5. Bill wordt huisgenoot

'Rose Mary, ik geloof dat ik je nu al honderd keer heb gezegd dat hij niet boven mag komen, hij heeft daar een goed plekje. '

'Maar luister nou es mam, hij jankt de boel bij mekaar, omdat hij eenzaam is. Hij houdt van mensen, heus... hij jankt alleen als hij in z'n eentje is. '

Mary Ann, die haar hoofd had omgedraaid, keek nu weer naar haar dochter en zei geduldig: 'Hij is jong, Rose Mary, hij moet van alles leren. Als je toegeeft, leert hij nooit wat. ' De lippen van Rose Mary trilden terwijl ze mompelde: 'Ik ben de hele dag ongerust over hem, opgesloten in het donker. Ik ben bang in 't donker, dat weet u toch, hè mam en hij...

'Rose Mary!' Haar stem was schril, maar toen ze het betraande gezicht van haar dochter zag wist ze, dat Rose Mary de hele weg naar school zou blijven huilen, dat miss Plum haar zou vragen waarom ze huilde en dus was ze gedwongen een beetje te schipperen. 'Luister es, ' zei ze, laat hem maar naar buiten, dan kan hij om de garage heen hollen, maar kijk vooral of het hek naar de weg dicht is... ' Ze boog zich naar haar dochter.. 'Als hij tussen de lorries terechtkomt, kan hij dood worden gereden. ' 'Ja, dat weet ik mam. Goed mam, ik zal het hek dicht doen.. ' Met een spontaan gebaar sloeg Rose Mary de armen om haar moeders hals en terwijl ze haar knuffelde zei ze: 'Bedankt mam... Dag. Ik zal het tegen David zeggen. ' David stond onderaan de trap bokkig te zwijgen, Ze haastte zich naar hem toe en fluisterde hees: 'Mam zegt dat we hem naar buiten mogen laten, dan kan hij wat rondlopen. ' 'Heus waar?'

'Ja. Kom, schiet op anders missen we de bus. '

Ze renden om het huis heen, door het houten hek dat met kippegaas versterkt was en naar de houtloods. Toen ze Bill bevrijdden, toonde hij zijn dankbaarheid door als een dolleman om hen heen te springen, tot David hem bij zijn halsband pakte en hem dwong te gaan zitten. 'Als je je netjes gedraagt, gaan wij vanavond met je wandelen, hé. ' Graag had hij zijn gezicht tegen het hondje willen drukken, maar hij wist zich te beheersen. Rose Mary echter, die op haar hurken was gaan zitten, nam zijn snuit in haar handen en terwijl ze zich bukte om er een kus op te drukken, likte zijn vochtige tongetje haar gezicht van boven naar beneden af, waardoor ze bijna omviel van het lachen. Toen ze naar het hek holden, rende Bill achter hen aan; maar hij begreep dat hij niet mee mocht en hij ging op zijn achterpoten tegen het kippegaas staan en begon te janken. Hij bleef janken tot hij er moe van werd en nog een beetje najammerend, draaide hij zich zielig om en ging de open vlakte inspecteren.

Hij vond er niet veel aan, uitgezonderd de houten wand van de garage, waaruit eigenaardige luchtjes kwamen die hem geen van alle aantrokken. Hij keerde weer op zijn schreden' terug naar het hek en kwam tot de ontdekking dat hij op een bepaalde plek het paadje voor de garage kon zien waar van alles gebeurde. Terwijl hij in die richting lag te kijken en zich mateloos verveelde, zag hij ineens een spook op zich afkomen dat hem een gat in de lucht deed springen. Toen het spook aan de andere kant van het hek was gekomen, zijn neus tegen het kippegaas drukte en zo de zijne beroerde, was het alsof er een elektrische schok door hem heenvoer, die vanaf zijn snuit over zijn ruggegraat sidderde tot aan het puntje van zijn staart en weer terug. Sinds Bill bij zijn familie weg was, had hij nooit meer iemand van zijn eigen soort ontmoet en nu stond er zomaar een vrouwtje tegenover hem. Dat ze niet van zijn ras was, er zelfs niet op kon bogen van enig ras te zijn, deed hem niets. Hij trok er zich niets van aan dat ze niet eens een duidelijke kruising was tussen een poedel en een terriër en zelfs niet dat haar voorouders uit meerdere rassen hadden bestaan, voor hem was ze het meest fascinerende schepsel dat hij in zijn jonge leven tot nu toe had ontmoet. Rillingen van zaligheid die hem volkomen nieuw waren, voeren door elk deel van zijn lichaam alsof hij helemaal onder stroom stond.

