Bell gemaakt, die de volgende dag natuurlijk in alle bladen zouden staan. Piet was wel een beetje teleurgesteld in die Amerikaanse verslaggevers. Zij waren onbeleefd, opdringerig en wilden dingen weten waarover een Nederlandse reporter zich nu echt niet zou kunnen opwinden. Vooral toen ze vroegen wie dat meisje Dorothy eigenlijk was! Toen werd Piet zo rood als een overgekookte kreeft die ze door de bessensap hadden gehaald. Een beetje nijdig maakte hij een abrupt einde aan de herrie. Dorothy commandeerde Piet een uurtje naar bed toen de persmuskietjes waren vertrokken. Toen Piet tegenstribbelde en betoogde dat hij zich buitengewoon goed voelde, dreigde Dorothy dat ze anders niet met hem in 't zonnetje zou gaan wandelen. Daarvoor capituleerde zelfs Pietje Bell. Lekker opgefrist na een kolossale dut en een lekker frisse douche, dofte Piet zich een beetje op voor de wandeling met Dorothy. Toen zij het huis verlieten stond er een fonkelend nieuwe auto voor het huis. "Tjonge," zei Piet, meteen vol aandacht, "als ik nog eens in mijn rijke doen kom, dan koop ik beslist zo'n wagen."
Een jongeman, gekleed in het onberispelijk uniform van een particulier chauffeur, tikte hem bescheiden op de schouder.
"Bent u misschien Mr. Bell? vroeg hij.
"Helemaal," zei Piet, die er niet graag om loog.
De chauffeur wees op de auto en zei glimlachend: "Met de complimenten van Mr. en Mrs. Winslow. Alstublieft! "
Piet begreep er helemaal geen snars van en keek Dorothy vragend aan. Maar het meisje barstte in een hartelijke lach uit.
"Wat nou? " vroeg Piet, die verschrikkelijk dom keek, "wat is er nu om te lachen? "
"Ezelsveulen van Japan! " schold Dorothy, "snap je dan helemaal niet dat Mr. en Mrs. Winslow je die auto cadeau hebben gegeven? Ben je dan ook helemaal vergeten dat Mr. Winslow een beroemde automobielfabrikant is? "
"Duivekaters! " schreeuwde Piet verrast. "Bedoel je dat die prachtslee voor mij is? Voor mìj! "
De chauffeur knikte lachend.
"Kunt u een wagen besturen? " vroeg hij dan.
"Natuurlijk," zei Piet, "ik heb al jaren een rijbewijs! "
"Dan is de zaak al heel eenvoudig," zei de chauffeur. "Hier is het sleuteltje. Het enige wat u te doen hebt is na 300 mijl even naar de fabriek te rijden, dan kunnen we een en ander nog even controleren. U kunt nu rijden met een topsnelheid van 50 mijl. Ik wens u er veel genoegen mee."
De chauffeur salueerde model, en verdween, voordat Piet nog een woord van dank had kunnen uitbrengen. Piet kon 't geval nog maar half geloven.
"Hé Piet, wordt eens wakker," zei Dorothy, die een zakelijk aangelegd meisje was. "Hè... o... wat... o ja, natuurlijk! "
Zich dan opeens vermannend, zei hij: "Hoogweledelgeboren Vrouwe, wilt u maar instappen en mij de hoge eer aan doen u een beetje rond te toeren? " Dat was natuurlijk aan geen dovemansoren gezegd. Met een tjoep zat Dorothy meteen al prinsheerlijk in de prachtslee. Soepel reed Piet de Winslow Super weg. De motor spinde als een zielstevreden poes. De zon scheen warm aan de helderblauwe hemel en koesterde de stad, waar het de laatste dagen zo in- en inkoud was geweest. Er hing warempel iets van voorjaar in de lucht. Piet voelde zich volmaakt gelukkig. Door zijn avontuur had hij een edelmoedige daad verricht. Dat was allemaal goed en wel, maar nu voelde hij zich de koning te rijk in die schitterende auto. Zìjn auto! Lachend keek hij naar Dorothy, die blijkbaar evenzeer met grote teugen genoot.
Toen trok ze hem plotseling bij de mouw en zei: "Zeg Piet, weet je nog dat we die zondag samen op de Palissades zaten, en ik je aanraadde op je eigen houtje het leven hier te gaan leven? "
"En of ik dat weet," zei Piet, "dat was de beste raad die je me ooit kon geven, meid! Kijk maar eens wat ik ermee verdiend heb." Dorothy knikte instemmend. Zij was een geboren en getogen Amerikaans meisje, een waardige dochter van Uncle Sam, en daarom zei ze vol overtuiging:"Avontuur... succes... populariteit... twintigduizend dollar, en een pracht van een auto! Pietje Bell, wat een toffe kerel ben je toch! "