HOOFDSTUK 12 - ALS JE NOOIT STERFT

Een opgeluchte glimlach op het gezicht van iemand die je net geholpen hebt bij de verwerking van de dood van een dierbare, valt niet in woorden uit te drukken. Toen mijn schoolvriendin Domini op haar eenendertigste overleed, zat ik opeens zelf aan die kant van de tafel.

Ik kende Domini al vanaf mijn veertiende; we hebben elkaar in de derde klas van de middelbare school ontmoet. Ik kan me nog herinneren dat we elkaar voor het eerst zagen bij de bushalte bij school. Domini turnde; ze zag er vrouwelijk uit maar kon indien nodig zeker haar mannetje staan. Ze had net zo’n innemende glimlach als Julia Roberts: een en al tanden. Ze was aardig en open en we raakten aan de praat. En we werden al snel vriendinnen.

Hoewel Domini levendig en mooi was, had ze een gekwetste kinderziel. Haar jeugd was niet makkelijk geweest en ze wilde er zo graag bij horen en geliefd worden. Op een feestje was ze altijd het stralende middelpunt. Ze kreeg in juli 2000 te horen dat ze een kwaadaardige melanoom had en ze overleed op 2 april 2001. Het was moeilijk om mijn vriendin te zien lijden.

Soms is het moeilijk helderziend te zijn, omdat je weet dat er iets vreselijks gaat gebeuren wat je niet kunt tegenhouden; je kan alleen maar toekijken hoe je voorspelling bewaarheid wordt. Ik liep al langer met het idee rond dat Domini rond haar dertigste aan kanker zou overlijden. Op mijn negentiende vertelde ik haar dat ik zag dat haar leven over ongeveer tien jaar afgelopen zou zijn en dat dat door kanker zou komen. En ik was niet de enige die haar vroege dood voorvoelde.

Tijdens onze middelbareschooltijd maakte ik iets mee met Domini wat me altijd zal bijblijven. We waren hartsvriendinnen en we gingen samen naar de film Beaches, met Bette Midler. Terwijl het verhaal zich op het scherm ontvouwde, wendde Domini zich tot mij. We waren bij de passage waarin Bette Midlers personage met haar beste vriendin (Barbara Hershey) in gesprek is. Hershey legt Midler uit dat ze kanker heeft en zal sterven. Ze wil dat Midler na haar dood voor haar dochter zal zorgen.

'Ali?' (Dom was de enige die me 'Ali' noemde.) 'Als er iets met mij zou gebeuren en ik dood zou gaan, zou je dat dan voor mij doen? Zou je voor mijn kind zorgen en haar alles over mij vertellen?'

Ik probeerde de sfeer wat te verlichten en zei: 'Nou, niet alles.'

Maar ik zag dat ze het meende en ik stelde haar gerust. 'Domini! Ja, natuurlijk zou ik dat doen.' 'Beloof je dat?'

‘Ja !'

Domini leek opgelucht. Ze wist dat ik me altijd aan mijn woord hou. Onze levens leken op veel manieren op die van de hoofdrolspeelsters. Een paar jaar nadat ik deze belofte had gedaan, kregen Domini en haar man Dominic een prachtig klein meisje: Marissa. Ik had als twintiger echter geen contact meer met Dom; ik was getrouwd, had een eigen gezin en we gingen ieder onze eigen weg.

Ik dacht vaak aan haar en vroeg me af hoe het ging met haar kleine roodharige meisje, de baby die ik geprobeerd had een luier om te doen, wat uiteindelijk was gelukt, maar wel achterstevoren. De peuter die van mij alleen maar Happy Meals van McDonald's kreeg omdat ik niet wist wat je een klein kind te eten moest geven. Ik had geen enkele ervaring met kinderen, maar ik deed mijn best omdat ik Domini met haar baby'tje wilde helpen. Ik wilde Marissa leren kennen en dat Marissa mij zou leren kennen. Er gingen zes jaar voorbij en in 2000 besloot ik weer contact met haar op te nemen. Ik was haar uit het oog verloren en zocht haar naam op internet. Uiteindelijk vond ik haar via Dominic, van wie ze inmiddels was gescheiden. Dat ik zo'n haast had haar te vinden, was geen toeval. Mijn gidsen stuurden me niet zomaar naar haar toe. Ik vertelde Domini dat ik stage liep bij het kantoor van de plaatselijke openbare aanklager en ze antwoordde dat ze daar in de buurt werkte. De maanden daarna hingen Domini en ik urenlang met elkaar aan de telefoon; het was alsof er geen zes jaar voorbij waren gegaan.