Ademloos wist hij een 'hallo' uit te brengen, wat ze met een koel 'hallo' beantwoordde. Daarna maakte ze hem duidelijk, door haar rug naar hem toe te draaien en zich een paar passen van het hek te verwijderen, dat ze het niet erg zou vinden als hij haar een eindje vergezelde. Op dit ogenblik wilde Bill niets liever dan deze verleidster vergezellen, die hem duidelijk liet merken wat ze voor hem voelde door naar het hek terug te keren en te gaan zitten. Toen ontstak er in hem een wilde woede tegen de barrière tussen hen en niets of niemand was in staat hem ervan te weerhouden die neer te halen. Eenmaal tot dit besluit gekomen, zette hij zijn tanden in de rand van het kippegaas en trok en rukte en beet terwijl de verleiding aan de andere kant van het hek heen en weer wandelde en hem op haar manier aanmoedigde.

Toen Bill een opening had gemaakt die groot genoeg was voor zijn kop, wandelde madam opnieuw weg. Toen ze besefte dat hij haar niet volgde, bleef ze even wat teleurgesteld staan kijken, maar zoals vele andere dames had ze opeens schoon genoeg van de hele zaak en ging er vandoor. Met nog meer razernij werkte Bill door om de opening te vergroten en opeens wist hij zich erdoor te wringen. Als een bliksemflits bereikte hij de garage, daarna de weg en toen vlug de overkant. Hij hield even de pas in om aan een doornstruik te snuffelen om er zeker van te zijn dat ze hier langs was gegaan en het volgende ogenblik rende hij dwars door de chaotische verzameling bouwmateriaal, kranen, grijpers en lorries...

Mary Ann voelde zich vanmorgen wat beter, al was ze in haar hart dan niet echt blij, wat ze nooit meer zou zijn tot juffrouw Blenkinsop besloot ergens anders een baan te nemen. En zoals de zaken er nu voor stonden, zag ze dat niet direct gebeuren. Maar gisteravond was Corny weer zoals al-lijd geweest en had hij haar verzekerd dat zij op de hele wereld de enige was die er voor hem op aankwam. Ze had hem geloofd. Maar dat was gisteravond geweest, in het donker, met haar hoofd op zijn borst... vanmorgen in het felle daglicht om tien voor negen, het tijdstip waarop juffrouw Blenkinsop placht te arriveren, waarop ze opvallend zou komen aanrijden en met veel geknars van remmen voor de garage zou stoppen, zag alles er anders uit. In ieder geval wachtte madame vanmorgen een teleurstelling, want Jimmy zou haar auto de garage in rijden, omdat Corny voor zaken naar Shields was.

Zelfs nu ze wist dat Corny er niet was om Diana Blenkinsop te begroeten, stond Mary Ann zoals elke morgen opzij van het raam dat uitzicht gaf op de weg. Wat zou madame vandaag aan hebben... misschien een minirok. Nee, een minirok zou ze niet durven dragen met haar lengte. Er was bij de pompen niemand te zien en Mary Anns blik werd getrokken naar de overkant van de weg, naar een plek bijna recht tegenover het raam, waar ze vorige week een begin hadden gemaakt met graven. Hier zou een ondergrondse garage worden gebouwd, onder een van de werkplaatsen van de fabriek. De kuil was al ongeveer zes meter diep en aan de rand stond een graafmachine die op dat ogenblik buiten bedrijf was. Haar ogen gleden over het terrein en even later zag ze tot haar schrik een klein zwart-wit gevalletje bovenop de graafmachine staan. Bill! Nee, dat kon niet waar zijn, hij was op de binnenplaats. Maar... maar er was maar een Bill, hier was maar een Bill... hij moest het zijn. Hij was 'm gesmeerd. Toen gebeurde er iets dat haar het raam deed opengooien en luidkeels schreeuwen: 'Nee, nee, stop!' Terwijl ze de trap afholde zag ze nog de brede grijnslach op het gezicht van de arbeider, die uit de graafmachine leunde en naar het hondje wees om zijn kameraden te beduiden wat hij van plan was. Zelfs voor hij de hendel overhaalde om de machine op gang te brengen, begreep Mary Ann wat hij ging doen.

