HOOFDSTUK 3

 

Het incident in de les van „Toetje” bleef gelukkig voor Tina en Sjoerd bij een fikse uitbrander en het aanbieden van hun excuses bij „Toetje”, die het duidelijk niet eens was met het besluit van mevrouw Van Dijck.

„Snotneuzen! Zo brutaal!” mopperde hij.

Maar de directrice bleef bij haar besluit, hoewel ze even van kleur verschoot, toen Sjoerd ijskoud opmerkte na het aanbieden van zijn excuus: „C'est tout, meneer!” „Toetje” wierp hem dodelijke blikken toe, maar Sjoerd keek even dodelijk terug en daar bleef het bij.

„Zo, dat hebben we ook weer gehad,” zuchtte Tina opgelucht toen ze zich bij de rest van haar klas voegde.

„En? Worden jullie geschorst?” Benny's weinig optimistische opmerking werd door Tina handig opgevangen.

„Wel nee! Sjoerd en ik krijgen een bronzen standbeeld naast dat van president De Gaulle en onze namen worden in de Eiffeltoren gezet, omdat we de eersten zijn geweest die „Toetje” hebben bedwongen! Ze heeft ons gelijk gesteld met Napoleon en voorgedragen voor een plaats in het geschiedenisboek!”

Verbluft staarde Benny Tina aan, terwijl de anderen gierden.

„O... nou... dat is fijn voor jullie,” was het enige wat hij hierop wist te antwoorden en hield verder wijselijk zijn mond.

„We zullen het bij „Toetje” nu wel voorgoed verpest hebben!” peinsde Sjoerd en hij dacht met enige angst aan zijn rapportcijfer voor Frans, dat de laatste maal al niet naar tevredenheid van zijn vader was geweest.

„C'est la vie!” (Zo is 't leven!) was Tina's commentaar en ze tikte hem daarbij vriendschappelijk op de schouder. Plotseling scheen Tina iets te binnen te schieten en ze sprong tot grote verbazing van de rest van de klas op een tafel. „Mag ik even de aandacht?” begon ze plechtig, alsof ze een gewichtige redevoering moest afsteken.

„Die heb je al,” was Miekes nuchtere commentaar.

Het was moeilijk om de aandacht niet aan Tina te geven als deze midden in de aula op een tafel stond te dansen!

„Ik heb iets zéér belangrijks met jullie te bespreken, maar omdat dit binnen gesloten deuren moet, stel ik voor om na schooltijd een vergadering te beleggen.”

„Als het werkelijk zo belangrijk is dat daar een vergadering aan gewaagd wordt, mij best! Maar waar?”

„Bij Kareltje!” was het voorstel van Dickie, die alleen al heerlijke visioenen kreeg bij het noemen van de naam van de snackbar tegenover de school.

„Iedereen 't er mee eens? Bij Kareltje?” Instemmende knikken en goedkeurende gezichten alom, dus besloot Tina om haar vergadering daar te beleggen.

Nadat iedereen die middag een plaatsje had gevonden in de snackbar en men voorzien was van een drankje en wat te eten, keek Tina de kring eens rond en zag de nieuwsgierige gezichten om haar heen.

„Wel, Tina, steek maar van wal!”

En onder doodse stilte vertelde ze het verhaal van Petra en de problemen waarmee „de Zonnebloem” te kampen had. Iedereen was onder de indruk van dit nieuws, want ze kenden het kindertehuis en allemaal mochten ze Petra even graag.

„Wat erg!” zei Karlien zachtjes.

„Wat wil je eraan gaan doen, Tina? Ik neem aan dat we daarom hier zitten!”

Even aarzelde Tina alvorens haar plannen te ontvouwen. „Wel... ik had gedacht dat wij met z'n allen dat geld bijeen zouden moeten kunnen krijgen om een vakantie voor die kinderen te organiseren!”

„Hoe wil je dat doen? Ik krijg per week maar een tientje zakgeld van mijn vader!” mompelde Dickie met volle mond.

„We zullen op andere manieren dat geld moeten verdienen! Ik had gedacht om overal wat karweitjes te gaan doen: auto's wassen en boodschappen doen voor bejaarden, bijvoorbeeld! Nu het winter wordt, is het voor die oudjes levensgevaarlijk zich op straat te begeven!”