Ze was opnieuw getrouwd en had in maart een tweede dochtertje gekregen. Ik bood aan wat eten langs te brengen (ze woonde ongeveer een uur bij ons vandaan). Ik wilde haar nieuwe baby zien en dus laadden Joe en ik onze kinderen in de auto voor een avondje met Domini en haar nieuwe gezin.

Ik had Marissa sinds haar derde niet meer gezien. Ze was nog steeds hetzelfde pientere meisje dat ik destijds had meegenomen naar McDonald's. De avond leek veel te snel voorbij te gaan. We bogen ons over plakboeken vol foto's van vroeger en praatten uren achtereen, en toen was het tijd om te gaan. De week daarna was Doms telefoon afgesloten. Ik hoorde vier lange maanden niets van haar.

Domini kreeg in de zomer van 2000 te horen dat ze kanker had. Ze belde me om me dat te vertellen. Kort daarop bezweek ze aan de ziekte. En te weten dat we jaren daarvoor samen naar een film hadden gekeken die ons een glimp van onze toekomst had gegeven. We huilden samen en we lachten samen en later, toen het daar tijd voor was, namen we afscheid van elkaar. Ik denk dat Domini toen ze die film zag al wist dat haar tijd op aarde kort zou zijn. Ze had zo vaak gezegd dat ze wist dat ze niet oud zou worden. En ze had gelijk gehad.

Tot onze volgende ontmoeting

Ik hou niet van afscheid nemen omdat het zo definitief is. Ik zeg liever: 'Tot onze volgende ontmoeting.' Domini heeft een paar maanden tegen de kanker gestreden. Ik maakte gebruik van de tijd die ik nog met haar had en zorgde dat elk moment ertoe deed. Stacey, die tijdens Domini's ziekte een goede vriendin van me werd, hielp me een aantal van Domini's laatste wensen te vervullen. Verwerking is belangrijk voor de mensen die doodgaan, maar ook voor degenen die achterblijven. Laat je niet emotioneel verlammen door de verdrietige omstandigheden. Als je het geluk hebt dat je deze waardevolle tijd nog samen krijgt, beschouw dat dan als een zegening. Vraag de persoon van wie je houdt wat hij of zij nog zou willen doen of zien in de tijd die hem nog rest. Ik weet dat veel mensen daar alles voor over zouden hebben.

Domini had altijd een leuk flatje gewild, maar schoonmaken en inrichten waren niet haar sterkste kanten. Stacey en ik maakten tijdens haar afwezigheid haar hele flat schoon. We zetten en hingen allerlei nieuwe, vrolijke, fleurige spulletjes neer. We brandden kaarsjes en wierook tot we niets meer roken. En wat vond Domini haar flat prachtig! Ze genoot van de bloemengeur en was helemaal verrukt van alle tierlantijntjes die ze overal vond. Domini wilde ook heel graag kreeft eten. Ze had niet altijd de mogelijkheid gehad te genieten van de eenvoudige dingen in het leven. Nu benutte ze haar tijd om precies dat te doen. Een kreeft was makkelijk te regelen. We namen haar mee uit eten en praatten over de tijd dat we zestien waren.

Als je jong bent, kun je je niet echt voorstellen dat je ooit dood zal gaan. Je denkt niet aan wat je als laatste maaltijd zou willen eten of wat je zou zeggen tegen degenen die je op het punt staat achter te laten. Als je jong bent, heb je alle tijd van de wereld en sta je onbevreesd in het leven. Ook besef je vaak niet dat de keuzes die je als tiener maakt de rest van je leven kunnen beïnvloeden.