Toen ze buiten was, zag ze de grijper halverwege in de lucht hangen en het doodsbange hondje klemde zich met zijn voorpoten vast aan een van de draagkettingen; zijn achterpoten glibberden van links naar rechts over de modderige buitenkant van het graafwerktuig. De arbeider deed het voor de lol. Als hij de grijper zou openen, viel het hondje tussen de beide grijpkaken, maar dat deed hij niet, hij wilde alleen een lachtertje uitlokken bij de mannen eromheen, die dan ook stonden te bulderen van plezier.

'Hou op! Hou direct op!' Ze stond nu bij de machine en schreeuwde omhoog naar de man: 'Je bent een wrede sadist! Houd er onmiddellijk mee op, zeg ik je. ' 'Wat zegt u, mevrouwtje?' Hij grijnsde nu nog breder.

'Je hebt best gehoord wat ik zei. Dat is mijn hond en reken maar dat je er meer van zult horen. '

'O, hij maakt het prima hoor, ik heb hem alleen even de weg versperd, hij zat achter een teefje aan, maar er is niets

met hem hoor. ' De man wuifde haar angst weg.

'Maar jou zal het niet zo goed vergaan als mijn man je straks onder handen neemt. '

'O ja? Maak dan maar afspraakje, mevrouw, zeg hem dat hij altijd welkom is, ik hoor het wel. ' 'Zet dat ding stil. '

'Dat kan ik beter niet doen, mevrouwtje. Het is veiliger als ik hem laat zakken tot op de bodem. U wilt toch niet dat hij zijn nek breekt, hè?'

Toen de grijper de bodem van de kuil had bereikt, zag ze Bill in de modder tuimelden. Hij probeerde omhoog te krabbelen, maar hoe harder hij ploeterde, hoe dieper hij wegzakte.

'O, wat een ellendeling ben jij, wat een smeerlap, ' riep ze met tranen in haar stem. Ze had het nu niet alleen tegen de man op de graafmachine, maar ook tegen de mannen die wat verderop stonden. Voor iemand besefte wat ze van plan was, gleed en glibberde ze al over de natte klei de kuil in. Wat zich achter haar afspeelde, ontging Mary Ann. Een man met een leren jas aan en een gleufhoed op, was bij de graafmachine komen staan en vroeg: 'Wat heeft dit te betekenen? Wat is er gebeurd?' 'Ach, het was maar een grapje. '

'Een grapje?' bulderde de man. 'En wat moet die vrouw daar beneden? Wat mankeert jullie?'

'Het hondje zat op de grijper, ' vertelde een van de mannen schaapachtig, 'en Sam liet hem in de kuil zakken. ' 'Wat deed je?' De man keek omhoog naar Sam. 'Niets. Hij zat er gewoon op en ik liet hem even zakken. '

De beide mannen keken elkaar een ogenblik zwijgend aan en toen zei de man met de gleufhoed: ik zal jou es even laten zakken, moet je opletten. ' Hij stapte nu ook de kuil in en bereikte Mary Ann net op het moment dat ze plat op haar gezicht in de blubber viel met Bill in haar armen. Toen hij haar overeind had getrokken zei hij: 'Geef mij hem maar. ' Bill weigerde echter van Mary Ann te scheiden. Bevend van top tot teen klemde hij zich aan haar schouder vast en toen de man zijn hand naar hem uitstak uitte hij een zielig kreetje, waarna Mary Ann er hijgend uitbracht: 'Laat maar, het gaat wel. '

'U moet zich laten helpen, u kunt hier niet lopen. ' Zonder verder nog iets te zeggen sloeg hij zijn arm om haar middel en trok haar vastgezogen voeten uit de modder. Als een moeder die haar kind op haar heup meezeult, droeg hij haar naar de andere kant van de kuil, waar de grond redelijk droog was, en klom de ladder op die tegen de steile wand was geplaatst.