„Ik kan een krantenwijk nemen!” zei Sjoerd enthousiast.

„Ik ook! Daar kan mijn vader wel voor zorgen; die werkt bij de krant!” vulde Bas aan.

„Prima! Nog meer ideeën?” Tina zag de enthousiaste gezichten en wist dat ze op ieders medewerking kon rekenen met haar plannetje.

„We kunnen oppassen!”

„Een babysitcentrale! Tina, we richten gewoon een babysitcentrale op!” gilde Mieke ineens.

„Enorm idee! Doe ik aan mee!”

„We kunnen ook optreden en dan entree gaan vragen!” opperde Benny voorzichtig.

„Waarmee? Ik zou nog niet naar jou komen luisteren als ik er geld bijkreeg!” was Sjoerds wat hatelijke commentaar.

„Ik vind het nog niet eens zo'n gek idee; er zijn allicht wat mensen die een muziekinstrument kunnen bespelen of wat willen zingen! Maar dat kan altijd later nog! Wat dachten jullie van een bazaar?” Tina's woorden gingen verloren in een luid geroep en gegil. De overige bezoekers van de snackbar keken even bevreemd op naar het rumoerige groepje dat zeker vijf tafels en banken in gebruik had genomen en zelfs de muziek overstemde. De eigenaar, die de jongelui wel kende, maande hen zachtjes tot wat rustiger gesprekken, omdat ze op deze wijze zijn andere klanten wegjoegen.

„Je hebt 't gehoord, mondjes dicht! Wie heeft er een pen en papier?”

Ogenblikkelijk werden Tina van verschillende kanten vellen papier en wel minstens tien pennen toegestoken. Ze pakte er één aan en legde het vel op tafel. „Hé, dat was ons Franse proefwerk!” grinnikte ze toen ze de achterkant ervan zag.

„Is het toch nog ergens goed voor!” was Sjoerds mening.

Tina schreef ijverig op, wie er aan haar plannen mee wilden werken en welke ideeën er op tafel waren gekomen. Vervolgens deelde ze de verschillende namen in. „Sjoerd en Bas nemen een krantenwijk, Michel, Dickie, Hans en Martijn gaan auto's wassen; Frank gaat helpen bij zijn vader op de zaak, José, Monique, Frans, Bob en de tweeling gaan voor allerlei mensen boodschappen doen, Lieke, Gonnie en Benny halen de spullen voor de bazaar op. Blijven over: Mieke, Karlien, Anjo en ikzelf voor de babysitcentrale!” Iedereen was tevreden over deze indeling en ijverig werden er al plannen gesmeed door de groepjes.

„Moeten we het aan Petra vertellen?” vroeg Mieke zacht aan Tina. Daar had Tina nog niet eens aan gedacht! Stel je voor dat Petra het er helemaal niet mee eens zou zijn met wat ze wilden gaan doen.

„Nee, nog niet,” zei ze beslist, „dat kunnen we altijd nog doen en misschien is het leuker om het als een verrassing te houden!”

„Denk je?” aarzelde Mieke, maar ze werd weer wat gerustgesteld door de vastberaden wijze waarop Tina bij haar standpunt bleef.

„Kijk eens wie we daar hebben!” gilde Sjoerd plotseling boven het geroezemoes uit.

Zojuist had „Toetje” de snackbar betreden en het groepje in de hoek met argusogen bekeken. Hij voelde zich duidelijk minder op zijn gemak en bleef besluiteloos met zijn bestelling in de hand staan, zoekend naar een plaatsje. Alles was echter bezet.

„Zijn jullie klaar?” vroeg hij dan tenslotte toch maar aan zijn leerlingen, toen hij een paar hun tassen zag oppakken.

„Ja, meneer, u kunt hier gaan zitten,” wees Sjoerd met een galant gebaar de lege bank aan.

„Dank je!” „Toetje” schoof duidelijk nerveus op de bank en stalde zijn bestelling voor zich op tafel uit, terwijl hij met een vies gezicht de rest van de lege bekers en borden aan de kant schoof. „Konden jullie niet méér rommel maken?” mopperde hij op zijn bekende, scherpe manier.

Hij verslikte zich zowat in zijn koffie, toen de gehele klas, dat is alles als één man in het Frans brulde: „C'est tout, meneer!”