We klonken tijdens dat etentje als drie wijze vrouwen die al een zwaar leven achter de rug hadden. Toen we zestien waren, dachten we dat we alles al wisten, alles al hadden gedaan en op een dag alles zouden hebben. Nu waren we het erover eens dat jong zijn zowel een zegen als een vloek is. Je hoeft je nergens zorgen om te maken, maar het ontbreekt je ook aan inzicht terwijl je dat juist nodig hebt. We lachten en huilden over vroeger en brachten Dom naar huis zodat ze kon uitrusten. Een paar weken voor Domini's eenendertigste verjaardag hielden we ter ere van haar een net-als-vroeger-feestje, zodat ze nog wat tijd kon doorbrengen met een aantal vrienden van toen. Wat is het waardevol om die dingen te kunnen zeggen die nog gezegd moeten worden, als de mensen van wie je houdt er nog zijn. Dat is echt meer waard dan je denkt.

Mijn gidsen gaven me de datum van 22 maart door. Stacey en ik noteerden die dag in onze agenda's. Mijn gidsen zeiden dat er op die dag iets heel belangrijks zou gebeuren in het leven van Domini. Ik wist dat ze die dag niet zou sterven en bereidde me dus voor op wat er dan wel zou gebeuren.

22 maart kwam en ging. Stacey en ik snapten niet waar mijn gidsen op gedoeld hadden. De volgende dag kreeg ik een telefoontje van Dominic, de ex-man van Domini. Hij vertelde dat Domini de avond ervoor een toeval had gehad en was opgenomen in een verpleeghuis voor terminale patiënten. Ze had er alles aan gedaan om te vermijden daar terecht te komen. Hoewel ze hulp nodig had, wilde ze liever thuis lijden. Ze wist dat ze, als ze eenmaal naar zo'n verpleeghuis ging, er nooit meer uit zou komen. En natuurlijk klopte haar gevoel. Het was 2 april, twee uur 's middags. Mijn gidsen vertelden me dat ik naar Domini toe moest gaan. Ze lieten me zelfs zien hoe ik moest rijden. Ik had een paar afspraken voor readings en zoals altijd was ik druk aan het rondrennen in een poging allerlei dingen tegelijkertijd te doen. Ik keek omstreeks kwart over vier op de klok en vanaf dat moment werden mijn ogen elke minuut weer naar die klok getrokken.

'Wat is er?' vroeg ik mijn gidsen. 'Judge Judy is bijna afgelopen, wat zou dat?' Ik vertrok naar een afspraak en kwam later vermoeid thuis. Alles leek in slowmotion te gebeuren. Ik liep via de garage het huis in. Ik keek op en zag mijn man op me af komen lopen. Ik schudde mijn hoofd, maar zei: 'Domini is overleden, hè?'

Joe antwoordde: 'Ja, ze is vanmiddag om tien voor drie overleden.'

Soms denk ik dat ik mijn gidsen niet verdien. Ik had zo veel aan mijn hoofd dat ik hun tekens compleet negeerde. Ze hadden geprobeerd me nog een laatste keer afscheid te laten nemen van mijn vriendin en ik had daar geen aandacht aan besteed. Ze probeerden me duidelijk te maken dat ze stervende was en ik was te druk met mijn eigen dingen en negeerde hun boodschap.

De volgende dag, een dag na Domini s overlijden, kreeg ik informatie van de andere kant door dat er een ring in een witte doos zat die voor Domini s dochter Marissa was bestemd. Domini had zich nadat ze gehoord had dat ze kanker had, niet echt beziggehouden met alle details en had er niet voor gezorgd dat Marissa die ring zou krijgen. Maar het was heel belangrijk voor haar. Domini was de eeuwige optimist en ze had gedacht dat ze de kanker wel zou verslaan. Een van de manieren waarop ze het sterven dacht te kunnen vermijden, was door niet de onafgewerkte zaken af te ronden. Dat zie je wel vaker bij mensen die stervende zijn. Ze denken dat ze niet dood kunnen gaan als ze nog geen afscheid hebben genomen. Helaas zit het niet zo in elkaar. Ik kreeg te horen dat de witte doos onder een matras lag of door een matras aan het zicht werd onttrokken. Ik zag een matras en een hand die een hoek ervan optilde en wees. Ik had geprobeerd dit beeld te interpreteren. Het was duidelijk dat Dominic onder Domini's matras moest kijken, dus ik belde hem om dat te vertellen.