Toen hij de rand bereikte, zette hij haar weer neer en zei, terwijl hij haar nog even bleef ondersteunen: 'Mooi zo, we zijn weer veilig. ' 'D... dank u wel. '

'Ach wat! Kijk liever eens hoe we eruitzien!' Hij klopte de kluiten modder van zijn jas en voegde eraan toe: 'Een zeker iemand zal ik dat betaald zetten. Kom, we gaan. ' Terwijl ze om de kuil heenliepen vroeg hij: 'U bent mevrouw Boyle, hè? En uw meisjesnaam is, geloof ik, Shaughnessy?'

'Ja, ja, dat is zo. '

'Herinnert u zich mij niet meer? Maar kom, het is nu niet het juiste ogenblik me voor te stellen. U kunt beter naar huis gaan en die rommel wegwassen... ook van hem. ' Hij gebaarde naar Bill die zich nog steeds krampachtig aan Mary Anns schouder vastklemde.

Mary Ann keek haar redder aan. Ze herinnerde zich niet hem ooit eerder te hebben ontmoet, maar zijn gezicht zat dan ook onder de modderspatten en zijn kleren waren in dezelfde toestand als de hare. 'U hebt ook een opfrissertje nodig, ' zei ze daarom. 'Wilt u niet even binnen komen? U bent ongeveer zo groot als mijn man... misschien kunt u wat van zijn kleren aan... als u wilt natuurlijk. '

'Nou, dat vind ik heel aardig van u en ik wil dolgraag die vieze rommel van mijn lijf hebben. '

Toen ze de graafmachine hadden bereikt was Sam druk aan het werk evenals zijn kameraden en de man mompelde: 'Met hem reken ik later wel af. '

Er waren nog twee mensen die het voorval hadden gezien: Jimmy en Diana Blenkinsop. Met een bezorgd gezicht zei Jimmy: 'Ach, mevrouw Boyle u had niet naar beneden moeten gaan. '

Met een lachje zei Diana Blenkinsop: 'U heeft zich wat aangehaald in die troep daar... hij was er heus wel alleen uitgekomen, hoor. Hij is van een hardnekkig soort. ' 'Net als ik dus !' zei Mary Ann, die even bleef staan voor ze, gevolgd door de man, de weg overstak. Toen ze bij de pompen waren vroeg hij zacht: 'Een vriendin van u?'

'Wat denkt u?' Ze gluurde hem van terzijde aan en hij grinnikte even. Dat grijnslachje deed haar vaag aan iets denken, ze had hem eerder ontmoet, maar kon hem toch niet thuisbrengen.

Nadat ze hun voeten hadden afgeschraapt aan het schraap-ijzer dat tegen de muur zat, ging ze hem voor naar boven en op de gang zei ze naar een deur wijzend: 'Daar is de badkamer en er is heet water genoeg. Ik zal u wat schone kleren brengen zodra ik het ergste van me heb afgeveegd. ' 'Maak maar geen haast. ' Hij grinnikte weer. 'Misschien is het verstandiger met dat baasje te beginnen; als u hem laat lopen, maakt hij alles vuil. '

'Ja, daar hebt u gelijk in. ' Ze lachte tegen de man. Ze vond dat hij een prettige stem had en een aardige manier van doen. Hij was vriendelijk.

