Groeten
‘Kun je de politie bellen als je een aanklacht wilt indienen wegens laster?’ vroeg mijn moeder door de telefoon.
Even moest ik aan het proces tegen Wilders denken.
‘Wie heeft je belasterd?’ vroeg ik.
‘De buren groeten me niet meer,’ zei mijn moeder.
‘Dat is geen laster.’
‘Wat is het dan?’
Daarop wist ik geen antwoord.
‘Ik werd midden in de nacht wakker,’ vertelde mijn moeder. ‘Bij de buren zag ik een ladder tegen het raam staan. Ik had de kracht niet om de politie te bellen. Dus vanochtend zei ik tegen de buurvrouw: “Er stond vannacht een ladder tegen uw raam, waren er inbrekers?” “Welnee,” zei de buurvrouw, “dat was de glazenwasser.” Maar die komt toch niet midden in de nacht?’
‘Misschien was het haar minnaar,’ zei ik.
Hierop ging mijn moeder niet in.
‘Nu groet ze me niet meer,’ zei ze. ‘Ze denkt dat ik gek ben.’
In Nederland lijkt het agressieve provincialisme van alles en iedereen bezit te hebben genomen. Op zeven uur rijden van Amsterdam is er hoop.