Ik vond het vreselijk om hem te bellen, omdat hij op Domini’s ziekbed voor haar had gezorgd en hij met zijn eigen verdriet worstelde. Ik was erbij geweest toen ze elkaar dertien jaar geleden hadden ontmoet. Hoewel ze het niet altijd even goed konden vinden, was Dominic altijd van haar blijven houden en omdat ze zoveel gemeen hadden bleef ze in zijn gedachten. Behalve dat ze dezelfde naam hadden, waren ze ook op dezelfde dag jarig. Als je je afvraagt waarom Dominic voor Domini zorgde in plaats van haar nieuwe echtgenoot, moet je weten dat die laatste er meteen vandoor was gegaan toen ze ziek werd. Blijkbaar was ze toen niet meer zo leuk. Hij had een paar maanden voor haar dood om een scheiding verzocht. Gelukkig voor hem was die nog niet uitgesproken en zo kon hij dus nog profiteren van haar overlijden. Ik heb maar een woord voor hem: karma. Dominic belde me later die dag terug. Hij had de doos met de ring gevonden, tussen de matras en het nachtkastje. Ik vroeg of de doos wit was. 'Want als die niet wit is, klopt het niet.' (Ik ben soms wat veeleisend wat betreft mijn gave. Bovendien was mijn vriendin net overleden en ik wilde er zeker van zijn dat ik haar goed ontving.)

'Ja, Allison, hij is wit, precies zoals je zei.'

Dominic leek zich beter te voelen nu hij wist dat Domini met ons in contact stond. Ze had een teken gestuurd naar degenen die van haar hielden, om ons te laten weten dat het goed met haar ging. En belangrijker nog, ze gaf haar ring aan haar dochtertje Marissa en dat was een liefdevol gebaar vanaf de andere kant.

De meeste mensen denken dat een medium beter dan een gemiddeld persoon met de dood van een vriend kan omgaan. Maar op Domini's dood reageerde ik net als ieder ander: ik had veel verdriet. Het voelde alsof ik me had laten overvallen. Ik heb mensen die net overleden zijn altijd bij hun eigen begrafenis kunnen zien en dat was steeds een soort troost voor me geweest. Bij Domini's begrafenis was dat echter niet het geval. Terwijl ik naar haar kinderen keek die op de begraafplaats aan het spelen waren, zich totaal niet bewust van wat er gebeurd was, voelde het alsof iemand me keihard op mijn borst sloeg. De kinderen leken in slowmotion rond te rennen en hun gelach beangstigde me. Ik stond naast Domini’s grafkist en voelde daarin het fysieke gewicht van haar lichaam en van de kanker. Ik voelde me beroerd en probeerde me te herinneren hoe ze was geweest voordat de kanker haar lichaam had overgenomen.

Ik denk vaak aan Domini. Ik herinner me hoe haar ziekte aanvoelde en denk vaak terug aan de laatste keer dat we samen waren. Ik had toen niet weg willen gaan omdat ik wist dat het de laatste keer was dat ik haar in dit leven zou zien. Haar lichaam was door de kanker nog slechts een schaduw van haar vroegere fysieke zelf. Toen ik haar vasthield, was ik bang dat ze zou breken, zo fragiel was ze. Afscheid nemen als je weet dat het voor het laatst is, is niet te vergelijken met welk ander verdriet dan ook. Ik weet dat Domini nu geen pijn meer heeft; ze is weer haar oude levendige zelf. Maar toch, hoewel ik weet dat ze op een betere plaats is, mis ik haar energie, zoals ik die kende in deze wereld.

En ik voel me schuldig. Domini had een jaar voor haar overlijden een baby gekregen. Ik had haar vlak na de geboorte gezien en haar toen verteld dat er iets lichamelijk mis was. Ze verzekerde me dat het door de bevalling kwam. Ik zei dat het daar niet door kwam. Ik drong aan en stond erop dat ze een dokter zou raadplegen. Daar stemde ze uiteindelijk wat onwillig mee in, maar zei toen weer dat ze net naar de dokter was geweest en dat die had gezegd dat alles goed was.