Toen ze Bill in de bijkeuken in de gootsteen wilde zetten klemde hij zich met zijn pootjes weer aan haar schouder vast, ze aaide hem over zijn modderige kopje met haar even modderige hand en zei: ' Zoet maar, zoet maar, ik zal je geen pijn doen. '

Toen ze hem eindelijk in de gootsteen had kunnen neerzetten, ging hij pardoes zitten alsof zijn pootjes hem niet langer konden dragen, en toen hij naar haar opkeek en even jankte, moest ze lachen en zei: 'Wees maar niet bang, ik ga je niet verdrinken. '

Toen hij schoon was deponeerde ze hem bij de haard, drukte hem stevig tegen de vloer en commandeerde op strenge toon: 'En nu blijven liggen, ik kom zo terug. ' Daarna liep ze naar de slaapkamer en graaide wat schone spullen voor zichzelf uit de kast en tegelijk een overhemd, een ouwe broek en een jasje van Corny. Ze ging naar de deur van de badkamer en riep: 'Ik leg de kleren hier neer. ' Opgewekt antwoordde hij: 'Oké, bedankt. Heel erg bedankt, ik zou hier de hele dag wel willen blijven. ' Toen ze het water hoorde stromen, lachte ze en haastte zich terug naar de bijkeuken waar ze haar kleren uittrok. Ze waste haar gezicht, armen en benen in de gootsteen, trok haar schone kleren aan en was alweer in de keuken voor er op de deur werd geklopt.

Toen hij binnenkwam en ze hem bekeek, moesten ze beiden lachen omdat hij zei: 'Alsof het voor me gemaakt is. Bijna niet te geloven, hè? Alleen heeft uw man wat langere benen, maar we hebben dezelfde maat. ' 'Ja, dat zie ik. ' Ze knikte tegen hem. 'Wilt u misschien iets drinken? Ik heb de ketel al opgezet. ' 'Dat vind ik heel aardig van u, maar ik kan beter teruggaan. Als ik er vijf minuten niet ben, denkt dat stel daarbuiten dat ze een dagje vakantie kunnen nemen... maar aan de andere kant verwachten ze nu natuurlijk niet veel goeds en sloven ze zich misschien extra uit. Ja, ik drink graag een kopje koffie met u mee. '

Hij ging aan tafel zitten en toen ze naar de bijkeuken liep riep hij haar na: 'Dat kleintje houdt zich koest, hij geeft geen kik. '

'Ik denk dat hij nog steeds onder de indruk is van de schok, ' riep ze terug.

'Ja, het moet een schok zijn geweest voor die kleine donder toen hij in de lucht zweefde. Die Sam is een leeghoofd van heb-ik-jou-daar. Als zijn moeder op die grijper had gezeten, zou hij hetzelfde hebben gedaan. Maar tussen haakjes: kom ik u nu al bekender voor?'

Ze bleef in de deuropening staan om hem te bekijken. Ja, ja, ze had hem eerder gezien. Hij was een bijzonder aan-trekkelijke man, met zijn zwarte haar, warme bruine ogen, rechthoekige gezicht en goede figuur.

'Fillimore Street. U weet wel achter Burton Street en Mulhattans Hall. Wij woonden naast de Scallans, hun dochter trouwde met Jack McBride. Ze waren bij het Leger des Heils en ze maakten Fanny half gek. '

'Murgatroyd!' Mary Ann wees naar hem en zei peinzend:

'Ja, ja, natuurlijk Murgatroyd. Johnny Murgatroyd. '

'Ik zat je altijd achterna in die donkere laantjes om je bang te maken, weet je nog wel?'

Ze lachte schaterend toen ze dacht aan de lange slungel van een jongen, die vanaf een straathoek op haar afschoot wanneer ze uit school kwam.

