Inleiding
Laat ik je vertellen hoe erg het inmiddels geworden is. Kinderen op duizenden Britse openbare scholen leren stelselmatig van hun eigen leraren dat de bloedtoevoer naar de frontale hersenkwabben toeneemt als ze hun hoofd op en neer bewegen, waardoor de concentratie verbetert, dat de ‘energiestroom’ door het lichaam wordt versterkt als ze op een bepaalde ‘wetenschappelijke’ manier in hun handen wrijven, dat er geen water in bewerkt voedsel zit en dat de hersenen via het verhemelte rechtstreeks van vocht worden voorzien als ze water op hun tong vasthouden – dit alles maakt deel uit van een speciaal oefenprogramma dat ‘Brain Gym’ wordt genoemd. We zullen wat tijd wijden aan deze overtuigingen en, belangrijker nog, aan de paljassen in het onderwijssysteem die ze onderschrijven.
Dit boek is echter geen verzameling triviale absurditeiten. Het volgt een natuurlijk crescendo, van de dwaasheid van kwakzalvers via het geloof dat de grote media aan hen hechten, naar de trucs van de voedingssupplementenindustrie met een omzet van 30 miljard pond, de kwaadaardigheid van de farmaceutische industrie met een omzet van 300 miljard pond, de tragedie van wetenschappelijke journalistiek enzovoort, tot aan gevallen waarbij mensen in de gevangenis terechtkwamen, belachelijk werden gemaakt of stierven, simpelweg door het gebrek aan inzicht in statistiek en bewijsmateriaal dat in onze samenleving wijd verspreid is.
In de tijd van de beroemde lezing van C.P. Snow over de ‘twee culturen’ van natuurwetenschap en geesteswetenschap, een halve eeuw geleden, werden we door alfa’s eenvoudig genegeerd. Tegenwoordig merken natuurwetenschappers en artsen dat ze in aantal worden overtroffen en worden overschreeuwd door enorme gelederen die menen een oordeel te kunnen vellen over kwesties van bewijsmateriaal – een bewonderenswaardig streven – zonder moeite te doen een basaal inzicht in de problemen ervan te verwerven.
Op school heb je iets geleerd over chemische stoffen in reageerbuisjes, vergelijkingen die beweging beschrijven, en misschien ook iets over fotosynthese – waarover later meer – maar naar alle waarschijnlijkheid heb je niets geleerd over dood, risico en statistiek, en over de wetenschap van wat je doodt of geneest. Er bestaat een gapende kloof in onze cultuur: de reguliere geneeskunde, de ultieme toegepaste wetenschap, omvat enkele van de intelligentste ideeën van de afgelopen tweehonderd jaar en heeft miljoenen levens gered, maar er is nog nooit een tentoonstelling over gehouden in het Londense Science Museum.
En niet uit gebrek aan belangstelling. We zijn geobsedeerd door gezondheid – de helft van de artikelen over wetenschap in de media is van medische aard – en worden telkens opnieuw bestookt met wetenschappelijk klinkende beweringen en artikelen. Maar zoals je zult zien, krijgen we onze informatie nu net van die mensen die er herhaaldelijk blijk van hebben gegeven dat ze niet kunnen lezen en interpreteren en het wetenschappelijke bewijsmateriaal niet betrouwbaar kunnen weergeven.
Maar laat ik het terrein afbakenen voordat we van start gaan.
Allereerst kijken we naar wat het betekent een experiment uit te voeren, de resultaten met eigen ogen te zien en te beoordelen of ze met een bepaalde theorie kloppen of dat een alternatieve theorie boeiender is. Misschien vind je deze eerste stappen kinderachtig en betuttelend – de voorbeelden zijn beslist verfrissend absurd, maar de grote media hebben ze allemaal goedgelovig en met groot overwicht aan de man gebracht. We gaan kijken naar de aantrekkingskracht van wetenschappelijk klinkende verhalen over ons lichaam en naar de verwarring die ze kunnen zaaien.
Vervolgens gaan we verder met homeopathie, niet omdat ze belangrijk of gevaarlijk is – dat is niet zo – maar omdat ze het perfecte model is voor onderricht in de reguliere geneeskunde: homeopathische pillen zijn per slot van rekening suikerpilletjes waar verder niets in zit en die ogenschijnlijk werken, en daarom belichamen ze alles wat je moet weten over ‘goede toetsing’ van een behandeling, en over hoe we worden misleid door de gedachte dat een ingreep meer effect heeft dan feitelijk het geval is. Je komt alles te weten over hoe je op de juiste wijze een test moet doen en leert hoe je kunt zien dat een experiment slecht is uitgevoerd. Op de achtergrond staat het placebo-effect, waarschijnlijk het meest fascinerende en onbegrepen aspect van genezing, dat veel verder reikt dan een suikerpil: het gaat tegen de intuïtie in, het is vreemd, het is het ware verhaal over helende krachten, en het is veel interessanter dan welke verzonnen onzin over therapeutische kwantumenergiepatronen dan ook. We geven een overzicht van het bewijsmateriaal van de kracht ervan, zodat je zelf je conclusies kunt trekken.