En dat is waar het voor mij lastig wordt. Ik weet dat ik haar levensloop niet kon veranderen, maar ik weet ook dat ik voor andere mensen wel heb kunnen ingrijpen en vind eigenlijk dat ik dat dus ook voor haar had moeten kunnen doen. Maar zo mocht het niet zijn. Domini had tijdens haar zwangerschap veel pijn gehad. Haar arts dacht dat die pijn door de zwangerschap werd veroorzaakt. Tegen de tijd dat de kanker gevonden werd, was het al te laat en kon ze niet meer worden geopereerd. Zo moet ik ook leren dat je jezelf niet de schuld moet geven als je iemand verliest van wie je houdt. Soms is het niet aan ons. Domini’s twee jongste kinderen zullen zich haar niet goed kunnen herinneren, hoewel ik zeker weet dat ze regelmatig bezoek zullen krijgen van hun moeder. Die kans zal Domini niet aan zich voorbij laten gaan.

Ik probeer te bedenken dat overal een reden voor is, maar ik ben ook maar een mens en het doet me veel verdriet als iemands leven zo kort is. Ook heb ik geleerd dat het goed is om te rouwen. Huilen en je afvragen waarom, is een gezonde manier om je verdriet te verwerken. Ik moedig mensen aan met hun dierbaren aan de andere kant te praten. Ze luisteren en zullen hoe dan ook antwoorden.

Als iemand vroegtijdig komt te overlijden, is het heel belangrijk dat de achterblijvers worden getroost omdat hun wond zo rauw is. De nabestaanden moeten doorgaan met hun leven, maar blijven met veel onbeantwoorde vragen zitten. En een van de belangrijkste vragen is:

'Waarom heb je me verlaten?'

Het antwoord kan een tegengif voor de pijn zijn, maar het kan ook bijdragen aan het gevoel van verlies. Weten dat we verbonden kunnen blijven, zelfs na de dood, kan bemoedigend zijn, net als de wetenschap dat er een reden is voor elk begin en elk eind. Onthou alsjeblieft dat de personen van wie je hield gewoon eerder moesten gaan. Ze zullen je begroeten als jouw tijd gekomen is en dat zal de meest bijzondere reünie zijn die je je maar kunt voorstellen.

Onze dierbaren die overgaan naar de andere kant maken nog steeds deel uit van ons leven. Ze kunnen als extra energie fungeren als je die nodig hebt. Als je kracht nodig hebt, roep dan bijvoorbeeld je overleden opa aan en vraag hem om kracht en raad. Als je geduldig moet zijn, zou je je moeder kunnen vragen je rust te geven. Ik weet dat wanneer ik het even niet meer zie zitten, Domini de vuurstoot van blije energie is die me opbeurt. Sta je dierbaren toe deel van je leven uit te maken en laat hen een inspiratie voor je zijn. Ik heb een keer een reading gedaan voor een aardige, hoffelijke man. Ik vroeg hem of hij een broer had die als kind was overleden.

Hij zei van niet.

‘Dat is raar,' zei ik, 'want de energie is de energie van een broer.'

'0,' zei hij. 'Ik had een neef die op zijn twaalfde is overleden. We waren bijna even oud, we waren als broers voor elkaar. We zijn samen opgegroeid. Hij heette Martin.'

'Had hij beenbeugels?'

'Ja, die had hij,' antwoordde de man.

Martin gaf aan dat hij zich zorgen maakte over zijn ouders. Hij was bang dat zijn dood een wig tussen hen had gedreven en hij gaf veel details over het verdriet dat ze nog steeds hadden. Hij wilde dat ze vrede zouden hebben met zijn overlijden. Ik legde Martin uit dat zijn ouders hier niet open voor zouden staan. Martin bleef twee namen aan me herhalen: Robert en Bobby. Ik wendde me tot Martins oom en vroeg: We zijn Robert en Bobby voor Martin? Hij blijft die namen steeds herhalen.'

'Mijn neefs voornaam is niet 'Martin', maar 'Robert'. Hij heette Robert Martin. Bobby is de naam van zijn vader.'

Martin maakte zich vreselijke zorgen over zijn vaders welzijn en had veel nostalgische herinneringen die hij met zijn oom wilde delen. Martins oom wilde zijn boodschappen aan diens vader vertellen. Hij hoopte dat Bobby bereid zou zijn te luisteren. Sommige mensen zijn er niet klaar voor boodschappen van de andere kant te horen en sommige mensen zijn er niet klaar voor boodschappen van de andere kant door te geven. Dat is jammer, want als beide personen aan weerszijden bereid zijn een ontmoeting te hebben, dan is dat een prachtige mogelijkheid voor herstel en voor verwerking van iemands dood. Het is gezond om open te staan voor de mogelijkheden die het leven biedt.