Ze zette de kopjes koffie op de tafel en zei terwijl ze ging zitten: 'Heb je ooit, na al die jaren en nu moest je me redden om me je te laten herkennen. '

'Ja, dat is gek, ' zei hij. 'Jammer dat de tv niet ter plaatse was, dat was een lachertje geworden toen hij in die kuil zakte, ' hij knikte in Bills richting, 'en toen wij met z'n drieën door die drek naar boven. ' Hij keek haar even zwijgend aan voor hij zei: 'Daar zou je een liedje over moeten maken. ' Ze zette grote ogen op, maar voor ze iets kon zeggen voegde hij eraan toe: 'O ja, ik weet nog een heleboel van je. Ik geloof dat het lied dat je destijds voor Duke maakte, echt goed was. ' 'Ken je Duke dan?' 'We wonen naast hem in Jarrow. ' 'Wat is de wereld toch klein, ' zei ze hoofdschuddend. Zeg dat wel, ' zei hij. 'Het is een fraai stel die groep. Ik begrijp niet waarom Jimmy met ze optrekt. Mijn moeder heeft al herhaalde malen met de politie gedreigd. Als ze zaterdagnacht... of zondagochtend van een feest terugkeren, zetten ze de hele buurt op stelten... drums, gitaren, mondorgels, noem maar op. '

'Woon je bij je moeder?' Ze boog haar hoofd vragend naar hem toe. 'Ben je niet getrouwd?'

Als antwoord stak hij zijn kin omhoog en terwijl hij met zijn hand door zijn haren streek, antwoordde hij: 'Twee jaar geleden bijna, maar ze veranderde van gedachte. ' 'O, dat spijt me. '

'Dat hoeft niet hoor, ' grinnikte hij. 'Ze heeft nu een kind en is niet meer om aan te zien. Je moet maar boffen... toen ik haar de laatste keer ontmoette, wilde ik bijna weer naar de kerk gaan, uit dankbaarheid ditmaal... ' Ze lachten beiden smakelijk toen de deur open ging en Corny binnenkwam.

Mary Ann stond op en zei: 'Je hebt een boel gemist. Dit is Johnny Murgatroyd. Hij... '

Corny kwam naar hen toe en zei: 'Jimmy heeft me het een en ander verteld. Heel aardig van u. ' Zijn toon was stijfjes. Johnny Murgatroyd was opgestaan en stak zijn hand uit. 'O, het was niets... wel een hernieuwde kennismaking. We kennen elkaar al lang, met elkaar opgegroeid om het zo maar es te noemen. Ik zat haar altijd achterna toen ze nog op school zat. '

'O'ja. ' Corny glimlachte flauwtjes en bekeek toen het jasje van de man en de broek die hij aan had. Mary Ann zei haastig: 'We zaten van onder tot boven onder de modder. Ik heb hem een paar spullen van jou geleend, dat vind je toch wel goed, hè?'

'O ja, ja hoor. ' Hij knikte luchtig. Terwijl hij naar de haard liep vroeg hij: 'En hoe is het met hem?' 'Geen idee, ik heb nog geen tijd gehad dat te onderzoeken. Een ding is echter zeker: het heeft hem doodsbang gemaakt. '

Corny die op zijn hurken bij de haard was gaan zitten, aaide Bill over zijn rug. 'Hoe gaat het, ouwe jongen?' vroeg hij, maar Bill reageerde niet. 'Hij ligt te rillen. ' Corny keek naar Mary Anp. 'Ik moest hem wel wassen. En hij heeft echt een vreselijke schok gekregen. Ik denk dat hij nog steeds angstig is. ' 'Kom, ik stap eens op. '

Ze draaiden zich beiden om naar Johnny Murgatroyd. 'Als je een stuk papier voor me hebt voor mijn vieze spullen, zou ik je erg dankbaar zijn. ' Hij glimlachte tegen Mary Ann en voegde eraan toe: 'Ik laat iemand de zaak van me over nemen en ga naar huis. Ik kan me dan verkleden en zorgen dat jij je spullen terugkrijgt. ' Hij knikte nu tegen Corny die antwoordde: 'O, daar is geen haast bij hoor. ' 'Mooi dat we zo'n beetje hetzelfde figuur hebben. ' Johnny grinnikte nog innemender en Corny zei: 'Ja, zeg dat wel. ' Hij bekeek de man die zeker tien centimeter kleiner was dan hij, maar steviger van bouw... een knappe man op een bepaalde manier. Het soort man voor wie vrouwen een knieval doen. 'Nogmaals bedankt. ' 'Graag gedaan, ' zei Corny.