Daarna gaan we verder met belangrijkere zaken. Nutritionisten zijn alternatieve therapeuten, maar het is hun op de een of andere manier gelukt zich als wetenschappers voor te doen. Hun fouten zijn veel interessanter dan die van de homeopaten, omdat hun een greintje echte wetenschap eigen is, en dat maakt hen niet alleen boeiender, maar ook gevaarlijker: het echte gevaar van deze zonderlingen is niet dat hun klanten zouden kunnen overlijden – dat komt een enkele keer voor, maar het lijkt bot daarover te blijven doorzeuren – maar dat ze het inzicht van het grote publiek in wat bewijsmateriaal eigenlijk is systematisch ondermijnen.
We zullen zien hoe retorisch gegoochel en amateuristische fouten ervoor hebben gezorgd dat je ten aanzien van voeding en voedingsleer telkens weer op een dwaalspoor bent gebracht, en hoe deze nieuwe industrie fungeert als afleiding voor de echte factoren in onze levenswijze die riskant zijn voor onze gezondheid, naast de subtielere, maar niet minder alarmerende invloed van diezelfde industrie op de wijze waarop we onszelf en ons lichaam zien, in het bijzonder wat betreft de alom aanwezige neiging sociale en politieke problemen te medicaliseren, ze in een reductionistisch, biomedisch kader te plaatsen, en te leuren met verkoopbare oplossingen, vooral in de vorm van pillen en modieuze diëten. Ik zal bewijzen dat, afgezien van het echte wetenschappelijke voedingsonderzoek, een ontstellend kwaadaardige voorhoede de Britse universiteiten binnendringt. In dit deel tref je ook onze favoriete nationale arts aan, doctor Gillian McKeith. Vervolgens gebruiken we dezelfde middelen bij de echte geneeskunde, en zien we welke trucs de farmaceutische industrie uithaalt om artsen en patiënten zand in de ogen te strooien.
Daarna onderzoeken we hoe de media het algemene onbegrip over wetenschap bevorderen door hun hardnekkige voorliefde voor zinloze en inhoudsloze verhalen en hun fundamentele gebrek aan inzicht in statistiek en bewijsmateriaal, die beide precies de kern raken van de reden waarom we wetenschap beoefenen, namelijk voorkomen dat we worden misleid door onze eigen uiterst beperkte ervaringen en onze vooroordelen. Tenslotte zullen we, in dat deel van het boek dat ik het meest verontrustend vind, zien hoe mensen die hoge machtsposities bekleden en beter zouden moeten weten, toch fundamentele fouten maken die ernstige gevolgen hebben, en hoe de cynische vertekening van bewijsmateriaal door de media wat betreft specifieke gezondheidsangsten gevaarlijke en ronduit extreme proporties heeft aangenomen. Het is aan jou om gaandeweg tot je door te laten dringen hoe ongelooflijk wijdverbreid deze materie is, maar ook om na te denken over wat je eraan zou kunnen doen.
Door redeneren kun je mensen niet afbrengen van standpunten die ze niet via redeneren hebben verworven. Maar als je dit boek uit hebt, beschik je over de middelen om elk debat dat je wilt aangaan te winnen, of het in ieder geval te begrijpen, of het nu gaat over wonderbaarlijke genezingen, de bmr-prik, de kwaadaardigheid van de grote farmaceutische industrie, de kans dat een bepaalde groente kanker voorkomt, het versimpelen van wetenschappelijke rapportage, dubieuze angsten in verband met gezondheid, de verdiensten van anekdotisch bewijsmateriaal, het verband tussen lichaam en geest, de wetenschap van irrationaliteit, de medicalisering van het leven van alledag en meer. Dan heb je het bewijsmateriaal in ogenschouw genomen waarop bepaald zeer populair bedrog is gebaseerd, maar onderhand ben je ook allerlei nuttige dingen te weten gekomen over onderzoek, niveaus van bewijsmateriaal, vertekening, statistiek (maak je geen zorgen), de geschiedenis van de wetenschap, anti-wetenschappelijke stromingen en kwakzalverij, en ben je maar een paar van de verbazingwekkende verhalen tegengekomen die de natuurwetenschappen ons over de wereld kunnen vertellen.
Het is helemaal niet moeilijk: dit is het enige onderricht in wetenschap waarbij ik kan garanderen dat jij niet tot de mensen gaat behoren die domme fouten maken. En als je uiteindelijk denkt dat je het nog steeds niet met me eens bent, bied ik je het volgende aan: je hebt dan nog altijd ongelijk, maar met veel meer lef en zwier dan nu.
Ben Goldacre
juli 2008