Blijven huisdieren ook leven?

Niet zo lang geleden kreeg ik te maken met een persoonlijk dilemma. Mijn oude kat Sinbad was ziek en hij zag er niet goed uit. Ik beschouw mezelf als een medelevend iemand en ik heb in mijn leven altijd geprobeerd de juiste keuzes te maken. Sinbad was ziek en ging fysiek achteruit. Maar ik had hem al elf jaar! Mijn moeder had hem gevonden nadat hij door coyotes aan stukken was gescheurd en ze had hem erbovenop geholpen. Hij was destijds jong, maar wel een volgroeide kater en we wisten dus niet zeker hoe oud hij was. Waarschijnlijk ergens tussen de dertien en zestien jaar.

Sinbad had een aanval van coyotes overleefd. Waarom zou ik nu de aanleiding moeten zijn voor zijn dood? Ik kon voelen dat Sinbad leed, maar ik wilde hem de dagen die hem nog restten niet afnemen. Ik wist dat ik, als ik naar de dierenarts zou gaan, niet met hem in mijn armen naar buiten zou komen. Hij vond het heerlijk om in het gras in de voortuin te liggen en lag daar vaak uren te zonnen. Ik heb dagelijks te maken met de andere kant en ik weet dat het een vriendelijke en vreedzame plek is, maar ik hield ook van mijn kat en wilde hem nog niet verliezen. Wat zou hij willen dat ik deed?

Ik was zo bang een verkeerde keuze te maken. Hij was onderdeel van ons gezin. Het was vrijdagavond en ik besloot mijn gidsen om raad te vragen. Een beslissing als deze kon ik niet alleen maken. Er zijn mensen die het belang van huisdieren niet onderkennen. Zo ben ik niet. Sinbad was belangrijk voor me. Ik vroeg mijn gidsen wat ik moest doen en ik kreeg wat reacties terug, maar niets wereldschokkends. Dat irriteerde me en ik zei: ‘Jullie maken het mogelijk dat ik andere mensen duidelijke antwoorden op hun vragen geef. Ik kan boodschappen doorgeven en andere mensen geruststellen, waarom kan ik dat dan niet bij mezelf? Ik heb iets bijzonders nodig, iets magisch.'

Een jong medium dat de andere kant uitfoetert; dat is wat moois! Na uren van zelfreflectie viel ik uiteindelijk in een onrustige slaap. Die nacht kreeg ik precies waar ik om had gevraagd en het antwoord kwam in de vorm van een prachtige droom (en ik droom niet vaak). Op dat moment had ik niet eens door dat het een droom was, zo echt leek het. Mijn vriendin Domini leefde weer en we waren in haar flat. Ik was mijn plakboeken aan het bekijken en het viel me op dat de flat opgeruimder was dan normaal. Domini kwam op me af lopen. Ze leek jonger dan ik, hoewel ik wist dat ze twee jaar ouder was; ik was in onze vriendenclub altijd de jongste geweest. Domini had haar blonde haar in een pluizige paardenstaart naar achteren getrokken. Haar kinderlijke blauwe ogen vertoonden gouden lichtjes en ze zag er prachtig uit. Toen kwam Dominic binnen. Hij liep langs haar en hun schouders raakten elkaar, maar geen van beiden vertrok een spier. Dominic liep door de flat naar een andere kamer en deed de deur dicht. Ondertussen zat Domini in de woonkamer met een baby te spelen, maar ik wist niet wiens baby dat was. Ik was moe en besloot naar huis te gaan en dus raapte ik mijn plakboeken op en liep naar de deur. Domini zei: 'Ali! Wacht!' Ze gebaarde dat ik moest terugkomen. Ik liep naar haar toe en legde mijn boeken op tafel. Domini begon in een van de plakboeken te bladeren en zo nu en dan keek ze me aan en glimlachte blij. Ik zei haar dat ik moest gaan en liep naar buiten, maar ik was nu niet in de hal maar in de wachtkamer bij de dierenarts. Ik draaide me om en wilde Domini vragen wat er aan de hand was. Ze glimlachte en knikte me zachtjes toe.