'Ik kom wel weer eens aanlopen om wat met je te praten, als je dat goed vindt. ' Hij keek naar Mary Ann en Mary Ann, die zich moest beheersen niet eerst naar Corny te kijken voor ze antwoord gaf, zei: 'Ja, ja, natuurlijk Johnny. ' Vijf minuten later, toen ze hun bezoek hadden uitgelaten en weer naar boven gingen, zei Mary Ann: 'Je vindt het toch niet erg hè, dat ik hem wat kleren van je leende?' 'Welnee, natuurlijk niet. '

Ze keek hem aan. 'Wat moest ik anders doen, hij zat onder de modder en zonder zijn hulp was ik er nooit uitgekomen. ' 'O, iemand had je er wel uitgetrokken hoor, denk ik. Of ze hadden de grijper weer laten zakken. '

Hij draaide zich om en terwijl ze naar zijn rug keek, moest ze zich op de lippen bijten om niet te lachen. Ze dwong zich langs haar neus weg op te merken: 'Ja, dat zal wel, maar hij was blijkbaar de enige die het wilde doen. Het was leuk om hem na al die jaren terug te zien. ' 'Ja, ja, heel leuk denk ik. ' Hij praatte nu vanuit de bijkeuken tegen haar. 'En hij komt nog wel eens aan. Je moet nooit wachten tot ze je uitnodigen. Meteen toehappen, als je mij vraagt. Je zult voor die redding moeten betalen. ' 'Nou, dat is ook een standpunt. ' Vanuit de deuropening bleef ze naar hem kijken terwijl hij zich een kop koffie inschonk. Ze verloor haar zelfbeheersing. 'Jij moet nodig wat zeggen, hè? Jij kan lachen en grapjes maken met wie je wilt, maar als jij binnenkomt op het moment dat ik met een man zit te lachen, is dat ineens een schande. En dat terwijl hij me een grote dienst heeft bewezen. Ik veronderstel dat jouw vriendinnetje je nog nooit een dienst heeft bewezen, maar misschien, ' ze deed haar ogen dicht en schudde haar hoofd, 'heb ik het bij het verkeerde eind. '

Ze stapte de keuken weer binnen en hij vloog haar na. Met een ruk draaide hij haar om en beet haar toe: 'Nou moet je eens goed luisteren. We hebben gisteravond over mij gepraat, laten we het nu eens over jou hebben... voor het verdergaat. Die Johnny Murgatroyd is een vrouwenversierder. Dit was de eerste keer dat ik met hem praatte, maar ik heb een heleboel over hem gehoord. Een tijdje geleden zou hij gaan trouwen, maar zijn aanstaande kwam tot de ontdekking dat hij het hield met een vrouw in Wallsend; ze bleek niet de eerste te zijn en waarschijnlijk ook niet de laatste. Dus mevrouw Boyle, let op wat ik zeg: geen tête-a-têtes meer met meneer Johnny Murgatroyd. ' 'Je doet mijn schouder pijn. '

'En ik zal je nog meer pijn doen als ik je dit nog een keer moet zeggen, dan sleep ik je aan je haren door het huis. ' 'Dat zou je eens moeten wagen. ' 'Drijf me niet tot het uiterste. '

Ze keek hem na toen hij de keuken uitbeende en ging toen in de stoel bij de haard zitten. Ze moest weer op haar lippen bijten, maar nu glimlachte ze breeduit. In haar binnenste gloeide een warm aangenaam gevoel. Een beweging opzij van haar maakte haar attent op Bill. Hij was opgestaan en kwam langzaam op haar af. Hij legde zijn voorpootjes op haar knieën en sprong op haar schoot. Hij vleide zijn snuit tussen haar borsten en keek naar haar op. Terwijl ze verbaasd naar hem keek zei ze halfluid: 'Nou, nou, wie had dat gedacht?' Ze sloeg haar armen om hem heen en knuffelde hem.