Op dat moment schrok ik wakker en ging rechtop zitten. Mijn eerste reactie was Domini te bellen en haar te vertellen dat ik over haar had gedroomd, maar toen herinnerde ik me dat ze drie maanden geleden was overleden. Ik had mijn gidsen om een ongelooflijk teken gevraagd en het teken dat ik kreeg had meerdere speciale betekenissen voor me. Van de vele voor mij relevante details in mijn droom, waren er twee boodschappen die echt opvielen.

Allereerst liet Domini me weten dat ze nog steeds bij Dominic was. Voordat ze overleed, had Domini me verteld dat ze zeker wist dat ze vanaf de andere kant contact met me zou kunnen maken. Ze vond het een troostende gedachte dat ze de mensen van wie ze hield nog zou kunnen bereiken.

Door me de wachtkamer van de dierenarts te laten zien, liet Domini me weten dat het goed zou komen met Sinbad en dat de dierenarts voor hem de meest barmhartige keuze was. Ik wist dat Domini me liet weten dat ze voor hem zou zorgen. Kort na mijn droom brachten we Sinbad naar de dierenarts om hem te laten inslapen. De dierenarts zei dat hij darmkanker had en dat ze niets voor hem konden doen. We hielden genoeg van hem om hem te laten gaan. Hoewel ik had geweten dat Sinbad dat jaar zou doodgaan, deed het niet minder pijn.

Opvallend genoeg was onze nieuwe kat van Domini afkomstig. Toen ze steeds zieker was geworden, had ze niet meer kunnen zorgen voor de kittens die ze had en dus had ik er eentje meegenomen voor de kinderen. We noemden hem Caesar. We hebben hem nog steeds en mijn gezin behandelt hem als een kleine koning. Hij is een genot om te hebben. Ik vind het heerlijk dat Caesar net als Domini zo vol leven is. Het enige aan hem waar ik niet zo dol op ben, is zijn neiging midden in de nacht boven op mijn hoofd te springen en met zijn klauwtjes door mijn haar te kroelen. Daar kan ik niet aan wennen. Maar ik vind het zo passend dat we een van Domini's katten hebben. Ik weet zeker dat zij aan de andere kant voor Sinbad zorgt, ook al is hij misschien wat te zachtmoedig vergeleken bij haar onstuimige energie.

Dieren spelen in readings vaak een belangrijke rol. Ze maken deel uit van ons leven en veel mensen beschouwen hun huisdieren als gezinsleden. Hoewel ik wist dat katten en honden overgingen, wist ik niet dat vogels uit het hiernamaals konden doorkomen, totdat ik bij een reading een keer een heel klein gezinslid tegenkwam. De cliënt in kwestie was een energieke, grappige vrouw die recentelijk iemand verloren had, maar ze zei niet wie. Ik was pas een minuut bezig toen ik al een duidelijk beeld doorkreeg van een vrouw met geverfd haar die een Hawaïaanse wijde jurk droeg en zo'n bijbehorende bloemenslinger omhad. Ik moest moeite doen niet te glimlachen, omdat de vrouw echt heel grappig was. Ik vertelde mijn cliënt dat de vrouw een moederfiguur was en ik vroeg of ze van plan was naar Hawaï te gaan of daarvandaan kwam. Haar adem stokte in haar keel. 'Ik zou met mijn schoonmoeder naar Hawaï gaan, maar ze overleed vlak voor onze vakantie.' Het was duidelijk dat ze geraakt was door het feit dat haar schoonmoeder een verwijzing maakte naar de reis waar ze zo naar hadden uitgekeken.

Toen zag ik iets wat ik nog niet eerder had gezien. Er zat een vogel op de uitgestoken vinger van haar schoonmoeder. Ze was duidelijk dol op de vogel, dus ik vroeg: 'Had ze een vogel? Want ze laat me een vogel zien die op haar vinger zit.'

'Ja,' antwoordde ze. 'Ze had twee vogels: Ike en Tina. Tina ging dood rond dezelfde tijd dat mijn schoonmoeder overleed.'

Ik had naast katten, honden en paarden nog nooit een ander huisdier gezien, maar nu had ik een vogel gezien. Voor mijn cliënt was het een extra bevestiging, waardoor ze zich echt verbonden voelde met haar schoonmoeder aan de andere kant.